Professional Documents
Culture Documents
Mentor
Datum
Groep
Aantal lln
Hannie Coppelmans
10 03 2016
1/2
26
De kinderen gaan vandaag werken met een voeldoes. In deze doos zitten verschillende voorwerpen, waarbij de kinderen kenmerken moeten geven. ( welke materiaal,
welke vorm, is het zwaar of licht, wat kun je ermee?)
Persoonlijk leerdoel:
Ik wil ervoor zorgen dat de les actief verloopt en iedereen de les begrijpt. Dit wil ik realiseren door de kinderen een goede uitleg te geven en geregeld te vragen of alles
duidelijk is. Tot slot wil ik de les evalueren. Wat vonden de kinderen van de les? Hoe ging de les? Welke verschillende materialen hebben we gezien? Etc.
Lesdoel(en):
-Aan het eind van de les zijn de kinderen in staat om individueel aan te
kunnen geven met welke materiaal, vorm en dichtheid je te maken hebt.
-Aan het eind van de les zijn de kinderen in staat om samen met de groep
aan te kunnen geven wat je met het voorwerp kunt doen.
Ik laat de kinderen eerst voelen in de doos zonder dat ze mogen kijken. Ze moeten dan
met zijn alle gaan bespreken wat ze denken dat er in zit. Vervolgens mag er n iemand
het voorwerp uit de doos pakken en moet gaan beschrijven wat voor een materiaal, vorm
en welke dichtheid het heeft. Zo kan ik concluderen of de kinderen het voorwerp
individueel kunnen beschrijven.
Tot slot vraag ik aan de kinderen wat je met het voorwerp kunt doen? Om tot een
antwoord te komen, mogen de kinderen overleggen met elkaar. Ik geef ze hier enkele
minuten voor en grijp dan in. Tijdens het overleg observeer ik de kinderen en luister ik
naar de kinderen. Wanneer ik merk dat er te veel door elkaar wordt gesproken, grijp ik in
en begeleid ik de kinderen met het overleggen.
Beginsituatie:
Actuele beginsituatie.
Het is een hechte groep en de sfeer is erg goed. De kinderen luisteren naar elkaar en kunnen goed samenwerken en spelen. Er zitten inmiddels 26 kinderen in de klas.
Er zijn er dit jaar 4 bij gekomen en er komen er in April nog 3 bij. In groep 1 zitten 10 kinderen, in groep 2 zitten 13 kinderen en in groep 0 zitten er nu 3, na april zijn er
dat 6. De kinderen van groep 0/1 trekken vaak naar elkaar toe en de kinderen van groep 2. Dit kan ik concluderen door mijn observatie en een gesprek met mijn
mentor. Er zitten momenteel 2 kinderen in de klas die geen Nederlands spreken. Hier moet ik tijdens mijn les rekening mee houden. Tijdens het observeren heb ik
gezien met wie de kinderen uit groep 0 graag samenwerken of spelen. Hier wil ik rekening mee houden, zodat de kinderen uit groep 0 actief mee kunnen doen en zich
op zijn/haar gemak voelt.
Voorkennis.
Ik heb ervoor gekozen om materialen te pakken, die bij de kinderen bekend zijn. De kinderen weten bij alle voorwerpen te benoemen wat je er mee kunt doen.
Daarnaast zijn de kinderen bekend met de verschillende soorten vormen, o.a. rond, vierkant, driehoek etc. De kinderen begrijpen dus wat ik hiermee bedoel. Ook
kunnen de kinderen beschrijven of het voorwerp zwaar of licht is. Tot slot moeten de kinderen aangeven van welk materiaal het voorwerp is gemaakt. De materialen
hout, steen en glas zijn voor de kinderen bekend. Plastic, metaal, enz. zullen voor sommige kinderen nog onbekend zijn. Hierin zal ik ze moeten begeleiden en
eventueel voorbeelden moeten laten zien om dit duidelijk te maken.
Werkvorm.
De kinderen zijn bekend met de werkvorm die ik hanteer. Tijdens de lessen, van mijn mentor, mogen de kinderen geregeld samenwerken. Wanneer de kinderen gaan
werken aan de weektaak, mogen ze altijd zelf weten of ze samen of alleen werken. Ik zie dat de kinderen vaak samenwerken. Daarom moet ik er rekening mee
houden dat de kinderen onbewust snel zullen gaan overleggen. Vooral om mijn doelen te kunnen realiseren, moeten de kinderen ook individueel aan het woord komen.
Lesverloop
Tijd
5 min
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Materialen / Organisatie
Voeldoos en voorwerpen
10 min +/-
Begin van
de les.
Voorwerpen en voeldoos
Afronding