Professional Documents
Culture Documents
Eindscène Spoken - Ibsen
Eindscène Spoken - Ibsen
Eindscène Spoken - Ibsen
Zou een kind niet hoe dan ook liefde voor zijn vader moeten voelen?
Oswald
Als een kind niets aan zijn vader te danken heeft? Hem nooit gekend
heeft? Blijf jij echt bij dat oude bijgeloof, terwijl je vader zo verlicht
denkt.
Mevrouw Alving
Oswald
Dat zie je toch wel in moeder. Dat is n van die ideen die in de wereld
in omloop zijn en die
Mevrouw Alving
(hevig gemotioneerd)
komen spoken.
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Ja dat kan ik toch Oswald! O ik zou je ziekte bijna dankbaar zijn, dat hij
je naar mij thuis bracht. Want dat zie ik wel; ik heb je niet, je moet
gewonnen worden.
Oswald
Ja, ja, ja, dat zijn allemaal van die clichs. Je moet er aan denken dat ik
een ziek mens ben, moeder. Ik kan me niet zoveel met anderen bezig
houden; aan mezelf denken is me genoeg.
Mevrouw Alving
(zacht)
Ik zal bescheiden en geduldig zijn.
Oswald
En vrolijk, moeder!
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Daar kun je op rekenen, mijn lieve jongen van me. Ik leef toch voor
niets anders dan voor jou alleen.
Oswald
Ja, nou, dan zal ik het je zeggen. Jij hebt een sterke krachtige wil, dat
weet ik. Nou moet je rustig blijven zitten en luisteren.
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Dan moet je weten dat dat met die moeheid, - en dat ik er niet tegen
kan om zelfs aan werk te denken dat is allemaal niet de ziekte zelf
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
(bijna sprakeloos)
Oswald! Nee nee!
Oswald
Niet schreeuwen. Daar kan ik niet tegen. Jawel, die zit hier binnen te
wachten. En die kan elk ogenblik, wanneer dan ook, losbranden.
Mevrouw Alving
Het is niet waar, Oswald! Dat is onmogelijk! Dat kan niet zo zijn!
Oswald
Ik heb n aanval gehad in het zuiden. Het ging gauw over, maar toen
ik te horen kreeg hoe ik er aan toe was geweest, toen werk ik door een
razende, jagende angst bevangen; en ik ging zo snel als ik kon naar
huis, naar jou.
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
(springt op)
Nee, nooit; dat is nou juist wat ik niet wil! Ik kan de gedachte niet
verdragen dat ik er zo jaren bij zou liggen oud worden en grijs. En jij
zou intussen ook dood kunnen gaan.
(gaat in mevrouw Alvings stoel zitten)
Want het hoeft niet meteen afgelopen te zijn, zei de dokter. Hij noemde
het een soort van weekheid in de hersenen of zoiets.
(lacht zwaar)
Dat klinkt zo leuk vind ik. Ik moet daarbij altijd denken aan kersrode
gordijnen van satijnfluweel iets wat zacht is aan je handen.
Mevrouw Alving
(schreeuwt)
Oswald!
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Toen ik weer bijgekomen was na die aanval daar, toen zei de dokter
tegen me dat als het weer terug zou komen en het komt terug dat er
dan geen hulp meer is.
Mevrouw Alving
Oswald
Ik eiste dat van hem. Ik zei dat ik nog regelingen had te treffen.
(glimlacht listig)
En dat had ik ook.
(haalt een klein doosje uit zijn binnenzak)
Moeder, zie je dit?
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Morfine.
(grijpt)
Geef mij dat doosje, Oswald!
Nog niet, moeder.
(Hij stopt het doosje weer in zijn zak)
Mevrouw Alving
Oswald
Dit moet overleefd worden. Als ik nu Regine hier gehad had, dan had ik
haar verteld hoe het er met mij voor stond en haar om de laatste
helpende hand gevraagd. Zij had mij geholpen; daar ben ik zeker van.
Mevrouw Alving
Nooit!
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Ik heb je niet gevraagd om te leven. En wat is dat voor een leven dat je
mij gegeven hebt? Ik wil het helemaal niet hebben. Neem het maar
terug!
Mevrouw Alving
Help! Help!
(loopt de voorkamer in)
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Doe je het?
Mevrouw Alving
Als het nodig is. Maar het is niet nodig! Nee, nee dat kan nooit mogelijk
zijn!
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Ja.
Dat was een verschrikkelijke hersenschim. Het heeft je teveel
aangegrepen. Maar nu kun je uitrusten, thuis bij je eigen moeder, mijn
lieve jongen. Wat je maar aanwijst krijg je, net als toen je klein was. Zo.
Nu is de aanval over. Zie je hoe gemakkelijk het ging? Dat wist ik wel.
En zie je Oswald wat een heerlijke dag we krijgen? Stralend zonnig. Nu
kun je je huis eens goed zien.
(Ze gaat naar de tafel en doet de lamp uit. Zonsopgang. Gletsjer
en bergtop op de achtergrond in blinkend ochtendlicht. Oswald
zit in leunstoel met rug naar achtergrond, onbeweeglijk.)
Moeder, geef me de zon.
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald
Mevrouw Alving
Oswald