You are on page 1of 144

La Petite Etoile

Een nieuw leven in Hongarije

Ilse van Bruggen

1
Voor Ger Smits

Jouw dromen moesten dromen blijven.


Mijn droom kwam uit,
een stukje van de wereld
heb ik veroverd.

Ilse

2
Inleiding.
We rijden ergens in Oostenrijk. Voor me zie ik
af en toe de blonde lokken van onze dochter
vanonder haar roze bandana door het
geopende raam van de bus wapperen.
Het is prachtig zonnig weer. Niet te heet met
een beetje wind. Niet gek voor augustus. De
route is geweldig. Aan alle kanten zie je
bergen. Het maakt niet uit in welke richting je
kijkt, ze lijken zo in de strak blauwe hemel te
verdwijnen. De zon komt net boven de bergen
uit en geeft de toppen een gouden gloed.
Het is rustig op de weg en we kunnen steeds
achter de bus blijven rijden. Jan rijdt met de
afgeladen bus, samen met onze dochter Anne
(elf jaar). Ik volg met zoon Robbert (negen
jaar) en hond Bumper in onze trouwe Bx met
vouwwagen. De kinderen hebben genoeg
ruimte en zitten niet op elkaars lip. Het gaat
echt lekker vandaag.
Waar gaat deze optocht heen? Nou, we zijn op
weg naar Hongarije.

3
4
Hoofdstuk 1
In een vlaag van verstandsverbijstering, (dat
moet het wel zijn), hebben we een honderd
jaar oude boerderij met vierduizend vierkante
meter grond gekocht.
Dus zijn we in mei 2004 een week naar
Hongarije gegaan. Thuis hadden we via de
mail met drie verschillende makelaars
afgesproken. Door met meerdere makelaars af
te spreken heb je immers meer kans je
droomhuis te vinden.
Een paar maanden geleden belde een vriend
op. Net als wij wilde hij al jaren een huis in het
buitenland kopen. Wij wilden er ook een
bestaan opbouwen, hij wilde alleen een
vakantiehuis. Hij had wat op internet
gevonden. Al was het niet Frankrijk of Italië,
het was wat prijs betreft veel beter te doen.
Op de website stonden huizen in Hongarije te
koop in alle soorten en maten, spotgoedkoop
en qua afstand goed te doen.
Voor Frankrijk hadden we te lang gewacht. Dat
was nu voor ons te duur en daarom een te
groot risico geworden. We besloten deze kans
te grijpen: als het niks was konden we het
voor altijd uit ons hoofd zetten, maar dan
hadden we het in elk geval geprobeerd.

5
We rijden de eerste dag naar Zuid Duitsland
en nemen daar een pension. Het ligt een
eindje van de snelweg af en is zo'n
Oostenrijks aandoend huis. We krijgen een
vierpersoons kamer. De meubels zijn met
volksschilderkunst prachtig versierd en er is
een balkon dat uitkijkt over de bergen.
Nadat we enorme schnitzels in het
bijbehorende restaurant hebben gegeten, gaan
we kinderen en hond uit laten razen. Die
hebben zich keurig gedragen tijdens de reis
maar willen nu wel even rennen. Wij volgen
iets rustiger en genieten van de rust om ons
heen. De stilte is bijna oorverdovend. Geen
voortdurende brom van de snelweg, zoals we
in Nederland dag en nacht horen. Hoewel we
als de wind van de andere kant komt ook de
trein elk half uur horen, maar dat is minder
erg. Niet te vergeten zijn er ook nog de
militaire vliegtuigen die te pas en te onpas
moeten oefenen.
Zou de rust die hier is, ook in Hongarije te
vinden zijn? 's Avonds als de kinderen al lang
slapen, drinken we een wijntje op het balkon.
Wat zal de komende week ons brengen?
Kunnen we een bestaan opbouwen in een land
dat we nu nog niet kennen?

6
We hebben wel een plan om geld te verdienen,
maar of dat te realiseren is, is de grote vraag.
We willen naast een huis voor ons gezin,
meerdere huizen kopen in de komende jaren
en die geschikt maken voor verhuur in de
zomer. We willen dat regelen via internet. Jan
gaat een website maken en beheren, voorlopig
vanuit Nederland.
Ik doe de renovatie in Hongarije. De kinderen
gaan met mij mee. We willen het huis in
Nederland voorlopig aanhouden als vangnet en
om dat te bekostigen blijft Jan in Nederland
werken. Pas als we van de verhuur opbrengst
goed kunnen leven, willen we onze schepen
achter ons verbranden. Toestanden als in het
tv programma “Het roer om” willen we niet.
Ideaal is deze constructie ook niet, want we
zijn voor een tijdje niet samen. We denken dat
we om de vier weken een paar weken bij
elkaar kunnen zijn. Dat lijkt ons te doen.
Zoveel mensen worden uitgezonden voor hun
werk, die hebben ook gezinnen. En we hopen
natuurlijk dat het hooguit een paar jaar nodig
is...
De volgende dag rijden we via Sopron door het
binnenland over tachtig-kilometer wegen naar
Pecs. We zijn nog nooit in Hongarije geweest
en hadden ons een voorstelling gemaakt van
een onderontwikkeld land. We worden echter
stil van de prachtige dorpen en de mooie
natuur.

7
Het landschap is glooiend en vooral heel erg
groen. In de dorpjes staan gepleisterde huizen
in allerlei zachte pastelkleuren. De meeste zijn
netjes onderhouden. In zo'n heel net stuk, zie
je dan opeens een ingestort huis ertussen. Het
lijkt er op dat als de bewoner eruit is, er geen
opvolgers meer zijn. We hebben al gehoord
dat de jonge mensen naar de steden trekken,
net als bij ons in het begin van de vorige
eeuw. Als ze al geld hebben om een huis te
kopen, hebben ze niets meer om het op te
knappen. Leegstand en verval zijn dan het
logische vervolg.
De makelaar had ons deze route aanbevolen,
omdat we het land niet kennen. En het was
een zeer waardevolle tip. We leren het land zo
veel beter kennen dan via de snelweg.
We zien onderweg in bijna elk dorpje
ooievaarsnesten. Op elektriciteitspalen langs
de weg zie je de nesten waaruit de snavels
van de jonge ooievaars piepen. De ouders
torenen hoog boven hen uit op hun lange
stelten. Om deze mooie dieren te zien vliegen
en landen is nog mooier. We stoppen
regelmatig om van dit bijzondere schouwspel
te genieten.
Grappig zijn ook de trabantjes die in alle
voorkomende modellen rond tuffen. Terwijl er
ook genoeg moderne middenklassers rijden.
Het contrast is groot, maar maakt het
straatbeeld een stuk levendiger dan in
Nederland.

8
Opschieten doen we niet, want we rijden nog
niet Hongaars. We snappen al snel dat de
tachtig kilometer borden er voor de vorm
staan en dat de Hongaren de maximale
snelheidsborden bij elkaar optellen.
Tegen de avond komen we aan in Pecs. Deze
prachtige stad ligt in het zuiden van Hongarije.
De makelaar heeft ons daar ondergebracht in
een ruim vierpersoons appartement voor een
speciale prijs. We zitten bovenin het gebouw
en kijken uit over de stad. We hebben een bad
en dat gaan we eerst eens allemaal
uitproberen. Het was erg heet in de auto.
Hoewel het pas mei is, hadden we
achtentwintig graden vandaag. Als we uit bad
komen barst er een enorm onweer los. Vanuit
ons raam kunnen we het prachtig zien
weerlichten over de stad.
Hongarije heeft vaak last van onweer. Dat
schijnt te maken te hebben met de ligging
tussen twee gebergten in waardoor het heen
en weer geslingerd wordt en ook lang blijft
hangen.
Het koelt heerlijk af en we gaan onze eerste
Hongaarse maaltijd proberen in het restaurant
tegenover ons appartement. Wat een prijzen!
Voor vijf euro heb je een hoofdgerecht met
enorme lappen vlees. Robbert, die altijd goed
kan eten, krijgt het niet op. Hier kunnen we
wel aan wennen!

9
Aan de taal nog helemaal niet. Die lijkt echt op
geen enkele taal die we kennen. En dan alle
verschillende o's en u's, met puntjes en
streepjes, daar komen we helemaal niet uit.
Gelukkig spreekt de eigenaar van het complex
Duits,dus we kunnen een beetje informatie
krijgen. We zijn nu toch wel heel benieuwd hoe
een Hongaars huis er in het echt uitziet.
Ondanks de spannende dag slapen we snel in.
De derde dag begint met een heerlijk
ontbijtbuffet. Csaba, de makelaar, komt naar
het hotel. Hij is ongeveer midden 30 en ziet er
verzorgd uit. Tot onze verbazing spreekt hij
heel behoorlijk Nederlands. Hij werkt samen
met een Nederlandse vriend. Hij woont
gewoon in Hongarije en gaat met de klanten
op pad die via de website van zijn vriend een
huis zoeken. Hij vond het tegenover de
Nederlandse klanten netjes om ze in het
Nederlands te kunnen begeleiden en daarom
heeft hij dus onze taal geleerd.
We vertellen wat we zoeken en hij selecteert
een aantal huizen. Ook krijgen we ladingen
met informatie over het kopen van een huis in
Hongarije. Alleen daarom al is deze makelaar
een goede keuze geweest.
En dan gaan we op zoek! Uren rijden we in
een hete auto, achter Csaba aan, die voor een
Parijse automobilist niet onder doet. Eenmaal
zijn we hem zelfs kwijt en staan we in
volslagen onbekend gebied aan de kant van de
weg. Gelukkig hebben we tegenwoordig
mobiele telefoons en Csaba praat ons weer op
de goede weg.

10
De huizen die we te zien krijgen zijn helaas
absoluut niet geschikt. Als ze al een mooie
ligging hebben, zijn ze te klein of te
bouwvallig. Huizen in Hongarije hebben een
totaal andere bouw dan in Nederland.
Tenminste, de huizen waar wij voor gaan.
In de steden vind je hier net als bij ons ook
lelijke flats. En nieuwbouwhuizen hebben ook
twee verdiepingen en zijn van steen, maar die
zoeken we niet.
Hongaarse huizen hebben wel allemaal een
beetje dezelfde indeling. Overal is er een
woonkeuken waar alles gebeurt. Een echte
woonkamer zoals in Nederland is er niet. Wij
zijn op zoek naar een oude lemen boerderij
met in elk geval twee slaapkamers en een
ruimte waar we een badkamer van kunnen
maken.
Lemen huizen zijn zo op de grond gebouwd.
De meeste huizen die wij zien zijn Tanya's. In
wat wij de voorgevel zouden noemen zit een
raam. Een zijkant, zoveel mogelijk op de hete
zonkant, heeft geen ramen. De kamers liggen
als het ware achter elkaar. Van de voorgevel
af. Een gang waarin je binnen komt zoals bij
ons, kennen ze niet. In de andere zijkant
gebeurt alles. Deze zijkant heeft een veranda.
Een overdekt stuk van ongeveer een meter
breed over de lengte van die zijde waardoor je
zonder nat te worden van de ene naar de
andere kamer kunt. Eigenlijk een soort
buitengang dus.

11
De hele zijkant heeft voor iedere kamer ramen
en voor een paar een deur die je rechtstreeks
in het vertrek brengt. Binnen kun je ook van
kamer naar kamer. Alle huizen hebben ook een
klein vertrek dat bij ons vroeger de
provisiekamer werd genoemd.
We willen graag een zo groot mogelijk
grondstuk dat vrij gelegen is. Omdat we graag
in een ander landschap willen wonen dan in
het platte Nederland, zoeken we in Somogy.
Deze provincie heeft een prachtig heuvelachtig
landschap. Het doet me een beetje aan
Luxemburg denken. Bovendien grenst het aan
het toeristische Balatonmeer dat voor onze
gasten een trekpleister zal zijn. Vanwege dat
toerisme juist weer, willen we er niet vlakbij
wonen.
Onze droom is om op een plek te wonen waar
zo min mogelijk door mensen gemaakte
geluiden zijn. Helemaal zal het niet lukken
natuurlijk, maar we gaan er wel hard naar
zoeken. We denken dat er genoeg mensen zijn
die na hun jachtige bestaan in Nederland het
hele jaar door, de rust bij ons kunnen
waarderen. Onthaasten is de boodschap.

12
Na acht huizen en bijna driehonderd kilometer
vinden we het welletjes. De kinderen hebben
voor de derde dag in de auto gezeten en zijn
het zat en wij niet minder. We draaien een
parkeerplaats van een csarda op en nemen
een stevige goulashsoep op de veranda. Als
we alle huizen nog eens doorgesproken
hebben nemen we afscheid van Csaba. We
kunnen geen zaken doen. Al is het geen
verknoeide dag, ons huis hebben we niet
gevonden.
Nog een uurtje terugrijden naar Pecs en we
kunnen weer een heerlijk verkoelend bad
nemen. Jan sluit de videocamera aan om alle
huizen die ik gefilmd heb nog eens te bekijken.
We hebben er zoveel gezien dat we op de
video pas zien waar we eigenlijk geweest zijn.
Toch komen we tot dezelfde conclusie als
vanmiddag: ons droomhuis zit er niet bij.
Doodmoe schuiven we het restaurant van het
hotel binnen, en komen gelukkig een beetje
tot onszelf van de heerlijke maaltijd.

13
De volgende dag vertrekken we naar Tab, waar
de tweede makelaar ons volgende logeeradres
geregeld heeft. We komen bij een oude
opgeknapte boerderij met een apart
gebouwtje waarin onze vertrekken zijn. Gabor
en Eva zijn vrienden van de makelaars. Hun
huis geeft ons weer moed, want volgens Gabor
was het eerst een bouwval. Met zijn eigen
handen heeft hij het weer opgebouwd Hij legt
ons ook uit hoe je met lemen huizen om moet
gaan en dat er in dit soort huizen een goed
leefklimaat heerst. Hij spreekt goed Engels en
kent Nederland ook goed. Hij heeft jarenlang
over onze rivieren gevaren voor hij zich
definitief aan deze plek verbond.
We vertrekken naar het huisadres van de
makelaar en worden allerhartelijkst
ontvangen. Agnes heeft duidelijk het heft in
handen, man Janos zit er zonder veel te
zeggen bij. Zijn Duits is minimaal. Agnes is het
best te omschrijven als een struise vrouw. Dit
ouderwetse woord past bij deze grote stevige
vrouw. Ze heeft een wat grof gezicht met
lange donkere haren tot op haar middel. Altijd
als we haar zien is het in een makkelijke staart
bij elkaar gebonden. Als we haar beter leren
kennen, weten we dat onder haar wat boerse
eenvoudig uiterlijk een slimme zakenvrouw
schuilgaat. Haar man is ook donker van
uiterlijk. Hij heeft iets van een trouwe hond.
Hij begeleidt zijn Agnes overal als chauffeur en
geeft pas raad als hem daarom gevraagd
wordt.

14
Wederom leggen we onze woonwensen op
tafel. Deze keer besluiten we maar zes huizen
te bekijken, zodat we niet weer zo uitgeput
zijn aan het eind van de dag. Als we het over
de ligging hebben legt Agnes ons uit waarom
we waarschijnlijk nog niet geslaagd zijn.
Hoewel ze hier zoveel land hebben woont men,
door de heuvels gedwongen, in de dalen op
een kluitje bij elkaar. Maar ze heeft toch wel
wat dat aardig bij onze wensen in de buurt
komt, zegt ze.
Alle huizen die we thuis op internet gevonden
hebben vallen af. Door onze ervaring gisteren,
zijn we van een ander criterium afgestapt. We
hadden thuis bedacht dat we alleen een huis
“met comfort” wilden. Met minimaal een toilet
en badkamer en dus een afvoer. In de praktijk
blijkt dat het Hongaarse comfort niet echt
overeenkwam met het Nederlandse. Als er al
een bad in zit, moet je het met een emmer
leeg scheppen... Je betaalt echter wel voor dit
“comfort”. Terwijl je er niets aan hebt, hooguit
extra werk om het eruit te slopen.
Met de nieuwe selectie van Agnes gaan we op
pad. Nu zijn we beter voorbereid en hebben
drinken en eten meegenomen in de auto. Het
weer is omgeslagen en van achtentwintig
graden naar vijftien gegaan. We karren weer
achter een Hongaarse coureur aan. Maar Jan
begint al goed aan de Hongaarse rijstijl te
wennen. Ik niet en kom geheel in de kramp
aan bij het eerste huis.

15
Het eerste huis ligt meteen zoals we het graag
zien: op een heuvel, genoeg grond erbij en
ruimte in huis. Dat geeft de burger moed! Bij
het derde huis is het raak, dit kan hem wel
eens wezen! Ook het vierde staat ons aan!
Tjee, nou wordt het nog moeilijk kiezen ook!
In ons huisje laten we alles nog eens de revue
passeren. De vermoeidheid begint zijn tol te
eisen. We zijn even de kluts kwijt .Wat is
wijsheid? Zo weinig mogelijk geld uitgeven
omdat het nu eenmaal een grote gok is, of
gaan voor dat enorm grote grondstuk van
tienduizend vierkante meter? We besluiten de
volgende dag eerst nog met de derde
makelaar op pad te gaan...
Nadat Eva ons ontbijt heeft gebracht, gaan we
naar een wegrestaurant een uur rijden van
Tab. Daar zit een vettig mannetje te roken aan
een tafeltje . Jan en ik kijken elkaar eens aan
en we weten eigenlijk al genoeg. Even goed
gaan we maar eens horen wat hij in de
aanbieding heeft!
Thuis had ik een schattig huis overwoekerd
met klimrozen gezien bij deze man, dus ik ben
zeer nieuwsgierig. We laten hem onze
uitgeprinte lijst met huizen zien die op zijn site
stonden. We hadden vlak voor we naar
Hongarije kwamen nog gevraagd of deze
huizen nog in de verkoop waren, en dat was
toen volgens deze meneer het geval. Maar nu
we er zijn blijkt mijn rozenhuis en de meeste
anderen waarvoor we belangstelling hebben te
zijn verkocht, al maanden geleden. Lokkertjes

16
dus! Waarvoor we, als we alleen op deze man
hadden gerekend, voor niets waren gekomen.
Jan trekt eerst wit weg en wordt vervolgens
bijna paars van woede. Je zou die kerel toch
iets doen! Hij had wel veel duurdere huizen, of
we die wilden zien. Gauw weg voor er
ongelukken gebeuren! Nadat we onderweg
even zijn gestopt om af te koelen en weer de
dingen in de juiste proportie te zien, gaan we
de huizen die we de dag ervoor leuk vonden
opnieuw bezoeken.
Allebei hebben ze geen enkel comfort. Er is
geen keuken of badkamer en het toilet is een
poepdoos buiten. Beiden hebben wel
leidingwater in huis en elektriciteit. Het
verschil zit hem in de prijzen en de grote van
het grondstuk. De een heeft tienduizend
vierkante meter grond, tegen vierduizend bij
de andere. Het kost bijna dubbel zoveel. De
grond ligt ook tegen een heuvel op. Dus voor
een eventuele minicamping, die we misschien
erbij willen gaan doen, minder geschikt.
Het kleinere grondstuk is vlak met een
gedeelte bos en een beekje. Dat spreekt ons
erg aan . Wie heeft er tegenwoordig een eigen
bos of beekje in zijn tuin. We rijden nog een
keer heen en weer om het zeker te weten. De
tijdsdruk voelen we nu goed. Als we vandaag
niets besluiten hebben we geen huis dit jaar.

17
Als we weer bij het andere huis rondlopen,
begint het te hagelen en regenen. Afgezien
van het slechte voorgevoel dat ik steeds bij
dat huis heb, ruiken we nu ook een enorme
kippenmest geur. Bij nadere inspectie blijkt
vlakbij een grote kippenschuur. Deze dus niet!
We rijden weer naar het andere huis. We lopen
er om heen en gaan een eind het grondstuk
op. Robbert staat meteen bij het beekje om
kikkers te vangen en is in een oogwenk
kletsnat. Anne gaat achter de vlinders aan die
overal uit de hoge onkruidpollen omhoog
fladderen als ze er langs loopt. Het is er zo stil
dat het pijn doet aan je oren.
We bekijken het huis aandachtig. Het ligt aan
de kant van de veranda helemaal vrij. Aan de
blinde achterkant grenst het grondstuk van het
buurhuis dat er goed verzorgd uitziet. De
voorgevel van de boerderij heeft een heel
groot raam. Er hangt een afgebladderd houten
rolluik voor. Dit raam kijkt uit op een prachtig
stuk groen met veel ruisende populieren. Het
huis heeft achter elkaar drie grote kamers. De
middelste kamer heeft een uitbouw voor zich .
Via deze uitbouw met dubbele paneeldeuren
met bovenin glas kun je deze kamer in.
Op de vloer van de serreachtige uitbouw liggen
oude zwart-witte tegels. Op het plafond zit een
prachtige ster geschilderd in antiek groen,
beige en terra met een vleugje goud die
driekwart van het plafond beslaat. Op de
muren zit geen behang maar een geschilderd
motief .

18
In de kant waar we binnenkomen, zitten ook
nog twee grote ramen die open gezet kunnen
worden. In de rechtse muur zit nog een groot
raam. Alle ramen hebben van die leuke
deelruitjes. De kamer erachter heeft een heel
druk motief op de muur.
De houten vloer is ronduit slecht en zal eruit
moeten. Een scheefgezakte buitengewoon
lelijke tegelkachel staat in de hoek. De
prachtige oude deur met deelruitjes aan de
rechtse kant geeft toegang tot de grootste
voorkamer. Hier was de slaapkamer van de
oude man. Ook hier gesjabloneerde motieven
op muur en plafond. De donkere meubels
staan er nog in . Ook een kaptafel die is
ingericht als een soort altaartje met een aantal
Maria beeldjes erop. We lopen terug door de
kamer waar twee oude stoelen staan en er
hangen foto's van twee meisjes met in het
midden een vergeelde trouwfoto. Aan de linkse
kant gaan we via eenzelfde mooie deur naar
de “woonkeuken”. Er staat een soort fornuis en
een groen geverfd buffetje. Een aanrecht of
gootsteen is er niet. Ergens in een hoekje
steekt een kraantje uit de muur met een
emmer eronder. Wat een luxe, water
binnenshuis! De vloer is nog slechter dan de
andere. Het is dat hij direct in het zand ligt,
anders zak je er zo doorheen. Dan is er nog
een ruimte die via een lager deurtje is te
bereiken, een miniatuur van de andere
deuren. Deze ruimte bestaat uit 2 kleine
hokjes bedoelt om etenswaren op te slaan. De
enorme spijkers waar de gerookte hammen
aanhingen zitten er nog. Het scheefgezakte

19
tussendeurtje is met moeite open te krijgen.
Volgens Agnes is hier een prima badkamer te
maken. Ze kent prachtige voorbeelden. Met
een nieuwe balk en wat tegels ziet het er zo
prachtig uit...
Via de woonkeuken kunnen we ook naar
buiten door twee paneeldeuren zonder ruitjes.
Laat ik het goed zeggen: eerst krijg je twee
deuren met bovenin glas, vijftig centimeter
verder de tweede deuren. Dubbele, dubbele
deuren dus eigenlijk. Over de veranda loop je
naar de volgende deur, maar die ruimte
kunnen we niet zien omdat de sleutel weg is.
Volgens Agnes zit er een grote rookoven in,
verder niets bijzonders. Dan is er nog een deur
over die toegang geeft tot een soort deel. De
muur aan de veranda kant is heel slecht en
onderuit gezakt. Hier ligt gewoon zand op de
grond. Er zijn overduidelijk kippen in
gehouden. Er staat een oude handgemaakte
trap in die leidt naar de zolder. We kijken zo
tegen de pannen aan, de kap is niet
beschoten. De panlatten zijn geen rechte
balkjes, net zomin als de dakbalken. Zoals de
natuur ze gevormd heeft, zo zijn ze gebruikt.
De hele zolder staat vol met oude spullen. Een
kinderbedje, spinnewielen en nog oudere
meubels dan beneden in de kamer staan. Er
staat zelfs een oude landbouwmachine,
waarvan we later leren dat hij is om maïs te
hakselen. Omdat het nogal regent, kunnen we
mooi zien dat het in elk geval niet lekt. Dat is
wel apart omdat we overal daglicht tussen de
dakpannen kunnen zien. Je zou verwachten
dat er dus ook regen in moet kunnen. We gaan

20
weer naar beneden. Kunnen we hier een vier
persoons appartement in maken?
Aan de buitenkant van het huis staat tegen de
achterkant een hele grote stal geleund. Die zal
weg moeten, daar hij op instorten staat. We
gaan er dan ook niet in. Jan staat hier een
hele tijd diep in gedachten naar te kijken. Hoe
pak je zoiets aan? Alleen de achtermuur van
het woonhuis is van leem en een paar
tussenmuren. De voorkant, uitbouw en
achterkant zijn al van steen. Metselen doen ze
hier zonder voeg. Ze plakken de stenen als het
ware op elkaar. Over dit metselsysteem hoort
een pleisterlaag te komen. We denken dat na
de gemetselde muren het geld op was, want er
zit alleen op de lemen stukken een kapotte
pleisterlaag.

We zijn vandaag alleen, dus kunnen zo lang


kijken als we willen. Uiteindelijk gaan we op de
rand van de veranda zitten. “Het ligt wel erg
mooi. Het mooist van allemaal”, begin ik. We
zijn hier nu al een poos en horen nog steeds
niets dan de vogels. De straat is ook prima.
Een doodlopende zijstraat tegen de berg op,
die stopt bij een prachtig witgepleisterd kerkje.
”Er is wat van te maken en het is groot
genoeg, maar die schuur...” zegt Jan. Ik vind
het huis eigenlijk een bouwval, maar vind de
ligging mooi. Vanaf de veranda waar we nu
zitten kijk je aan alle kanten in het groen. Veel
van dat groen wordt ook nog ons eigendom.
Voor deze bedragen heb je in Nederland een
tweedehandse caravan. De tijd is op. Als we

21
nu niets beslissen, gaan we met lege handen
naar huis. Zullen we dan nog eens de moed
hebben te komen zoeken? Onderweg hebben
we zoveel gezien. Hebben we ergens een
mooiere plek gezien? Droomhuis: nee.
Droomplek: zeker wel! We doen het gewoon
en springen met de ogen dicht in het
onbekende. Soms moet je een gokje wagen
om het leven leuker te maken. Dan begint de
kerkklok instemmend te klingelen. Met kriebels
in de buik bellen we de makelaar dat we de
boerderij willen kopen. Ondanks het voor
Nederlandse begrippen ongelofelijke bedrag
van zesduizendvierhonderd euro, bieden we
zesduizend euro en tot onze verbazing wordt
het huis ons voor deze prijs verkocht.
Agnes en Janos komen laat in de avond naar
ons huisje met het koopcontract. Samen
drinken we een borrel op de goede afloop. Als
ze weg zijn beseffen we langzaam wat we
hebben gedaan, wat we echt in een week
hebben gedaan. Het eerste huis is aangekocht!
Gek genoeg zijn we op dat moment niet eens
echt blij, eigenlijk kan ik wel huilen. Nou zijn
we ook doodmoe van vijf dagen rijden aan een
stuk en van vijftien huizen bekijken. De zesde
dag vertrekken we. Gabor en Eva zwaaien ons
uit. Wat een lieve, hartelijke mensen toch!
Omdat we bekaf zijn, rijden we terug naar
hetzelfde pension in zuid Duitsland als op de
heenweg. We krijgen dezelfde kamer. Een
kleine week geleden nog maar waren op deze
plek en zaten ons met een wijntje op het
balkon van onze kamer af te vragen wat ons te
wachten stond en of we het echt gingen doen.
22
Weer op het balkon, weer met een wijntje,
laten we eindelijk tot rust komend de waarheid
tot ons doordringen: Het roer gaat om!

23
24
Hoofdstuk 2
Hier rijden we dan, op naar het grote
avontuur! Dat zeggen onze vrienden
tenminste. Zelf ben ik vreemd genoeg vrij
kalm onder de hele gang van zaken. Jan gaat
vier weken mee en dan blijf ik met de kinderen
daar om de renovatie in de gaten te houden.
Een paar jaar geleden zou ik absoluut
nachtmerries gehad hebben bij het idee alleen.
En wat te denken van de enorme chaos en de
letterlijke puinhopen waar ik me voor
maanden in ging begeven. Vrijwillig! Ik, die
van orde houd en van een schoon en
opgeruimd huis. Maar met het besluit het roer
om te gooien, gaat er bij mij ook een knop om
blijkbaar, want ik heb alleen maar enorm veel
zin te beginnen. We komen tegen het donker
aan op de camping van Nederlanders die we in
mei hebben leren kennen. Toen we bij de Obi,
een Duits/Hongaarse Gamma zeg maar, ons
licht opstaken over prijzen van
bouwmaterialen, hoorden we Nederlands
praten een rij achter ons. Ik begon een
gesprek, want je kunt beter zoveel mogelijk
informatie zien te krijgen, nietwaar! De man
was heel enthousiast aan het vertellen en toen
hij hoorde dat wij ook bezig waren om naar
Hongarije te komen, bood hij zijn hulp aan. En
nu staan we dan op zijn camping. Helaas moet
hij de volgende dag terug naar Nederland voor
zaken.

25
Nog veel spijtiger is het dat de camping aan de
doorgaande route voor vrachtverkeer ligt. Om
vijf uur in de ochtend staan die monsters al
warm te draaien op de parkeerplaatsen bij een
van de wegrestaurants. Een treinstation
completeert de misère. Bovendien blijkt dat de
afstand tot ons huis ruim een uur is.
Dat merken we de volgende morgen als we om
negen uur hebben afgesproken bij ons huis
voor de overdracht. Als we daar aankomen,
zien we een gezelschap staan zoals je dat ook
wel in een Zweedse film ziet.
Behalve onze makelaars is de verkopende
partij ook aanwezig. Een ”net echt” blonde
vrouw met royaal getoupeerd kapsel, haar
man, compleet met blauwe tuinbroek waarvan
een flap loshangt zoals je dat bij kleuters wel
eens ziet, haar zus die iets weg heeft van een
spitsmuis en twee tienermeisjes die
overduidelijk de dochters van de dames zijn.
We stellen ons voor en dan moeten we het
huis bekijken om te zien of alles volgens
afspraak is. Als dat volgens ons zo is, moet
Jan een enorme berg papieren tekenen en dan
is het huis echt van ons. Helaas kan Jan zijn
plan om zodra het huis van ons is eerst om
ons land te wandelen, niet meteen uitvoeren.
Agnes heeft tijd vrijgemaakt om met ons op
pad te gaan om water en elektriciteit op onze
naam te zetten en een rekening te openen.
Vervolgens gaan we naar ons gemeentehuis
om de gemeentelijke heffingen inclusief kliko
te regelen.

26
De kosten zijn om achterover te vallen, van
het lachen dan: omgerekend twintig euro met
de kliko erbij welteverstaan. Helemaal duizelig
van al dat geregel komen we weer terug bij
het huis. Eindelijk tijd om eens goed rond te
kijken en voor Jan om zijn wandeling te
maken...
Het zal wel heel Nederlands zijn om zo blij te
zijn met zoveel grond. In ons kleine land is
een tuin van pakweg vijftien meter een flink
stuk. Als het weer bijna donker is gaan we
terug naar de camping. De kinderen gaan nog
even zwemmen en ik maak wat te eten. We
besluiten morgen eerst een camping dichterbij
ons huis te zoeken die vooral rustig gelegen is.
Dit wakker liggen houden we niet lang vol.
Na weer een slapeloze nacht, gaan we eerst op
zoek naar een andere camping. Nadat we die
hebben gevonden, rijden we weer naar ons
huis. Agnes komt weer langs, dit keer met een
aannemer. Ze vraagt wat we allemaal gedaan
hebben en we vertellen dat we een andere
camping hebben gevonden. “Waarom gaan
jullie niet hier staan op je eigen grond?” vraagt
ze.
We leggen uit dat we wel een chemisch toilet
meegenomen hebben, maar geen douche
hebben. Vooral ik stel er prijs op te kunnen
douchen na een dag hard werken in de
stofzooi en een wasbeurt met de tuinslang zie
ik niet zitten... Maar daar weet onbetaalbare
Agnes wel iets op; Gabor en Eva hebben een
huis gekocht in Tab. Ze willen het ombouwen
tot pension.

27
De badkamers zijn prima te gebruiken en we
mogen er vast gebruik van maken. Geweldig!
Daarmee besparen we een hoop tijd en geld.
Met de aannemer gaan we door het huis en
leggen via Agnes uit wat we willen. Deze
Laszlo ziet nergens problemen, een prettige
eigenschap, en roept alleen maar dat het
SUPER gaat worden als het klaar is. Als... Bij
alles wat we uitleggen of wat Jan voor hem op
papier tekent roept hij blijmoedig: ”Nem
problem” oftewel “geen probleem”. Die zin
gaat hij nog vaak gebruiken de komende tijd!
Het is “sok munca”(veel werk) maar als het af
is dan is het een paleis! Dat hopen we dan
maar, want ons is duidelijk dat het iets meer
werk is dan verwacht...
Wijselijk bleef een deur gesloten toen we in
mei kwamen kijken. Tja, de sleutel was er
even niet. Maar daar was gewoon de
rookkamer waar vroeger de hammen gerookt
werden, niets bijzonders verder. Als de deur
tijdens de overdracht wel open kan, blijkt er
een half ingestorte oven te zijn met wel
tachtig kruiwagens puin erin.
Laszlo is een naar schatting vijftig plusser. Hij
is klein en bijna tenger te noemen. Vanachter
zijn grote brillenglazen kijken slimme,
vriendelijke ogen de wereld in. Hij is al grijs
maar maakt een energieke indruk. Een ras
optimist in hart en nieren. Ik durf gerust te
stellen dat ik het zonder Laszlo niet gered zou
hebben, dat eerste jaar.

28
Zijn onverwoestbaar goede humeur, zijn
creatieve aanpak van de vele problemen
tijdens de renovatie en zijn haast vaderlijke
zorg, sleepte me er doorheen toen Jan weg
was. Maar dat zou pas later blijken.
We gaan onze vouwwagen ophalen en afscheid
nemen van de Nederlanders. Het is in
Hongarije een uur eerder donker dan in
Nederland, dus rijden we weer over de
stikdonkere binnenwegen naar ons huis. Daar
aangekomen durven we niet onze
fonkelnieuwe vouwwagen in het donker op het
onbekende grondstuk te plaatsen. Wat nu? Jan
heeft een goed idee. We gaan gewoon een
nachtje in ons huis slapen. Uiteindelijk heeft
de stokoude eigenaar dat jaren lang gedaan!
Voordat we de beddenboel op de grond leggen
moet er eerst gepoetst worden. De ergste
spinnenwebben halen we weg, de vloer wordt
geveegd en daar gaat eerst een plastic
afdekfolie over, voor we de nieuwe matrassen
neerleggen. De kinderen vinden het een
prachtig avontuur, kamperen in je eigen huis.
We maken in de andere kamer onze
“huiskamer”. Het meegebrachte tuinstel en de
koffiezetter krijgen een plek. We zijn tegen elf
uur klaar. Moe maar voldaan nemen we een
wijntje en gaan nog even op de veranda naar
de prachtige sterrenhemel kijken. Jan sms't
naar het thuisfront: ”ik zit hier op de veranda
van ons huis met een wijntje te genieten!”.
Dan is het de hoogste tijd om zelf ons bed op
te zoeken.

29
De vier matrassen liggen naast elkaar op het
plastic en de kinderen slapen als een blok. Wij
slapen ook zo in.
Midden in de nacht zit ik plotseling rechtop.
Een raar geluid heeft me wakker gemaakt. Ik
probeer de zaklamp te vinden, die ergens
naast ons op de grond moet liggen.
Ondertussen probeer ik Jan te wekken. Ik hoor
het aan het hoofdeinde ritselen op het plastic.
Aangezien ik het niet zo heb op muizen en
aanverwant ongedierte begint een lichte
paniek zich van mij meester te maken. Het is
echt aardedonker en je kunt geen hand voor
ogen zien. Als ik eindelijk de zaklamp
gevonden heb en hem op het geluid richt,
word ik echt niet goed. Een hele grote
hertshoornkever loopt op zijn gemak op een
paar centimeter van mijn kussen. Gelukkig is
Jan dol op dit soort beestjes en zet hem
liefdevol buiten de deur. Toch slaap ik de rest
van de nacht niet meer in, bang als ik ben dat
er nog familieleden bij ons inwonen.
's Morgens beginnen we na het ontbijt met de
vouwwagen op te zetten en de bus uit te
pakken. In het uitbouwtje, dat we eigenlijk als
een soort serre in gedachten hebben, hoeft het
minst te gebeuren. De tegels zijn antiek en
blijven liggen en er hoeft weinig opnieuw
gestuukt te worden. Samen slepen we de
koelkast uit de bus en zetten hem in de
“serre” Ook de vouwwagenkeuken haken we af
en die zetten we ernaast. Zo hoeven we niet
voor alles naar de tent te lopen.

30
Ik probeer vast een stukje muur af te kloppen,
mijn werk de komende tijd. Al het losse
stucwerk moet met een hamer van de muur
geslagen worden. Al na een uurtje blijkt dat er
heel erg veel los zit. Laszlo heeft grofweg een
lijn aangegeven met potlood tot waar het
afgeklopt moet worden, maar daar zit ik al
heel snel boven. Ik besluit te stoppen voor
vandaag, want anders zakt de moed me
misschien in de schoenen. Ik schep de kamers
leeg en veeg de boel aan.
Gewoon even iets normaals doen nu. De was
aanzetten, dat is een goed idee! De
wasmachine moet ergens komen waar hij niet
in de weg staat de komende tijd. Jan heeft
weer een goed idee. Tegenover ons huis staan
de oude varkenskotjes, waarvan een met een
stukje betonnen vloer. Jan maakt het daar
even schoon met de tuinslang en een bezem
en de wasmachine heeft een plekje. Water
komt erin via de tuinslang, die heel profi aan
de machine wordt gekoppeld door Jan, en
elektriciteit via een verlengsnoer uit het huis.
Het water gaat er weer uit door de afvoerslang
over het houten muurtje te haken en langs
een stuk dakgoot het land op. Maar wassen
kunnen we! Menig dorpsgenoot komt onze
wasserette bekijken. Zoiets hebben ze nog
nooit gezien: dat iets schoons uit een
varkenshok kan komen. Als de was aan de ook
meegebrachte wasmolen hangt, maak ik in
onze luxe campingkeuken ons eten klaar.

31
De kids hebben de boel vandaag eens goed
verkend en gaan vrijwillig heel vroeg naar bed.
Om ze niet te storen, gaan Jan en ik nog even
in de aanbouw een wijntje drinken. Terwijl we
de dag doornemen valt ineens het kwartje.
Onze serre is eigenlijk een prima keuken.
Openslaande ramen en deuren, tegels op de
vloer en de koelkast staat er al... En zo krijgen
we toch een aparte keuken.
Ook de woonkamer komt in een andere kamer.
Als je van een afstand plannen maakt nadat je
het huis twee keer gezien hebt, blijkt dat je de
situatie toch anders inschat.
De volgende dag beginnen we met frisse
moed. Voor Laszlo komt moeten alle muren
afgeklopt zijn en de rookoven moet weg,
compleet met schoorsteen. Met gevaar voor
eigen leven begint Jan de enorme schoorsteen
neer te halen. Hij haalt de pannen van het dak
en zaagt een aantal panlatten weg om ruimte
te maken voor een ladder. En zo zie ik enkele
ogenblikken later mijn Jan met zijn bovenlijf
boven de dakrand uitkomen gewapend met
Rambo de boorhamer, zijn onafscheidelijke
maat de komende weken.
Rambo ronkt en grote stofwolken komen uit de
rookkamer als weer een stuk schoorsteen naar
beneden ploft. In plaats van de twee dagen die
we optimistisch hadden gepland voor operatie
schoorsteen, zijn we twee weken bezig.

32
Ook ik krui op een morgen vele kruiwagens
puin naar de hoop achter wat bomen waar dus
letterlijk onze puinhoop ligt. Je leert hier wel je
grenzen kennen, en dit is mijn grens. Wil ik
mezelf niet in de puin hebben, dan moet ik nu
even ander werk gaan doen en dat is ruim
voorhanden!
Laszlo komt zes september voor fase een,
ofwel de binnenkant van het huis van een
nieuwe pleisterlaag voorzien. Het is nu
achtentwintig augustus en we hebben nu twee
dagen de sleutels. We staan op onze eigen
grond en douchen dus in Tab. Dat is een groot
dorp een kwartier rijden van ons huis. Het
huis is net verlaten en wie er ingezeten heeft
weten we niet, maar het is er ongelofelijk
SMERIG. Ik doe een poging de badkamer met
de twee douchebakken naast elkaar, schoon te
krijgen en dat lukt aardig. Wat je met twee
flessen bleekwater al niet kunt bereiken! De
kinderen vinden het helemaal niks, maar het
kan even niet anders. Laten we hopen dat
Laszlo op de afgesproken datum komt.
Gelukkig staat er ook een tv en kunnen onze
tv-junks hun hart ophalen. Wij hebben geen tv
meegenomen en dat is heerlijk! Geen gezap
op de bank meer, maar babbelen bij het
kampvuur , ouderwets gezelschapsspellen
spelen en kilometers lezen!
Zoals gezegd is het achtentwintig augustus en
alle binnenmuren moeten voor Laszlo's komst
afgeklopt worden. Omdat de muren van leem
zijn, ademt de muur dus, leeft als het ware en
dat merken we binnenkort!

33
Er moet vooral aan de onderkant een laag af
die los zit. Je slaat met een gewone hamer op
de losse laag. Zodra je op de harde laag komt
hoor je een ander geluid en dan kun je
stoppen. In ons geval kon je heel lang niet
stoppen....Het resultaat is dramatisch. Er
zitten scheuren van boven naar beneden waar
je je hand in kunt stoppen en de muur van
onze toekomstige badkamer heeft aan de
onderkant bar weinig leem meer over. Elke
keer als we de deur dicht doen valt er weer
een stuk af. Jan denkt dat het wel mee valt
want het huis staat er al honderd jaar, immers.
Dus blijven we lekker naar ons toiletje gaan
dat we daar voorlopig hebben gezet. Het ziet
er grappig uit: het moderne chemische toilet
in de voorraadkamer van een oude boerderij.
De deuren zijn prachtig. Zelfs door de dikke
laag vuil is dat te zien. Er zit van dat oude glas
in, met van die wiebels erin zodat alles lijkt te
bewegen als je erdoor kijkt. Het gaat te ver
om te zeggen dat we het huis wilden kopen
vanwege de deuren, maar het was wel zo'n
beetje het mooiste wat er aan het huis zat.
Ook de ramen zijn apart. Kleine boven grotere
en allemaal dubbel, zodat je je lange tijd kunt
vermaken met ramen zemen! Alleen al in de
woonkamer heb je twaalf kanten te poetsen.
Maar na een morgen flink soppen met een
emmertje of zes blijkt het binnenschilderwerk
mee te vallen. Het was alleen erg zwart. Dat
warme water verkrijgen we door met de
waterkoker steeds water te verwarmen tot de
emmer vol is...

34
De oude man die hier tot twee jaar geleden
heeft gewoond, met alleen elektriciteit, een
buitenkraan en op dertig meter een buiten wc,
heeft natuurlijk niet al te best schoongemaakt.
Ook zijn dochters hadden die behoefte
blijkbaar niet. Nou schijnt dat niet helemaal
lekker te zitten. Jawel, de eerste roddels
hebben we ook al vernomen. Vader is vroeg
weduwnaar geworden en hij bleef met twee
kleine meisjes achter. Nou schijnt hij na
verloop van jaren weer een vrouw te hebben
gevonden, maar die is er met het
familiekapitaal vandoor gegaan. De dochters
nemen dat pa na verluidt zeer kwalijk. Toch
hebben ze op enig moment ingegrepen, want
ze hebben hem twee jaar geleden uit zijn bed
geplukt en naar een bejaardenhuis gebracht.
Toen we in mei in het huis waren stond alles er
nog in. Het beddengoed was teruggeslagen,
net of hij die morgen uit bed was gestapt. Ook
zijn pet hing nog op de haak, heel bizar. Maar
nu is het huis leeg. De groen gebloemde
stoelen, de trouwfoto en de foto's van de
kinderen zijn weg en we kijken nu tegen kale
afgeklopte muren met enorme scheuren.
Na al die afbraak heb ik ernstige behoefte om
iets opbouwends te doen, ik begin aan de
deuren. Dat wordt schuren, plamuren,
gronden en lakken. Essentieel daarvoor zijn de
MATERIALEN. Daarvoor heb je een heel handig
dingetje: de Obi! Ofwel de Hongaarse Gamma.

35
De Obi is een avontuur op zich. Allereerst
moet je twee dingen hebben die wij
momenteel niet hebben: eindeloos geduld en
evenveel tijd. Eindelijk vind ik iemand die
Duits spreekt. Maar van verf heeft ze duidelijk
geen verstand. Uiteindelijk vind ik zelf alapozo
wat zoiets als “eronder” betekend. ( hoop ik! )
Kwasten en rollers zijn geen probleem, maar
dan... In Nederland hadden we al bedacht wat
voor een kleur op de kozijnen en buitendeuren
moest komen en een kleurstaal meegenomen.
Het is de kleur blauw die je in de Franse
Vendée, waar we zo gek op zijn, veel
voorkomt op huizen. De buitenkant van de
pleisterlaag wordt crème. Maar dat is teveel
voor de Obi dames! Die kleur moeten ze
mengen en de machine is nog nooit gebruikt.
Waar ga ik die kleur opsmeren? Op de
kozijnen? Er komen steeds meer Obi mensen
bijstaan. Als de machine opgestart wordt,
duiken de mannen gauw weg en de dames
wagen een dappere poging. Toch heb ik al na
een uur mijn blik verf, die met de schoen
stevig dichtgehamerd wordt. Jan is inmiddels
de wanhoop nabij. Hij heeft geprobeerd
elektriciteitspijp te kopen...
Thuis ga ik flink aan de slag met de nieuwe
schuurmachine. De deuren wil ik toch
plamuren maar ik blijk zeer chemische bruine
smurrie te hebben gekocht die zelfs na grondig
schuren met lak en al eraf komt. Na een dag
of drie ben ik mijn eerste depressie te boven
en begin met frisse moed de ver-weggestopte-
deuren opnieuw te schuren...

36
37
Hoofdstuk 3
Terwijl we 's morgens de vouwwagen lekker
open hebben, al het beddengoed in de zon en
ons ontbijt in de schaduw van de boom gehad
hebben, gaat Jan de pas ontdekte
pruimenbomen snoeien. Ik ben nog even aan
het opruimen als er een oudere, donkere man
aan het hek staat. ” Jo reggelt, papa, papa”
roept hij. Ofwel vrij vertaalt: goede morgen, ik
zoek de baas in huis!” Brutaal opent hij het
gammele hek en komt het terrein op. Al
onverstaanbaar mompelend pakt hij de
kruiwagen, de grondboor en ander ijzer. “Nem
jo” zegt hij, (“niet goed”), over onze trouwe
kruiwagen. Toch wel wat paniekerig roep ik
onze “papa” en Jan hoort aan mijn stem dat
hij beter vlot kan komen! Deze man blijkt een
van de beroemde/ beruchte zigeuners te zijn
op zoek naar oud ijzer.
Terwijl Jan met hem praat, komt de Hongaarse
buurvrouw naar ons hek en zegt naar de man
wijzend “Nem jo” Ze ziet dat ik haar begrijp. Ik
bedank haar voor haar zorg en waarschuw
Jan. Afgezien van de grondboor en de krui,
hebben we bergen oud ijzer die we wel graag
kwijt willen. Man blij, wij blij! Als hij ook
zomaar het huis in wil zeg ik ferm ”nem!” en
posteer me voor de deur. Dat snapt hij want
gelukkig gaat hij weg. Ik zie nog hoe de buuv
zich op haar bovenverdieping heeft verschanst
en praat vanuit een bovenlichtje met de
zigeuner.

38
Ook daar loopt hij om het huis heen hetgeen
de buurvrouw een minder vriendelijk
taalgebruik ontlokt als normaal! Dan druipt hij
af. De rest van ons dorp is inmiddels
gewaarschuwd, want overal blijft het potdicht.
Wat is dat toch dat we zo raar doen als er
zigeuners in de buurt zijn? Persoonlijk heb ik
nooit slechte ervaringen met deze mensen
gehad. Toch laat je je beïnvloeden door de
wilde verhalen en wordt je voorzichtig. Je
moet vooral voor een stevig hek zorgen met
een stevig slot: voor de zigeuners. Je moet
altijd alles opbergen, anders stelen de
zigeuners het. Deuren op slot, als er zigeuners
in het dorp zijn. Het is stelend, lui boeventuig!
Ik vraag me af hoe ik zou reageren als ik tot
deze groep behoor. Als men toch slecht over je
denkt en geen enkele kans hebt op fatsoenlijk
werk, wat doe je? Natuurlijk is het overgrote
deel van de zigeuners, fatsoenlijk en steelt
niet als de raven. Het is alleen makkelijk een
groep aan te wijzen voor al het slechte in de
wereld, is al eens eerder gebeurd ook... Ik
probeer dus toch een open houding naar deze
mensen te houden. Helemaal lukken doet het
niet, er blijft een restje wantrouwen achter.
Van ons oud ijzer zijn we in elk geval af. Nu
nog het hout, maar dat is een ander verhaal.
De houten vloeren zijn uit twee kamers . Die
liggen hier gewoon in het zand. Geen
betonnen ondervloer, nee, gewoon in een
zandbed.

39
Eigenlijk willen we graag betonnen vloeren
maar Jan heeft al een dag verspeeld met
proberen bij de Tuzep, de bouwhandel,
ingrediënten voor beton te bestellen. Uit
Nederland hebben we met onze bus een
betonmolen (via Marktplaats) meegenomen.
Jan wilde zelf beton maken. We hadden een
boek uit de bieb gehaald,want Jan is heel
technisch maar geen bouwvakker. Onder het
mom van: alles valt te leren,wilde hij het
proberen. Uiteindelijk moest er zoveel van
alles komen dat het ons teveel in de papieren
ging lopen. Dus heeft Jan hout besteld. Dat
wordt 's middags gebracht.
Nou hebben wij voor ons huis een diepe goot,
die het water van de berg afvoert en daar ligt
een soort brugje over. Zo'n discutabel geval
waar wij onze auto niet overheen durfden te
rijden. Vandaar dat we de boordevolle auto en
de nog vollere bus vanaf de dertig meter
verderop gelegen weg hebben uitgepakt...
Nou denken de Hongaren blijkbaar anders,
want de ARO pickup, zwaar beladen met hout,
komt dieselend en rokend zonder aarzeling
over het bruggetje. Ik houd mijn adem in
maar het loopt goed af. Ik hoef geen hout uit
de goot te plukken en de ambulance hoeft niet
te komen. Als we dat hadden geweten! De
man maakt zich grote zorgen over ons hout,
want het gaat regenen zegt hij. Behoedzaam
legt hij wat rondslingerend hout neer en begint
de balken erop te leggen. Ik help hem de
enorme bult uit te laden.

40
Jan is op pad met de portemonnee en ik heb
duizend forint te weinig om de bezorgkosten af
te rekenen. Maar dat geeft niks, zegt hij,
breng maar een keer langs, en geeft zijn
adres. Natuurlijk brengen we hem het geld
diezelfde avond en duizend forint extra voor
een pilsje of zo. Hij is er niet en Jan geeft het
aan zijn vrouw, als hij na eindeloos zoeken in
een duistere oostblokflat het juiste adres
gevonden heeft. We zijn benieuwd of hij het
geld zelf krijgt...
Een paar dagen later komt hij het teveel
betaalde bedrag terugbrengen. Hij denkt
natuurlijk dat Nederlanders niet kunnen tellen.
Maar we maken hem duidelijk dat het voor het
ongemak is en dat hij er een lekkere sör ofwel
bier van moet kopen. Nou, wel meer dan een,
gebaart hij. Iedere keer als ik hem in het
vervolg tegenkom met zijn rode pickup,
toetert, knippert en zwaait hij. Goed gedaan
dus. De mensen zijn hier nog gelukkig te
maken met vier euro fooi!

41
42
Hoofdstuk 4
En dan komen de Laszlo's. En dat is drie keer
bijzonder: ten eerste dat ze er zijn, ten tweede
dat ze maar een dag later zijn dan
afgesproken en ten derde dat het geen
circusact is maar ze heten echt allebei Laszlo,
al noemen ze elkaar liefdevol Lassie. De
kinderen moeten daar erg om lachen. Ik geloof
niet dat ze de TV serie van de Schotse collie
hier ook hebben uitgezonden. Laszlo neemt de
leiding en de controle over ons huis over. En
wij veroveren het langzaam en kamer voor
kamer terug. Maar nu is het dus van hem en
hij gaat er volle kracht tegenaan. Hij bespant
de lemen muren met stro en ijzerdraad en
flatst er daarna een dunne cementpap tegen.
(dat is wel een circusact, eigenlijk) Als dat
droog is gaat er een nieuwe stuclaag op. Geen
leem meer maar een mix van kalk en cement
dan ben je de vochtdoorslag van buiten kwijt
volgens Laszlo.
Als hij bij de badkamer muur bezig is en wij
buiten aan de slag zijn horen we een enorme
klap en valt de badkamermuur met een doffe
dreun om. Ik sta stokstijf met kwast nog in de
aanslag. Jan en de kinderen durven te gaan
kijken en gelukkig hoor ik Laszlo nu ook. Als ik
ook ga kijken is mijn tweede dipje een feit:
Een grote stofwolk en overal klompen muur
met Laszlo er net naast. Blijkbaar een goede
engelbewaarder.

43
Laszlo ziet me eens vorsend aan en zegt dan
troostend:”Nem problem, Ilis” pakt vervolgens
een steen, doet of hij metselt en zegt: "ez jo,
ez stabil!” (komt goed,wordt weer stabiel) En
ook dat hoor ik vaker de komende tijd...
Inderdaad gaat hij fluitend aan het werk alsof
er geen aanslag op zijn leven gepleegd is .Hij
laat “domme” Laszlo de oude muur wegkruien
en gaat zelf aan het metselen. Domme Laszlo
is dus die andere, duidelijk niet aangenomen
vanwege zijn intelligentie, maar ondanks zijn
minstens vijftig jaren een berensterke man.
Hij maakt beton sleept de volle emmers naar
binnen en gooit de zware zakken met
aangemaakte kalk over zijn schouder of het
zijn zomerjack is. De kinderen vinden hem
reuze interessant. Hij is absoluut
ongemanierd. Hij boert, scheet en rochelt
vreselijke klodders op die hij overal neer
spuugt. Waarschijnlijk het gevolg van zijn
smerige shag. Zijn neus snuit hij met zijn
vingers en werpt het een eind weg. Voor de
kinderen een fantastisch studieobject: ”Zo
zagen Neanderthalers er dus uit mam!” En
werkelijk ziet zijn platte gezicht met de
vooruitstekende wenkbrauwbogen eruit als een
plaatje van deze voorouders, zoals ze in de
geschiedenisboeken staan.
Als hij echter Anne's gevonden schatten zoals
haar kastje, planken, touwen en leidsels begint
te gebruiken, is de lol eraf en zijn Anne en hij
geen vrienden meer! Deze merkwaardige man
werkt echter geweldig hard voor ons en neemt
geregeld tomaten, paprika's en fruit mee uit
eigen tuin.
44
De eerste keer vroeg ik wat ik hem betalen
moest, maar dat was niet de bedoeling. Hij
vond ons maar zielig dat we nog geen
moestuin hadden.
Ook ruimt hij na elke werkdag alle gebruikte
spullen keurig afgespoeld op en als er een
kamer klaar is haalt hij de bovenste laag zand
weg en harkt alles bijna kunstzinnig aan. Na
een paar weken krijgt hij een stuk beton op
zijn voet en is het exit Laszlo.
Peter is de volgende “domme kracht”. Hij is
een stuk jonger en als hij een donkere huid
had zou hij een geboren zwarte Piet zijn. Qua
bouw en qua kapsel, je ziet het voor je
gewoon. Hij is ook geen licht maar heeft in elk
geval normale manieren. Ik denk dat Laszlo
expres dommige mannen inhuurt zodat hij het
voor het zeggen heeft. Het bouwterrein wordt
alleen niet meer dagelijks opgeruimd en de
gebruikte materialen niet afgespoeld.
Zolang Jan hier is doet hij zoveel mogelijk de
contacten met de bouwvakkers, dit gezien het
feit dat vrouwen hier niet met bouwen bezig
zijn en de man/vrouw verhoudingen nog
lekker ouderwets zijn. Maar een beetje
oefenen kan geen kwaad. Als Jan naar
Nederland gaat moet ik het immers ook
klaren.
Met “Wat en hoe, Hongaars” in de hand stap ik
op Peter af en leg hem met handen en voeten
uit dat ik het terrein opgeruimd wil heb in het
vervolg. Hij kijkt me wat glazig aan en ik heb
nou niet het idee dat ik tot hem doordring. Pas
als Laszlo erbij komt snapt hij het.

45
Het terrein is van nu af aan weer ordelijk, voor
zover dat kan bij een bouwput
De elektriciens hebben ondertussen de
groepen vergroot en een nieuwe mast
geplaatst. Om elektriciteit te krijgen, moet je
een leiding aftakken van de bovengrondse
leiding die op zes meter boven de straat
hangt. Tot onze verbijstering klimt een van de
mannen doodleuk in de paal, zonder enige
bescherming of lijn. Hoezo
veiligheidsvoorschriften? Na een morgen flink
aanpoten zijn ze klaar. Ze stuken de muur
rond de groepenkast ook nog netjes aan. Als
we afgerekend hebben blijkt dat ze per man
net tachtig euro hebben verdiend. In
Nederland betaal je dat alleen al aan
voorrijkosten. De mannen zijn zeer tevreden,
voor Hongaarse begrippen hebben ze ons vast
een poot uitgedraaid!
Niet in de beloofde vier, maar zeven dagen is
de putzlaag klaar. Eigenlijk maar een dag
vertraging want het weekend zat er tussen.
We betalen het afgesproken bedrag. Ondanks
de omgevallen muur, die Laszlo toch meer
werk kostte dan gepland. Blijkbaar is hij
gewend aan dergelijke ongelukjes. We zijn
tevreden over het werk, dus mag Laszlo de
rest ook doen. Bovendien waren we
gewaarschuwd voor “Franse toestanden”.
Werklui die niet op afgesproken tijden kwamen
of zich niet aan de offerte hielden en meer van
dat soort gedoe. Laszlo doet alles wat hij zegt
en volgens het afgesproken bedrag, dus zijn
we erg opgelucht. Op vertraging zitten we
namelijk niet te wachten!
46
In het begin komt Agnes vaak langs om te
kijken of alles goed gaat. We denken dat ze
dat doet omdat we nog meer huizen nodig
hebben om op te knappen, voor we van de
verhuur kunnen bestaan. Dit is toch wel
duidelijk extra service! Maar we maken
dankbaar gebruik van haar contacten . Als we
in de eerste weken vastlopen in de
communicatie, bellen we Agnes. Wij danwel
Laszlo leggen het probleem voor en zij tolkt
dan aan de ander en vice versa.
Omdat we zo min mogelijk gebruik willen
maken van haar tijd, ontwikkelen we een
eigen communicatiesysteem. Met pen en
papier en “Wat en hoe” komen we een heel
eind. Als ik wil weten wat iets gaat kosten,
schrijf ik eenvoudig: “forint?” op . En het gaat
per dag beter. Ik wijs ook moeilijk uit te
spreken woorden aan en vraag Laszlo ze een
paar keer voor te zeggen. We lachen wat af
om mijn gestuntel, maar het gaat steeds
beter. Op zekere dag verteld Laszlo dat Agnes
hem thuis had gebeld. Ze was ongerust omdat
ze al een tijd niet had hoeven tolken. Ze dacht
dat hij niet meer bij ons werkte...
Ons buitenkraantje bleek ondergronds te
lekken. Agnes stuurde de “watermonteur”
langs. Voor twintig euro kwam er een nieuwe
hoofdkraan en lag de man drie uur in de
modder om het te maken. We hebben deze
man dan ook gauw prijsopgave voor de
badkamer laten doen! Jan heeft, door de uit
de hand gelopen operatie schoorsteen, te
weinig tijd om de hele badkamer aan te

47
sluiten. Voor deze bedragen geven we deze
klussen graag uit handen.
Voor Jan gaat, trekt hij wel de draden voor het
elektrisch naar de keuken en badkamer en
vervangt de houten vloer in onze slaapkamer.
Dat gaat zo: Je graaft het zand naar een kant
van de kamer, je legt dik plastic neer en gooit
het zand er weer op. Dan leg je om de zoveel
centimeter een balk, waarop je de
vloerplanken schroeft. Praktijk is moeilijker
dan theorie. De Here wordt veelvuldig
aangeroepen en Jan werkt al gauw alleen...
Toch is de vloer na twee dagen klaar. De vloer
wordt ingespoten tegen houtworm en dan
maak ik een grote fout: te weinig geduld! Snel
beits ik de vloer.
Voor Jan naar huis gaat wil ik graag dat de
slaapkamers klaar zijn zodat hij tenminste iets
af ziet. Maar de vloer wil maar niet uitharden
en we blijven aan de vloer geplakt staan. En
dat blijft zo. Als Jan al een dikke week thuis is,
haal ik samen met Anne de hele zooi eraf met
flessen wasbenzine en hopen poetslappen. We
schuren hem opnieuw op en dan ziet hij er
antiek uit. De combinatie van
houtwormmiddel, beits en wasbenzine geeft
een leuk resultaat, maar is enorm bewerkelijk.
Ik kan hem niemand aanbevelen.
Door al ons sloopwerk van vloeren, gammele
poepdozen en varkenskotjes, hadden we een
enorme vracht brandhout. We hebben eigenlijk
nooit veel aansporing nodig om een gezellig
feestje te bouwen, dus er worden vele
kampvuren gestookt.

48
Soms met de barbecue erbij, of met
marshmallows en warme choco gezellig rond
het vuur tot diep in de nacht . Wel altijd een
behoorlijk eind van het huis en met de
tuinslang in de buurt. Hoewel we het op
sommige dagen niet eens zo erg zouden
vinden als er iets zou afbranden... Maar die
prachtige zomeravonden met alleen het geluid
van het knetterende houtvuur en in de verte
een uil of een waakhond maken dat alle
ellende van zo'n dag weer snel vergeten is.
Soms liggen we met ons vieren in de
tuinstoelen uren naar de sterren te kijken. We
doen wie de meeste vallende sterren telt.
Doordat er geen strooilicht is kijk je zo de
melkweg in.
De kinderen genieten met volle teugen. De
astma waarvan we allemaal veel klachten
hadden in Nederland, is zo goed als weg. Gek
genoeg ondanks de stofbende waar we zo'n
beetje continu in zitten. Blijkbaar is het
buitenleven in een landklimaat het beste
medicijn.
Vooral de kinderen leven zo'n beetje buiten. In
het begin waren ze nog niet gewend aan de
ruimte. Ze bleven steeds op het stuk bij het
huis. We hebben ze op een gegeven moment
letterlijk het bos ingestuurd op
ontdekkingstocht. Ze hebben ons beekje ook
al snel ontdekt en ook dat het dieper is dan de
hoogte van hun rubberlaarzen. Ook ontdekken
ze in ons bos walnotenbomen en fruitbomen.

49
De wildpaadjes zijn natuurlijk ook
superinteressant, en ze spotten ook een hert
en een wild zwijn. Dingen die we thuis nooit
meemaken in onze tuin.
Anne brengt ons uitnodigingen voor “een
picknick op de eerste hooibaal achter ons
grondstuk”, Natuurlijk maken we daar tijd voor
vrij. Als je wilt kun je vierentwintig uur per
dag je uit de naad werken bij zo'n project,
maar dan houd je het niet lang vol.
Geregeld gaan we met de kinderen een dag er
op uit. We willen als ons appartement klaar is
om te verhuren, ook wandeltochten met
picknickrugzakken aanbieden. Dus wandelen
we heel wat af om alle tochten goed op papier
te krijgen. Gezond en leerzaam.

50
51
Hoofdstuk 5

Inmiddels hebben we ook aardig wat mensen


leren kennen. Naast onze puur Hongaars
sprekende buren, waarmee we ondanks de
moeizame communicatie een heel goede band
hebben, leren we Duitse Ute kennen. Op een
dag stopt haar groene Fordje K voor ons huis
en stapt een op en top Duits type uit. Super
blond en keurig gekleed. Ook de auto is
onberispelijk. ”Hailiehailo sprechen sie
Deutsch” We gaan natuurlijk gauw
kennismaken want zo iemand zie je niet elke
dag. Ute heeft al vier jaar geleden een huis in
ons dorp gekocht. Ze bekijkt alles met
afgrijzen. “Ich kann dass einfach nicht
vertragen. So slim war es bei mich darmahls
auch” Ze snapt zelf niet dat ze het
volgehouden heeft. Zo gaat het nog even door.
Dat klinkt bemoedigend!
Ondertussen komt haar Hongaarse vriendin uit
de auto. Deze Marika is net als Ute alleen. Ze
hebben elkaar ontmoet doordat Ute's
buurvrouw geen Duits sprak en Marika haalde
om te tolken. Marika is een Schwabische
Hongaarse. Haar familie is al generaties in
Hongarije, maar ze spreken nog steeds het
Duits dialect van hun vroegere vaderland. Ze
verteld dat we goed terecht zijn gekomen in
dit dorp. Bijna iedereen spreekt Schwabisch.
Dat is heel mooi want ons Duits is in elk geval
beter dan ons Hongaars! We hebben het over
de renovatie en dat we graag extra werklui
zouden hebben. Vooral voor dom kruiwerk.

52
Nou, dat gaan ze meteen voor ons regelen. Ze
springen in het Fordje en racen onze straat in
de berg op.
Nauwelijks 5 minuten later komen ze met een
lange blonde knaap van een jaar of dertig
terug. Deze Sandor spreekt keurig HochDuits
en wil wel een paar dagen helpen. Ute voert
het gesprek en wij staan erbij als onmondige
kinderen. Als het over de betaling gaat, geeft
ze me een waarschuwende por. ”Vijfhonderd
forint per uur?” vraagt ze vriendelijk aan
Sandor. Ik verslik me bijna in mijn koffie. Dat
is iets meer als twee euro! Maar Sandor vindt
het prima. Hij is al een tijdje zonder werk en
kan wat extra geld goed gebruiken. Eigenlijk is
hij automonteur. Wij denken dat zijn
drankgebruik wel eens met zijn werkeloosheid
te maken kan hebben. Maar het moet gezegd:
hij drinkt niet terwijl hij bij ons werkt, alleen
bronwater, en hij werkt als een paard. Tot
twee keer toe maakt hij de toekomstige
badkamer van het appartement leeg. Die ligt
tot het plafond vol met puin. Dit was namelijk
de ingestorte rookoven. Jan heeft eerst de
schoorsteen afgebroken en het puin naar
binnen laten vallen. Toen dit puin door mij was
weggehaald, kwam Sandor en maakte hem
dus nog twee keer leeg. Geweldig!
Ondertussen leren we Ute heel goed kennen.
Ze is er namelijk bijna elke dag. Soms komt ze
een zelfgebakken brood brengen en soms
alleen om te kletsen. Op zich prima, want je
neemt meteen een pauze. We krijgen ook veel
informatie en ze heeft veel bruikbare
contacten die ze graag met ons deelt.
53
Ze heeft een moeilijk leven achter de rug en
we horen er alles over. Nu ze met pensioen
ging kon ze in Duitsland eigenlijk niet
rondkomen. Ze zag in een Duitse krant een
artikel over goedkope huizen in Hongarije en
besloot van haar spaargeld een huis te kopen
en op te knappen. “Het beste besluit van mijn
leven!”zegt ze. In Hongarije is het leven veel
goedkoper en ze heeft een prima leven. Zeker
vergeleken met Marika, die van de helft moet
leven van wat Ute heeft.
Och ja, onze Marika. Het duurt niet lang voor
we allemaal van haar houden. De kids hebben
een soort oma aan haar en wij een
wereldvriendin. Ze is tegen de zeventig en
haar moeilijke leven zie je op haar door de zon
gelooide rimpelgezicht. Het grijze halflange
haar heeft ze weggestopt achter een haarband
zodat ze er tijdens het landwerk geen last van
heeft. Haar vriendelijke gezicht met de
donkere belangstellende ogen zorgen ervoor
dat je je meteen op je gemak voelt. Altijd ben
je welkom, op welk moment je ook haar
keuken binnen stapt. Eigenlijk is ze altijd druk
met eten te verzamelen voor de winter. Maar
je komt nooit ongelegen, ze gaat er gezellig
even bij zitten. Meteen komt de wijn op tafel
en het eerste uur kom je niet weg.
Ook bij Marika is het huis zo gebouwd dat je
zo de keuken instapt. In de “goede tijd”, zoals
ze het noemt, zijn er rondom in de keuken
gebloemde tegels gekomen tot op anderhalve
meter.

54
Ertegen staat een los modern gasfornuis naast
een minstens vijftig jaar oude, houtgestookte
die net zoveel gebruikt wordt. Vooral in de
winter sla je twee vliegen in een klap. Terwijl
je kookt stook je de keuken warm. Verder
wordt het hele huis met een houtgestookt
verwarmingssysteem verwarmd. De muur
tegenover de deur waar je binnenkomt heeft
een aantal groene boven en onder kastjes voor
het keukengerei. De muur rechts wordt bezet
door een dubbele gootsteen met kraan. Naast
de deur bevindt zich een hoekbank met tafel
en een paar keukenstoelen. Achter de keuken
de provisiekamer met alle inmaak voor de
winter. Rechts een doorgang naar het toilet en
de badkamer. Alles keurig aangesloten op een
vuilwatertank, die haar man zelf gegraven
heeft. Links van de keuken liggen nog een
paar slaapkamers. Alleen die naast de keuken
gebruikt ze nog. Daar staat naast haar bed,
een soort divan en een kast met tv. In de
andere kamers staat alles nog net zoals in de
tijd dat haar kinderen nog bij haar woonden.
Ook de echtelijke slaapkamer is nog intact.
Voor onze begrippen met rare hoge bedden,
opgetast met een enorme vracht beddengoed
met daarboven religieuze prenten.
Marika heeft het erg moeilijk sinds haar man
drie jaar geleden is gestorven. Ze heeft dan
wel geen woonlasten, maar gas licht en water
kosten driekwart van haar pensioentje. Ze
verbouwt dan ook zo veel mogelijk zelf, zoals
eigenlijk alle mensen hier. Ook de wijn
verbouwen ze zelf op hun eigen stukje
“wijnberg” in de heuvels van het dorp.

55
In de pince, de wijnkelder die bij de
wijngaarden ligt, worden de druiven tot wijn
verwerkt en opgeslagen. Iedereen in het dorp
heeft er een. Het zijn eigenlijk kleine huisjes
die aan de achterkant in de berg verdwijnen.
In het “huis” gedeelte kun je de wijn proeven.
Er staan meestal een oude tafel met wat
stoelen en de spullen om de wijn te maken. De
wijn wordt ook in het voorste gedeelte
gemaakt. Het rijpen in de houten vaten
gebeurt in het uitgegraven stuk in de berg.
Hier is de temperatuur zomer en winter perfect
voor de wijn. Tijdens de druivenoogst helpt
iedereen elkaar. Burenhulp is hier nog heel
normaal.
Na het overlijden van Marika's man heeft haar
zoon de pince overgenomen. Hij heeft alleen
weinig tijd om het goed te onderhouden. De
druivenstokken moeten namelijk geregeld
gesnoeid worden om de druiven zoveel
mogelijk zonlicht te geven. Ook moet het
onkruid wekelijks weggehaald worden. Marika
doet deze klussen dus met haar oude lijf. Het
is voor haar een grote schande als de mensen
de pince van haar man er slordig bij zouden
zien liggen. Dus loopt ze om de dag stram
tegen de berg op in onze straat en pas met het
twaalf uur beieren van de kerkklok komt ze
terug, nog langzamer.
Deze lieve vrouw helpt ons waar ze kan. Ze
regelt iemand die smeedijzeren hekwerken
voor onze ramen en deuren kan maken om
alles goed af te sluiten als we in Nederland
zijn. En als ik met Laszlo vastloop komt ze om
te tolken.
56
Marika maakt ons leven een heel stuk
makkelijker. Toch wil ze van geen dank horen.
Maar gelukkig kunnen we haar ook helpen
door kleding uit Nederland mee te nemen.
Door haar een rol te geven bij onze
makelaarsplannen kunnen we haar ook op een
goede manier geld geven. Om een bestaan op
te bouwen hier, moeten we namelijk meer
richtingen uit dan alleen appartementen en
huizen verhuren in de zomer. Door ons
netwerk kunnen we nu zelf gaan bemiddelen
tussen verkoper en koper. Marika gaat mee als
tolk om bij de advocaat alles te regelen. Die
heeft hier de functie van de Nederlandse
notaris. Nederlanders kopen graag via mensen
die hun taal spreken en hebben ook meer
vertrouwen in ons dan in een Hongaarse
makelaar. Toevallig rollen we hierin als onze
vrienden een half jaar na ons, ook een huis
willen kopen. Ze kunnen zonder
makelaarskosten via ons heel goedkoop een
huis op de kop tikken. In dit halve jaar zijn de
huizenprijzen behoorlijk gestegen. De
Hongaarse makelaars hebben geld geroken bij
de buitenlanders! Ze zijn erachter gekomen
wat huizen in Nederland en Duitsland kosten
en zien een mooie kans snel rijk te worden.
Als het huis is aangekocht kunnen we nog een
dienst aanbieden. We kunnen voor de in
Nederland wonende eigenaar de verbouwing
regelen. We hebben ook in bouwers een ruime
keus tegenwoordig. Ook dit plan proberen we
op onze vrienden uit. In de Meivacantie komen
ze en bekijken waar ze alles willen hebben.

57
Laszlo doet prijsopgave en na hun goedkeuring
gaat hij, als ze in Nederland zijn, aan de slag.
Ik begeleid de bouwwerkzaamheden en
verzorg de contacten tussen de twee partijen.
Als Laszlo vragen heeft bel ik even met
Nederland en zo wordt veel leed voorkomen.
Van andere Nederlanders wisten we al dat het
bijna niet te doen is vanuit Nederland de
werklui goed te laten werken. Van fout
geplaatste muren tot verkeerde doucheputjes,
de ergste nachtmerries konden je overkomen.
En zo hebben we alweer een bron van
inkomsten erbij. Plannen genoeg, nu eerst ons
eigen huis met appartement “even” afmaken.

58
59
Hoofdstuk 6
Als Jan weg gaat slapen we net binnen. Dat
was ook niets te vroeg, want het is eind
September. De vouwwagen is netjes
schoongemaakt en ingeklapt. Jan neemt de
bus mee naar Nederland en ik de BX met de
vouwwagen. Die gaan we snel verkopen, want
die hebben we niet meer nodig.
Jan heeft nog snel de grote spullen voor de
badkamer gehaald met de bus. Brave bus van
zevenhonderdvijftig euro! Hij moet Jan nog
veilig terugbrengen maar dan is het ook een
hele goede koop geweest. Op de dag dat Jan
gaat heeft het 's nachts gevroren. Net op tijd
onderdak dus. We hadden ook afgesproken dat
als we niet binnen sliepen als Jan ging, wij ook
niet konden blijven en mee terug gingen tot na
de winter. Dan zouden onze plannen wel flinke
vertraging oplopen. Gelukkig was dat niet het
geval.
Het afscheid was heel zwaar. We waren nooit
langer dan een week zonder elkaar geweest en
nu werden dat er zes. Als Jan weg is, besef ik
opeens dat ik in een huis achterblijf zonder
deuren. Die staan geschilderd en wel, maar
zonder sloten, ergens tegen een boom te
wachten om teruggeplaatst te worden.
Helemaal vergeten in de hectiek van de laatste
dagen. Met de zigeuner verhalen in mijn
achterhoofd, vind ik het opeens heel eng om
zo te gaan slapen. Stom, want met Jan sliepen
we ook zo en was ik helemaal niet bang. Ute
komt langs om ons een beetje op te beuren na
Jan's vertrek.

60
Onder het genot van een wijntje vertel ik haar
over mijn probleem. Ute zou Ute niet zijn als
ze het niet meteen op zou lossen! Binnen tien
minuten staan er twee mannen uit het dorp
voor mijn neus. In de ene herken ik de man
van een van de dochters van ons huis. Die met
die loshangende tuinbroek, inderdaad. De
ander stelt zich voor als Martin. Hij spreekt
uitstekend Duits, zei het ook met een
Schwabische tongval. Deze opvallend lange
man mag ik vanaf het eerste moment. Zijn
grijze haar heeft een grappig hoedje op en hij
heeft een veel te grote bril. De vriendelijkheid
straalt van zijn open gezicht. Hij heeft een
warme diepe stem.”Kijk kind, we maken die
deuren piekfijn in orde voor je, zodat je niet
meer bang bent. Maar ik wil je een ding
zeggen: jij hoeft in dit dorp nooit bang te zijn.
Hoewel jij ons nog niet allemaal kent, kennen
wij jullie wel. Als jouw man er niet is zorgen
wij dat jullie niets overkomt” Na deze
bijzondere woorden ben ik in ons dorp nooit
meer bang en heb ik deze nieuwe vriend voor
altijd in mijn hart gesloten.
We kunnen in elk geval goed vooruit in het
huis. De kinderen hebben hun eigen plek en
slapen in de uit Nederland meegebrachte
bedden. Onze slaapkamer is na het vloer
debacle ook klaar, compleet met bed. De
gordijnen ophangen is een hele toer. De
bedgordijnen moeten in de lemen achterwand.
Met het dunste boortje begin ik. Als een mes
door de boter gaat het! Dan de plug erin. Een
stuk van zeker vier bij vier centimeter muur
valt op bed. Dit kan lang gaan duren. Wat nu?

61
Ik pak wat tegellijm en vul het gat. Als het
droog is gaat het met hele lange pluggen wel.
Ook onze gordijnen hangen stevig. Maar in de
voorkamer gaat de boor er juist helemaal niet
in. De gemetselde voorgevel bestaat uit
keiharde stenen. Nou ben ik niet zo'n held met
elektrische apparaten, op zijn zachts gezegd.
Eigenlijk ben ik er een beetje bang voor. Maar
Jan kan ik dit klusje niet in de schoenen
schuiven, die zit ver weg, dus ik MOET! Ten
einde raad pak ik zwaarder geschut: Jan's
Rambo. Zenuwachtig sluit ik hem aan. Ik klim
weer op het trapje en geef gas. Verschrikt
komt Laszlo binnenrennen. Verbijsterd ziet hij
me staan met Rambo. Ilis moet onmiddellijk
van het trapje af, dit is hem te gek. In
Hongarije doen die vrouwen nooit zo raar!
Zuchtend en al ratelend over domme
Hollandse vrouwen die zo nodig mannenwerk
moeten doen, klimt hij op het trapje en klaart
mijn klus. Als ik in het weekend zie dat de rails
toch scheef hangt, doe ik het gauw over, voor
hij me maandag kan betrappen...
De keuken is na een middag texen en
schoonmaken ook voor dit jaar klaar. De
Jugendstil plafondschildering mag blijven.
Laszlo hoefde in de keuken maar een klein
randje aan te smeren en had een beetje
geknoeid op het plafond. Heel voorzichtig kan
ik het wegpoetsen en hoewel het op die plek
iets lichter is, kan de schildering blijven. De
koelkast en het elektrisch fornuis, ook in de
bus meegekomen, hebben hun plek.

62
De watermonteur heeft het water geregeld en
ons antieke buffet is onze voorraad en
servieskast en aanrecht voorlopig. In mei
komen de keukenkastjes mee uit Nederland.
Tex kopen is ook weer een uitdaging,
trouwens. De man van Agnes had een goede
tip. We moesten naar de chemiker in Siofok.
Die was beter en goedkoper dan de Obi. We
kwamen thuis met echte ouderwetse kalk,
zeer ademend, dat neem ik aan. Maar om
zeven lagen aan te gaan brengen vond ik te
gek. Dus alles teruggebracht en bij de Obi
latex gekocht. Veel betere dekking, maar als je
een kleurtje wil, mag je zelf mengen. Voor de
kinderen is dat goed gelukt met geel, maar
met het beloofde lavendelblauw voor onze
kamer liep het niet zo goed. Ik zat beteuterd
met twintig liter paars te kijken. Wat nu?
Verpest was het al en weggooien kon altijd
nog. Dus het mengflesje geel erbij kieperen en
weer roeren. Laat er nou een hele mooie beige
uitkomen die prima bij de plafondschildering in
de keuken kwam! Ook de muur achter ons bed
kreeg die kleur omdat het mooi stond bij de
roomwit met lavendelblauwe bedgordijnen.
Omdat ik niet denk dat we twee keer zoveel
geluk zullen hebben, besluit ik de tex voor de
buitenkant uit Nederland mee te nemen. Het is
niet te doen om zelf meerdere emmers gelijk
van kleur te mengen. Ute komt een leuk
gordijntje voor de keuken brengen, die we
provisorisch op een draad voor het raam
hangen. Het geeft meteen een huiselijk effect.

63
Al drie kamers hebben we terugveroverd op
Laszlo. Onze slaapkamer grenst aan de
woonkamer. Omdat het inmiddels oktober is,
komt Laszlo terwijl het nog donker is 's
morgens. Mijn systeem is dan nog niet aan
actie toe, dus maak ik de voordeur die in de
huiskamer zit al vroeg open als ik de hond
naar buiten laat en kruip weer in bed. Om
zeven uur komen Laszlo en Peter heel zachtjes
binnen. “jó reggelt, Ilis” (goedemorgen) is
steevast de begroeting door de dichte deur.
Terwijl de mannen zich in hun werkplunje
hijsen, sta ik ook op om koffie voor ze te
maken. Ook in de woonkamer schiet het op.
De muur waar de schoorsteen tussen onze
slaapkamer en de woonkamer zat, is
dichtgemetseld. Toen ik die muur afklopte
verdween mijn arm ineens in de muur.
Schoorsteenconstructie's in deze huizen
bestaan uit een sleuf in de lemen muur met
een stuclaagje erover. Het leek ons beter om
een modernere manier te bedenken... Laszlo
maakte hem hoofdschuddend dicht. Zo iets
doms had hij nog nooit meegemaakt. Hoe
dachten die Nederlanders dan het huis te
verwarmen? Nou, in elk geval niet zo!
Van de scheuren die van boven naar beneden,
om de paar meter en in elke muur zaten, is
niets meer te zien. Ook de muur tussen
badkamer en woonkamer die Laszlo bijna op
zijn pet kreeg is weer “stabil” en
aangesmeerd. De watermonteur komt met zijn
zoon de badkamerleidingen leggen en Laszlo
stort de betonnen vloeren.

64
Ook in de woonkamer, want Jan weet na de
slaapkamervloer zeker dat er geen houten
vloeren meer bij komen. Niet door hem in elk
geval! Kruiwagen voor kruiwagen komt het
beton binnen en de vloeren krijgen vorm.
Ik kan even niets doen. Heerlijk! We gaan
eens de berg op bovenin onze straat. Achter
de kerk komen we op een zandpad uit dat
naar de landbouwgronden van ons dorp gaat.
Ineens hebben we een uitzicht, ongelofelijk!
Zonnebloemen zover we kijken . Welke kant
we ook draaien, het blijft zonnebloemgeel. Ute
zei het al:”Wie Toscane”. Nou ken ik Toscane
niet, maar dat is dan ook prachtig. Een boer
komt op een typische driewielige eigenbouw
tractor voorbij en zwaait. De hele wandeling
zien we verder geen mens en horen niets
behalve de vogels. Dit is dus onthaasten! Vaak
heb ik me afgevraagd waar we aan begonnen
zijn en waarom, maar nu weet ik het weer:
ruimte om weer te kunnen ademhalen. De
pinces zien we nu van bovenaf en via Marika's
pince dalen we naar de bewoonde wereld.
Toen we het huis kochten, wilden we natuurlijk
wel modern sanitair hebben. Maar er was geen
riolering. Geen probleem volgens Agnes:
“gewoon” een tank in de grond en klaar ben
je. Ook hier is de theorie eenvoudig. Ons
grondstuk ligt onder aan de berg en heeft
nogal hoog grondwater. Het gat voor de
parasol staat bij wijze van spreke al vol water
en onze waterput is altijd tot de rand gevuld.
Handig voor de tuin maar niet als je een gat
van vijftien kuub moet graven.

65
De tank tikken we via Gabor en Eva op de kop,
de vrienden van de makelaar. Janos regelt
vervoer van de ijzeren tank en de
graafmachine. Als ik thuis kom nadat ik
boodschappen heb gedaan, staat er een tank
langs de kant van de weg en een
graafmachine ernaast. Niemand te bekennen
verder. Aan Laszlo heb ik deze keer ook niks
want op mijn vraag barst hij in zoveel
onbegrijpelijke Hongaarse zinnen los dat ik
echt niets begrijp.
Dan maar de boodschappen met de kruiwagen
uit de auto halen. Dat is trouwens vaste prik
zolang de nieuwe oprit nog niet klaar is. De
boodschappen zijn net opgeborgen als ik een
paar mannen zie die met een vrachtwagen
aankomen. Het blijkt dat ze problemen krijgen
met de afgetakte elektriciteitskabel die boven
hun werkgebied hangt als ze willen graven. De
graafarm kan niet ver genoeg ingeschoven
worden en kan de kabel raken. Inmiddels
hebben ze naar Janos gebeld en die had het
simpele idee om de tank dan maar een meter
op te schuiven. Dat kon net. De tank slepen ze
met de graafmachine bij de plek waar hij moet
komen. Dit doen ze voor de maat. Dan
beginnen de spannendste uurtjes tot nu.
Rakelings gaat de bovenkant van de graafarm
elke keer langs de kabel. De uitgegraven
grond gaat op de vrachtwagen. Als die vol is
rijdt hij weg. Ik denk nog “goh, dat ruimen ze
dus ook nog op”. Dat is helaas te vroeg
gejuicht. De vrachtwagen stopt en rijdt zijn
achterkant het bos aan de overkant van de
straat in en kiept alles eruit.

66
Ik ben even sprakeloos. Dit vindt zelfs onze
ruimdenkende burgemeester niet ok. Omdat ik
niet overkom bij de bestuurder, bel ik Janos. Ik
vertel hem dat ik graag vrienden wil houden in
het dorp en dat dit geen goede binnenkomer
is! Laszlo is alweer de redder in de nood. Hij
stelt voor de grond op ons terrein te gooien.
Dat loopt nog iets af en kan zo gelijk
geëgaliseerd worden. Geweldig! Een
probleempje: de vrachtwagen past niet tussen
de put en de keukenuitbouw door. Voordat de
bestuurder dat ook vindt ben ik jaren ouder
geworden. Laszlo heeft alweer een idee. De
vrachtwagen aan de ene kant van het hek en
de graafmachine schept het uit de wagen op
de plek. Wow. Dat is goed denkwerk. De
machine begint en de arm gaat beurtelings
rakelings langs de nieuwe putz op de keuken,
de waterput of de vouwwagen van vijfduizend
euro. Gelukkig begint het ook nog te regenen.
Wat kan er nog gebeuren? Nou, het volgende
probleem is dat het uitgegraven stuk volloopt
met water. De jongens die in het drie meter
diepe gat staan om de kanten af te maken
staan al snel tot hun schenen in het water.
Uiteindelijk ligt de tank in het gat. Het is
vrijdag en al donker als de mannen met een
flinke fooi vertrekken. Wat een rotdag, maar
de tank is op zijn plek en maandag maakt
Laszlo de betonnen deksel erop en kan het
sanitair aangesloten worden. Ik drink een
wijntje op de goede afloop, nadat we voor de
laatste keer gedouched hebben in de
badkamer van Gabor en Eva. Maandag kan ik
in bad! Tevreden met de wereld slaap ik in.

67
De volgende morgen slapen we eerst eens uit.
Geen werklui vandaag. Het is weer droog en
we gaan lekker buiten ontbijten. Als de koffie
gezet is en het brood in de oven opgefluft is,
ga ik de kinderen wekken. “Opstaan, het is
mooi weer, kijk maar”en ik doe de gordijnen
open. Van schrik doe ik ze meteen weer dicht.
Langzaam doe ik ze een stukje open. Ik had
het toch goed gezien, ik sta oog in oog met de
tank. De tank drijft op het grondwater dat in
een nacht het gat waar hij in ligt tot bovenaan
gevuld heeft. Als het tegen zit kan je twee
dingen doen: huilen of toch de humor
proberen te zien. Met een dobberende tank in
de voortuin is het niet zo moeilijk om in lachen
uit te barsten. Laszlo is er bovendien maandag
pas, dus totdat hij in paniek raakt hoef ik dat
nog niet te doen. Het is grappig dat ik totaal
op hem ben gaan vertrouwen. Hij is eigenlijk
metselaar, maar weet eigenlijk voor alles een
oplossing. Toen Jan net weg was, ging het best
stroef tussen ons. Hij was duidelijk niet
gewend aan vrouwen die mannenwerk deden.
Als er iets besloten moest worden, moest ik
Jan maar even sms en. Dat deed ik dus niet en
dat vond hij niet leuk. In mijn beste Hongaars
zei ik dat het ook mijn Haz (huis) was en dat
ik best wist waar ik de muur van de badkamer
wilde hebben. Hij heeft zich er bij neergelegd
maar niet van harte.

68
Dat Laszlo toch zijn mening bijgesteld had
bleek toen hij bijna klaar was. Ik stond
vanwege mijn hoogtevrees redelijk onhandig
de dakpannen van het varkenskotje te halen.
Op mijn knieën zat ik op het gammele
zoldertje. Met een beetje rekken kon ik er net
bij. Alleen de nokvorst was iets te hoog. En
daarvan kreeg ik er dus een op mijn schouder.
Toch ging ik nog verder want anders wordt je
toch maar stijf. Stug en eigenwijs door maar
weer. Laszlo kon het niet meer aanzien. Hij
kwam erbij en Ilis moest naar beneden komen.
In zijn pauze klom hij op de schuur en gaf de
resterende dakpannen in rap tempo aan.
Vervolgens sloeg hij de panlatten eraf en
bleven alleen nog wat muurtjes over voor mij.
Maar dat kon ik vanaf de grond doen. Toen hij
ook weer met beide benen op de grond stond
zei hij dat Jan zijn handjes wel dicht mocht
knijpen met mij. Als hij zelf niet getrouwd was
zag hij mij wel zitten. In Hongarije doen de
vrouwen niet zoals ik. Die doen het
huishouden en de tuin, maar bouwvakken
staat niet op hun lijstje. Wat een geweldig
compliment, juist van deze man! 's avonds
meteen Jan een sms gestuurd...
Maandag komt eerst de watermonteur aan. De
arme man raakt de kluts meteen kwijt als hij
de tank ziet. Met beide armen in de lucht roept
hij, “catastrofe!”Net als ik ook denk dat we een
onoplosbaar probleem hebben komt Laszlo er
ook aan. Die ziet het niet zo somber in.”Nem
problem.

69
We nemen de pomp van Jan(alle gereedschap
is voor Laszlo:”van Jan”) en pompen het gat
leeg en de tank vol. De wet van die vaten,
weet je wel. En dan zakt de tank weer waar hij
hoort. Beton erop, grond erover en klaar is
Kees” Wat een man! Het werkt. Het sanitair
komt op zijn plaats en de afvoerbuis komt aan
de tank. Dat regelen de mannen als ik even
weg ben. Ik heb geen idee van de snelheid
waarmee deze kanjers het sanitair kunnen
plaatsen. Als ik terug kom staan Laszlo en de
watermonteur me op te wachten. “Surprise
voor Ilis! Tada!” en trots tonen ze de
badkamer met op het aangesloten bad het
flesje badschuim dat ik al gekocht had. Een
handdoek hebben ze ook ergens vandaan
gehaald en over de rand gehangen. Ik ben
helemaal sprakeloos en de tranen lopen over
mijn wangen. Die twee hebben het zo goed
begrepen. De badkamer was het grootste
obstakel en ondanks alle tegenslag hebben we
hem nu klaar. Al zie ik door mijn tranen dat
het bad eigenlijk met het hoofdeinde bij de
muur had gemoeten, ik ben zo blij dat het me
geen bal uitmaakt. En ik lig geheel volgens
planning die avond heerlijk in bad. De tegels
komen in mei op de muur. Aangezien ik het
zonder tegels wel heel grijs vind als ik in bad
lig, tex ik de badkamer met de overgebleven
restjes. Het ziet er echt gezellig uit. Er komt
nog een leuke antislip mat op de betonvloer en
we baden in weelde!

70
71
Hoofdstuk 7
De woonkamer is ook getexed en ook daar
komen in mei tegels op de vloer. Laszlo heeft
het appartement ook af. De rookoven is een
slaapkamer geworden. Het voorstuk ervan
heeft nieuwe muren en is een ruime badkamer
met toilet geworden. Doordat we een eind in
oktober zitten droogt de putz niet zo hard als
in het huis. We besluiten dan ook alle texwerk
tot het voorjaar uit te stellen. Alle
buitenkozijnen zijn al klaar. Daar zat echt geen
verf meer op en het leek ons goed die gauw
een bescherming te geven. Als ik met de
keukendeur bezig ben, komt mijn buurvrouw
aan. Ze heeft een briefje waar in het Duits een
uitnodiging opstaat. We worden om een uur bij
mensen verwacht voor een winterbruiloft. Dat
is een half uur vanaf nu. Ik zit onder de verf
en de kinderen onder de blubber. Ik vraag of
we met de auto moeten. Nee, ze wijst omhoog
de straat in. Ik wijs op mijn haar en zeg dat ik
in de furdo moet. Dat is de douche in het
Hongaars. Als een speer ga ik douchen en de
kinderen ook. Ik voel dat dit belangrijk is om
contact te maken. Veel tijd heb ik nog niet
gehad om sociaal te zijn. Op tijd sta ik buiten
en wandel met buurvrouw Aranka naar boven.
Bijna bovenin de straat gaan we een huis
binnen. Nou, eigenlijk worden we meer
getrokken. Langzamerhand wordt ons duidelijk
dat we eregasten zijn op een winterfeest. Dit
is een bruiloft ter ere van het binnenhalen van
de druivenoogst. Elk jaar is er een ander
meisje aan de beurt en het is een enorme eer.

72
Waarom wij hier te gast zijn blijft me tot nu
toe onduidelijk . In latere jaren blijkt dat het in
elk geval bijzonder was als nieuwkomers
eregasten te zijn. We moeten koekjes eten en
worden meegesleept naar de slaapkamer van
de winterbruid. Daar wordt een jong meisje
door buurvrouwen en tantes aangekleed in de
klederdracht. Ze heeft een witte bloes met
pofmouwen en een witte wijduitstaande
onderrok aan daar komt een prachtige rode
rok over en een geborduurd gilet. Over de
rode rok komt een prachtige kanten schort.
Deze techniek van kant maken wordt nog
steeds gebruikt in Hongarije. Deze schort is
echter antiek en gevonden in ons huis toen de
dochters het huis leeg maakten. Op haar hoofd
komt een kapje en dan is ze klaar. Zoon
Robbert gaat gauw bij de mannen kijken, hij
voelt zich niet thuis bij al die vrouwen. Anne
wordt ook geroepen. Ze mogen een ererondje
met de koets maken. Anne straalt, als
paardengek is ze hier in haar element.
Dan gaat de koets op pad om de bruidegom te
halen. Ondertussen heeft het hele dorp zich
voor het huis verzameld. Veel mensen zijn in
klederdracht en komen met tractors met platte
wagens erachter in alle soorten en maten. De
boerenkapel komt op een kar waar ze op
stoelen op zitten. Ze stellen zich op bij de oprit
en spelen muziek die aan de Tiroler
volksmuziek doet denken. De bruidegom komt
aan en geeft de bruid het bruidsboeket. Dan
walsen ze op de oprit hun eerste dans van die
dag. De oma, moeder en tante's pinken een
traantje weg.

73
De koets vertrekt gevolgd door de tractors en
de muziekkar en gaan het hele dorp door. Wij
lopen met Aranka naar het Kulturhaz, het
dorpshuis, waar het feest verdergaat. De stoet
komt na een tijdje ook aan en de
dorpsomroeper begint een lange rol voor te
lezen. Hierop staan alle grappige voorvallen
van het afgelopen jaar. Jammer dat we er nog
niets van begrijpen. We worden in het
Kulturhaz door Aranka vooraan gezet. Alle
jeugd in het dorp zit bij het volksdansen. Ze
geven een voorstelling met zoveel
enthousiasme, dat ik er ontroerd van ben. In
Nederland is volksdansen iets voor oude
mensen. Bij het idee alleen al zou menig puber
in een deuk liggen. Als je hier uitgekozen
wordt om winterbruid te zijn, is dat een grote
eer. Het is ook een soort generale repetitie
voor je echte bruiloft. Alles op deze dag is een
kopie van een normaal huwelijk. Alleen het
boterbriefje ontbreekt. Na het optreden gaat
iedereen naar huis voor de avondmaaltijd.
Maar 's avonds is er bal! Om acht uur begint
de muziek te spelen. Het zijn dezelfde
muzikanten als vanmiddag. Heel het dorp is er.
Iedereen danst met iedereen. Als ik aan een
van mijn danspartners vraag hoe laat het
eigenlijk is, blijkt het 4 uur te zijn. In geen
jaren is het op een feest zo laat geworden...
Anne en Robbert zijn helemaal opgenomen in
het dorpsleven. Ze worden door de
dorpskinderen overal bij gevraagd en hebben
voor het eerst in hun leven het gevoel dat ze
erbij horen.

74
In Nederland waren er nogal eens
strubbelingen als ze buiten speelden. Meestal
waren ze zo weer thuis omdat ze
uitgescholden of geslagen waren. Nu zie ik ze
de hele dag niet. Of ze komen met een stel in
ons opbouwzwembad plonzen. Ze praten met
zijn allen een heel nieuw taaltje. Het
Hongaars-Duits-Engels en Nederlandse mixje
is komisch om te horen. Als ze afscheid
nemen hoor ik “hou je wa” Brabantsplat met
een Hongaars accent. Had Anne ze geleerd.
Ook bij de volwassenen kan Anne wel een
potje breken. Dat is waarschijnlijk mede te
danken aan haar spontane hulp bij de oogst.
Toen Anne hoorde dat Marika zo'n last van
haar rug had, ging ze meteen met de
kruiwagen de wijnberg op om de
walnotenoogst voor haar binnen te halen.
Marika verkoopt de gepelde noten om een
beetje extra geld te hebben om de winter goed
door te komen. Door haar rug kon ze de oogst
niet binnen halen en dreigde die te verrotten.
Op de terugweg trof Anne een nog ouder
vrouwtje die aan het noten rapen was. Ze
zette de kruiwagen neer en raapte met het
vrouwtje samen haar tassen ook vol. Het
mensje vroeg wie ze was en waar ze woonde.
“In het Hollandhaz” zei ze. We waren de enige
Nederlanders immers, dus noemden ze ons
huis zo in het dorp. De volgende dag kwam er
een oud gebogen vrouwtje het pad op. Ze was
in het zwart gekleed en leunde zwaar op haar
stok. Ze droeg een zware tas met prachtig
glimmende appels. Of Anne er was, vroeg ze.

75
Ik had het vrouwtje nooit eerder gezien, maar
het tafereeltje deed me even aan Sneeuwwitje
denken...Maar de tas appels was voor Anne's
hulp bij het rapen. Zo bouwde Anne zonder het
erom te doen veel goodwill op.
Jan komt terug en zijn oren doen pijn van alle
verhalen. De kinderen vertellen over hun
woorden struikelend, over hun avonturen. We
hebben elkaar heel erg gemist, maar het is
gebleken dat het kan. Zes weken zijn wel te
lang. In het vervolg willen we echt niet langer
dan vier weken zonder elkaar zijn. En dat gaat
goed. Er zit ook een goede kant aan: van de
zappende tv junks die we waren geworden,
hebben we nu weer voor jaren gesprekstof!
Nog weken nadat we weer samen zijn, schiet
ons weer iets te binnen wat de ander nog niet
weet. Met een glas wijn en de kaarsjes op tafel
is de oude gezelligheid weer terug. De tv
wordt totaal niet gemist!

76
77
Hoofdstuk 8
Inmiddels heeft Anne op haar wandelingen in
het dorp ook Ferry ontmoet. Niet hij, maar zijn
acht jaar oude paard oefent een enorme
aantrekkingskracht op haar uit. Deze man is
van Schwabische ouders, maar heeft het Duits
geheel verleerd. In de communistische tijd was
het Duits spreken zo ongeveer verboden.
Bovendien heeft hij een vrouw die het ook niet
spreekt. Door zijn kennismaking met Anne kan
hij zijn Duits ophalen. En zo begint een
bijzondere vriendschap tussen een meisje van
elf, een paard en zijn baasje. Het paard Raiko,
is geen rijpaard, maar wordt alleen
ingespannen gebruikt. Op een dag komt Anne
met rode wangen en stralende ogen
binnenrennen. “Mam, ik heb op Raiko gezeten
en het was vet gaaf!” Ferry moest naar het
land en had Anne op het paard voor de kar
gezet. Hoewel hij het niet gewend was, liet het
paard het gewoon toe. Daar aangekomen
spande Ferry het paard uit en mocht ze het
proberen. Het paard ging meteen in volle
galop van zijn vrijheid genieten. Alleen zat
Anne nog op zijn rug. Toch bleef ze er keurig
opzitten, al had ze geen teugels en zadel. Toen
ze Raiko naar Ferry stuurde en vroeg of Raiko
dat wel vaker zo deed, zei Ferry doodleuk:”Dat
doet hij altijd als ik hem uit span, ik wilde wel
eens zien of je echt goed rijden kon.”Vanaf die
dag gaat ze dagelijks naar de boerderij van
Ferry en Marika.( Ja, het halve dorp bestaat
uit Marika's.) Als Ferry met Raiko werkt is
Anne van de partij. Al gauw mag ze ook na het
werk op Raiko zitten.

78
Met zelf samengestelde beugels en teugels en
zonder zadel. Eerst een klein stukje op het
grondstuk van Ferry, maar al gauw galoperend
door de velden om ons dorp. De vrouw van
Ferry vindt het allemaal doodeng. Ferry lacht
haar uit om haar zorgen. Omdat Marika niets
van het paard moet hebben, begrijpt ze ook
niets van Anne en Ferry's gezamenlijke liefde
voor het paard. Op een dag horen we van
Ferry dat zijn vrouw in het ziekenhuis ligt
wegens een probleem met een vernauwde
ader. Na een paar dagen ga ik eens kijken bij
Anne's vorderingen met Raiko. Marika's mooie
geraniums op de veranda hangen helemaal
slap. “Die moet je beter verzorgen, Ferry,
anders is Marika niet blij als ze thuiskomt” zeg
ik. Maar Ferry heeft het zo druk, dat hij ze niet
verzorgen kan, zegt hij. Anne biedt aan ze te
verzorgen voor Marika. Iedere dag gaat ze
Ferry even helpen met de bloemen, de koe en
natuurlijk met Raiko. Omdat Ferry de enige
koe van het dorp heeft, komt iedereen melk bij
hem kopen. Je neemt een lege fles mee die
voor honderd forint (40 eurocent) gevuld
wordt met melk zo uit de koe.
Op een dag komt Ferry vragen of Anne als hij
bij Marika op bezoek gaat, de melk wil
verkopen. We vinden dat wel een hele
verantwoordelijkheid maar stemmen toe. Als
we na een uurtje even checken hoe het gaat,
zien we dat onze elf jaar oude dochter als een
volleerde boerin de melk verkoopt. Vervuld
van trots wandelen we naar huis.

79
Als Marika thuis is, komt Anne met een gek
verhaal thuis. Marika doet zo boos en ze had
haar wegeduwd terwijl Ferry had gezegd dat
ze de koe mocht melken. We besluiten maar
eens met Ferry te praten. Samen met Anne ga
ik hem opzoeken bij de pince. Het is verder
weg dan ik had verwacht en kom in de
schemering aan. Ik val met de deur in huis en
vraag hem wat er aan de hand is. Marika en
hij hebben ruzie over Anne. Volgens Ferry is zij
bang dat er wat gebeurt als Anne op Raiko
rijdt en dat hij dan verantwoordelijk is. Dat hij
politie op zijn dak krijgt. Ik zeg hem meteen
dat wij hem natuurlijk niet verantwoordelijk
houden als Anne van het paard valt. Dat ze al
jaren rijdt en dat ze in de manege ook kan
vallen, dat is het risico van paardrijden nu
eenmaal. Maar dat wij in geen geval willen dat
zij ruzie hebben over onze dochter. En dat dus
het rijden, tot Marika er vrede mee heeft, is
afgelopen. Ferry brengt ons na dit gesprek
naar huis met paard en wagen.
Een paar dagen later stopt Ferry met Raiko
voor de kar bij ons huis. Jan gaat er naar toe.
Ferry vraagt of de kinderen mee mogen naar
de pince. We vragen of Marika dat wel ok
vindt. Alles is weer helemaal prima en de
kinderen mogen heus mee, volgens Ferry.
Juichend gaan de kinderen op de kar en vrolijk
zwaaien we ze na.
Nauwelijks een uur later komen ze aangerend,
helemaal overstuur. Met horten en stoten doen
ze hun verhaal. Ze waren Ferry aan het helpen
op de pince, toen Marika er met een vriendin
aan kwam.
80
Ze schreeuwde zwaaiend met haar wandelstok
tegen de kinderen. Die verstonden haar niet
en waren zo geschrokken dat ze in een run
naar huis waren gerend. We snapten er niets
van. Het leek ons gezien het verhaal van Anne
geen goed idee er achteraan te gaan,
bovendien waren we woedend dat iemand het
in zijn hoofd haalt twee onschuldige kinderen
met een stok te bedreigen.
We besluiten te wachten tot Ferry van de
wijnberg terug zou keren. Dat gebeurt die dag
niet. En de volgende ook niet.
Op de derde dag stopt Raiko voor ons huis.
Een ongeschoren en ongewassen Ferry staat
voor onze neus. Hij komt ons vertellen wat er
gebeurd is. Hij dacht dat Marika het niet in de
gaten zou hebben als hij Anne op de pince zou
laten rijden. Het was immers zo jammer dat
Raiko niet meer getraind werd nu. Maar hij
had buiten de tamtam van onze kleine
gemeenschap gerekend. Heel dom! Hoewel
Marika geen rijbewijs had, stapte ze in de auto
van Ferry en scheurde de wijnberg op. De rest
is bekend. Ferry was zo boos dat ze de
kinderen bedreigd had met haar stok, dat hij
al drie dagen niet naar huis was gegaan. Hij
wil dat ze aan de kinderen excuses aanbiedt.
We zijn perplex. Hoe zijn we hierin verzeild
geraakt. In geen geval moet dit langer duren .
We proberen Ferry ervan te overtuigen naar
huis te gaan. Dat dit absoluut niet goed is. Je
moet praten en niet afdwingen. Terwijl we zo
op hem in aan het praten zijn, heeft de
tamtam weer doeltreffend gewerkt. Marika
komt aanlopen, woest.
81
Vanaf de overkant van de straat loopt ze te
schreeuwen en buiten zichzelf van woede met
dezelfde stok te zwaaien. We raden Ferry aan
naar haar toe te gaan en met haar te praten.
Het is net een klucht waar we in zitten. Vanaf
onze tuin volgen we op veilige afstand de gang
van zaken. Het is een slecht advies. Hoewel
het tenminste niet meer via ons gaat, is de
ruzie overal te horen. Gelukkig zijn onze enige
buren niet thuis! Het loopt zo uit de hand dat
Marika Ferry met de stok slaat, en hij
terugslaat met zijn longeerzweep. Hij springt
op de wagen en racet weg. Tot zondag blijft hij
op de pince, zonder geld om eten te kopen en
water voor het paard haalt hij bij vrienden in
het dorp. Dan ligt wel zijn pince er spik en
span bij en is alle werk er klaar. Dan gaat hij
toch maar naar huis, maar ze blijven vijandig
tegen elkaar.
Jan moet weer naar Nederland om geld te
verdienen en ik lig nachten wakker. Wat is hier
aan de hand? Dit gaat toch niet over iets
onbenulligs als paardrijden? Ik vraag “onze”
Marika van het eerste uur om raad. Eindelijk
krijg ik alles te horen. Toen Marika uit het
ziekenhuis kwam en weer zelf melk ging
verkopen, kreeg ze te maken met laaghartige
dorpsroddel. Wat moest een jong meisje elke
dag op de boerderij? En die blonde Hollandse
moeder van haar kwam ook geregeld langs...
Dat ik af en toe, nota bene samen met Jan,
een warme maaltijd naar Ferry bracht als
zijnde burenhulp, was dus gezien. Alleen
waren er andere conclusies aan verbonden.

82
Nou had dat niets met ons te maken, maar
met Ferry's verleden. Waarvan wij uiteraard
niets wisten. Dertig jaar geleden had hij een
verhouding met een(ook dat nog!)
zigeunermeisje gehad. En een vos verliest wel
zijn haren maar niet zijn streken... Het feit dat
wij niets in de gaten hadden, bewijst wel hoe
onschuldig en goed gemeend onze vriendschap
is. Maar hoe moet ik Marika in Gods naam
duidelijk maken dat hij in dit geval zuiver op
de graat is? Onze Marika wil ik er in geen
geval bij betrekken. Ferry zelf wil ik al
helemaal niet laten tolken. En mijn Hongaars
is goed genoeg om boodschappen te doen,
maar niet voor emotionele gesprekken.
Ondertussen gaat het leven gewoon door. Als
Ferry alleen voorbij komt op weg naar de
pince, vliegt Anne naar haar Raiko om hem te
knuffelen. Als Marika erbij zit niet. Het doet
me veel verdriet om Anne zo ongelukkig te
zien, ze houdt te veel van het paard. Ook
Ferry blijft er ongelukkig uitzien. Hij krijgt zelfs
een maagbloeding waarvoor hij een tijdje
opgenomen wordt. “Zenuwen”, zegt de
dokter...
Omdat wij onszelf niets te verwijten hebben,
zwaaien we gewoon en blijven goedendag
zeggen. Op een dag stopt Ferry ondanks dat
Marika op de kar zit. Anne komt net met verse
appelstrudel naar buiten en biedt beiden een
stukje aan. Typisch een Anne-actie. Of het
daardoor komt weet ik nu nog niet, maar
Marika's houding verandert. Ze nodigt ons uit
eieren te komen halen. Omdat ik hier een kans
zie voor Anne en Raiko ga ik erop in.
83
Als we bij het huis komen worden we
vriendelijk onthaald. Ik ben in de war, dit kan
ik niet plaatsen. De wijnglazen komen op tafel
en Ferry kijkt zo blij als een kind met een
nieuwe fiets. Ferry moet de mest nog
wegrijden en hij vraagt of Anne op Raiko mee
mag. Vlug zeg ik dat ze het eerst aan Marika
moet vragen. Tot mijn verbazing vindt ze het
goed. Als we alleen zijn begint ze te praten. Ze
zegt dat ze nooit de kinderen wilde bedreigen
met de stok, maar dat ze Ferry het liefst
helemaal tot moes wilde slaan daar op de
wijnberg. Dit is mijn kans erop in te gaan.
Voorzichtig zeg ik dat ik haar begrijp. Dat ik
weet wat er dertig jaar geleden gebeurd is. En
dat het voor haar heel moeilijk moet zijn
geweest om van sommige dorpsgenoten te
horen dat dat vast weer gebeurd was toen zij
in het ziekenhuis lag. Maar dat wij alleen maar
vrienden zijn. Anne en Ferry door hun liefde
voor het paard een bijzondere band hebben.
Niemand in hun familie houdt van het paard.
Zijn zoons vinden pa ouderwets, dat hij nog
met een knol werkt en de kleinkinderen zijn er
bang voor. In Anne heeft hij een bondgenoot.
Marika knikt. “Ja, Anne houdt van Raiko zoals
ik van borduren.” Wat een helder inzicht! Ik
zeg: “Als heel het dorp slecht spreekt van
Ferry, is het moeilijk het niet te geloven. Maar
nu is hij niet een slecht mens. Hij is een goede
vriend voor ons gezin. Ook voor Jan” Ondanks
deze gebrekkige tekst snapt ze me. Als Ferry
en Anne erbij komen is de lucht volledig
geklaard en begint er een vriendschap die ons
allemaal heel dierbaar is.

84
85
86
Hoofdstuk 9
De brave bus is met Jan naar huis gegaan. Na
een "vakantie" in Nederland besluit ik om de
bus nog een keer mee te nemen. We hebben
nog zoveel spullen dat we hem makkelijk vol
krijgen en wel twee keer ook! Dat houdt wel in
dat ik alleen met twee kinderen en een hond
dat hele stuk ga rijden in die oude bus.
Vrienden en familie verklaren me ronduit voor
gek en zijn erg bezorgd. Met bravoure zeg ik
me natuurlijk helemaal geen zorgen te maken.
Of hij nou hier in het dorp de boodschappen
haalt of mee gaat op een lange tocht, hij rijdt .
of niet. Gewoon doen dus!
Als de dag van vertrek er is en ik om vijf uur 's
morgens vertrek, ben ik misselijk. De eerste
uren rijden we van wc naar wc. In mijn
onderbewustzijn heb ik me dus toch drukker
gemaakt dan ik dacht. Als de bus al uren braaf
over de weg tuft, krijg ik er vertrouwen in en
gaat het weer goed met me. We gaan alle
grenzen zonder problemen over. Jan had daar
nogal zorgen over. Ik had de bus vol met
stekjes en een joekel van een blauwe regen
gestopt, ervan overtuigd dat ze in Hongarije
niet zo'n tuinplantencollectie hebben als in
Nederland. Alleen mag je die niet zo
meenemen. Jan heeft visioenen van mij in het
gevang en twee huilende kinderen op een
koud grensstation. De opluchting in Nederland
is groot als ze horen dat we rond half tien in
de avond veilig aangekomen zijn. Met de bus
heb ik er wel veel langer over gedaan dan met
de gewone auto, maar ik heb wel weer de
halve huisraad mee!
87
Het is gelukkig heel mooi weer en we kunnen
meteen buiten ontbijten. Het halve dorp komt
ons begroeten alsof we jaren zijn weggeweest.
Ik voel me als de spreekwoordelijke verloren
zoon.
Omdat het voor onze komst flink geregend
heeft, ga ik de bus met de wielen op de
betonnen rand voor het huis te zetten. Zo hou
ik hopelijk grip en kan ik na het uitladen de
bus weer op de weg krijgen. Gezien de
buitenmaten van de bus is dat best een
spannende onderneming. Ik moet in een ruk
zonder stoppen over het smalle brugje en door
het hek op de rand belanden anders zakt ie
geheid tot zijn assen in de blub. Alles aan de
kant en karren maar. De band staat aan een
kant op de rand en alleen de bumper is een
beetje te dicht langs de verandamuur gegaan.
Nou was het mooie er al een poos af, dus daar
kan ik echt niet mee zitten. We beginnen met
uitpakken. Al gauw zien alle kamers eruit alsof
er een bom is ontploft. De kinderen helpen
enthousiast mee en gooien beddengoed en
keukengerei op elk vrij plekje. De rieten
stoelen staan met de eetkamerstoelen
gebroederlijk naast elkaar op de veranda. In
de keuken stapelen dozen met voorraad
Nederlandse koffie en andere "onmisbare"
levensmiddelen zich op. Tijdens het
hoogtepunt van deze vrolijke chaos komt de
buurman een kijkje nemen. Hij zegt dat hij me
met de zware stukken komt helpen. Wat een
schat! Samen sjouwen we de loodzware
bedbank en de keukenkastjespakketten met
bladen en de garderobe kasten op hun plek.

88
We drinken samen een biertje en dan gaat hij
weer aan zijn eigen werk. Als ik hem nodig
heb moet ik maar roepen. Echte burenhulp!
Die week ben ik druk met Ikeapakketten tot
kasten om te toveren. Eerst alle
kledingkasten, zodat alle weekendtassen weg
kunnen. Dan de keukenkastjes voor het huis.
De loodgieter komt alles aansluiten en heeft
de kastjes dus nodig. Ik heb, mede door Youp
van het Hek's conference, de nodige
bedenkingen bij Ikea. Maar ondanks mijn
gebrek aan ervaring lukt het heel best. De
beschrijvingen zijn voor een kleuter nog te
begrijpen. De geinige tekeningen helpen
natuurlijk ook. Ute helpt vlijtig mee met
knutselen. We zingen vrolijk mee met de
Cubaanse Buena Vista Club en maken zelfs
een dansje tussendoor. We durven er zelfs een
wijntje bij te drinken. En geloof het of niet,
zelfs de uit vele plankjes bestaande "mandjes"
salontafel zit in een keer goed in elkaar! In
twee dagen is alles klaar.
Marika weet een "beslist goedkopere"
metselaar dan Laszlo, om te komen tegelen.
Hij komt uit het dorp, dus dat moet veel
schelen omdat hij geen reiskosten heeft.
Op een middag komt hij prijsopgave doen. Het
is een oudere man die op dit vroege
middaguur al behoorlijk naar bier ruikt. Daar
ben ik al voor gewaarschuwd, dat ze in
Hongarije bij wijze van spreken al ontbijten
met alcohol. Van Laszlo ben ik dat alleen niet
gewend. 1-0 voor Laszlo dus. Ik kan als vrouw
alleen niet met dronken bouwvakkers werken.

89
Afgezien van de ongelukken die gemakkelijk
gebeuren met een glas op, ben je als vrouw
minder opgewassen tegen agressie en schuine
dronkenmanspraat.
De man bekijkt alles en is enorm negatief.
Laszlo heeft slecht gewerkt;het beton is scheef
de putzlaag is slecht en de vloeren te hoog.
Tot overmaat van ramp heb ik de badkamer
getexed en plakken daardoor volgens hem de
tegels niet meer. Die tex moet en zal eraf
anders is het zeker dat ze eraf komen. Hij
begint het dezelfde avond met zijn zoons eraf
te halen. Het lukt voor geen meter. Ja, goede
tex hoor! Eigenlijk kan ik nu dus niet meer van
hem af, terwijl de man me steeds meer
tegenstaat. De volgende dag gaat hij mee om
tegels en lijm te kopen. Langzaam wordt ik
zelf meegezogen in de depressie waar deze
man duidelijk aan lijdt. Ik begin aan alles te
twijfelen. Heeft Laszlo echt slecht werk
geleverd of is hier sprake van jalousie? Toen
we hier kwamen hadden we snel mensen
nodig om te verbouwen. We zaten laat in de
zomer en moesten voor de eerste nachtvorst
onder dak zijn. De Nederlandse campingbaas
had ons beloofd in ons dorp naar werklui te
zoeken, maar hij moest onverwacht naar
Nederland. Omdat we geen woord Hongaars
spraken, hebben we via Agnes, Laszlo
ontmoet. Natuurlijk kun je beter mensen uit
het dorp werk gunnen, maar bij ons ging het
door de tijdsdruk niet. Dit was onze kans het
goed te maken, maar tegen welke prijs? Tot nu
toe zag ik zelfs bij zo'n lastig probleem als de
tank altijd de zonzijde. Maar nu ben ik door

90
een getexed muurtje helemaal van slag!Ik
slaap er beroerd van, zo zit die man me dwars.
De volgende dag staat volkomen onverwacht
Laszlo op de stoep. "Jo reggelt Ilis" roept hij
vrolijk als altijd. Hij komt voor garantie
werkzaamheden! Hij had al gedacht dat er in
de winter wat putz kapot zou vriezen, omdat
het laatste stuk een beetje te laat in oktober
gedaan was en dus niet droog was voor de
eerste vorst. Ik kan de man wel zoenen! Hij
heeft dus geen slecht werk gemaakt of me
laten zitten. Door de spanning van de laatste
dagen, lopen de tranen over mijn wangen.
Geschrokken vraagt Laszlo wat er is. In mijn
gebrekkig Hongaars vertel ik dat "men"in het
dorp slecht over zijn werk praat en van de
hopeloze texmuren in de badkamer en de
ellendige scheve betonvloeren. Laszlo's mond
vertrekt in een rechte streep en ik zie hem
voor het eerst boos. "zo, vinden ze dat!Nem
problem, Ilis ik maak alles in orde. Dit
weekend kom ik tegelen en over die tex hoef
je ook niet in te zitten. Niet huilen, Laszlo lost
alles op" Hoe blij ik ook ben, ik moet die ander
nog elegant kwijt raken. Na wederom een
slapeloze nacht weet ik de oplossing. Als de
goede man weer een poging komt doen om de
tex van de muur te krijgen sla ik toe. Als hij
weer een tirade afsteekt over Laszlo's
kaaiwerk zeg ik vriendelijk dat ik het heel erg
vind dat hij opdraait voor het slechte werk van
een ander. Als straks het hele dorp komt
kijken denken ze vast dat hij slecht werk heeft
gemaakt. Hij trekt bij de gedachte alleen wit
weg. Eigenlijk moet degene die het probleem

91
heeft veroorzaakt het ook maar oplossen,
opper ik . Dat vindt hij een wereldidee! Met
een beetje drinkgeld voor zijn moeite kan ik
achter een tevreden, opgeluchte man de deur
sluiten. Ik slaap weer prima die nacht!

92
93
Hoofdstuk 10
We gaan vaak kijken bij Ferry en Marika als
Anne paardrijdt. Robbert vindt het erf en de
hooizolder daar een waar paradijs. Vooral de
kippen oefenen op hem een grote
aantrekkingskracht uit. Waar je kippen ziet
lopen is Robbert te vinden. Het duurt nooit
lang voor hij weer helemaal blij aan komt
lopen met een voddig kipje in zijn armen.
Marika noemt hem al gauw de “cirkeminister”
(de kippenbaas). En zo kan het gebeuren dat
Ferry Robbert een doos komt brengen. Voordat
ik ook maar iets kan zeggen, heeft Robbert
juichend zijn “cadeau” uitgepakt. Een klein
geel pluisje van een week oud komt te
voorschijn. Moeder gaat natuurlijk mega voor
de bijl! Alle bezwaren verdwijnen als sneeuw
voor de zon. Geen kippenhok? Ach, dat valt te
bouwen. Dat duurt even? Nou, dan slaapt hij
maar in een curverbox met ons ovenrooster
erop binnen. Inderdaad, ik ben nog gekker
dan Robbert. We noemen hem of haar Kicsi
(klein). Omdat we er maar een hebben is het
diertje helemaal op ons gericht. Ik wil er best
nog meer maar pas als we een hok hebben.
Kicsi loopt overal achter Robbert aan, ziet hem
als zijn moeder. Het is een grappig gezicht, de
grote stoere Rob achtervolgt door een zes
centimeter hoog kuikentje. 's Nachts slaapt
het naast zijn bed en 's morgens zijn ze al
vroeg samen op jacht naar sappige wormen.
Trouw stopt hij het beestje elke avond in een
holletje van hooi, zodat het warm de nacht
door komt.

94
Ondanks voorspellingen van onze Marika dat
het kuiken dood gaat in zijn uppie, groeit 'ie
als kool. Als ik koffiedrink op de veranda, zit
Kicsi op mijn schouder als een papagaai. Ook
drinkt ze graag een slokje wijn mee. Coq au
vin, van binnen uit gemarineerd!
De dorpsbewoners hebben nog nooit zoiets
mafs meegemaakt. Dat de hond in huis slaapt
op zijn eigen matras was al een openbaring,
maar dit is te gek. Wie had ooit gedacht dat
een kip zo leuk zou zijn. Als we na het eten
nog even natafelen, klimt Kicsi op schoot. Op
mijn bord ligt nog een restje spaghetti.
Opeens komt er een klein kippenkoppie boven
de tafelrand uit en pikt vliegensvlug een
sliertje van het bord. Vervolgens eet hij het
met smaak op mijn schoot op en pakt gauw
weer een nieuwe. Het steeds opduikende en
verdwijnende kopje werkt enorm op de
lachspieren. Dan stapt hij op de tafel om ook
nog wat wijn te drinken. Nu we toch een gast
hebben moet er ook maar een dessert bij. Ook
de vruchtenyoghurt gaat er nog in. Als deze
kip ooit eieren gaat leggen mogen ze wel van
goud zijn!
De dag van het dorpsfeest breekt aan. Er is
een wedstrijd pörkölt koken in het bos. Overal
staan standjes met driepoten waar de
kookketels aan hangen. Iedereen maakt zijn
eigen familierecept. Dit jaar moet het
kippenpörkölt worden. De buurvrouw doet ook
mee. Als de proefbordjes bij de jury zijn
kunnen de dorpsbewoners de rest proeven.
Overal staan lange tafels tussen de bomen en
het is compleet feest.
95
Als we klaar staan om erheen te gaan, komen
de kinderen aanlopen met een grote doos.
“Mam, je zal wel niet blij zijn, maar het is een
geschenk en dat kun je niet weigeren.” roept
Anne al van ver. Op de doos staat te lezen:”Es
isst ein geschenk fur Anne von Hans!” Wie is
Hans nou weer? Anne heeft op haar tochten
door het dorp al veel mensen leren kennen
maar deze naam zegt haar ook niets. De man
die de doos gaf kent ze niet. Dat is ook wat!
Uit de doos klinkt luid gepiep. Als we kijken
zitten er wel tien babygansjes in. Ik word niet
goed! Eerst overvallen ze me met een kuiken,
waar inmiddels een kippenhok voor gebouwd
is, nu dit weer. En ze kunnen niet bij elkaar.
“Nee Anne dit is te gek. We gaan die man
zoeken en ze teruggeven. Al moet ik het hele
dorp uitkammen!” Gelukkig vinden we hem
snel. Eindelijk snap ik ook hoe het in elkaar
steekt. Hans is de vader van onze buurvrouw.
Anne was op bezoek geweest met onze Kicsi
en had de buuv ook verteld dat gansjes nog
schattiger waren. Die had ze pas bij Ute
gezien, die er twee op de markt gekocht had.
De buurvrouw dacht meteen aan de ganzen
van haar vader en besloot de kinderen een
mooi cadeau te geven...
Ze snappen na mijn uitleg wel dat ik echt een
huisvestingsprobleem heb. Bovendien gaan we
over een paar weken op vakantie naar
Nederland. De moeder van Aranka loopt mee
om de doos op te halen. Als we bij ons huis
zijn, zitten de kinderen met alle gansjes op
schoot. Natuurlijk met smekende ogen en
bijbehorende tranen.

96
Nou ken ik die trucjes al, maar Aranka's
moeder niet... Er gaan dus maar acht gansjes
mee terug!
In dierenhotel “Den soete inval” is het een
dolle boel. Kicsi is de koningin. Van haar
onderdanen moet ze niets hebben. Ze gaat
arrogant haar eigen weg. (we weten nu dat ze
een kip is.) De kinderen wandelen nu met de
gansjes door het dorp. Anne heeft de kleinste
uitgezocht en Robbert de grootste. Pluisje en
Speedy komen als je ze roept. Met hun
belachelijk kleine vleugelstompjes komen ze
aan gewaggeld. Ze zijn dol op de vele poeltjes
op ons terrein en leven in het paradijs. Van
werken komt de eerste tijd niet veel. Ik geniet
van al dat jonge leven om me heen. Na het
ontbijt zit ik uren met video en fotocamera
lekker in de schaduw het spul te bezien. Voor
Kicsi worden er twee vrienden gebracht. De
kuikens zijn nog kleiner dan Kicsi toen die bij
ons kwam. Kicsi is groot en kan nu in het
kippenhok. De kleintjes gaan in “haar” bak.
Daar is mevrouw het niet mee eens! Als we op
een avond een beetje laat buiten zitten in het
donker, zijn we haar kwijt. Ze zit niet in het
hok en buiten horen we haar ook niet. Ze komt
altijd als we haar roepen dus we zijn ongerust.
Gauw doe ik de boel naar binnen. Terwijl ik de
vaat in de keuken zet hoor ik iets. Als we op
onderzoek uitgaan vinden we de dame: achter
de bedgordijnen verstopt, heerlijk op mijn
hoofdkussen!Gelukkig bestaat de kippengriep
nog niet. De kleintjes heten Bromvlieg en
Drumstick, ik kan het ook niet helpen.

97
Bromvlieg vanwege het geluid dat 'ie maakt
als hij probeert te vliegen. De man die deze
twee heeft gebracht komt er nog een kleinere
bij geven. Vooruit dan maar, dit is echt de
laatste. Als ik op de veranda zit met het geval
op schoot, springt hij zo in mijn volle wijnglas.
Het snaveltje steekt er net bovenuit. Als ik
hem gered heb en ben uitgelachen, heeft hij
ook een naam: Druifje!

98
99
Hoofdstuk 11
Zaterdag zeven uur stipt komt Laszlo. In zijn
kielzog ook de loodgieters die het appartement
komen aansluiten op de tank en de leidingen
in de badkamer. Ik sms naar Jan:" De hel is
hier losgebroken!" In de woonkamer en
badkamer van het huis is Laszlo met zijn maat
met de tegels bezig. In de aangrenzende
badkamer van het appartement maakt een
van de loodgieters tijdens het frezen een gat
van vijf bij tien centimeter. Tussen de twee
badkamers. "Nem problem" Laszlo metselt het
wel weer!
In het appartement graaft VizFerry
(waterFerry, mijn manier om de vele Ferry's
uit elkaar te houden!) een soort
"ontsnappingstunnel" voor de afvoer en overal
komt oorverdovend lawaai vandaan. En ik ben
alleen maar blij dat ze er zijn! De hele dag
loop ik te stralen. De mannen worden
vertroeteld met een lekkere lunch. Onder
elkaar hebben we een gezellig sfeertje. Laszlo
en Ferry kennen elkaar namelijk niet, dus is
het altijd afwachten of het klikt. Hoewel ik in
alle tijd dat we hier bezig zijn nog niet in zo'n
chaos gezeten heb,ben ik vrolijker dan ooit.
Zoveel verschil maakt het dus, of je leuke
mensen om je heen hebt. Morgen komt die
arme Jan na een lange reis en kan niet eens
badderen. Speciaal voor Jan's komst,
monteren ze 's avonds de kranen weer en
lassen een rustdag in.

100
Jan komt met een volle auto veilig aan. Nog
meer stoelen en huisraad! We raken aardig
ingericht zo. Over een week komen onze
onbetaalbare vrienden Mario en Cindy ons
helpen met "operatie schuur". Dan moeten ze
ergens slapen en liefst ook douchen kunnen.
Er wordt nog harder gewerkt als we Laszlo op
de hoogte brengen. Het hele appartement gaat
niet lukken, maar het huis komt op tijd af. Net
op tijd kunnen we onze woonkamer als
gastenkamer inrichten met de nieuwe,
romantische meubels van het appartement.
Onze badkamer is helemaal klaar. Die van het
appartement bijna, maar we kunnen met zijn
zessen makkelijk onze badkamer delen. De
boiler kan het bij drie personen 's morgens en
drie 's avonds prima aan.
En dan komen Mario en Cindy laat in de avond
aan. Ze zijn blij met hun mooie kamer en na
een stevige welkomstborrel duiken we
allemaal ons bed in. 's Morgens ontbijten we
eerst heerlijk buiten in de zon. Eigenlijk al
bijna gewoon voor ons. We gaan eerst een
dagje naar een buurdorp waar een paardendag
is. Rijtuigen met een twee span ervoor strijden
om de titel. Alle paarden zijn prachtig gepoetst
en lopen voor de mooiste rijtuigjes die speciaal
voor deze dagen in ere worden gehouden. De
paarden worden traditioneel opgetuigd met de
typische “oormutsjes” tegen de vliegen die
gehaakt zijn in mooie patronen. Ook de
kleuren van de Hongaarse vlag worden vaak
verwerkt. Alle leer is ook glimmend gepoetst.
Het is duidelijk dat hier gepronkt moet worden
met de beste kwaliteit paarden.

101
Hoewel we geen idee hebben om welke
belangen het gaat, volgen we de spannende
wedstrijd geboeid. De winnaar is dolgelukkig
met zijn prijs: een heel nieuwe tuigage voor
zijn paard. Er is een markt bij met
paardenspullen. Anne koopt ook wat voor
Raiko. Hij krijgt een mooi rood halster. Het
kost een fractie van wat je in Nederland zou
moeten betalen!Het is prachtig weer en we
verbranden allemaal ongemerkt. We nemen
een lekkere hamburger en een vaas bier voor
het enorme bedrag van een euro!
Onze vrienden komen helemaal niet meer bij
als ze 's avonds de prijzen in de csarda zien.
Nog geen vijf euro voor een heerlijke maaltijd.
Een mens hoeft hier nooit meer te koken!
Vandaag is het dan "de dag van de schuur".
Na het bespreken van de strategie tijdens het
ontbijt-in-de-zon, gaat de drie-mansformatie
aan het werk. Ik verzorg de inwendige mens
en het "pension". De stal moet in drie
gedeelten om. Eerst moeten de dakpannen
eraf, liefst heel zodat we ze opnieuw kunnen
gebruiken. De stal is gevaarlijk, dus erop
klimmen is er niet bij. Wegens de stal zijn alle
potentiële kopers voor ons afgehaakt. Die
konden geen manier bedenken om van de
schuur af te komen. Nu we ervoor staan vraag
ik me af of we er niet te gemakkelijk over
gedacht hebben. Maar de drie musketiers
beginnen vrolijk aan hun klus. Mario klimt op
een ladder met een lange stok in zijn hand.
Jan en Cindy hebben een laag hooi uit de stal
getrokken en uitgespreid voor de stal.

102
Mario wipt met de lange stok de dakpannen
een voor een van de panlatten. Die glijden
over de andere pannen in het hooi. Jan pakt
hem en geeft hem aan Cindy, die ze keurig
opstapelt. Na een paar uur is het eerste deel
van de pannen weg. Na de lunchpauze zaagt
Jan de panlatten van het eerste deel los. Mario
maakt een kabel aan de nok vast en Cindy
draait aan de lier die weer een eind verder aan
een dikke boom zit. De bedoeling is om als dit
deel los is van de rest, hem te dwingen van
het huis af te vallen. Maar de stal geeft zich
niet zomaar gewonnen en de kabel knapt keer
op keer. Opnieuw overleg. Er wordt een
nieuwe strategie bedacht: Met een balk als
een soort stormram gaan ze de stenen pilaren
waar het dak op rust omstoten. Zo kunnen ze
op relatief veilige afstand van de instortende
stal blijven. Ik informeer even of ze een
reisverzekering met risicodekking hebben...
Als hij nog niet valt als de zuilen bijna door
zijn, blijkt er nog een dakbalk de boel overeind
te houden. Voorzichtig wordt die doorgezaagd
en met een paar tikken ligt het eerste deel in
een grote stofwolk keurig van het huis af.
"Geheel volgens planning" roept Mario
optimistisch als altijd. We barbecueën met op
de achtergrond een prachtig decor dat in een
oorlogsfilm met bombardementen niet zou
misstaan.
Een nieuwe morgen, een nieuwe dag!De
zenuwen spelen me behoorlijk parten.

103
Vannacht droomde ik zo levensecht dat ik het
niet van me af kan schudden. De stal viel,
maar trok de achtergevel mee...
Dat is helaas niet zo onrealistisch als het lijkt.
Een lengtebalk van zo'n twaalf meter van de
stal rust in de achtergevel van het huis. Met de
handen hebben de mannen in de muur
gevoeld en ze denken(!) dat hij niet doorloopt
in het huis. Als het laatste deel valt is de
theorie dat de balk wegdraait van het huis en
hooguit een paar stenen meepikt. Wederom
klimt Mario op de ladder en de pannen vallen
weer netjes in het hooi. Dan worden de muren
weer instabiel geramd met de "balkmethode".
Ik ga naar binnen want ik zie steeds mijn
droom uitkomen. In gedachte zie ik Laszlo
verbaast in het appartement op de vloer zitten
met een plavuis in zijn hand, kijkend naar
waar eens een achtergevel was...
Terwijl ik met mijn rug naar het schouwspel
sta om koffie te zetten, geeft de stal zich
eindelijk gewonnen en valt met een donderend
geraas om. Als het stof opgetrokken is na een
aantal minuten, blijkt dat er maar een paar
stenen uit de muur zijn meegetrokken door de
balk. Inderdaad Mario:"geheel volgens
planning!"
Nou alleen nog "even" opruimen, maar dat
doen de kinderen en ik als zij naar huis zijn.
Als we Mario en Cindy twee dagen later
uitzwaaien beseffen we eens te meer dat een
mens nergens is zonder fijne vrienden.

104
Zonder hen waren we trouwens nooit van de
stal afgekomen, want de Hongaren durfden er
niet aan omdat het te gevaarlijk was. Zo niet
voor een stel onverschrokken Nederlanders!
Onze dorpsgenoten hebben weer een paar
amusante dagen vol spanning beleefd. Nee, de
tv hoeft niet aan in dit dorp, de Nederlanders
verzorgen hier een reallifesoap!
Inmiddels heb ik de buitenkant van het huis
bijna af. De combinatie van de crème muren
met de lavendelblauwe kozijnen is helemaal
zoals ik het voor ogen had! Een stukje Vendée
in Hongarije. Toch past het vreemd genoeg
prima in de Hongaarse stijl. Als Laszlo weg is,
ga ik het appartement texen. Jan zet om me
te verrassen de hoekkast al 's avonds in
elkaar. Ik ben zo blij als een kind als ik aan het
inrichten ben. Echt alles staat zoals ik het had
bedacht in Nederland! We hangen de
roomkleurige gordijnen met roosjes en
korenbloemetjes op. Het geeft meteen een
romantische uitstraling. Ook de rotan stoelen
en de bank passen er prachtig bij. De eethoek
kan zelfs ruim staan, terwijl ik dat niet
verwacht had. De keuken is met zijn
paneeldeurtjes en antiekerige greepjes ook in
stijl met de rest. We vinden het er nog leuker
dan in ons huis! Daar moeten we zo ver lopen
om in de keuken te komen...
Als het donker is, gaan de kinderen als eerste
"gasten" logeren in het appartement. Wij gaan
op bezoek en drinken een lekker wijntje. Het
begint erop te lijken! Laszlo en VizFerry komen
kijken als het appartement klaar is. Ze zijn
diep onder de indruk.
105
Dat je zoiets kunt maken van een voormalige
kippenschuur! Laszlo vindt ons plafond een
wereldvinding. Jan heeft eerst plastic tegen
het plafond geniet en er toen rietmatten
tegenaan gemaakt. Laszlo waant zich in Afrika
zegt hij. En de slaapkamer met het rotan bed
en de romantische gordijnen vindt hij helemaal
geweldig. Hij komt met zijn vrouw voor een
romantisch weekendje langs binnenkort...

106
107
Hoofdstuk 12
Inmiddels komt Robbie ons gras maaien. Deze
jongeman van negentien jaar is timmerman,
maar krijgt niet genoeg opdrachten. Hij klust
dus graag wat bij. Hij komt eens kijken bij
mijn geworstel met de resten van de stal. Na
dagen ploeteren is de enorme puinhoop op het
oog in elk geval niets geslonken. Op mijn
vraag of hij zin heeft mee te helpen zegt hij
prompt ja. Samen schiet het beter op. We zijn
zomaar een geweldig team! Robbie zet de
kruiwagen tussen ons in, samen maken we
hem afwisselend vol met puin en goede
stenen. Terwijl hij weg is met de kruiwagen,
trek ik vast de goede stenen uit de bult.
Samen lopen we naar het depot waar de
goede liggen en stapelen ze netjes op. Het is
zesendertig graden en het werk is zwaar maar
we hebben ook veel plezier als we eindelijk
resultaat beginnen te zien. Elke avond nemen
we na het werk een biertje en vertellen elkaar
dingen over onze landen. Hij leert Duits bij, ik
Hongaarse werkwoorden. Hij vertelt dat hij zelf
zijn buschauffeur rijbewijs heeft betaald en
ook voor vrachtwagenchauffeur bezig is. Hij is
dus niet zoals veel van zijn leeftijdgenoten.
Veel die werkeloos zijn laten het hoofd hangen
en laten zich dagelijks vollopen met wijn uit
vaders pince. Daarmee is de weg naar werk
afgesloten. Aangezien we niet direct een
bedrag hebben afgesproken voor het werk,
geef ik hem hetzelfde als Sandor die vorig jaar
hielp met kruien. Dat vindt hij te veel!
Normaal krijgt hij duizendvijftig forint minder.

108
Ik zeg hem dat zolang hij bij ons werkt hij zo
betaald wordt, want dat ik blij ben met zijn
hulp. De volgende dag staan er drie jongens
op de stoep die willen werken...
We hebben veel bekijks. Het halve dorp komt
het huis bewonderen. Het grappige is dat de
vorige bewoner blijkbaar van iedereen familie
is; ”Dat zou oma, tante nicht etc. geweldig
hebben gevonden!”. Ook de burgemeester
komt op zijn brommer op weg naar zijn pince
voorbij. Hij vindt het huis zo mooi aan de
buitenkant, een echte aanwinst voor het dorp!
Ik zeg dat hij gerust ook de binnenkant mag
bekijken en dat doet hij ook nog. Nog nooit
heeft hij zoveel spullen van Ikea bij elkaar
gezien. Ja: in de Ikeagids. Wat in ons huis
staat kost hem een jaarsalaris...
Ook Martin komt weer kijken naar de
vorderingen. Met de handen in de lucht staat
hij verbaasd te zijn. Hij is trots op ons, zegt
hij. Mag hij gasten naar ons sturen? Graag
zelfs, daar hebben we het appartement voor.
Op de veranda drinken we een pilsje. Hij mag
na zijn hersenbloeding niet meer zoveel
drinken, maar als we er eentje delen mag het
wel. We schwetsen, zoals dat op zijn Swabisch
heet, wat met elkaar en komen al gauw op de
schuur uit. Wat ik met de driehonderd kilo
wegende dakbalken ga doen? Tsja dat weet ik
ook niet.... We hebben een poging gedaan met
drie man er een weg te dragen, maar dat was
geen succes. Ze liggen ook erg ongelukkig en
we kwamen geen meter vooruit met deze te
zware last over moeilijk terrein.

109
Eigenlijk wil ik ze doormidden zagen en dat
vertel ik Martin dus. Dat vindt hij een slecht
idee want voor deze acacia balken kun je nog
aardig geld krijgen.
Helaas gaat de tractor kapot. Ik druk hem op
het hart eerst zijn eigen boerenwerk te doen
als de tractor weer gemaakt is.
Maar op maandag zou hij komen om half zes.
Ik heb de weg vrijgemaakt voor de tractor en
alle spijkers en scherpe dingen van de route
gehaald. Ik zit op de veranda uit te puffen als
ik in de verte een tractor hoor starten.”Daar
komt Martin”, denk ik. Maar na zo'n tien tellen
hoor ik een gejammer waar ik het koud van
krijg. Een vrouwenstem is het. Ik voel dat hier
iets heel erg fout is en ik begin te lopen in de
richting van het geluid. In het parkje voor
Martins huis zitten een paar jongeren. Ik
vraag: ”Ez problem Martin's Haz?”. (is er iets
aan de hand bij Martin) “Nem tudom,” (ik weet
het niet), zeggen ze. Wat moet ik doen?
Mensen gillen niet elke dag hysterisch in dit
dorp. Ben ik dan de enige die dit gek vind? Ik
loop hun terrein op en zie Marie, Martin's
vrouw, met de handen in de lucht staan
jammeren. De tractor is uit en zij staat er
naast. Door haar vreemde gedrag let ik alleen
op haar. ”Was ist loss, Marie” vraag ik. Ze
reageert niet en gaat door met jammeren. ”Na
komm gehen wir Martin suchen” probeer ik. Ze
kijkt me aan en wijst alleen naast mijn voeten.
Als ik kijk lijkt het of de grond onder me
wegzakt, naast me steken twee voeten onder
de tractor uit.

110
Eigenlijk zie ik aan de voeten al dat hier geen
hulp meer te geven is, maar aangezien ik de
enige ben op dat moment moet ik gaan kijken.
Ik loop om de tractor en zie Martin liggen met
het grote achterwiel op zijn hals en borst, hij
was op slag dood. Dat was nog een geluk voor
hem want het duurt nog twee uur voor hij
eronderuit is.
Inmiddels is een meisje zenuwachtig aan het
proberen de dokter te bellen. Ik roep dat ze
ook de politie en de pastoor moet bellen, maar
ik dring niet tot haar door. Mijn pogingen om
Marie weg te krijgen bij het afschuwelijke
schouwspel lopen op niets uit en ten einde
raad loop ik de weg op om een paar mannen
uit het dorp die langs lopen mee te slepen.
”Marie nem nesni”,( niet kijken,) roep ik en de
mannen proberen de hysterische vrouw mee
te trekken. Ook hen lukt het niet. Dan onze
Marika maar zoeken, die is vast op de pince
aan het werk. Zij is de buurvrouw en vriendin
en kan misschien iets uitrichten. Onderweg
kom ik Robbie tegen, ik vertel hem wat er is
gebeurd. Ook hij is erg overstuur want hij zou
met Martin samen de balken wegdoen en
iedereen in het dorp is gek op Martin. Ik vraag
hem de pastoor te halen. Want ik weet dat ze
erg katholiek zijn en hoewel zelf niet gelovig,
weet ik dat een dode zoiets als de laatste
sacramenten moet krijgen.
Onderweg kom ik de burgemeester tegen die
naast Marika de pince heeft. Ook hij is danig
van zijn stuk. Marika is inmiddels bij Marie en
de dokter ook. Met twee injecties kalmeert
Marie wat.
111
De pastoor komt, gaat naar binnen waar hij
Martin blijkbaar verwacht en komt direct met
wapperend gewaad weer naar buiten. Hij doet
wat hij moet doen bij het lichaam van Martin
en vertrekt tot mijn ontsteltenis! Hoezo
geestelijke bijstand?
De dokter is ook al niet bij Marie maar wacht
op de veranda tot hij van de politie naar huis
mag. De brandweer is er met drie wagens
maar kan ook niks doen. De bijna
vierenzeventig jarige zus van Martin, Lizzy, is
helemaal de weg kwijt. Iedere keer als er uit
het huis weer de wanhopige jammerkreten van
Marie klinken, snikt zij ook harder. Ze zit op
het terras en met het zicht op de tractor met
Martin eronder bedekt met een doek. Om te
beginnen zet ik mijn stoel voor haar uitzicht en
sla een arm om haar heen. Zwijgend, want
wat moet je hier in Godsnaam zeggen wat ook
maar een beetje troost kan brengen. Ik ga
naar de dokter en zeg,”dokter, testver” oftewel
”dit is de zus” . Hij knikt en maakt een injectie
klaar, waardoor ze iets rustiger is.
Arme Lizzy, het was nog maar gisteren dat ze
bij ons op visite was toen de kerk uit ging. Ze
kreeg een rondleiding door ons huis en was
net zo verbaasd en trots op ons als haar broer.
Daarna waren we in de woonkamer een lekker
glas wijn gaan drinken en ze vertelde over
haar leven. Dat ze na de dood van haar man in
elk geval nog haar enige broer had. Ze was zo
bang geweest toen hij een hersenbloeding
kreeg, maar gelukkig was hij er goed
uitgekomen.

112
We luisterden naar de mooie klassieke muziek
die ik speciaal voor haar had opgezet omdat ze
daar vroeger zo van genoot. Ik nam me voor
uit Nederland bandjes mee te nemen zodat ze
in de lange winter er ook van kon genieten.
Gisteren nog maar bedankte ze me voor de
fijne middag en zei ze zo blij te zijn met onze
vriendschap Dat God haar nu toch een
vriendin uit zo'n ver land had gestuurd. Had
Hij het toch goed met haar voor...
Ondertussen ligt Martin er nog en het is
vierendertig graden. De kippen die steeds bij
hem willen komen, maken het lugubere plaatje
compleet. Ik vraag of de kippen niet in hun
hok kunnen en eindelijk gebeurt dat. De
technische recherche komt foto's nemen en
dan proberen ze de tractor op te krikken. Nou
ben ik bepaald geen expert, maar ik zie direct
aankomen dat dit niet gaat. De tractor is tegen
een scheefgegroeide boom tot stilstand
gekomen en die belet de tractor elke beweging
omhoog. De man die uiteindelijk het
afschuwelijke werk moet opknappen om de
tractor van Martin af te rijden is niet te
benijden.
Het blijkt dat Marie het hele ongeluk heeft zien
gebeuren. Martin heeft de tractor gestart en
vermoedelijk iets aan de motor gehoord. Hij is
eraf gegaan en was bij de motor aan het
rommelen. Of door het trillen dan wel door
Martin de tractor in de automaat is gegaan
weten ze nog niet, dat onderzoeken ze nog.
Feit is dat hij begon te rijden richting het huis
en Martin heeft gepoogd de sleutel uit het
contact te krijgen.
113
Dat had nog goed kunnen gaan, als er niet een
steen of bobbel had gelegen. Hierdoor zwenkte
hij en kon Martin niet meer weg. Marie zei:”Ik
dacht alleen maar, of hij komt eronder of hij
wordt geplet tegen de boom.” Het eerste is
gebeurd. Geen wonder dat het arme mens een
tijdje gek is! Nog regelmatig schrik ik wakker
en besef dat het helaas geen nachtmerrie is.
De volgende dag laat ik via Marika weten dat
als ik kan helpen ik dat graag doe. Zelf er naar
toe wil ik niet. Ik heb me zelden zo niet op
mijn plek gevoeld als de dag ervoor. Dat ik als
relatieve nieuwkomer nu zo middenin dit
drama belandde geeft me een onbehaaglijk
gevoel. Dat de inwoners het niet zo voelen,
maar ons volledig opgenomen hebben, blijkt in
de tijd erna. Ik haal de borden en het bestek
met Martin's dochter en ga mee naar de
bloemist om bloemen voor de kerk te halen.
Daar kan ik graflint en een graftakhouder
kopen en zo zelf een stuk maken. Toen Martin
een week ervoor binnen kwam wapperen,
vond hij de zonnebloemen bij mij zo mooi. Het
waren zijn lievelingsbloemen, zei hij. “ Welke
vriend heeft jou die schoonheden gegeven?”
vroeg hij plagend. Hij wist donders goed dat ik
ze zomaar geplukt had. Ach, aan een boom zo
volgeladen, mist men die paar pruimpjes niet.

114
Vanzelf moest er dus een zonnebloemstuk
komen. Met Anne ga ik de berg op aan het
eind van onze straat en we vinden mooie
materialen. Vlierbessen, grassen, de toppen
van maïsplanten en natuurlijk zonnebloemen.
Op het lint onze afscheidsgroet voor een van
de hulpvaardigste en humorvolle mensen die
ik ken, “Szervusz Martin, rust zacht.”

115
116
Hoofdstuk 13
Voor de tachtigste verjaardag van mijn tante,
die eigenlijk al jaren mijn moeder is, ga ik
natuurlijk terug naar Nederland. Het is deze
bijzondere vrouw die we het meest missen in
Hongarije. Ze durft door haar leeftijd de reis
niet aan: wat als ze in een ziekenhuis terecht
komt. Natuurlijk begrijp ik dat heel goed, maar
ik zou er veel voor over hebben als ze ons huis
in het echt zou zien. Hoewel ze al niet trotser
kan zijn! Iedereen die het horen wil weet van
ons avontuur.
Ook mijn Nieuw-Zeelandse tante's leven mee.
Grappig is dat uitgerekend deze rasemigranten
de meeste zorgen hadden! Toen ik mijn tante
aan de telefoon van onze plannen vertelde
opperde ze honderdduizend bezwaren. Ik zei
dat ik dat juist van haar niet wilde horen. Wij
zijn eerst gaan kijken waar we terecht gingen
komen en zitten op een dag rijden van het
"vaderland".
Nee, dat was in hun tijd heel anders: zes
weken op een boot, naar het andere eind van
de wereld. Een wereld die ze alleen op
onduidelijke plaatjes hadden gezien. Op de
boot moesten ze Engels leren en voor ze van
boord gingen werd gekeken of ze het
voldoende beheersten. Zo niet dan gingen ze
niet van boord. Dat is nog eens inburgeren!
Bovendien mocht ze, als het niet beviel, eerst
twee jaar haar terugkeer bij elkaar werken.
Nee, vergeleken bij hen zijn wij absoluut
amateurs!

117
Na deze vergelijking moest ze zelf ook lachen
en begon ze het alleen maar leuk te vinden.
Nadat ik de eerste videoband had gestuurd
van onze avonturen, leefden ze van band naar
band. In Nieuw- Zeeland zijn programma's als
"Het roer om" bij al die emigranten erg
populair. Op haar verjaardag zat de "Hollandse
club" bij mijn tante. Ze bespraken de laatste
aflevering van het programma. "Dat doet mijn
nichtje ook in Hongarije" zei mijn tante. En zo
kon het gebeuren dat een kamer vol echte
emigranten naar de verrichtingen van ons
zitten te kijken aan de andere kant van de
wereld!
Na het feest van mijn lieve moeder Anna zoals
ik haar altijd noem, gaan de kinderen en ik
weer terug. Dit keer met de gewone auto en
dat gaat een stuk sneller.
De bus is nog verkocht ook. Jan had hem
gauw op internet gezet toen hij (alweer!) veilig
thuis was met de bus. Door de verandering
met het grijze kenteken was hij voor ons niet
meer interessant. Bovendien kwam de keuring
eraan en Jan verwachtte toch wat kosten.
“Naar de sloop kan altijd nog”, dacht Jan, dus
het vehikel eerst maar op Marktplaats gezet.
Tot onze verbazing werd volop geboden en
voor vijfhonderd euro ging de bus mee met
zijn volgende baas. Ik ben nog altijd benieuwd
of hij in Marokko is aangekomen, maar ik denk
dat we het anders zeker gehoord hadden.
Brave, brave bus!

118
Na Martin's indrukwekkende begrafenis, leer ik
Lizzy nog beter kennen. Ik loop wat vaker bij
haar binnen en zij bij ons. Ze kan maar
moeilijk de draad van het leven weer
oppakken. Het noodlot heeft haar dan ook de
laatste jaren wel zwaar getroffen. Meestal aan
het eind van de dag ga ik er heen. Ze is dan
klaar met haar landwerk en heeft alle tijd om
te piekeren. Door wat te kletsen, vrolijkt ze
altijd weer wat op. Voor mij is het geen
opgave, want ik leer veel over haar leven van
vroeger en over ons dorp. Soms zit ze nog aan
de avondboterham en dan zet ze er een bordje
bij. Onder protest eet ik een beetje mee.
Mensen die zo weinig hebben en toch zo graag
delen, ik vind het heel bijzonder.
's Middags eten de mensen hier warm.
Kruidige gerechten met veel paprika en vaak
vlees van eigen slacht. Tegen de avond komt
het grote kilobrood op tafel. De beroemde
worsten met paprika erbij en ook
huisgemaakt, gerookt spek wordt in plakken
gesneden en "op zijn Frans" gegeten. (hap
brood, hap worst)Natuurlijk komt de fles met
pincewijn erbij om al dat zoute eten weg te
spoelen. Het is dat ik hier zo hard werk en
juist afval, anders groei je hier dicht! We
beleven zo ondanks het gemis van Martin,
genoeglijke uurtjes.
Als Jan komt moeten we beslist komen eten.
Lizzy heeft Kaposta gemaakt. Dit is een
maaltijdsoep met witte kool. Er zitten ook
uien, tomaten en paprika's in. Je maakt hem
met bouillon van varkensvlees.

119
Je kunt het vlees erin serveren, of er een soort
grote gehaktballen met rijst erdoor inkoken. Je
eet het met stukken brood erbij. Voor de
gelegenheid komt het mooie servies op tafel.
Dit is genieten!
Gelukkig komt Lizzy ook bij ons eten. Ik heb
een echte Hongaarse kookketel gekocht. Die
hangt aan een driepoot boven een houtvuur.
Deze ketels worden nog veel gebruikt als er
bijvoorbeeld tijdens de oogst geen fornuis in
de buurt is. Dan neemt men alle ingrediënten
mee naar het land. Hout is overal wel te
vinden en zo kun je ter plaatse koken. Terwijl
de maaltijd pruttelt, wordt het werk gedaan.
Zo begin ik dus buiten aan de pörkölt. In
Nederland noemen wij dat "goulash", maar in
Hongarije is goulash eigenlijk soep en pörkölt
is wat wij goulash noemen. Redelijk
verwarrend! Lizzy komt "keuren" en ze is
tevreden. De ketel heeft een inhoud van
veertien liter, dus er gaan heel wat bakjes door
het dorp. Iedereen vindt het echte Hongaarse
pörkölt en ik glim van trots!Als het kouder
wordt krijg ik reuze zin in rode kool met
hachee. Dat kennen ze natuurlijk niet! Dus
gaan er die avond weer een aantal bakjes rond
in het dorp...Ook hutspot en zelfgemaakte
appelmoes zijn een doorslaand succes. Als
Marika mijn hutspot recept aan het maken is
en haar buurvrouw komt binnen vraagt die wat
er zo lekker ruikt. "Hollandse hoetspot" zegt
Marika trots. En zo doet de Nederlandse
keuken zijn intrede in ons dorp...

120
121
Hoofdstuk 14
Doordat het huis van binnen zover klaar is,
heb ik meer tijd om me in de dorpsbewoners
te verdiepen. Door de gesprekken met Marika
en Lizzy, leer ik veel over de geschiedenis van
ons dorp. Al zolang ze weten is het een
Schwabisch dorpje. Ook hun ouders woonden
er al. Iedereen kende iedereen en ze leefden
in vrede met elkaar. Toen kwam de oorlog en
Hongarije riep haar jongens op in het Duitse
leger te vechten. Ook uit ons dorp vertrokken
de mannen. Marika heeft haar vader nooit
meer teruggezien nadat hij in Rusland moest
vechten. Ook de vriendelijke Martin ging. Hij
kwam gelukkig wel thuis.
Na de oorlog kwamen helaas de communisten
aan de macht. De haat van deze club richtte
zich tegen de "Duitse" Schwaben.
Al generaties lang in Hongarije, maar nu
opeens weer Duits. Voor onze vrienden brak
een vreselijke tijd aan. Het land mochten ze
niet uit, maar bestaansrecht hadden ze ook
niet. Uit andere landen werden "goede"
communisten gehaald. Zonder pardon werden
Marika en haar moeder uit hun huis gezet. Ze
mochten lijfgoed meenemen en verder alles
achterlaten. Vanuit het huis van een zuster
van haar moeder moesten ze met lede ogen
aanzien wat er door onbekenden met hun
spullen en vee gedaan werd. Tot ze ook hier
werden verjaagd. Uiteindelijk kwamen ze
terecht( met inmiddels acht personen!) in wat
nu Ute's gastenkamer is.

122
Een ruimte van zes bij vier meter! Gekookt
werd er in de zomerkeuken buiten. In het huis
woonde een goede communistische familie
met zijn vieren...
Veel mensen in het dorp maakten dergelijke
schrijnende situaties mee. Er waren mensen
die ten einde raad naar de pinces trokken. Die
waren natuurlijk helemaal niet ingericht voor
bewoning. Er was geen water en verwarming
en ze waren veel te klein om met een grote
familie in te slapen, laat staan om te
wonen.Toch heeft het jaren geduurd! De
mensen in het dorp waren bang. Ze zaten al
op de schopstoel en dat wisten de "goede"
communisten die riant in hun huizen woonden
ook. Verraad was aan de orde van de dag. Als
iemand je niet mocht of je op de een of andere
manier als een bedreiging zag, was een leugen
zo bedacht. Checken of er iets van klopte was
natuurlijk niet nodig, het waren immers maar
Schwaben.
Het verhaal van Lizzy over Martin zie ik zo
voor me:
Lizzy als een mooi, jong meisje en de lange
Martin, die daardoor altijd opviel tussen de
relatief kleine Hongaren. Opvallen was nu juist
iets wat je in die tijd beter niet moest doen.
Op een dag was hij op het land aan het werk
zoals altijd. Plotseling kwam er een grote
zwarte auto waaruit een aantal mannen
kwamen en bovenop de nietsvermoedende
Martin sprongen. Hij werd meegenomen
zonder verklaring. Zijn maten gingen bij hem
thuis vertellen wat er gebeurd was.

123
Later hoorden ze dat een communistische
buurman met een kletsverhaal naar de
natuurlijk ook communistische burgemeester
was gestapt. Lizzy, die jong en overmoedig
was, vond uit waar hij gevangen werd
gehouden. Hij zat in Boedapest. Van haar
moeder mocht ze op reis.
Het jonge meisje was nog nooit buiten het
dorp geweest en moest nu de voor haar
vijandige wereld in. Voor haar enige broer ging
ze door het vuur, dus daar ging ze. Met een
lunchpakketje met de bus naar Kaposvar en
dan met de trein naar Boedapest. Natuurlijk
verdwaalde het dorpsmeisje in de enorme
hoofdstad. Maar wanhopig zette ze door.
Toevallig treft ze een vriendelijke Schwabische
vrouw. Lizzy stort haar hart uit en de vrouw
besluit haar te helpen. Zo komt ze bij haar
Martin, die ze vijf(!) minuten mag zien.
Schwabisch praten is er niet bij. Daar heeft ze
al op gerekend. Ze ziet kans hem een klein
briefje toe te steken waarin zijn moeder hem
zegt vol te houden en dat ze het rooien zonder
hem. Met dit kleine teken van leven redt hij
het inderdaad. Lizzy maakt de lange reis terug
en het leven gaat door.
En dan komt het moment dat op haar netvlies
gebrand staat.
Zonder aankondiging staat Martin opeens met
zijn volle lengte in de keuken."Toen ik me
omdraaide en hem zag na al die tijd, viel ik
van geluk bewusteloos in zijn armen.

124
Die dag hebben we alleen maar gehuild van
geluk, mijn moeder en ik. Je zou er zo een
streekroman van kunnen schrijven...
Tsja, hoe liep dat nou af? Daarover krijg ik niet
zo'n duidelijk beeld. Het ging niet "opeens"
beter. Door het wisselen van regeringen werd
het langzaam makkelijker voor de Schwaben.
Misschien werd door de tijd de "schuld" van de
oorlog wat milder beoordeeld. Of had de
zittende macht iets beters te doen. Er kwam
na vele jaren weer de mogelijkheid voor onze
vrienden om hun eigen (!) huis terug te kopen.
Ook mochten ze zelf bouwen. Voor Marika die
inmiddels getrouwd was en met haar man nog
steeds in “Ute's” kamertje woonde, kwam dat
niks te vroeg. Ze bouwden samen hun huis op
de plek waar ze nu nog woont. Martin en Marie
bouwden naast hun huis en Lizzy en haar man
een stuk verderop in de straat. Eindelijk
konden ze aan hun leven beginnen. Jaren
hebben ze nog in angst geleefd of ze niet
opnieuw uit hun huizen werden verjaagd. Het
duurde niet lang of de communisten
vertrokken uit het dorp. Doordat de Schwaben
weer zelfvertrouwen kregen was het leven
voor verraders opeens niet meer zo mooi! En
zo werd ons dorp weer een vredig dorpje waar
mede door haar geschiedenis een grote
saamhorigheid is.

125
126
Hoofdstuk 15
Aangezien er toch nog wel "wat" werk aan het
grondstuk is, gaan we vrolijk verder met
opruimen en kruien. Robby heeft inmiddels
werk gekregen en kan alleen nog op zijn vrije
dagen en in de weekends helpen. De ruïne is
nog maar klein, maar is door regen aardig vast
ingeklonken. Het is zwaarder geworden de
stenen uit te graven en de natte grond is ook
een stuk zwaarder te hanteren. Ik neem me
voor elke dag een meter te doen. Als ik al een
paar nachten wakker lig van een gevoelloze
rechterhand, neem ik noodgedwongen wat
vrije dagen. Met een enorme stapel Libelles en
Margrieten stap ik in ons opbouwzwembad.
Dobberend lees ik ze in een paar dagen uit en
ben werkelijk de hele dag aards lui! Mensen
komen verbaasd vragen of het wel goed gaat,
want ze hebben nog geen activiteitsloze dag
gezien sinds we aankwamen. Als ze
gerustgesteld zijn drinken we een lekker
wijntje in de schaduw. Eigenlijk ben ik door al
die aanloop gewoon een aantal dagen
behoorlijk teut. En het zal me nog een zorg
zijn ook! Natuurlijk moet je dit niet te lang
doen, maar dit is best geinig. Die dorpswijnen
zijn trouwens heerlijk. Na een tijdje kan ik de
verschillende soorten uit elkaar houden. Die
van Martin's pince is heerlijk. Niet te droog en
nog heel veel druif in de afdronk. Dat klinkt
toch heel professioneel, zeg, voor iemand die
er echt geen verstand van heeft!Marika's wijn
is een stuk droger, maar met een stuk
Hongaarse paprikaworst erbij, niet te
versmaden.

127
Lizzy' s wijn is stevig en heeft een prachtige
robijnrode kleur en drinkt heerlijk weg. Op
Ferry zijn witte wijn ben ik gek. Heerlijk fruitig
en koud gedronken in de schaduw met uitzicht
op ons eigen bos, is het een wereldwijn! Het
idee is dan ook snel geboren: wijnproeven op
de pince voor onze gasten! We slaan twee
vliegen in een klap: we helpen een paar
mensen economisch en zonder liefdadigheid
vooruit en de gasten gaan dit geweldig vinden.
Ze kunnen kiezen voor een picknick
wandelarrangement naar Lizzy's prachtig
gelegen pince. Dan krijgen ze een goed
gevulde rugzak en de routebeschrijving en
lopen in een half uur naar de pince. Daar staat
een dikke boomstronk als tafel met kleinere
als krukjes er omheen. Lizzy ontvangt ze dan
met een aantal te proeven wijnen. Iedereen in
het dorp heeft verschillende jaargangen witte
en rode wijn. Het uitzicht bij Lizzy is werkelijk
schitterend. In de wijde omtrek is verder geen
door mensenhanden gemaakt gebouw of weg
te zien. Bovendien is de pince goed
onderhouden en kun je een niet voor toeristen
opgezette wijnmakerij laten zien.
Ferry's pince heeft ook zijn charme. Hij ligt in
de heuvels aan de kant van het dorp.
Daardoor kijk je van de hoogte op het dorp
neer. Door Raiko kunnen we ook hier iets
extra's aanbieden: per paard en boerenkar
naar de pince! De kar is een soort grote
bolderkar qua vorm. Als er meer mensen
meegaan, legt Ferry er eenvoudig een paar
extra met plaids omwikkelde planken op en de
"bankjes" zijn klaar!

128
In oktober maken we de druivenpluk mee. Dat
vinden we zelf zo leuk om te doen, dat we
daar ook een arrangement van maken. We
plukken bij de verschillende vrienden mee. Dat
gaat heel eenvoudig: je neemt een emmer en
een snoeischaar en knippen maar! Als je
emmer vol is gaat hij in een grote trechter die
boven een grote open ton hangt. Onderaan de
trechter zitten een soort tandwielen die tegen
elkaar in draaien. Door aan een handvat te
draaien gaan de druiven ertussendoor en
worden aldus gekneusd. Dan komt het
spannende moment voor de wijnmaker: is het
suikergehalte goed? Met een soort
thermometer wordt het gemeten. Boven de
veertien is goed, zit het suikergehalte
daaronder dan moet er suiker bij om het
gistingsproces op gang te brengen. In de tijd
dat de wijn open en bloot staat te gisten, moet
je als je de pince ingaat erg oppassen. De
dampen kunnen je bedwelmen en geen hond
die je opmerkt in de afgelegen pinces. In deze
tijd gaan de meeste mensen dan ook met zijn
tweeën uit veiligheidsoverwegingen. Als de
wijn voldoende gegist is kan hij geperst
worden en in de houten vaten gedaan worden.
Na een poosje geduld en een aantal keren
hevelen naar een ander vat om het bezinksel
kwijt te raken heb je wijn.
Het lijkt ons voor onze gasten een hele
belevenis om de Hongaren op een niet
commerciële pince mee te helpen. En zo
hebben we langzaamaan steeds meer
manieren om geld te verdienen.

129
Het levensonderhoud in Hongarije is trouwens
veel goedkoper dan in Nederland. Als ik in
Nederland honderdvijftig euro in de week
uitgeef aan boodschappen, betaal ik voor
dezelfde hoeveelheid in Hongarije zeventig
euro. We hoeven dus niet te streven naar
hetzelfde inkomen dan in Nederland om rond
te komen want we hebben ook geen
woonlasten meer. Het huis is van ons en de
energiekosten en belasting zijn ook een stuk
lager dan in Nederland.
In de toekomst willen we ons eigen voedsel
gaan verbouwen zoals de dorpsbewoners dat
al eeuwen doen. Alles is hier nog gericht op
het verzamelen van zoveel mogelijk voedsel
voor de winter. De vergelijking met
eekhoorntjes dringt zich geregeld op! Het
werkt heerlijk ontspannend: geld heeft
niemand, land in overvloed. Alles wat je, liefst
zonder dure landbouwmachines verbouwt,
hoef je niet te kopen. Een goed voorbeeld zijn
de kippen: Iedereen heeft ze voor de eieren en
het vlees. In het voorjaar kun je op de markt
zo mestkuikens kopen voor ongeveer een euro
per stuk. Ze worden opgefokt met gemengd
maïsmeel. Iedere week komt er een
vrachtwagen door het dorp. Die laat een
knalhard deuntje door de luidspreker knallen
om de mensen te laten weten dat hij er is. Hij
verkoopt zakken van dertig kilo voer voor
kippen, eenden en ganzen. Dat kost ongeveer
vijf euro en je kunt er lang mee toe. Het
maïsmeel kost ze niets, daar ze de maïs zelf
verbouwen uit de beste korrels van het vorige
jaar.

130
Die worden op de met mankracht omgewerkte
akker met de hand geplant. De hele zomer
wordt er met de hand onkruid tussenuit
gehakt. Als er geoogst moet worden gaat in
twee weken iedereen bij elkaar helpen ze met
de hand te oogsten. Dit noemen ze maïs
breken. Je neemt een emmer, gaat voor een
maïsplant staan en zoekt de kolf op. Dan doe
je de bladeren naar achter en draait de kolf
van de plant. Hup, in je emmertje en als die
vol is weer in een grote bak. De hele handel
wordt droog opgeslagen en als het nodig, is
voor de kippen gemalen met (alweer)een
handmatig aangezwengelde hakselaar. Ferry
heeft een luxe op elektrisch, maar Marika
heeft dan ook veel kippen. Zelf vinden de
dorpelingen dat de eieren dus niks kosten...
Een klein voorbeeld, maar zo gaat het met
alles. Mensen hebben dus ook de tijd. Ze zijn
veelal op leeftijd en doen alleen nog het
boerenwerk.
Een ander voorbeeld: Er komt iedere dag een
man met paard Moni voorbij. Het paard loopt
rustig de berg af en de man zit relaxed op de
bok van zijn wagen met in een hand losjes de
teugels. Omdat Anne zo gek is op paarden en
we veel appels hebben, staat voor de paarden
een mand met valappels bij de poort. Al gauw
blijft het paard automatisch bij ons huis staan
tot hij zijn appeltje heeft. In het begin ga ik er
snel naar toe als Anne niet in de buurt is. Ik
ben bang dat de man boos is over het
oponthoud. Maar na een tijdje merk ik dat het
hem niets uitmaakt of hij even moet wachten.

131
Het werk is er morgen ook nog wel! Met deze
levensinstelling ben ik het helemaal eens. De
ratrace in Nederland om meer, meer, meer was
een van de redenen dat we weg wilden. Het
werkt in alles door. Als je geen geld hebt, ben
je blij met simpele dingen die je wel hebt.
Toen ik vanuit Nederland via mijn moeder
Anna aan mooie dameskleding kon komen,
waren Marika en Lizzy dolgelukkig. Wat niet
paste werd weer doorgegeven aan anderen die
het nodig hadden. Er werd niet gedacht: ik
hou alles lekker voor mezelf, nee, ze gunnen
anderen ook een mooie jas. Toen Martin
overleed had Lizzy geen zwarte mantel. De
rouw is hier nog echt een jaar "zwart" en geen
feesten en dergelijke. Toen ik in Nederland
tegen een korte zwarte mantel aanliep, gaf ik
die gauw mee aan vrienden die sneller naar
Hongarije gingen dan ik. Toen ik haar later
belde, was ze in tranen zo blij was ze, dat ze
netjes naar de kerk kon op zondag. Daar word
ik dan heel stil van en ook beschaamd over
"onze" weggooimaatschappij.
Het gekke is dat ik ook veel minder weggooi
dan vroeger. Sinds ik ongelofelijk op mijn falie
heb gehad omdat ik een lege texemmer had
weggedaan, vraag ik eerst of iemand het kan
gebruiken. Daar kan je nadat ie schoon is
makkelijk nog een tijd hout in halen. Als hij
kapot gaat heeft het in elk geval geen geld
gekost! Onze kliko zit bijna nooit meer vol. Ik
vroeg me af waarom er geen glasbak in het
dorp was. Nu weet ik dat zo'n bak nooit vol
zou komen. Doordat iedereen inmaakt
gebruiken ze elk potje -tig keer.

132
Wij gaven alle potjes aan Marika. Of wij ze zelf
niet konden gebruiken, vroeg ze. Ik zou niet
weten waarvoor. Totdat de bramen rijp waren
en het me toch heel leuk leek jam te maken.
En de appelmoes moest ook ergens in. Marika
kwam helemaal niet meer bij toen ik van Ferry
20 kilo paprika's kreeg, die niet allemaal in de
vriezer pasten...
Bij Ferry en Marika ben ik de kunst van het
inmaken gaan afkijken en heb zo heel wat
potten met Marika gemaakt. Thuis gingen
Anne en ik ijverig aan de slag. Het moet
gezegd: het geeft enorm veel voldoening om
die vrolijk gekleurde potten op een rij te zien.
Anne maakte van stof leuke dekselhoesjes. De
verschillende soorten en kleuren paprika's
hadden we creatief in de potjes gedaan. De
kleinste in zijn geheel, de grote in schijfjes of
partjes opgestapeld op kleur van geel naar
rood of iets anders geks. Mijn "lerares" was
nog trotser dan ikzelf, dat ze “die Hollandse”
inmaken had geleerd!Sindsdien verzamel ik
ook potjes...

133
134
Hoofdstuk 16
Anne galoppeert nog steeds zonder zadel door
de velden. De mensen zijn er inmiddels aan
gewend en ze vinden het zelfs een mooi
gezicht. Het is ook apart om een meisje met
lange wapperende blonde haren op een
werkpaard te zien gaan. Het smalle meisje op
het grove, grote paard. Ferry is beretrots dat
zijn werkpaard zich laat berijden. Zelf klimt hij
ook op het paard en rijdt naar de pince. Daar
hebben de mensen het dan wel weer dagen
over. Die gekke vent heeft altijd wat bijzonders
Als Anne al een poosje weg is om te rijden,
stopt de auto van Ferry voor de deur. Lijkbleek
komen Anne en Ferry binnen. Anne huilend en
kromgebogen. Ferry verteld dat Raiko Anne
geschopt heeft tegen haar rug. Het wordt me
koud om het hart. Onze slanke dochter die een
trap met de enorme voet van Raiko krijgt, ik
zie het gebeuren. Ik grijp mezelf bij elkaar,
hier hebben we niets aan. We bekijken haar
rug en leggen er een koude handdoek op. Er is
een vriendin op bezoek die EHBO heeft gedaan
en ze bekijkt alles goed. Er lijkt weinig schade
en Anne is goed aanspreekbaar. Ze weet alles
goed te vertellen. Ze haalde Raiko uit de wei
om hem mee uit rijden te nemen. Maar Raiko
had blijkbaar geen zin. Hij rukte zich los en
maakte een bokkensprong met zijn
achterbenen. Daarbij raakte hij Anne vol op
haar rug. Ze belandde in het gras en was even
weg. Toen riep ze Ferry en die bracht haar dus
thuis.

135
Juist dat “even weg zijn” baart ons zorgen. We
besluiten naar de dokter te gaan. Ferry en ik
gaan op zoek naar de dienstdoende arts. In
het dorp komt slechts twee keer per week een
huisarts in het Kulturhaz spreekuur houden.
We moeten dus naar een ander dorp. Het is al
bijna donker en Ferry weet niet zeker of de
dienst niet overgenomen wordt. Het wordt snel
donker en we gaan een kant op die ik niet ken.
Ik ben hartstikke nachtblind, dus ik ben blij
dat Ferry mee is om de weg te wijzen. In het
dorp blijkt de dienst inderdaad te zijn
overgenomen en we kunnen niet geholpen
worden. Een dik half uur later komen we bij
een dokter die ons wel kan ontvangen. Je zult
maar een hartinfarct hebben...
De man is allervriendelijkst. Hij spreekt Engels
en ik leg hem uit wat er gebeurd is. Hij
onderzoekt Anne, die nog steeds pijn heeft
maar goed aanspreekbaar blijft. Hij kijkt
bezorgd. "Vanavond nog naar het ziekenhuis in
Kaposvar. Niet morgen, vanavond!" zegt hij.
Het akelige gevoel wordt nog erger. We rijden
naar Kaposvar. Inmiddels is het stikdonker en
ik ga zo hard als ik durf. De dokter wilde geen
geld voor zijn onderzoek en ik haal me van
alles in mijn hoofd. Wat heeft hij gezien of
gehoord? Heeft hij uit medelijden niets
gerekend? Normaal ben ik niet zo paniekerig,
maar Anne is vernoemd naar mijn
hartsvriendin die is verongelukt. Ze was een
jaar ouder dan Anne nu en stierf na een
ongeluk met een paard. Het heeft lang
geduurd voor ik vrede had met het feit dat
onze dochter dezelfde liefde voor paarden had.

136
We zeggen vaak dat het van "boven" zo
geregeld moet zijn. Maar nu schieten de meest
vreselijke rampscenario's door me heen. Zal
de geschiedenis zich herhalen?
Het duurt drie kwartier voor we in Kaposvar
zijn vanaf de dokter, maar het lijkt een
eeuwigheid. Ik had natuurlijk gewoon meteen
naar het ziekenhuis in Siofok moeten rijden en
Ferry's ontzag voor de volgorde van een stel
bureaucraten moeten negeren. Anne zegt niet
veel meer, maar kan natuurlijk ook moe zijn
van alle emotie. We parkeren de auto voor een
groot grauw Oostblok gebouw. Anne slaat
helemaal op tilt. Ik laat haar hier toch niet
achter, in die gevangenis?Ik beloof haar
natuurlijk niet alleen te laten en enigszins
gerustgesteld gaat ze mee. Als we eindelijk de
ingang van de eerste hulp hebben gevonden
tussen al die akelige blokken beton, valt de
binnenkant mee. Eigenlijk net als in
Nederland! Een vriendelijke jonge dokter die
ook weer Engels spreekt komt ons halen. Hij
neemt de gegevens op en verneemt het
verhaal van Raiko. Hij neemt geen halve
maatregelen. We gaan eerst een röntgenfoto
van de longen maken, om te kijken of er geen
ribben gebroken zijn. Dan op een andere
afdeling een echo van de organen maken. Op
alle afdelingen is het oud maar netjes en de
apparatuur is net zo modern als in Nederland.
Je hoopt natuurlijk nooit hier te komen, maar
het is een geruststellend idee dat je goed
geholpen wordt. Na alle onderzoeken gaan we
terug naar de eerste hulp.

137
De jonge dokter stelt glimlachend vast dat
Anne veel geluk heeft gehad. Ze heeft wel
kneuzingen, maar niets gebroken en de
organen zijn in orde. Een last valt van me af.
Gauw bel ik mijn vriendin die voor Robbert
gezorgd heeft. Jan is van alles onwetend en
dat laat ik nog even zo. Als ik weer rustig ben,
bel ik hem wel. Dit is de eerste keer dat ik de
afstand een groot probleem vind. Als het niet
goed was geweest met Anne...
Maar gauw wegduwen die ellendige gedachten,
alles komt in orde. Het is half tien als we naar
huis gaan. Ferry heeft een doodongeruste
Marika gerust gesteld. We rijden langs onze
favoriete csarda en we gaan gauw een hapje
eten, dat hebben we wel verdiend!
Anne is twee dagen boos op Raiko, dan zijn ze
weer vrienden.
Eens een paardemeisje...

138
139
Hoofdstuk 17
Ik sta met dezelfde vriendin op de veranda als
er een bulldozer langskomt.
In een jolige bui zwaai ik met beide armen
naar het ding. "Hier moet 'ie zijn, werk zat!"
zeg ik tegen mijn vriendin. Tot mijn schrik
stopt het gevaarte en stapt de bestuurder uit.
De uitsluitend Hongaars sprekende man vraagt
wat ik van hem wil."Sok munka itt"(veel werk
hier)wijs ik om me heen. Samen komen we
eruit:
hij komt voor zo'n zestig(!)euro de rest van de
stal wegbulldozeren en de puinhoop
verplaatsen naar waar we een weg willen met
parkeerruimte voor de gasten van het
appartement zodat zij hun bagage makkelijk
kunnen uitladen.Had ik eerder geweten dat
een bulldozer zo weinig kost... De dakgoten
worden vervangen en het grind voor de
terrassen gebracht. Robbie en ik bouwen
samen de waterput opnieuw op. Er komt een
betonnen rand van dertig centimeter in dat
beton vier puntijzers voor de palen. Tot
honderdtwintig centimeter planken we hem
dicht en het dakje met de oude pannetjes
komt er weer op. Om hem kindveilig te maken
komen aan alle vier de kanten tussen dak en
planken rasterhekjes. Zo kan je wel de emmer
en de werking zien, maar er niet in klimmen of
vallen. Aan een kant scharnieren en een slot
en klaar ben je! Ook het oude hek vervangen
we samen. We nemen palen van drie meter die
in het beton komen.

140
Daartegen een meter vijftig hoge gaashekken
die met klimrozen, clematis en andere
cottagetuin bloeiers beplant worden. Bovenop
de palen de pergola, waardoor je een beetje
een schilderijomlijsting voor ons huis krijgt en
bovendien vrij zit. De terrassen komen op drie
plaatsen: voor de veranda, onder de bomen en
waar de stal was. Daar zitten de gasten vrij
van ons, achter het appartement.
Toen de stal door ons afgegraven werd, is de
antieke paardenvoederbak als een huis blijven
staan. Aangezien die tegen de achterwand van
de stal stond, vormt hij een unieke afscheiding
van het terras. Gevuld met riddersporen,
stokrozen en papaver, is het een lust voor het
oog. Lavendel en kamperfoelie die langs de
terrassen staan, geuren vooral in de avond
heerlijk. De hof van Eden is er niets bij! Al
vanaf het voorjaar ben ik aan het zaaien en
stekken op een klein stuk grond dat we vast
tot border omgetoverd hadden. Vandaar af
beplant ik nu de tuin. Via Ferry krijg ik de
juiste druivenrassen voor onze grond. We
vinden een boomkweker die ons
hoogstamfruitbomen verkoopt. Als ze geplant
zijn, moeten ze natuurlijk een paar jaar
uitgroeien tot "parasols" maar de picknickbank
staat er nu al geweldig leuk.
En zo komt de dag dat we trots ons dorp
uitnodigen om te vieren dat ons eerste project
klaar is . De Nederlandse koffie met taart is er,
maar ook een grote ketel pörkölt (goulash) die
door mijzelf, boven een houtvuur is gemaakt.
Iedereen is vrolijk en we voelen ons helemaal
opgenomen in het dorp.
141
De mensen in dit dorp zijn zo hartelijk. Zonder
vooroordelen of reserve hebben ze ons
toegelaten in hun kleine gemeenschap. Als we
hulp nodig hadden waren ze er zonder
uitzondering. Iedereen leefde mee met ons wel
en wee. En nu we zover zijn gekomen, zijn ze
zo trots als ouders op de eerste stapjes van
hun kind. Het wordt erg laat...

142
Vandaag nog een klusje. De naam moet op het
huis! Gewapend met penseel en
lavendelblauwe verf ga ik naar de voorkant.
Gek is dat: ik voel toch een vreemde
spanning. Een beetje melancholiek ook. Het is
net of dit de bevestiging van ons "project” is,
of het met deze naam helemaal echt wordt.
Ooit hebben we gedroomd van dit leven.
Dachten we dat het voor ons niet weggelegd
was. In de Vendée zagen we toen een huisje.
Een laag gepleisterd boerderijtje, crème met
lavendelblauwe kozijnen, begroeit met
geurende klimrozen, kamperfoelie en heel veel
stokrozen in de tuin... La petite etoile de mer"
stond er op geschilderd. De kleine zeester,
dus.
We besloten toen dat als onze droom ooit toch
uitkwam, we het huis zo wilden noemen. De
zee is in Hongarije wel heel ver weg, dus is het
nu "La petite etoile" De kleine ster. Mijmerend
klim ik het trapje op. Ja, we hebben eindelijk
onze ster gevonden. Het was een lange reis
met hindernissen, maar we hebben geen
moment spijt. Het begin van ons bestaan is er.
De komende jaren kopen we meer huizen en
ook het "makelaren" gaat steeds beter. De
kinderen zijn hier gelukkig en willen niet meer
terug. Onze familie en vrienden zitten maar op
een dag rijden en we hebben nog steeds veel
contact. We hebben een nieuwe wereld
gevonden met een heleboel nieuwe vrienden-
voor-het-leven. Het leven is mooi!Genoeg
overpeinzingen. Met zwierige letters staat het
er dan, lavendelblauw op crème: La Petite
Etoile. Laat de gasten maar komen!

143
144

You might also like