Net zoals alle Oophaga- soorten kent de aardbeikikker een
speciale vorm van broedzorg. Nadat een koppeltje elkaar na een kort paringsritueel gevonden heeft, wordt er gezocht voor een eiplaats , waarna er eitjes worden gelegd op een tak tussen de bladeren of mos die door de mannetjes bewaakt wordt . Nadat de kikkervisjes zijn uitgekomen, nemen de vrouwtjes ze op de rug en brengen ze naar een ander water, meestal in ruimtes in planten, zoals de kelkvormige Bromelia- soorten of bladoksels. Omdat er in dit soort watertjes geen voedsel is, worden de larven gevoerd met zogenaamde voedseleitjes, eitjes die enkel dienen om het nageslacht groot te brengen.