You are on page 1of 15

Kung Fu Panda themaweek

Voor de beeldvorming van kinderen hebben wij de volgende themaweek bedacht, de themaweek zal
gaan over de film Kung Fu Panda. In deze film leren de kinderen te kijken naar de beeldcultuur die de
makers in de film hebben gezet. De leerlingen leren te kijken naar textuur, kleur, camerastandpunt
en ruimte. Het is een leuke manier om kinderen iets meer te leren uit een animatiefilm. De cultuur
waarin de film zich afspeelt kan op deze manier ook aan bod komen. In het geval van Kung Fu Panda
gaat het vooral over Zuidoost Azië, na het kijken van deze film en het volbrengen van de themaweek
kunt u ook nog andere vakken integreren om zo de week optimaal te benutten.

De leerlingen zullen genieten van de film maar ook van de kennis die ze opdoen en de dingen die ze
ontdekken, wij wensen u veel plezier met het beleven van de themaweek.
In de Kung Fu Panda thema week kunnen de volgende onderdelen worden
gedaan:

1) Film kijken (Kung Fu Panda), dit kan eventueel in delen gedaan worden.

2) Theorieles over de beeldcultuur in de film.

3) Kijkwijzer met de leerlingen klassikaal maken.

4) Praktijk circuit uitvoeren in de klas

5) Evaluatie van de thema week.


1) Het kijken van de film
(En de voorbereiding)

Voor het kijken van de film is het belangrijk dat alle leerlingen al in aanraking zijn gekomen met de
cultuur van Azië, op deze manier zijn de leerlingen voorbereid op het kijken van de film.
Dit kunt u doen door bijvoorbeeld een klassengesprek aan te gaan met de leerlingen. Vraag de
leerlingen om te vertellen wat zij al weten van dit continent, misschien zijn er wel leerlingen in de
klas die in Azië geweest of daar vandaan komen. De beginsituatie van de leerlingen wordt op deze
manier vergroot.
Ook zou het een idee zijn de leerlingen zelf opzoek te laten gaan naar informatie, deze informatie
kan zijn:

- Eten en drinken in Azië


- Sporten in Azië
- Tradities en gewoontes in Azië
- Dagelijks leven in Azië
- Landschappen in Azië
- Etc.

Op deze manier hebben de leerlingen herkenningspunten, die ze terug zouden kunnen vinden in de
film.

Ook is het belangrijk dat de leerkracht zelf de film van te voren gezien heeft. Op die manier kan de
leerkracht, de leerlingen gericht sturen.

Als u dan op het punt staat de film te bekijken met de leerlingen, zorg dan voor een gezellige en
sfeervolle omgeving.
2) Theorielessen van de beeldcultuur
Kalligrafie

Doel:
De leerlingen weten aan het einde van de les wat er nodig is om kalligrafie uit te oefenen.

Inleiding:
Laat het beeld zien waar ‘Master Crane’ bezig is met zijn kalligrafiewerk.
Vraag aan de leerlingen of zij weten wat hij aan het doen is.

Kern:
In de kern legt u uit wat de leerlingen moeten weten om uiteindelijk zelf een kalligrafietekening te
maken. Dit is dus de uitleg van het ontstaan, de wijze van werken het land van herkomst en de
benodigdheden. Dit vindt u terug in de informatie die bijgevoegd is.

Slot:
In het slot kunt u met de leerlingen het belang van innerlijke rust bespreken en misschien kunt u een
kleine meditatie met de leerlingen doen.
Ook kunt u, na het zien van de film bespreken met de leerlingen op welke manier zij tot rust komen.
De kraanvogel gaat kalligraferen en de aap gaat mediteren, hoe doen de leerlingen dat?
Informatie:

Kalligraferen betekent ook wel ‘mooi schrijven’. Als je kalligrafeert dan schrijf je met sierletters. De
letters hebben vaak mooie lussen aan de boven en onderkant. Het kalligraferen is een erg
ontspannende en creatieve bezigheid.

Omdat in verschillende landen de kalligrafie werd uitgeoefend en hier verder geen regels voor waren
zijn er allerlei soorten kalligrafie. Wij gaan het voornamelijk hebben over de kalligrafie van China.

Geschiedenis

De kalligrafie vind zijn oorsprong in het Romeinse Rijk. Na de doorbraak van het Christendom werd
kalligrafie vooral toegepast door monniken in kloosters. Er ontstonden zelfs gilden speciaal voor
kalligrafie. Elk klooster en abdij had een eigen scriptorium waar de monniken het handschrift
oefenden. Een scriptorium is een aparte rustige ruimte in het klooster.

China

In het China noemen ze kalligraferen ook wel: Shu Fa. De mensen in China zijn van mening dat je aan
het handschrift persoonlijkheid kunt uitdrukken en eigenschappen kunt laten zien. Dit kun je doen
door de keuze voor:

o De hoeveelheid inkt. Je kunt heel veel maar ook heel weinig inkt gebruiken. Dit zorgt voor
verschillende effecten.
o De dikte van het papier. Het ene papier neemt de inkt beter op dan de ander.
o Flexibiliteit van de kwast. Hierdoor krijg je strakke of wat lossere lijnen.

Mensen met een gezond lichaam en gezonde geest doen vaak aan kalligrafie. Dit komt omdat zij zich
beter kunnen concentreren en betere controle over hun lichaam hebben. Controle over je lichaam en
ontspannen zijn, zijn belangrijke eigenschappen om succesvol te
kunnen kalligraferen.
Benodigdheden

Om te kunnen kalligraferen heb je de volgende materialen nodig:

o Kalligrafie pen. Deze pennen hebben een hele brede punt. Vroeger schreven ze met een
ganzenveer of rietstengel. Een kalligrafie pen is best duur, daarom kun je het eerst beter
oefenen met het uiteinde van een wasknijper.
o Papier. Een vezelachtig soort papier schrijft het beste.
o Krabbelblad. Hierop kun je kijken hoe de inkt op het papier eruit ziet. Moet je meer of minder
inkt gebruiken?
o Lapje stof. Hier kun je, je penpunt makkelijk mee schoonvegen. Zo blijft er niet te veel inkt
aan je punt zitten.
o Placemat. Om vegen om te tafel te voorkomen.
o Inkt.
Wajangpoppen

Doel:
De leerlingen weten aan het einde van de les wat er nodig is om een wajangpoppenspel uit te
voeren.

Inleiding:
Laat het onderstaande filmpje zien, vraag na het kijken van het filmpje aan de leerlingen wat ze
gezien hebben, kennen ze spel. Welke figuren komen erin voor? Hoe zie je dat? Dus wat zijn
kenmerken van deze figuren?
http://www.youtube.com/watch?v=O9RKavCnLFY

Kern:
In de kern legt u de theorie en de geschiedenis van de wajangpoppen uit. U vertelt wat ervoor nodig
is om een goed schimmenspel met wajangpoppen uit te voeren. Ook legt u uit dat het moeilijk is
karakters emotie te geven, dit komt doordat de wajangpoppen geen gezichtsuitdrukkingen hebben.
U vraagt de leerlingen hoe zij dat zouden doen.

Slot:
U gaat met de leerlingen in de kring oefenen met het uitdrukken van emoties zonder het gezicht te
gebruiken. U kunt eerst de emoties bespreken, welke emoties zijn er? Daarna kunt u samen met de
leerlingen bedenken wat je kunt doen om zonder gezicht een uitdrukking te laten zien. Na het
uitvoeren van de uitdrukkingen kunt u samen met de leerlingen evalueren welke uitdrukking sterk
was en waarom.

Informatie:

Wajang
Is een leenwoord in het Nederlands uit het Javaans. In het Javaans betekent wajang letterlijk
"schaduw" of "schim". De afgeleide betekenis van dit woord is een bepaalde vorm van poppenspel,
waarin gebruik wordt gemaakt van schaduw- of lichteffecten.
Hoewel wajang meestal refereert aan het schimmenspel met behulp van leren poppen (wajang
kulit), wordt het woord daarnaast ook gebruikt voor opvoeringen met driedimensionale poppen
(wajang golèk), met platte houten poppen (wajang gedhog) en zelfs voor een toneelstuk met
zwijgende acteursdansers (Wajang). Voorwaarde bij dit laatste is wel dat het stuk gebaseerd moet
zijn op de Indiase heldendichten Ramayana en Mahabharata.

Wajang pop

Wajang heeft een diepe gewortelde cultuur. Wajangpoppen zijn prachtige uitingen van Javaanse
kunst. Het zijn geen afbeeldingen van mensen. Het zijn schaduwpoppen die de mens zo goed als
mogelijk moeten laten uitkomen in het platte vlak. Daarom zijn de poppen ook van opzij
weergegeven met langgerekte, gestileerde ledematen en lichaam en met stereotiepe kenmerken
voor oog, neus, mond, vingers en voeten. De kleuren van de wajangpoppen zijn van heldere kleuren,
die het goud, zwart of lichtrode lichaam duidelijk doen uitkomen.
Tot in het kleinste detail zijn de lichamen uitgebeiteld. Ter versteviging heeft de pop een ruggengraat
van buffelhoorn die naar beneden loopt en in een handvat eindigt. Dit handvat wordt in een
bananenstam gestoken. De dunnen armen kunnen verder afzonderlijk draaien bij de schouder en
elleboog met behulp van een lang stokje van buffelhoorn. Hetgeen wat de wajangpop waardevol
maakt is de uitbeelding van het karakter, hun Wanda. De Wanda geeft elke wajangpop apart een
unieke persoonlijkheid.

Geschiedenis
Het Javaanse schimmenspel is al heel oud. Het oudste bewijs van het wajangspel staat op een
Midden-Javaanse inscriptie die dateert van het jaar 840, daarin wordt het woord ringgit genoemd,
wat een synoniem is van het woord wajang. Het woord wajang zelf werd voor het eerst genoemd in
een inscriptie uit 907. Op deze inscriptie wordt namelijk een wajangspeler genoemd samen met een
danser en een komiek.
3) Kijkwijzer van de film
Aan de hand van de PowerPoint presentatie bespreek je de eerste drie dia’s. Deze zijn gebaseerd op
de eerste drie fases voor het beschouwen van beeldcultuur.
De fases zijn als volgt:

 Vraag in fase 1 vooral naar onderwerp (kleuters) (thema/onderwerp kunnen herkennen.)

 Vraag in fase 2a vooral naar hoofdkenmerken (middenbouw) Bijv. slurf, groot. Olifant.

 Vraag in fase 2b vooral naar de relevante details. (middenbouw)

 Vraag in fase 3 vooral naar inleving in thema. (bovenbouw/ middelbare) Hoe vraagt
standpunt bij aan de beleving van het beeld. Of kleur gebruik in bepaalde sfeer.

 Vraag in fase 4 vooral naar de stijl en context. Wanneer is t gemaakt, wat betekende het?
(bovenbouw/ middelbare school/ onderbouw HBO). Abstracte beelden.

 Vraag in fase 5 vooral naar grotere verbanden. (hogere onderwijs. Universitaire, 2e helft
HBO).

De eerste drie fases komen voor in de PowerPoint presentatie, deze zijn bedoelt voor groep 8.

Aan de hand van de dia’s zal er theorie gegeven worden. Deze theorie kan je vinden per dia in deze
handleiding.

Foto 1. Fase 1. Thema/ onderwerp.


- Vraag 1. Welk thema behoort bij de afbeelding. In de film staat Kung Fu centraal. Dit kun je zien aan
de kleding en houdingen.

- Vraag 2. Benoem de 6 dieren die op de afbeelding staan. Dit hoeft niet perse het dier te zijn dat het
daadwerkelijk is. Als zij de adder een slang noemen is dit ook goed. Zolang ze de kenmerken maar
herkennen.

Foto 2. Fase 2a en 2b. Hoofdkenmerken/ relevante details.

- Vraag 1. Welk dier staat op de afbeelding?Kung Fu Panda

- Vraag 2. Benoem 3 uiterlijke en 3 gedragskenmerken van dit dier. Uitleggen over wat uiterlijke en
gedragskenmerken zijn. Dit niet doen met de panda maar bijv. met de aap.

De 3 uiterlijke kunnen zijn: Zwart-wit, dik, kleine oortjes, grote poten, harig, ronde kringen om zijn
ogen etc.

De 3 gedragskenmerken kunnen zijn: Bamboe eten, sloom, klungelig, lui, (altijd) eten etc.

- Vraag 3. Waarna kun je zien dat dit een Kung Fu panda is? Erbij vertellen dat ze moeten kijken naar
hoe hij erbij staat, wat heeft hij aan etc. Het broekje is belangrijk, de houding van de panda en het
tape om zijn enkels.
Foto 3. Fase 3. Inleving in thema.
- Vraag 1. Waaraan kun je zien dat Master Tigress in beweging is? Dit kun je zien aan haar beweging
die geaccentueerd wordt. Dit wordt geaccentueerd doordat je haar meerdere malen ziet.

- Vraag 2. Wat zorgt ervoor dat Master Tigress centraal staat in dit plaatje? De achtergrond is één
kleur en de kleur groen zorgt ervoor dat haar felle kleuren er goed uitkomen.

Ook zit zij in het midden van het plaatje wat ook voor de centrale plaats zorgt.

Standpunt:

In deze afbeelding word je meegenomen in het standpunt van de eend. Je kijkt als het ware door zijn
ogen.

Je kunt hierbij vertellen dat het niet altijd door de ogen van een speler hoeft te zijn, maar ook dat jij
bijvoorbeeld een buitenstaander bent. Dit is dat door de ogen van de camera. Deze standpunten zijn
belangrijk voor de beleving van een film.

Vraag die je eventueel kunt stellen:

Op welke manier draagt het standpunt bij aan het gevoel wat ze hier proberen te laten zien?

Ruimte:

De makers van de film hebben bij dit beeld er over nagedacht dat alle dieren precies in de maan
passen. Dit versterkt het ‘samengevoel’.

Het samengevoel wordt geaccentueerd doordat de ruimte ingevuld wordt door de belichting op de
karakters. Op deze manier hebben alle karakters geen uiterlijke kenmerken meer en dus zijn ze allen
gelijk.

Ook springen zij allemaal op dezelfde tijd in de cirkel van de maan, de cirkel staat voor oneindig en
eenheid. Alle 5 vallen zij binnen de cirkel.

Vraag die je eventueel kunt stellen:

Zal de richting waar ze naar toe springen effect hebben op het samengevoel?

Kleur:

Door de verschillende kleuren te gebruiken kun je er voor zorgen dat mensen bepaalde gevoelens bij
situaties krijgen. Hier is duidelijk verschil tussen goed en kwaad.

De kleur die ze aan de linkerkant gebruikt hebben is heel licht, dit geeft een veilig en vrolijk gevoel.

Bij de brug is het donkerder en hierdoor krijg je een mysterieus gevoel. Je weet eigenlijk niet wat er
aan de andere kant is.

Vraag die je eventueel kunt stellen:

Welke kleuren geven een veilig gevoel of juist een mysterieus gevoel?
Vorm:

De vorm van het huis wordt geaccentueerd doordat de dieren in dezelfde vorm staan als het huis.

Niet alleen de armen zijn hetzelfde, maar ook de plek waarop ze staan is hetzelfde als het huis. Ze
sluiten aan op het pad ernaar toe.

Master Shi Fu staat in het midden van het pad, maar ook in het midden van het huis.

Vraag die je eventueel kunt stellen:

Wat hebben de houdingen te maken met het huis?

Textuur:

Op de afbeelding hiernaast hebben de makers van de film zo goed mogelijk geprobeerd te zachtheid
van het dier duidelijk te maken.

Dit zie je aan zijn kop. Zijn haar is nog heel zacht, dit ziet er wollig uit.

Zijn poten hebben een stompe vorm, waardoor hij zacht over komt.

Vraag die je eventueel kunt stellen:

Wat draagt de achtergrond bij aan de zachtheid van zijn vacht?

Antwoorden vragenblad:

Driehoek

Kung Fu bewegingen

Ogen, bek, kleur, klauwen, grote/ houding.

Grover, agressiever, strakker lijnen/tekening, grotere klauwen, dat wollige is eraf.

Uitstraling is rust en dat wordt duidelijk door zachte kleuren.

Omdat hij met lange poten een penseel vasthoudt en daarmee een strakke tekeningen maakt.

Silhouet
4)Praktijklessen

Kalligraferen
1) Kalligraferen met een lange stok

2) Kalligraferen met herrie

3) Kalligraferen in rust

4) Kalligraferen met primitief materiaal

5) Kalligraferen met knijpers

Het circuit

Kalligraferen met een lange stok

 Voor het kalligraferen met een lange stok heb je nodig:


- 5 lange stokken van ongeveer 1.5 meter
- 5 penselen
- inkt
- 5 touwtjes of elastiekjes om de penselen aan de stok te bevestigen
- A3-papier

 Waarom gaan we dit doen?


De leerlingen moeten ervaren hoe het is om een lange stok onder controle te houden en zo
iets op een A3-papier te tekenen. Dit heeft u uitgelegd in de theorie. Kalligraferen is alleen
mogelijk met totale beheersing van je spieren, met een lange stok wordt dit nog eens extra
bemoeilijkt.
Laat de leerlingen ontdekken hoe moeilijk dit is en of ze dit lukt.

Kalligraferen met herrie

 Voor het kalligraferen met herrie heb je nodig:


- spullen die herrie maken
- penselen
- inkt
- A4-papier

 Waarom gaan we dit doen?


De leerlingen moeten ervaren hoe het is om iets geconcentreerd te moeten maken met
herrie om zich heen.
Kalligraferen in rust

 Voor het kalligraferen in rust heb je nodig:


- totale stilte
- penselen
- inkt
- A4-papier

 Waarom gaan we dit doen?


De leerlingen moeten ervaren hoe het is om in rust te kalligraferen en dit te vergelijken met
het kalligraferen met herrie.

Kalligraferen met primitief materiaal

 Voor het kalligraferen met primitief materiaal heb je nodig:


- primitief materiaal zoals rietjes, stukjes touw, kleine rolletjes papier, etc.
- penselen
- inkt
- A4-papier

 Waarom gaan we dit doen?


De leerlingen moeten ervaren hoe het is om met ander materiaal dan penselen te werken.
Op deze manier zien de leerlingen het belang van werken met goed materiaal in. Zonder het
juiste materiaal is het moeilijk om een mooie kalligrafie tekening te maken.

Kalligraferen met knijpers

 Voor het kalligraferen met knijpers heb je nodig:


- knijpers
- inkt
- A4-papier

 Waarom gaan we dit doen?


De leerlingen moeten ervaren hoe de leerlingen met het materiaal om moeten gaan. Met het
kalligraferen met knijpers leren de leerlingen om niet te hard te drukken of te knijpen.
Wajangpoppen
Doel

De leerlingen weten aan het einde van de les op welke manier ze emoties kunnen uitdrukken zonder
hun gezichtsuitdrukking te laten zien.

Inleiding

U vertelt de leerlingen iets over de geschiedenis van wajangpoppen (zie informatie)


U laat de leerlingen een filmpje zien over schaduwpoppen.
http://www.youtube.com/watch?v=Xvu5UhJFNpg

Kern

U gaat samen met de leerlingen een schaduwspel doen.


De leerlingen moeten zonder uitdrukking op het gezicht toch een emotie laten zien.
Hiervoor heeft u nodig:
- groot wit doek
- felle lamp
- kaartjes met emoties erop
- de ander leerlingen als publiek.
De leerlingen gaan in tweetallen een emotie voorbereiden, de andere leerlingen moeten raden welke
emotie het is geweest.
Probeer de leerlingen ook te leiden in hun spel.

Slot

Evalueer met de leerlingen hoe het is gegaan, welke leerlingen het ‘beste’ zijn geweest en hoe dat
kwam.

Informatie:

Wajang is een leenwoord in het Nederlands uit het Javaans. In het Javaans betekent wayang letterlijk
"schaduw" of "schim". De afgeleide betekenis van dit woord is een bepaalde vorm van poppenspel,
waarin gebruik wordt gemaakt van schaduw- of lichteffecten.
Hoewel wajang meestal refereert aan het schimmenspel met behulp van leren poppen (wayang
kulit), wordt het woord daarnaast ook gebruikt voor opvoeringen met driedimensionale poppen
(wayang golèk), met platte houten poppen (wayang gedhog) en zelfs voor een toneelstuk met
zwijgende acteursdansers (Wayang Wong). Voorwaarde bij dit laatste is wel dat het stuk gebaseerd
moet zijn op de Indiase heldendichten Ramayana en Mahabharata.

Het Javaanse schimmenspel is al heel oud. Het oudste bewijs van het wajangspel staat op een
Midden-Javaanse inscriptie die dateert van het jaar 840, daarin wordt het woord ringgit genoemd,
wat een synoniem is van het woord wayang. Het woord wayang zelf werd voor het eerst genoemd in
een inscriptie uit 907. Op deze inscriptie wordt namelijk een wajangspeler genoemd samen met een
danser en een komiek.
5)Evaluatie van de themaweek

Nadat u alle onderdelen van de themaweek heeft doorbracht is het belangrijk dat u samen met de
leerlingen evalueert. U bent bezig geweest de leerlingen meer te leren over de beeldcultuur, over de
gewoontes en tradities en ook over het maken en invullen van een animatiefilm.

Deze kennis kunnen de leerlingen gebruiken om op de middelbare school hun horizon te verbreden,
hun onderzoeksvermogen te oefenen en de wereld achter de film te ontdekken.

Ga met de leerlingen na wat ze geleerd hebben, wat ze leuk vonden en wat ze moeilijk vonden. Vraag
de leerlingen of ze zo ooit eerder naar een film hebben gekeken en of ze dat nu vaker gaan doen.

You might also like