Lesson 5

Kennisvragen:

1 – Wat zijn methodes (binnen een programma klas)?

2 – Wat is het gevolg van het gebruik van void in een methode signatuur (dus als void als
returntype wordt gebruikt)?

3 – Wat is het gevolg als we string aangeven als return type binnen een methode signatuur?

4 – Met welk keyword geen een waarde terug aan de aanroeper van de methode?

5 – Wat zijn parameters (ook wel argumenten genoemd) binnen de methode signatuur en
waartoe dienen zij?

6 – Omschrijf kort de 4 verschillende typen parameters (value, ref, out en params)?

7 – Wat is het nut van het gebruik van het keyword static?

8 – Hoe kunnen we binnen een programma (klas) gebruik maken van methodes die niet static
zijn?

9 – Schrijf een methode die twee getallen als inputvariabelen (parameters) heeft en de som
van deze getallen terug geeft aan de aanroeper.

10 – Omschrijf hoe je gebruik kan maken van deze methode binnen de Main-methode

Practicumopdrachten:

1 – Schrijf een console applicatie die een simpele rekenmachine simuleert. De klas moet 4
functies hebben: optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen. Elk van deze functies zijn
ondergebracht in eigen methoden met als naam de betreffende functie.
De methoden hebben als parameters twee getallen waarop binnen de methode genoemde
bewerkingen moeten worden toegepast.
De methoden moeten vanuit de Main-methode worden aangeroepen, en krijgen dus vanuit de
Main-methode de waarden aangeleverd. De aangeleverde waarden moet door de gebruiker
van de applicatie kunnen worden ingetypt.
Het resultaat van de bewerking moet worden teruggegeven aan de Main-methode, waarna het
resultaat binnen de Main-methode op het beeldscherm moet worden getoond.
 Aantal is het aantal letters van je voornaam

Teller = 0
Teller is kleiner dan Aantal

Schrijf voornaam op beeldscherm

Teller = Teller + 1

Schrijf “Loop is doorlopen”

2 – Maak een klas met daarin een Array die bestaat uit Merknamen van auto’s. Vul de Array
met merknamen. Lees daarna deze Array uit met een foreach loop, waarbij alle elementen van
de Arrays onder elkaar op het beeldscherm worden afgebeeld.