Professional Documents
Culture Documents
Handout Bronvermelding 2009-2010
Handout Bronvermelding 2009-2010
Bronvermelding
2009-2010
Auteurs:
Drs. C.G.M. Piqué
N. Esmeijer
M.Z. Keus, MScBA
Dr. H van Driel
INLEIDING
Deze hand-out is een korte samenvatting van de literatuur uit het B-gedeelte van
de Skill Sheets (Van Tulder, 2006) aangevuld met informatie het college
‘Probleemstellen’ (Van Wijk, 2003). De hand-out dient als aanvulling op de syllabus
en de skill sheets, raadpleeg voor een volledig overzicht de volledige
bronnen.
1
WANNEER DIEN JE BRONVERMELDING TE GEBRUIKEN?
Wanneer je gebruik maakt van gegevens, inzichten of ideeën die je niet zelf hebt
vergaard, maar deze ontleend aan een ander, dien je te refereren. Je mag werk
van een ander gebruiken met de juiste bronvermelding. Houd er wel rekening mee
dat het werk van anderen dus alleen ter ondersteuning van jouw eigen werk
gebruikt mag worden. Dat betekent ten eerste dat er wel sprake moet zijn van
eigen werk. Een essay dat bestaat uit een aaneenschakeling van andermans
stukken, zelfs met correcte bronvermelding, kan worden afgekeurd omdat er geen
eigen werk in zit.
Er kan geen absolute regel gegeven worden omtrent de grootte van te gebruiken
stukken van anderen. Het gebruik van andermans werk moet in verhouding zijn
met je eigen werk.
Als richtlijn kan het volgende gesteld worden: Elke alinea waarin empirische
informatie en/of de inzichten en meningen van anderen (waaronder
wetenschappelijke auteurs uiteraard) worden gepresenteerd dient minstens één
bronvermelding te bevatten.
REFEREERSTIJL
In deze hand-out wordt één vorm van bronvermelding volledig uitgewerkt. Deze
vorm kun je gebruiken tijdens je studie Bedrijfskunde. Dit neemt niet weg dat
andere stijlen, mits correct en consequent toegepast, ook gebruikt kunnen worden.
REFEREREN
Als je refereert naar een algemene mededeling opgenomen in het schrijven van een
ander persoon, dan volstaat het met het noemen van de auteur en het jaar van
2
publicatie van de het geraadpleegde stuk tussen haakjes aan het eind van de zin,
gevolgd door een punt. Bijvoorbeeld: (Mintzberg, 1994).
Echter, als je refereert naar een gedeelte op een bepaalde bladzijde of bladzijdes
van een publicatie, (bijv. een argument) dien je de betreffende
paginanummer(s) te vermelden in de referentie.
Vermeld paginanummers na het jaar van publicatie en een dubbele punt plus
spatie. Bijvoorbeeld ‘(Powell, 1992: 34)’. Bevindt de argumentatie zich op
meerdere pagina’s dan wordt de referentie: ‘(Powell, 1992: 34-36)’.
Daarnaast dien je letterlijk geciteerde teksten altijd tussen aanhalingstekens te
plaatsen!
Hier vind je uitgebreidere regels voor refereren. De regels voor het letterlijk
overnemen van stukken tekst (quotes) staan in B-2 van de Skill Sheets (Van
Tulder, 1996).
3
Soms kun je onnodige cijfers weglaten in de paginanummering bij een quote.
De notatie verandert alleen bij de tweede pagina indicatie:
- Minder dan 100: gebruik altijd alle getallen. Bijv: 1-3; 64-65.
- Meer dan 100 (behalve als het eerste getal een meervoud van 100
is): 107-8; 617-18; 1002-6; 200-205.
Er zijn geen echte regels voor het refereren naar collegesheets, omdat dit
niet gebruikelijk is. Het is in principe altijd de bedoeling de bron te achterhalen
(het boek of artikel dat voor het college gebruikt is). Als je werkelijke bron echt
niet kan achterhalen dan zul je naar het college moeten verwijzen.
- In het college over Object Orientatie op 12 december 2002 geeft Jos
van Hillegersberg op sheet nr. 20 een aantal beloften, die je wilt
gaan gebruiken voor je paper, waarvan je dus geen bron weet. Dan
refereer je in de tekst: (Van Hillegersberg, 2002: 20). Hoe dit college
op te nemen in je bibliografie vind je in de volgende paragraaf.
BIBLIOGRAFIE
Neem altijd een overzicht van je literatuur bronnen op aan het einde van je tekst.
Zo’n bibliografie/literatuurlijst zorgt er dus voor dat je in de tekst korte referenties
4
kan gebruiken. Alle geschreven bronnen dienen te zijn alfabetisch gerangschikt op
één plaats. De bibliografie kan ook chronologisch gerangschikt worden, maar op
deze opleiding wordt alfabetische rangschikking geprefereerd! De belangrijkste
regel met betrekking tot het maken van een bibliografie is tevens: Geen referentie
in de tekst zonder een bibliografie; geen bibliografie aan het eind zonder een
referentie in de tekst!
De bibliografie ondersteunt dus de referenties die je in je tekst hebt gemaakt.
Hier volgt een voorbeeld van hoe de verschillende bronnen correct weer te geven
in je bibliografie. De leestekens (komma, punt, aanhalingstekens, schuingedrukt)
dienen precies gebruikt te worden als aangegeven.
5
Boeken Achternaam Auteur(s), Voornaam Resterende Initialen (editor in het
geval van aangepaste uitgave) (Jaartal van uitgifte) Naam van het
Boek, Editie (als dit anders is dan de 1e editie), Plaats van Uitgave:
Uitgever, ## pp. (= aantal pagina’s: optioneel)
Voorbeeld:
Tulder, R. van (1996) Skill Sheets, Den Haag: Delwel uitgeverij.
Voorbeeld:
Mintzberg, H. (2001) ‘Thoughts on schools’, in: Volberda, H.W.,
Elfring, T. (ed.) Rethinking Strategy, London: Sage Publications, pp.
41-42.
Voorbeeld:
Powell, T.C. (1992) ‘Strategic planning as competitive advantage’,
Strategic Management Journal, 13, 2: pp. 551-58.
Jaarverslag Voorbeeld:
Royal Philips Electronics (2003) ‘Message from the president’,
Annual Report 2002, pp. 4-9.
College Achternaam Spreker(s), Voornaam Resterende Initialen (Jaartal)
sheet ‘Titel van Sheet’, Titel van College, Plaats van Spreken (Datum +
Jaartal): sheet #.
Voorbeeld:
Hillegersberg, J. van (2002) 'OO: De 13 beloften', College Object
Oriëntatie, Erasmus Universiteit Rotterdam, 6 februari 2002: sheet
20.
Meerdere Voorbeeld:
sheets Hillegersberg, J. van (2002) College ObjectOrientatie, Erasmus
Universiteit Rotterdam, 6 februari 2002.
Artikelen Naam van de Krant (Jaartal) ‘Titel van Artikel’, Datum + Jaartal: p.
in krant/ #.
tijdschrift:
auteur Voorbeeld:
6
onbekend Sunday Times (1999) ‘Tax-free savings push’, 4 april 1999: p. 3.
Voorbeeld:
Bos, H. (2002) Honden aan de lijn,
http://www.hondenvriend.nl/artikel/lijn1821.htm, 23 juni 2004.
Hoe weet je of een bron betrouwbaar is? Je kunt niet zomaar klakkeloos overal
informatie uit overnemen. Het belang van correct je bronnen vermelden ligt in het
feit dat je verslagen en argumenten op deze manier altijd controleerbaar zijn. Door
het controleren van bronnen kan de betrouwbaarheid ervan worden nagegaan.
Tevens maak je jezelf op deze manier niet verantwoordelijk voor argumenten van
iemand anders.
Vooral bij bronnen op het internet dien je extra voorzichtig te zijn, omdat iedereen
er in principe allerlei informatie op kan zetten. Kijk dus zeer kritisch naar deze
informatie en refereer op de juiste manier. Kijk altijd wat de intentie van de auteur
of organisatie is. Met websites is vaak het geval, dat de informatie na een tijdje niet
meer op hetzelfde internetadres te vinden is. Dit omdat de informatie gewijzigd of
verwijderd is. Dit kan voor moeilijkheden zorgen bij het nagaan van je bronnen.
Hierdoor moet je bij het refereren naar internetsites altijd de datum van
raadpleging vermelden.
Echter, door informatie van een website te gebruiken, kun je op geen enkele
manier nagaan of deze informatie correct en wetenschappelijk is. Probeer de
informatie van een website dan ook zo veel mogelijk te verifiëren door andere
wetenschappelijke bronnen, zoals gepubliceerde artikelen en boeken, erop na te
7
slaan. Van gepubliceerde bronnen kan namelijk ook de kwaliteit, en daarmee de
betrouwbaarheid, bepaald worden. In de Universiteitsbibliotheek zijn veel
verschillende collecties en zoekmogelijkheden, die je bij je zoektocht kunt
gebruiken.
Als je een artikel uit een tijdschrift of een krantenartikel gebruikt dat je op je het
Internet hebt gevonden, dan dien je te refereren naar het betreffende tijdschrift of
krantenartikel en niet naar de website.
PLAGIAAT
Zoals al eerder aangegeven is het gebruik maken van refereren en een bibliografie
noodzakelijk in het schrijven van wetenschappelijke teksten. Het niet of incorrect
vermelden van je bronnen staat bekend als plagiaat. Onder plagiaat valt (Van Wijk,
2003):
1. Het integraal of gedeeltelijk overnemen van andermans tekst en het als
eigen tekst inleveren (dat wil zeggen zonder bronvermelding;
aanhalingstekens als zodanig gelden uiteraard niet als bronvermelding).
2. Het letterlijk overnemen van een alinea of zin uit andermans tekst zonder
aanhalingstekens, zelfs met correcte bronvermelding.
3. Het overnemen van een zin of alinea maar enkele woorden veranderen,
zelfs met correcte bronvermelding.
4. Het schrijven van een zin of alinea waarbij niet duidelijk is of dit eigen of
andermans werk betreft (bijv. wel aanhalingstekens, maar slechts bij een
deel van de overgenomen tekst).
5. Het overnemen van andermans tekst met incorrecte bronvermelding (de
bron is niet traceerbaar of de bron is vals).
6. Een subjectieve weergave (bijvoorbeeld door delen weg te laten) van
kwantitatieve data.
Zoals je kunt lezen moet je dus veel aandacht besteden aan het correct vermelden
van je bronnen. Wanneer er een vermoeden van plagiaat is, wordt een officieel
onderzoek ingesteld door de Examencommissie. Deze bepaalt ook de strafmaat
indien daadwerkelijk plagiaat geconstateerd is.
Besteed dus veel aandacht aan een correcte bronvermelding. Op deze manier
voorkom je vermoedens van plagiaat.
8
BIBLIOGRAFIE
Wijk, J.A.C. van (2003) College Probleemstellen (15 september 2003), Erasmus
Universiteit Rotterdam.