You are on page 1of 25

brandingonderzoek

1. Wat leeft er in zee?


Benodigdheden:
In de branding leeft van alles.
- kornet
Wat er allemaal zwemt en leeft, dat gaan we hier ontdekken. - verzamelbak

Opdracht
Met een kornet gaan we de dieren die in de
branding leven vangen. Dit doen we met de hele
klas.
Volg hiervoor de instructies van de boswachter.
We trekken met z’n allen aan het touw het net naar
voren. Het net sleept over de grond en vangt
ondertussen de dieren.
Aan het einde doen we het in een grote
verzamelbak.

Noordzeekust - Terschelling
brandingonderzoek
2. De vangst sorteren
Benodigdheden:
De vangst van de zee doen we in een grote bak, waar we - sorteerbakjes
allemaal om heen staan.
Vervolgens kijken we wat we allemaal gevangen hebben.

Opdracht
Na de uitleg van de boswachter mogen jullie alles wat je
gevangen hebt sorteren.
In elk wit bakje doe je een soort.
Bijvoorbeeld een bak met alle garnalen, een bak met
platvisjes, etc. Zorg dat er een beetje water in de bakjes
zit, zodat de dieren kunnen blijven leven.

Bekijk samen met de boswachter de vangst en breng


alle diertjes op naam.

Noordzeekust - Terschelling
brandingonderzoek
3. Krabbenrace
Benodigdheden:
NB De volgende opdracht kan alleen worden uitgevoerd - krabben
indien er meerdere krabben gevangen zijn.

Opdracht
Als jullie alles gevangen en geteld hebben dan mogen
jullie alle dieren en planten weer vrij laten in de zee.
Behalve de krabben, want deze kunnen heel goed zelf
lopen!

Maak een lijn op het strand, ongeveer 4 - 5 meter van de


zee.

Zet dan de krabben achter de lijn; zet ze wel zijwaarts


neer, want krabben lopen alleen zijwaarts!

Welke krab bereikt als eerste de zee?

Noordzeekust - Terschelling
brandingonderzoek
4. Weerstation
Benodigdheden:
We gaan hier kijken naar de weersomstandigheden van dit
- windmeter
moment. Door deze weersomstandigheden te vergelijken - potlood
met andere dagen kunnen we er achter komen of bepaalde - registratieformulier
omstandigheden van invloed zijn op het aantal diertjes en
planten in de branding.
Om dit te meten kun je de meetapparatuur in de kist
gebruiken.
Opdracht
Vul de antwoorden op onderstaande vragen in op het
registratieformulier. Maak bij het meten gebruik van de
gebruiksaanwijzingen die bij de meetapparatuur ligt.

Welke datum is het?


Wat voor weer is het: zonnig / bewolkt / half bewolkt /
het regent?
Hoe warm is het nu buiten?
Wat is de temperatuur van de zee?
Hoe hard waait het? (meet de windsnelheid)

Noordzeekust - Terschelling
Registratieformulier Weerstation brandingonderzoek

Op dit formulier kun je de gegevens noteren


die je bij het weerstation hebt gemeten.

School: Windsnelheid
Klas:
Naam±

Datum: Windrichting

Beschrijf het weer van


vandaag Bodemtemperatuur
(is het zonnig, bewolkt,
regenachtig,
etc.)
Welke andere omstandigheden kunnen nog
Temperatuur buiten meer van invloed zijn op de dieren die in de
zee leven?

Andere bijzonderheden?
Temperatuur van de zee

Noordzeekust - Terschelling
strandonderzoek
1. De Gemshoornworm
Als je op deze plek op de overgang van zee naar strand kijkt of je Benodigdheden:
diertjes kunt vinden zie je dan iets? Het lijkt misschien of er hier in - riek
het zand niets leeft, maar… toch leven er hier heel veel diertjes! - zeven
- loepjes
Heb je wel eens van de Gemshoornworm gehoord? Deze komt
hier heel veel voor en die gaan jullie hier opzoeken!

Opdracht
Pak de riek en schep voorzichtig wat zand omhoog.
Zorg ervoor dat het zand bij elkaar blijft. De boswachter
kan je laten zien hoe je dit het beste kunt doen.
Zie je kleine gangetjes van boven naar beneden? Dat is
het bewijs dat hier een gemshoornworm leeft. Hij gaat
steeds naar boven als er water staat om voedsel uit het
water te halen met zijn vangarmen (deze lijken op de
hoorns van een gems).
Schep één schep in de schudbak of in de zeef.
Spoel al het zand weg door het in de zee te houden.
Nu blijven de wormen over.
Hoeveel gemshoornwormen zitten er in 1 schep zand?
Bekijk ze met een vergrootglas.
Welke kleur hebben deze dieren?

Noordezeekust - Terschelling
strandonderzoek
2. Strandvogels
Op het strand en in de branding leven ook vogels. Sommigen Benodigdheden:
leven in de zee en gaan op zoek naar een visje of een - verrekijker
garnaaltje. - zoekkaart ‘strandvogels’
Anderen lopen steeds heen en weer in de branding, over het
natte zand. Ze zijn op zoek naar de gemshoornworm!

Opdracht
Zie je hier vogels lopen of vliegen?
Met de verrekijker kun je ze goed bekijken.

Kijk op de kaart welke vogels je ziet.

Pikken ze af en toe ook in het zand? Wat zouden ze


eten, denk je?

Noordezeekust - Terschelling
strandonderzoek
3. Hoe ontstaat strand?
Voordat een zandkorrel hier op het strand komt te liggen, heeft Benodigdheden:
het al een hele weg afgelegd. - foto’s
Welke zeg een zandkorrel heeft afgelegd gaan jullie hier
onderzoeken.

Opdracht
Hier liggen een aantal foto’s.

Leg ze samen in de goede volgorde.

Waar zou het zand van dit strand vandaan komen


denken jullie?

Noordezeekust - Terschelling
strandonderzoek
4a. Aanspoelsels
TERUG IN DE TIJD Benodigdheden:
- geen
De Waddenzee aan de andere kant van het eiland was vroeger
een groot veenmoeras.

Op het strand kun je nu nog steeds stukken veen vinden van dat
oude moeras.
Opdracht
Ga op het strand op zoek naar stukken veen.
Op de foto kun je zien hoe het er ongeveer uit ziet.
Er kunnen ook schelpen in zitten.

Ga op zoek naar oude veenresten en neem het mee om


uit te stallen aan de groep.

Hoe oud zou dit veen zijn?

Maak met elkaar een verhaal wat je aan je klasgenoten


wilt vertellen: Wat heeft dit veen allemaal meegemaakt?

Maak een taakverdeling binnen de groep wie wat gaat


vertellen of laten zien.

Noordezeekust - Terschelling
strandonderzoek
4b. Aanspoelsels
DIERLIJKE RESTEN Benodigdheden:
- zoekkaart ‘aanspoelsels’
Op het strand kun je allerlei dierlijke resten vinden die uit de zee - zoekkaart ‘schelpen’
spoelen. Je vindt er allerlei schelpen, slakken, kwallen en
eikapsels van de rog of de hondshaai.

Opdracht
Ga op het strand op zoek dierlijke resten.
Zoek op de zoekkaarten de namen op van de
verschillende schelpen en andere dierlijke aanspoelsels.
Verzamel de mooiste en de bijzonderste die jullie
kunnen vinden en spreid die ten toon.

Bespreek met elkaar wat je aan je klasgenoten wilt


vertellen: Welke dierlijke resten hebben jullie gevonden?
Kunnen jullie de namen vertellen?
Je mag ook een eigen verhaal verzinnen waarom deze
voor jou het meest bijzonder is.

Maak een taakverdeling binnen de groep wie wat gaat


vertellen of laten zien.

Noordezeekust - Terschelling
strandonderzoek
4c. Aanspoelsels
RESTEN VAN MENSELIJKE INVLOED Benodigdheden:
- geen
Op het strand vindt je van alles. Zo kun je allerlei spullen tegen
komen die mensen ooit hebben gebruikt. Waarschijnlijk zijn deze
afkomstig van de schepen uit zee. Soms kom je de prachtigste
dingen tegen

Opdracht
Ga op het strand op zoek naar spullen die afkomstig zijn
van schapen of die mensen hebben achtergelaten of
gebruikt. Verzamel hiervan de spullen die je het mooist
of het meest bijzonder vindt en spreidt deze ten toon op
het strand.

Maak met elkaar een verhaal wat je aan je klasgenoten


wilt vertellen: Welke geschiedenis heeft dit voorwerp?
Waar komt het volgens jullie vandaan? Wat maakt het
mooi / bijzonder?

Maak een taakverdeling binnen de groep wie wat gaat


vertellen of laten zien

Noordezeekust - Terschelling
duinonderzoek
1. Hoe ontstaan duinen?
Benodigdheden:
Achter het strand liggen de duinen. De duinen hebben een
- geen
hele belangrijke functie voor het eiland. Het zorgt ervoor dat
er planten kunnen groeien en dat het zand vastgehouden
wordt. Op deze manier wordt het eiland beschermd tegen de
wind en de zee.

De plant die het beste tegen zout en zand kan is


biestarwegras. Opdracht
Hoe ontstaat een duin? Het gaat er om dat er een luwte is,
waar het zand blijft liggen en er dus kans is op duinvorming. Ga met z’n allen met de rug naar de zee toestaan.
Loop dan langzaam naar de duinen.

Wie vindt de eerste levende plant? Op het strand leven


geen planten, in de duinen wel.

Zorgt deze eerste levende plant voor het eerste duin?


Het allereerste miniduintje?

Of is er iets anders dat het allereerste miniduintje laat


ontstaan?

Vertel nu aan elkaar hoe de duinen ontstaan.

Noordzeekust - Terschelling
duinonderzoek
2. Verschil strand en duin
Benodigdheden:
Als je in de duinen bent is het heel anders dan dat je op het
- geen
strand bent. Hier kun je dat ervaren.

Opdracht
Loop een eindje in de duinen en ervaar hoe het is om
hier te zijn.

Ga dan op zoek naar het meest luwe plekje van het


duin.
Als het mooi weer is, mag je hier even gaan zitten of
liggen.

Hoe vind je het daar?


Is het warm / koud / anders…
Welke verschillen ervaar je met het strand?

Luister eens. Hoor je de wind? Vogels?

Noordzeekust - Terschelling
duinonderzoek
3. Vogels
In de duinen komen hele andere vogels voor dan op het strand. Benodigdheden:
Ook de planten worden anders naar mate je verder de duinen - telescoop
in gaat. - zoekkaart ‘vogels’
- verrekijker

Opdracht
Met behulp van de telescopen kun je van alles spotten.
Ook de vogels.
Wees heel stil, zodat ze niet van je schrikken en
wegvliegen.

Kijk door de telescoop heen en maak een ronde van


360°.

Je kunt ook met de verrekijker kijken.

Welke vogels zie je allemaal?

Noordzeekust - Terschelling
duinonderzoek
4. Wilde planten
Hier in de duinen groeien veel verschillende wilde planten. Met Benodigdheden:
de bloemen lokt een plant insecten. Met stekels voorkomt de - zwart fotopapier
plant dat hij wordt opgegeten. Ook passen de planten zich aan, - plakplastic
- schaar
aan hun omgeving. Zoals hier ook, aan de wind en aan de
- witschrijvend potlood
zoute lucht van de zee.
- zoekkaart ‘planten in de duinen’

Opdracht
Maak jullie eigen herbarium. Een herbarium is een
verzameling planten op papier. Zoek voor jullie
herbarium een plant die je zelf heel bijzonder vindt.

Kijk of de planten die jullie hebben gevonden


verschillend zijn. Hoe denk je dat de plant heet? Kun je
de plant vinden op de zoekkaart? Verzin anders zelf een
naam.

Plak jouw plant met behulp van een stukje plakplastic op


een zwart vel. Zet daarop de naam van de plant, de
vindplaats, de datum en de naam van de vinder.

Noordzeekust - Terschelling
duinonderzoek
5. Dieren in de duinen
In de duinen komen allerlei soorten dieren voor. Benodigdheden:
De meeste dieren vluchten voor de mens. Toch kun je vaak nog - bakjes
zien dat ze hier leven. zien dat ze hier leven. Hier gaan jullie op
zoek naar de verschillende soorten en mag je bewijsmateriaal
verzamelen voor de dieren die hier voorkomen.

Opdracht
Ga samen op onderzoek welke dieren er allemaal in de
duinen leven, van klein tot groot.
Zie je dieren lopen of vliegen?
Kijk ook naar kleine diertjes, insecten en vlinders.
Kun je sporen van dieren vinden?
Zo ja, verzamel de sporen in een bakje.

Je mag ze meenemen naar school voor de presentatie.

(NB: Geen levende dieren mee naar school nemen!)

Noordezeekust - Terschelling

You might also like