Professional Documents
Culture Documents
Luc de Ruijter
ISBN/EAN 9789490328054
NUR 811
ISBN/EAN 9789490328054
Lessen voor brochuredenkers producten of getoetste groeimodellen. Men deed maar wat. En dit
‘wat’ was vrijwel altijd gefocust op technologische innovatie. De
mogelijkheid van een innovatie woog zwaarder dan de noodza-
kelijkheid ervan. Techniek had de lead. Juist omdat ICT een sterk
Wissel informatie uit en kennis gaat vanzelf mee stuwende kracht is in kennismanagement, is het risico reëel dat het
aan ICT ten prooi zal vallen. Een andere parallel die kan worden
getrokken tussen kennismanagement en de opkomst van internet
Interne communicatie, 2003/4 internetellende voortkomt uit de dominante rol van ICT leidt im- als communicatiemedium is de onbekendheid bij menig (midden)
K
mers niet altijd tot een grotere vinger van communicatie in de in- management met de toegevoegde waarde.
ternetpap. Integendeel, sommige communicatiemanagers betrap
ennismanagement maakt van het medium intranet een je zelfs op reactionair brochuredenken. ‘Communicatie doe je op Een groot probleem, zo niet het grootste probleem, met kennisma-
uitwisselplatform van informatie en kennis. Dit levert discus- papier.’ Zodra bij dergelijke managers de term internetcommuni- nagement is de term zelf. Kennismanagers onderling kunnen het
sie op. Want waar begint kennismanagement en waar eindigt catie valt, kaatst de term ICT als een echo terug. Alles wat iets doet al niet eens worden over wat het is, laat staan dat degenen die het
communicatie? En wat zegt dit over de verantwoordelijkheden? met een beeldscherm, hoort voor hen automatisch bij automatise- moeten doen, weten wat er van hen wordt verlangd. Kennis is ab-
Wijze lessen voor de afdeling communicatie, want zodra ICT ring. Ook al gaat het om communicatie. Juist het afschuiven van stract, en kennismanagement een abstracte term, die bijna dwingt
aan het werk gaat, verliezen organisatie en techniek elkaar uit digitale communicatie naar ICT vind je bij brochuredenkers. Hier- tot een schematische en theoretische denkwijze. Het is geen uit-
het oog. mee houden zij hun eigen weerstand tegen nieuwe media zelf in zondering kennismanagers tegen te komen die leven op schema-
stand. Een dergelijke houding is dan ook geen reëel antwoord op tische powerpoints, waarin de kennisverbanden en -processen
Anno 2003 is internet een wijd omarmd medium. In wervingscom- de vraag ‘hoe maak ik internet en intranet tot een succes?’. Alleen helder en overzichtelijk zijn uitgezet. De oorsprong van kennisma-
municatie heeft het de eerste plaats van de gedrukte media reeds betrokkenheid met het medium biedt enige garantie voor dege- nagement ligt nu eenmaal bij kennisintensieve organisaties en die
overgenomen. Niet voor niets: internet is sneller, beter te door- lijk beleid. Communicatie heeft een actieve rol in het uitzetten van hebben van huis uit een theoretisch denkkader. Tegelijkertijd is het
zoeken en vrijwel overal en altijd beschikbaar. Hele doelgroepen internet- en intranetbeleid. Communicatie zet de lijnen uit, stelt delen van informatie ‘op de werkvloer’ een praktijk van alledag,
worden online benaderd. Wie als communicatieman/vrouw nog doelen, formuleert randvoorwaarden, schetst groeiscenario’s. Dit die zeker niet beperkt blijft tot het uitwisselen van powerpoints. Er
beweert dat internet een hype is, kan zich beter laten omscholen. zijn dus geen taken van ICT. Voor sommigen is dit een open deur. gaapt kortom een flink gat tussen wat in theorie op de tekentafel
Toch is er aanleiding voor scepsis. De wijze waarop achteraf wordt Maar nu het digitale werkterrein intranet zich verbreedt van com- wordt bedacht en wat er in de praktijk mee wordt gedaan.
geoordeeld over de internethype, is voor een groot deel te wijten municatieplatform naar informatie-uitwisselplatvorm, dienen we
aan de rol die internetbureaus hebben gespeeld. Tijdens de inter- enkele internetervaringen uit het recente verleden opnieuw voor Bambix
netboom gingen tal van designbureautjes hun digitale kleurplaten ogen te houden, willen we voorkomen dat de geschiedenis zich
steeds meer als bijzaak zien. Marketingconcepten en communi- herhaalt. Vroeger had je een televisiereclame waarin werd uitgelegd hoe je
catiestrategieën werden bon ton en puur webdesign werd uitver- kinderen die wars zijn van melk om de tuin kunt leiden. ‘Geef ze
groot tot het ontwerpen van complete contentmanagementsyste- Intranet Bambix en de melk gaat vanzelf mee’, luidde de pay-off. Een aar-
men. Dit heeft voor veel ruis in communicatieadviezen gezorgd, dige gedachte, omdat datgene waar bij kinderen weerstand tegen
en niet zelden tot minder goede – want alleen maar ICT-gedreven De nieuwste trend op intranet is kennismanagement. Kennisma- bestaat (het drinken van melk), op slinkse wijze met een lekker
– oplossingen. Bovendien weten we uit ervaring dat ontwerpers nagement op zich gaat weliswaar alweer een aantal jaren mee, middel (de pap) toch wordt bereikt.
vorm vaak belangrijker vinden dan functie, hetgeen regelmatig re- maar komt steeds dichter bij ICT te liggen. Veel bedrijven pogen
sulteert in ergonomische gruwelsites. hun informatiebeheer te organiseren en te distribueren door mid- Met kennis is dat net zo. Kennis laat zich moeilijk delen. Eén van
del van internettechnologie. Intranet is daarvoor in de regel het ge- de redenen voor weerstand is dat kennis delen nog vaak gelijk-
Dit soort kritiek op de webdesignwereld is terecht. Maar op de kozen platform. Zodra kennis – bijvoorbeeld in de vorm van docu- staat aan het inleveren van status en macht. Niemand zal uit eigen
wijze waarop in communicatieland soms wordt omgegaan met mentbeheer – wordt toegepast via het medium intranet, raakt dit beweging het achterste van zijn tong laten zien als hij er niet zeker
deze les, valt ook wel wat af te dingen. De constatering dat veel direct de interne communicatie en het communicatiebeleid. Het van is dat daar ook iets voor terugkomt. Deze potentiële patstel-
Het communicatieadvies
Waarom communicatiegedreven intranetten te duur zijn Hoe is de analyse verwerkt in het advies? Hieronder de belangrijk-
ste aanbevelingen van de communicatieadviseur:
Er dient een contentmanager te worden aangesteld die functioneert
Managementsite, 26 september 2006 als intermediair tussen de leveranciers van content en het medium
H
intranet;
Er dient een protocol te worden ingevoerd waarin functies en verant-
et aantal middelgrote en grote organisaties dat heden ten woordelijkheden van het aanleveren van content overzichtelijk wor-
dage geen intranet heeft is zeer bescheiden. Veruit de meeste or- den gemaakt;
ganisaties hebben immers een interne website. Hetzelfde geldt Er dient een intranetbeheerorganisatie in het leven te worden geroe-
voor overheden. Natuurlijk is niet elk intranet hetzelfde. Maar pen zodat er leiding en controle komt over het intranetbeheer;
wat veel intranetten gemeen hebben is een journalistieke in- De contentmanager en communicatieafdeling hebben een leidingge-
steek, een aanpak die zich richt op corporate nieuws en redac- vende positie in dit geheel om alles goed te laten verlopen tussen de
tionele pagina’s. Dat dit steeds minder beantwoordt aan de be- leveranciers van content en het medium;
hoeftes uit organisaties lijkt de eigenaren van intranet weinig te Het personeelsblad dient op lange termijn te worden afgeschaft, zodat
deren. De roep om een effectieve ontsluiting van taakinformatie het intranet in de toekomst meer wordt gebruikt.
wordt door intranetbeleidsmakers nog dagelijks vertaald in een
aanbod van communicatieboodschappen, zoals de situatie bij Kassa!
“Ons Bedrijf” illustreert.
Het allereerste advies is - om met de deur in huis te vallen - gelijk
Een beleidsanalyse Deel van de omslagafbeelding van Intranet werkt (2007) maar het aanstellen van een contentmanager. Deze contentbeheer-
der intermedieert tussen informatie-eigenaren en het medium. De
De geciteerde passages zijn opgetekend uit een werkelijk beleids- pen en het algemeen stroomlijnen dan wel moderniseren van de formulering laat in het midden of we hier kijken naar een functio-
stuk uit 2006 (de naam “Ons Bedrijf” is uiteraard fictief). organisatie. Daaraan voorafgaand wordt ook gesproken van in- neel beheerder (iemand die adviseert over de (on)mogelijkheden
Uit onderzoek is gebleken dat het intranet van Ons Bedrijf niet suc- tranet als intern communicatiemiddel en informatiebron voor van het intranet) of over iemand die aangeleverde content invoert
cesvol functioneert als intern communicatiemiddel. De meerderheid nieuws. Deze zinsneden refereren aan meer conventionele com- in een content management systeem ten behoeve van publicatie op
van de medewerkers vindt het een onaantrekkelijke informatiebron om municatiedoelstellingen, waarin beleid wordt geformuleerd rond het web. Het voorgestelde protocol (het tweede advies) beschrijft
formeel of informeel nieuws te vergaren. Het intranet is belangrijk het verzenden van boodschappen met behulp van communica- de procedures voor publicatie en beheer, de rechten en rollen.
voor een organisatie. Het moet bijdragen aan de efficiency van be- tiemiddelen. Hierin liggen vrijwel per definitie geen (productivi- Nu is de organisatie niet dermate groot, maar laten we zeggen dat
drijfsprocessen, en informatieprocessen ondersteunen. In dit kader is teits-)ondersteunende doelstellingen besloten. het invullen van de nieuw voorgestelde rol contentmanager toch
door de directie besloten om onderzoek te laten doen naar effectieve Hiermee hebben we een standaardprobleemstelling van intranet- gauw een halve tot hele fte kost. Da’s dus gelijk kassa!
maatregelen om het intranetprobleem aan te pakken. projecten redelijk in beeld: Er is behoefte aan een websysteem dat
Een analyse zoals deze, die is verricht door een communicatiead- beide typen doelstellingen kan helpen realiseren. In het aangehaal- Zowel het opstellen van een protocol als het intermediëren tus-
viseur, komen we tegenwoordig steeds vaker tegen. Sleutelbegrip- de beleidsconcept is dat dus een intranet dat: sen informatiebron en informatieplatform voelt vervolgens log
pen zijn hier informatieprocessen, efficiëncy en ondersteunen. Dit • informatieprocessen ondersteunt; aan. Het opstellen van een redactiestatuut of beheerplan beloopt
type begrippen refereert aan productiviteitsdoelstellingen, het fa- • bijdraagt aan productiviteit (bedrijfsprocessen); en al gauw weken. De vraag is bovendien wat het intermediair zijn
ciliteren van medewerkers, het aanbieden van juiste gereedschap- • nieuws biedt. nu precies inhoudt? Het advies is hier vaag over.
V
dit niet bij bestuurders die er eigenlijk niks mee te maken willen Blog-autoriteit Frankwatching verstaat onder een business blog
hebben en zich verschuilen achter “intranet is bottom-up” en “het bijvoorbeeld een blog tussen consument en business, terwijl Deb-
zal mijn tijd wel leien”? Onverschilligheid aan de top ten aanzien an alle Web 2.0 innovaties van de laatste paar jaar vormt bie Weil (een andere autoriteit) stelt dat aan een business blog een
van de interne informatievoorziening-intranetbeleid is een grote het weblog op dit moment de belangrijkste en meest verbreide. businessplan ten grondslag ligt (bloggen is de business). Deze laat-
faalfactor voor intranet. Als er vanuit de stuurhut geen duidelijke De hele (westerse) wereld geeft zich er aan over. Blogs zijn in- ste variant heeft veel gemeen met websites die door het aanbieden
commando’s klinken, mag men van de mensen in de machineka- middels bijna net zo gewoon als websites. Ze zijn zo gewoon, van relevante content geld verdienen met advertenties. Corporate
mer geen wonderen verwachten….. dat ze door de zakelijke markt zijn ‘ontdekt’ als nieuw commu- blogs zijn volgens Weil (en anderen) ‘blogs to further organizatio-
nicatiekanaal. Op de argumentatie achter die zogenaamde ‘ont- nal goals’. Een blog als dat van NRC Next geldt echter ook als een
Veel en misschien wel de meeste beslissingen ten aanzien van dekking’ valt echter wel wat af te dingen. corporate blog. Alle zakelijke blogs worden op dit moment dus
intranet hebben met deze twee hoofdzaken te maken. Er is een min of meer op dezelfde hoop gegooid en met elkaar vergeleken
voortdurende drive allerlei, veelal hypegedreven ad hoc-initiatie- Waarom bloggen consumenten? (zie Dutchbloggies 2007).
ven zoals Podcasting, weblogs, wiki’s of Web 2.0 tierelantijnen te
omarmen. Dit gebeurt in de sfeer van “Het is technisch mogelijk, Bloggen staat te ‘boek’ als een vorm van sociale journalistiek. Waarom bloggen organisaties?
of iedereen doet het: dus wij willen dat ook.” De vraag die we ons Hierbij delen mensen hun mening, visies, ervaringen, kritiek, ver-
als beleidsmakers moeten stellen is “in welke mate dragen derge- wachtingen en verlangens in de vorm van doorgaans korte tekst- Dit is bewust de verkeerde vraag. Het zijn namelijk niet de orga-
lijke innovaties bij aan de productiviteit van medewerkers?” Het jes, illustraties en andere media. Het tekent de open mentaliteit nisaties die bloggen, maar mensen in die organisaties. In diverse
antwoord dient te worden gegeven vanuit een strategische visie van internetgebruikers dat we/ze allerlei persoonlijke zaken met argumentaties voor corporate bloggen lezen we dan ook dat blogs
door een betrokken manager met gewicht en overzicht. anderen willen delen en op die manier contact leggen met gelijk een persoonlijk gezicht geven aan een organisatie. Dit persoonlijke
gestemden. Bloggen is een van de huidige vormen van social net- gezicht vormt in wezen de basis voor het kunnen leggen van rela-
working, het online samenzijn. Ze faciliteren wat je zou kunnen ties, het scheppen van vertrouwen en betrokkenheid. Het creëren
noemen SAT-relaties (Surfing Apart Together). van relaties tussen een producent en consumenten is het belang-
Inmiddels is het verschijnsel bloggen omarmd door de zakelijke en rijkste doel van corporate blogs. En dat niet alleen, de relatie dient
professionele markt. Vooral marketeers storten zich met verve op zo dicht mogelijk aan te schurken tegen een goed gevoel. (Corpo-
het nieuwe ding, dat (mede daardoor) een zoveelste hype vormt rate blogs richten zich expliciet op de emotie van de ontvangende
in de prille internetgeschiedenis. In hun kielzog zien we ook pro- partij.) Dit is interessant, omdat blogs in deze context worden ‘ver-
fessionals uit de communicatiebranche optreden als evangelisten kocht’ als iets anders dan corporate websites.
van corporate blogs. De twee competentiegebieden spreken van Een paar citaten geven weer waaraan we daarbij moeten denken.
corporate bloggen, maar beide bedoelen – gelet op hun verschil- Debbie Weil, The Corporate Blogging book:
lende achtergrond – ongetwijfeld iets anders. Dit is overigens ken-
merkend voor alle vernieuwingen waar we in nieuwe media mee
Blogs, podcasts en gen op tafel van de bladenmakers, waar zij eigenlijk geen chocola
van konden maken. Een van de eigenschappen van IT-innovatie
is namelijk dat het voortdurend nieuwe chocola is, met nieuwe
digitale magazines op intranet kleuren, nieuwe namen en nieuwe smaken. Het blijkt dikwijls heel
lastig voor communicatie opdrachtgevers en -nemers hier inzicht
in te krijgen, laat staan dat ze in staat zijn alle nieuwigheden ade-
quaat te benoemen.
Innovatie in communicatie: mooi niet! Dit laatste zien we onder meer terug in wervingsadvertenties.
Daar passeren content managers en webmasters nog regelmatig
de revue als elkaars synoniem – terwijl ze dat allang niet meer zijn.
Met het duiden van functionaliteiten, online diensten en applica-
ties is het niet anders gesteld. Deze worden in innovatieland nog
Managementsite.nl, 2 juni 2008 stelling was van zo’n magazine? Het was – zo werd me enthou- op uiteenlopende wijzen benoemd en gewogen. Opdrachtgevers
H
siast meegedeeld – een innovatief concept. Het online magazine bevinden zich (is het niet bewust, dan in ieder geval onbewust)
werd reeds gebruikt om externe klanten te binden. Het was een nog diep in de marketingfuik van IT-leveranciers. De definitie van
et uitrollen van gadgets zoals blogs, podcasts of webcasts gepimpte online marketingfolder. ‘innovatief’ is dan ook aanhoudend technologisch gekleurd. (Wil-
viert hoogtij op intranet. Maar of dit een duurzaam verschijn- Nu was het de bedoeling een dergelijk blad ook voor de (interne) len) innoveren komt in de praktijk daarom akelig dichtbij het sec
sel is valt maar te bezien. Het gros van communicatienoviteiten medewerkers te ontwikkelen. Met vrijwel dezelfde scope en doel- uitrollen van ‘nieuwe’ technologie. Zo ook innovaties in commu-
wordt immers gelanceerd vanwege de noviteit en uitsluitend de stelling. Mijn eerste vraag was daarop: “Heeft jullie eindklant geen nicatie. Maar of communicatie daarmee innoveert…
noviteit, analoog aan de wijze waarop dat een klein decennium intranet dan?” De vraag die men bij mij dus voorlegde was: “Wat kost de tech-
geleden gebeurde met polls en fora. Het enthousiasme waarmee nologische innovatie?”. De vraag was niet: “Is de innovatie een
de nieuwe communicatiemogelijkheden door sommige commu- “Ja hoor”, was het antwoord van de bladenmakers. “Maar dat adequaat (d.w.z. strategisch) antwoord op het communicatiepro-
nicatiekundigen in de (vak)media worden bejubeld verdoezelt wordt niet bekeken. Daarom willen zij dit blad opzetten”. “Maar bleem?”
de problemen met innovaties in communicatie. waarom wordt het intranet niet bekeken?”, luidde mijn volgende
vraag. “Is het niet een idee om dat eerst eens uit te zoeken?” Nieuwe middelen voor oud denken
Online magazine Het bleek van niet. Hierover werd niet gediscussieerd. Mijn po-
tentiële klant (het bladenbureau) zocht slechts iemand die kon be- Met dit voorbeeld signaleer ik een paar issues die ik in vaker te-
Onlangs was ik op acquisitiegesprek bij een groot bureau in rela- oordelen of een leverancier van allerlei Flash spul niet aan de prijs genkom in mijn werk als intranet-adviseur:
tiemedia. Men zocht iemand die kon beoordelen of aangevraagde was, voordat dit aan de eindklant kon worden voorgesteld. Allereerst ziet men interne communicatie als een soort marketing.
offertes op het gebied van nieuwe media deugden. Het bureau had De parallel met tien jaar terug valt makkelijk te trekken. Het uitrol- Blijkbaar denkt men dat er geen verschil is tussen externe en in-
van haar eindklant de opdracht gekregen een digitale magazine te len van allerlei ‘cutting edge’ hypes was ook toen niet goedkoop. terne doelgroepen. Dit is een slecht houdbaar uitgangspunt voor
vervaardigen. Het gaat hier om een soort Glossy, maar dan digi- (En geloof het of niet; polls en fora waren in de jaren negentig ‘cut- interne communicatie in het algemeen en digitale communicatie
taal, met veel bewegend spul erin. Zie bijvoorbeeld Cerosmedia en ting edge’ – en in de meeste gevallen een kort leven beschoren.) in het bijzonder. Intranetbezoekers surfen vanuit een totaal ande-
Bomvol. Ik had hier nog niet van gehoord en vroeg wat de doel- re motivatie dan potentiële klanten een marketing site bezoeken.
Van het digitale kastje naar de men op voor mensen die bijvoorbeeld én inwoner én ondernemer
zijn. Bovendien voelt niemand zich werkelijk tot een doelgroep be-
horen. Doelgroepen zijn een uitvinding van broodschrijvers. Hoe
digitale muur meer doelgroepen, hoe meer werk.
Een voorbeeld van verborgen aanbodgerichtheid is de naamge-
ving van navigatie-items binnen bovengenoemde doelgroep-ko-
Proces & Document, juni 2009 opzetten. Dezelfde problemen met navigatie en integratie keren kers, bijvoorbeeld als een gemeente iets wil communiceren over
O
steevast terug bij de lokale overheden, een enkele uitzondering gebouwen. Hebben huren, kopen en verbouwen dan betrekking
daargelaten. Qua vormgeving mogen de opdrachtgevers wellicht op huizen, monumenten, kantoren, andere bedrijfspanden en/of
nder de paraplu van ‘Overheid heeft Antwoord’ pom- hun beste beentje voor willen zetten, het gedachtegoed achter de bijvoorbeeld scholen? Moet ik het met mijn huis-vraag zoeken bij
pen alle gemeenten op dit moment tonnen site doet geregeld anachronistisch aan. En dit ‘Huisvesting’, ‘Bouwen en Verbouwen’, ‘Bouwen en Wonen’ of
in hun digitale etalages. Helaas resulteren is vreemd in een tijd waarin juist voortdurend ‘Wonen, Huren, Kopen’? En hoe zit dat als ik ondernemer ben?
deze voor de burger nog steeds in een ver- nieuwe middelen en manieren worden aange- Vind ik dan informatie onder ‘Bouwen en verbouwen’ met betrek-
snipperd aanbod; men wordt van het kastje reikt die zinvolle verbeteringen kunnen ople- king tot bedrijfspanden of kantoor aan huis? Of moet ik hiervoor
naar de muur gestuurd, met dat verschil dat veren in webcommunicatie in het algemeen, weer naar ‘ondernemen’?
deze nu digitaal zijn. Dit is volstrekt onno- en voor de zo vaak bejubelde ‘interactie met de De vage lemma’s die gemeenten in hun navigatie voeren doen dan
dig als gemeenten minder naar elkaar kij- doelgroep’ in het bijzonder. Maar in plaats van ook de vraag reizen ‘waar komen ze vandaan?’ Ze sluiten immers
ken en meer naar hun inhoud en het gemak een gezonde dynamiek, met online ontmoe- niet of nauwelijks aan op de informatiebehoefte van de bezoekers.
voor de gebruiker. tings- en communicatiemogelijkheden, pre- Ze zijn met andere woorden niet opgesteld rond de behoeften van
senteren gemeentelijke websites een gesloten de gebruiker. Dat maakt de meeste gemeentelijke navigatiestruc-
Tijdens een surftocht langs recente innova- front aan hun gebruikers. De meeste gemeen- turen dus niet vraaggericht.
tieve sites stuitte ik onlangs bij toeval op een ten doen ook allemaal hetzelfde. Ze kijken - zo
aardig en inspirerend inzicht over best prac- lijkt het dus wel - liever naar collega’s die voor- De muur, het kastje en de doos
tices: Slappe thee is geen thee, van Robert Ru- gingen, dan naar manieren om zelf iets beter te
ben Nieuwenhuis. Er wordt vaak gezwaaid doen. De gemeentelijke best practices worden Wie een website van een willekeurige gemeente bezoekt, treft in
met best practices. Door communicatiebla- daardoor steeds minder ‘best’, ook al scoren bijna alle gevallen drie werelden aan: een corporate website, een
den bijvoorbeeld. Die roepen professionals ze op www.monitor.overheid.nl steeds beter... digitaal loket (of een veelvoud daarvan) en een raadsinformatie-
in hun branche op om vooral te kijken naar Maar dat laat zich verklaren met de weten- systeem (RIS). In de eerste tref je voorlichting aan in de vorm van
voorbeelden, en die vervolgens zo goed mo- schap dat de monitor nog steeds focust op ICT- nieuws, wetenswaardigheden en informatie over de gemeente.
gelijk te imiteren. Nadoen leidt echter eerder aspecten, terwijl de wereld is geïnteresseerd in In de tweede tref je transactiemogelijkheden, zoals e-formulieren
tot middelmaat dan tot vernieuwing, volgens het rendement daarvan. voor bijvoorbeeld het aanvragen van een vergunning. Loketten
Nieuwenhuis, omdat het niet hetzelfde is als openen vaak in een apart venster. De derde wereld biedt toegang
zelf creëren. Innovaties zijn nieuw, in ieder Verborgen aanbodgerichtheid tot besluitvorming die ten grondslag lag aan de voorlichting en
geval vernieuwend, en niet slechts een afge- dienstverlening. Enigszins gechargeerd kun je zeggen: gemeente-
leide van wat anderen al deden. Best practi- Dat veel communicatie-innovaties op internet lijke websites bieden een digitale muurkrant naast een kast met
ces worden dan ook weldra vergeten, new niet werken heeft niet zozeer te maken met producten en diensten en een zwarte doos met besluitvorming (de
practices niet. technologische innovaties, maar met het stra- raadsinformatiesystemen bieden in de meeste gevallen obscure
Als er iets opvalt in gemeentelijke webcom- tegisch communicatiekader van waaruit ze lijsten die voor een leek moeilijk zijn te doorgronden).
municatie, is het de conformistische wijze worden ingezet. Dat is vooral aanbodgericht Met deze driedeling is de eindgebruiker niet echt gediend, omdat
waarop de lokale overheden hun websites en botst met trends als social networking, wi- hij voor het ene soort informatie rechtsaf wordt gestuurd, voor het
Web 2.5
niet werkt Wie (op internet) wil kijken naar de webontwikkelingen voorbij
Web 2.0 kan zich snel inlezen in de informatieproblematiek van
nu en straks. De online consumptie van informatie laat zich soms
Van interactie als effect naar interactie als proces vergelijken met het drinken uit een openstaande brandslang. Het
uitrollen van nog meer of mooiere brandslangen biedt weinig soe-
Column Managementsite, 18 oktober 2010 laas voor dit communicatieprobleem. Velen onder ons lijden al aan
W
informatie-overload. Dus hoe halen we de druk van die brand-
Sexy slang?
e zijn er al helemaal aan gewend, aan Web 2.0. Alle Hoe kunnen we de blik van bestuurders en ontwerpers van soft-
nieuwe media van nu bieden natuurlijk een veel beter en sa- Informatie is niet sexy. Punt. We leven als natie en werelddeel al ware naar inhoud verleggen?
menhangend overzicht van kennis en informatie dan Web 1.0. jaren in de schaduw van het Angelsaksische wereldmodel. In de Voor managers is het kostenaspect altijd een goede invalshoek. Er
Toch? Mm, ik weet dat niet zo zeker. Als er iets mankeert aan communicatie- en marketingcultuur, die we daaruit hebben over- zijn de afgelopen tien jaar veel fte’s gecreëerd voor het managen
de Web 2.0-hausse is het wel de versnippering in contentaanbod genomen, draait alles vooral om sexyness en zichtbaarheid. Scoren van inhoud. Er wordt veel werk gemaakt van informatie. Maar die
die hiervan het gevolg is. Veel 2.0-gedoe is bovendien helemaal met sociale media doe je daarom daar waar dat zichtbaar is, aan de informatie werkt nog steeds niet voor ons! Er wordt nog niet slim
niet interactief. Sterker nog, de randvoorwaarde voor het onder- voorkant. Het kunnen laten zien dat je meedoet met de nieuwste geautomatiseerd. Meer media hebben tot op heden geleid tot een
steunen van digitale interactie ontbreekt. trends is innovatie, ook al leiden veel cosmetische effecten niet tot waaier aan schrijfcursussen, schrijfsystemen, fraaie etalages, maar
Interactie als hoofdbestanddeel van moderne communicatieproces- duurzame verbeteringen. Veel Web 2.0-werk is Etalagewerk 2.0. weinig verbinding daartussen. Elk medium bracht immers zijn
sen staat al een paar jaar in de coulissen van menig project in digi- De marketingeffectiviteit hiervan wordt gemeten in touch points eigen systeem mee, met daarin een eigen inhoudelijke structuur.
tale communicatie en dienstverlening. Maar echt schitteren op het en buzz rates. (Een touch point is een sexy begrip voor communi- Communicatieve verbindingen hiertussen blijven nog geregeld
podium doet het zelden. De term figureert inmiddels wel standaard catiemomentje.) achterwege. Er wordt kortom steeds meer gecommuniceerd, maar
in allerlei communicatie- en beleidsplannen en marketingverhalen Een duurzaam rendement van sociale media is echter iets anders die communicatie raakt steeds meer verzuild door IT-systemen.
over de nieuwste communicatie- en samenwerkingsystemen. Maar dan op korte termijn scoren met effect. Web 2.0 ontwikkelingen Wie vooruit kijkt voorbij de Web-2.0-tools kan zien dat de 3.0-pro-
de praktische uitvoering van interactie komt nog dikwijls neer op blijken – als het cosmetisch effect is uitgewerkt – nog een andere bleemstelling gaat over de samenhang van inhoud. Hoe staat een
grafische interactie en effectbejag in de digitale etalage. kant te hebben. In het informatiemagazijn, aan de achterkant lig- stukje informatie, op internet of intranet, in relatie tot andere con-
Werkelijke interactie 2.0 – digitale sociale interactie – kun je realise- gen inmiddels genoeg kansen om sprongen voorwaarts te maken tent? En hoe kan ik hier effectief mee interacteren?
ren als je mensen op elkaar aan kunt sluiten op basis van datgene door verbetering van digitale (interne) communicatie en dienst- Uiteraard vergt de ontwikkeling van het ‘Semantisch Web’ veel
wat hen samenbrengt: gedeelde interesses, ervaringen, expertises, verlening. Maar die krijgen nog geen aandacht, omdat die aan- technologie. We leven nu eenmaal in de Digitale Revolutie. Maar
idolen, doelen etc. Want mensen interacteren (communiceren) nu dacht (en het budget) al op gaat aan de etalages. het uitgangspunt voor Web 3.0 is fundamenteel anders dan dat
eenmaal met een reden, zoals een onderwerp of thema. Alle on- van Web 2.0. Web 2.0 gaat over de media en het vullen daarvan.
derwerpen bestaan in digitale communicatie als informatie. Met Nog geen sprongen vooruit Web 3.0 gaat over het verbinden van inhoud. Inhoud is en blijft
(meta)informatie kun je zinnige relaties leggen tussen gebruikers bovendien duurzamer dan de systemen waarin die inhoud wordt
en digitale bronnen en tussen gebruikers onderling. Voor sociale Succesvolle dienstverlenende websites zijn ondertussen niet suc- opgeslagen. Da’s zeker relevant in een tijd van bezuinigen.
netwerken is informatie net als water voor een willekeurig irriga- cesvol vanwege taalbeheersing, kleurgebruik, al dan niet scrollen En tot slot blijft inhoud het fundament waar alle digitale sociale
tieproject: cruciaal. of andere aspecten van de etalages. Vraaggestuurde sites zoals interactie op is gebouwd. Wie interactie wil, moet beginnen met
Waarom wordt dan nog maar zo zelden serieus werk gemaakt van Amazon en Funda zijn succesvol vanwege het magazijn achter de werk te maken van de inhoud.
informatie? etalages. Het is dus op zijn minst interessant te constateren dat
De impact van websites op media- meer vraaggerichte content. Waar het in webmanagement – en in
bredere zin in digitale communicatie – om draait is de tijd die het
kost om een online taak te vervullen. Van sommige taken kun je je
en contentproductie bovendien voorstellen dat het snel vervullen ervan zeer relevant is
voor het optimaliseren van conversierates, het bewaken of terug-
dringen van kosten of het verbeteren van de productiviteit. Denk
Van staart naar kop maar aan taakgedreven bezoekers op intranet. De meeste intranet-
ten tonen ondertussen erg veel staart en weinig kop, omdat ze nog
Column Managementsite, 31 oktober 2010 morgens inlogt in zijn organisatie, en iedereen die wel eens landt gericht zijn op beleving en emotie, en pas daarna op (samen) wer-
W
op een website. Binnen de context van bezuinigen en optimalise- ken.
ren biedt het boek interessante inzichten voor managers. McGovern laat zien hoe op navigatieniveau veel symptomen kun-
ie nu wil bezuiningen kan ingrijpen in web- en con- nen worden bestreden door zorgvuldig na te gaan welke termen
tentmanagement, zo leert de evidence based analyse van intra- Digitaal rapport – carewords – passen bij de klant. Als bij het opzetten van websites
net goeroe Gerry McGovern. Maar liefst 60% van de content wordt aangesloten op taken in plaats van op content maakt dat
op intranetten (en internetsites) voorziet in slechts 20% van de Wat bij de opdrachtgevers voor websites, communicatie- en web- veel verschil, zo legt McGovern haarfijn uit.
vraag, terwijl 5% van de content in 25% van de vraag voorziet. managers, geregeld ontbreekt in de aanloop naar een nieuwe site
Daar tussenin bevindt zich het blok van 35% content dat in 55% is een duidelijk klantperspectief. Dit is niet hetzelfde
van de vraag voorziet. De kop, staart en body van corporate con- als een vraaggerichte houding, het zich met content
tent verschillen aantoonbaar in relevantie voor de gebruiker. Dit richten op mogelijke vragen, die juist alomtegen-
komt omdat gebruikers anders naar media en content kijken dan woordig is in communicatiemanagement. Klantper-
media- en contentmanagers. McGovern: “The worst possible spectief is eerder het tegendeel. Het houdt in dat je je
way to design a website is to have five smart people in a room als aanbieder kunt verplaatsen in de behoeften van
drinking lattes discussing branding”. de klant. Dat je een website kunt bekijken door de
ogen van de gebruiker. Dit vereist een zekere mate
New Thinking van empathisch vermogen.
Websitebezoekers klikken links aan, omdat de la-
Onlangs verscheen het boek The Stranger’s Long Neck van Gerry bels van die links (de woorden die als link worden
McGovern. Al jaren ontvang ik op zondag zijn wekelijkse nieuws- getoond) lijken te passen bij het doel van het site-
brief New Thinking. Wat daarin door de jaren heen voorbij is bezoek. Lijken te passen, want de praktijk toont
gekomen heeft hij nu uitgewerkt en vastgelegd in een boek. Dat aan dat veel navigatielabels die op websites wor-
werd tijd. The Long Neck bevat veel “oja, zó zat het” passages, dit- den aangeboden, de zogenoemde “customer care-
maal geflankeerd door schema’s, tabellen en illustraties (die in zijn words” niet passen bij de taak van de klant. Dit feit
nieuwsbrieven structureel ontbreken). Een must read voor elke se- (dat McGovern statistisch onderbouwt) duidt op een
rieuze professional in digitale communicatie. En welke manager in gebrek aan rapport met die klant. En dit komt door-
de digitale organisatie is dat tegenwoordig niet? dat websites meer emotiegedreven zijn vanuit een behoefte aan Long Neck (Kop): grofweg 5% van de content voorziet in 25% van
De hoofdboodschap van McGovern overstijgt in ieder geval de bijvoorbeeld branding, dan dat ze het de gebruiker zo gemakke- de vraag. Body: grofweg 35% van de content voorziet in 55% van
de vraag Long Tail (Staart): grofweg 60% van de content voorziet in
grenzen van communicatie- en webmanagement. The Stranger’s lijk mogelijk willen maken bij het volbrengen van een taak. En elk
20% van de vraag.
Long Neck gaat over hoe (ineffectief) we eigenlijk omgaan met webbezoek impliceert een taak.
websites en content. Redelijk tot erg inefficiënt volgens McGovern. (Bron: Gerry McGovern, The Stranger’s Long Neck, blz. 11)
En dat kost geld. Anno 2010 raakt dit onderwerp iedereen die ‘s
Oude Wijn 2.0 of Nieuwe Wijn 1.0? aanleiding van publicaties op Wikileaks. Betekenis laat zich steeds
moeilijker inbranden in de (passieve) hoofden van ontvangers,
consumenten, medewerkers en doelgroepen. En dit geeft een flin-
ke zwengel aan het proces van beeldvorming, met als gevolg de
Hoe herken je Oude Communicatie 2.0? verwarring hierover bij professionele beeldvormers.
H
delenniveau.
Hier hebben we gelijk een belangrijk aspect aan Oude
et is niet vreemd dat we bij nieuwe uitdagingen terug- communicatie 2.0 te pakken. Nieuwe communicatiemo-
grijpen op zienswijzen die we al kennen. Het is tegelijk de vraag gelijkheden worden qua doelstelling en gebruik nog ge-
of oude inzichten adequate antwoorden geven op innovatieve, rangschikt onder traditionele media in de middelenmix.
nieuwe vragen. Kiezen we in communicatiebeleid bijvoorbeeld Sociale media worden daarbij slechts beschouwd als
voor oude zienswijzen die zijn ge-airbrushed? Of kiezen we nieuwe middelen, gelijk alle oude middelen. Klaar om te
voor nieuwe zienswijzen? Kiezen we voor Oude wijn 2.0, of worden gevuld met persuasieve inhoud in dienst van de
Nieuwe wijn 1.0? reputatie. Nieuwe communicatiemogelijkheden worden
op beleidsniveau nog dagelijks terug geschaald tot nieu-
Oude wijn 2.0 in Communicatie we zendmogelijkheden. Deze down scaling komt het
meest kernachtig terug in het communicatie 2.0-credo
Er is de laatste vijf jaar veel tijd, energie en geld geïnvesteerd in “Iedereen is zender” (schrijver, journalist, contentprodu-
Oude wijn 2.0. Dit komt neer op het gebruik maken van nieuwe cent).
technologie voor het doen van oude dingen. Zeg maar business In een tijd van crisis, bezuinigen en accountability – en
as usual 2.0. In communicatie komt dit veel voor. Innovatieve ini- zo aan het begin van het nieuwe jaar – zijn er kritische
tiatieven zien er vaak mooi uit, maar vormen nog steeds vehikels vragen te stellen bij de wijze waarop organisaties hun communi- Sociale media blijken minder effectief zendkanaal voor reclame-
voor communicatieactiviteiten uit de vorige eeuw. Wat we dage- catie laten meebewegen met de digitalisering. Blijven we dat doen boodschappen. Aan luisteren naar klanten werd in 2009 nog niet
gedacht(!). (Adformatie 2010-34)
lijks zien is dat nieuwe communicatiemogelijkheden (die sociale volgens oude inzichten, of willen we wat met nieuwe inzichten?
netwerken ons bieden) worden geduid als mediamogelijkheden. Hieronder stip ik drie belangrijke, en goed te herkennen, hoofd-
Discussies binnen de communicatiebranche gaan voortdurend symptomen aan van oud communicatiedenken, Oude wijn 2.0. 2. Meer media zijn beter
over de media, de middelen. Voor traditionele zenders, zoals ver-
kopers, journalisten en voorlichters vormen de nieuwe media de 1. Aanbodgericht en zendergedreven in dienst van de Een aspect van beeldvorming is het korte termijn-denken dat hier-
uitdaging: de media zelf zijn de verandering. beeldvorming in besloten ligt. Scoren doe je immers z.s.m., en niet later. (En hoe
vaak worden we niet aangemoedigd te scoren met social media
Hoe herken je Oude communicatie 2.0? Ook al dwingen ontwikkelingen op het web steeds meer transpa- of met SEO?) Dat is interessant in een tijdvak waarin ook wordt
rantie en interactie af, de sturing op die transparantie is in Oude opgeroepen tot duurzaamheid en veranderen. Scoren op korte ter-
Nog van de week werd op LinkedIn de suggestie gedaan ambte- communicatie 2.0 en traditioneel communicatiemanagement nog mijn is beeldvorming. Veranderen is iets anders.
naren op Twitterles te sturen. “De communicatie vanuit overheids- gericht op het beheersen en kleuren ervan. Een uitgangspunt Twee – langere termijn – consequenties van de focus op beeldvor-
organisaties via websites, brochures en sociale media speelt een daarbij is dat organisaties zelf (het effect van) hun reputatie be- ming zijn; 1) de versnippering van het communicatielandschap; en
belangrijke rol bij de beeldvorming en perceptie van de burger,” palen, met afdelingen Communicatie als loods aan het mediaroer. 2) een groeiend gevoel van informatie-overload bij gebruikers van
zo luidde de onderbouwing. digitale media en gereedschappen.
Informatiestructuren
H
Communicatieprofessionals en hun aanpak Veel campagnes werken averechts
et kernprobleem dat eigenlijk al sinds de lancering van Een centraal issue in de communicatiepraktijk is de methodolo- Vanuit een psychologische invalshoek zijn veel (overheids)cam-
‘het communicatievak’ drukt op de branche is: hoe werkt het vak gische aanpak van communicatieprofessionals. Dit is vaak geen pagnes ineffectief, omdat ze bijvoorbeeld communiceren wat men-
nou eigenlijk? Communicatieadviseurs spannen zich weliswaar aanpak, maar een verzameling specifieke successen, die te boek sen niet moeten doen, in plaats van wat ze wel moeten doen. Veel
met de beste bedoelingen in, maar het is dikwijls onduidelijk staan als best practices. Deze ‘goedevoorbeeldencultuur’, die bin- campagnes zijn vermijdend in plaats van benaderend, ze gaan
wat het rendement is van al die inspanningen. Nu de broekriem nen de communicatiebranche breed wordt gedragen, biedt geen meer over ‘niet oversteken’ dan over ‘aan deze kant blijven’. Veel
her en der moet worden aangetrokken, klinkt de bovenstaande gedegen basis voor beleid. Ook al gaat deze daar wel voor door. campagnes werken daarom zelfs averechts, in de zin dat ze het on-
vraag steeds vaker en dwingender. In dit artikel een analyse en Uit het spoor van best practices dat inmiddels is getrokken, val- gewenste gedrag bevorderen. Pol illustreert dit verschijnsel aan de
een synthese van deze probleemstelling. len immers geen controleerbare en herhaalbare communicatiever- hand van de ‘Korte lontjes-overheidscampagne’, een campagne te-
schijnselen of -dynamieken te destilleren. Elk goed voorbeeld staat gen te snel agressief worden. Hierin zien we in een commercial een
Vrijdag 17 september 2010 hield de Utrechtse Communicatiekring min of meer op zichzelf en is eerder een incident in een specifieke verkeersopstopping, die leidt tot een uit de hand lopend straatcon-
haar eerste nazomercongres. Het thema was gelijk een aardige bin- context dan een algemeen geldende structuur. flict. Terwijl juist de bedoeling is dat mensen na het ontvangen van
nenkomer: waar staat het communicatievak over pakweg 10 jaar? de boodschap voortaan niet in gevecht gaan met elkaar!
Wat is het beeld van de toekomst? De aftrap werd verzorgd door Veel begrippen in communicatie zijn regelmatig modebegrippen. En wat te denken van de ‘Aardige mensen-campagne’, waarin on-
de eerdaags afzwaaiende lector overheidscommunicatie aan de Dit zien we in digitale communicatie op dit moment het sterkst. der andere een omaatje koekjes uitdeelt aan de vuilnismannen, die
Hogeschool Utrecht, Bert Pol. Hij schetste in zijn toespraak boven- Ze komen en ze gaan. Denk aan wat ooit ‘missie’ heette (en thans dat koekje vervolgens achter haar rug om weggooien?
staande kernprobleem: hoe werkt het vak nu eigenlijk? kern- of merkwaarden), interne communicatie (nu soms verengelst Dit verschijnsel zie je overigens ook buiten overheidscampag-
tot internal branding) of ‘sociaal intranet’ (waarvan onduidelijk is nes. Hufterig gedrag wordt vaker getoond dan sociaal gedrag. Dit
Drie voorbeelden van spots die het ongewenste gedrag laten zien.
A
den en normen. In veranderingsprocessen maakt bijvoorbeeld
Thijs Homan (masterclass bij de HAN, januari 2010) in die context De golf van communicatie-innovaties wordt binnen de Neder-
onderscheid tussen ‘on stage’- en ‘off stage’-communicatie en -ge- ls je kijkt naar alle digitale veranderingen om ons heen landse communicatiebranche overwegend beleefd als welkome
drag. Mensen geven formeel hun intentie voor gedrag aan, maar en de manier waarop die binnen de communicatiebranche wor- uitbreiding van de middelenmix, op het niveau van communica-
gaan vervolgens informeel gewoon over tot de orde van de dag. den geïntegreerd in innovatie en professionalisering, zie je nog tiemedia. En niet op het niveau van de gevolgen die deze commu-
De gedragsintentie wordt door een campagne dan misschien beïn- weinig bewegen in het communicatiedenken. Een vergelijking nicatiemedia hebben op het communicatievakgebied. Ik kwam tot
vloed (men meet dit door mensen bijvoorbeeld te vragen of ze op van de Nederlandse definitie van ‘social media’ met de definitie deze conclusie toen ik in de voorbereiding voor een spreekbeurt
basis van de boodschap van plan zijn hun gedrag te veranderen), in een aantal andere talen geeft stof tot nadenken als het gaat om op Wikipedia de omschrijving van sociale media er eens bij haalde.
maar er verandert niets aan het werkelijke gedrag. 70% van de ver- de status van het vakgebied communicatie. We zijn er inmiddels misschien aan gewend dat alle sociale me-
anderingsprocessen mislukt dan ook. Hoe zal dat percentage lig- dia op dezelfde hoop worden gegooid, ongeacht wat het me-
gen bij maatschappelijke veranderingsprocessen? Web 2.0-hype dium doet of niet. De beroepsgroep is onduidelijk in het hante-
Voor een beroepsgroep die de pretentie heeft gedrag te kunnen ren van begrippen en definities (een andere kritiek die overigens
beïnvloeden, zijn dit somber stemmende statistieken. Blijkbaar is De Web 2.0-hype, die al minstens 5 jaar stand houdt, heeft mis- ook door mensen zoals Bert Pol wordt gedeeld). Zo is het door-
communicatie niet goed aangesloten op de veranderingsprocessen schien een beeld gecreëerd van een beroepsgroep die snel innoveert gaans onduidelijk of een communicatieadviseur nu adviseert over
die ze beoogt te begeleiden. Dit is trouwens een klacht die commu- en meebeweegt met de digitale ontwikkelingen in communicatie, communicatie(processen), of content schrijft. Ik was dus benieuwd
nicatiemensen zelf vaak hebben; ze worden niet op tijd aangehaakt die ons tijdvak zo kenmerken. Zo wordt al jaren de loftrompet ge- hoe de impact van al die sociale media nu precies stond beschre-
bij strategisch beleid en besluitvorming. Maar hun verhaal om wel stoken met blogs, podcasts en dergelijke, en zagen we in 2010 het ven. Want innovatie gaat over structurele impact, meer dan over
eerder bij campagnes te worden betrokken, mist vaak een eendui- enthousiasme zich verleggen naar Twitter, Yammer en Facebook. cosmetisch effect.
dige onderbouwing. Maar dat beeld is erg oppervlakkig. Over de dieperliggende conse-
quenties van sociale media op onze manieren van communiceren Op de Nederlandse editie van Wikipedia (NL) staat de volgende
Uitdaging – en de veranderingen die dit weer met zich meebrengt voor de omschrijving van sociale media:
communicatiebranche – lees je daarom niets tot bitter weinig. Dat Social media is de, ook in het Nederlandse taal-
De uitdaging voor de communicatiebranche is volgens Bert Pol het wil zeggen: datgene wat we lezen over de gevolgen van sociale gebied gangbare, Engelse benaming voor online
kunnen aantonen dat communicatie-inspanningen iets opleveren. media houdt nog steeds vast aan papieren waarden en normen. platformen waar de gebruikers, met geen of wei-
Accountability – het begrip dat in deze context meestal valt – be- Deze komen het mooist tot uiting in de overtuiging dat op het so- nig tussenkomst van een professionele redactie,
treft echter niet alleen het geld dat communicatie kost (in verhou- ciale web ‘iedereen nu zender’ is. Dit lees je veel. Hiermee wordt de inhoud verzorgen. Onder de noemer social me-
ding tot de baten die ermee worden gerealiseerd). Accountability impliciet een flinke rem gezet op innovatie en ontwikkeling bin- dia worden onder andere weblogs, fora, sociale netwerken als Hyves,
is volgens Pol vooral het kunnen uitleggen waarom je bepaalde nen de communicatiebranche. Facebook en LinkedIn en diensten als Twitter geschaard.
activiteiten en/of middelen inzet in de communicatie. Juist die Dit is een beschrijving waar zo op het oog niet zo veel mis mee is.
vraag blijft op dit moment vaak onbeantwoord, als er in het kader Tenminste als je wilt lezen dat Hyves en Facebook behoren tot so-
van campagnes al voor het wat, het middel of medium, is gekozen. ciale media en dat je voor publiceren misschien geen professionele
Communicatie: Gebruikers mijden ondertussen al jaren heel veel content die voor
hen op deze manier is klaar gezet (en vaak bij het eerstvolgende
redesigntraject weer kan worden doorgespoeld). Blijkbaar komen
van persona naar persoonlijk ze voor iets anders.
I
aan de poort onmiddellijk verzuilde communicatiestructuren op. Elk webbezoek impliceert het willen volbrengen van een taak. De
Zijn persona’s en doelgroepen relevant voor de gebruiker? digitale etalage van de aanbieder, de homepage, kan content be-
n onze tijd van Twitter, Wikipedia en WordPress zal niemand vatten die binnen de context van die taak relevant en uitnodigend
meer ontkennen dat communicatiemanagement meer is dan het is. Is er nergens een relevante inhoudelijke link tussen het aanbod
managen van het effect van communicatieboodschappen op en het doel, dan surft de bezoeker verder en heeft de site geen nut
doelgroepen. Toch is juist in Communicatie dit laatste nog vaak bij het realiseren van zijn doel. Is de relatie wel gelegd, dan moet
leidend in beleid, ook bij het inrichten van digitale communi- de bezoeker, net als in een winkel, eenvoudig zijn weg kunnen vin-
catie. den naar zijn doel, het verrichten van een taak, het doen van een
transactie of het regelen van iets. Binnen die context zoekt de be-
In interne communicatie creëert dit meer problemen dan oplos- zoeker zijn informatie. Die informatie is – let wel – ondergeschikt
singen, en ook daarbuiten leveren strategieën rond doelgroepen aan het doel, de specifieke vraag binnen een specifieke context.
veelal verzuilde verticale structuren op, die meer uitgaan van de
aanbieders dan van de bezoekers. Bovendien levert de conventi- Web als winkel of web als wikkel?
onele insteek voor digitale communicatie, vraaggerichtheid, veel
meer content op dan nodig is. En dus veel meer werk. En meer Nu is de vergelijking tussen website en winkel een andere dan die
kosten. Content managers zouden zich minder kunnen richten op Doelgroepen op de site van ING tussen website en magazine of mooie wikkel. Bij winkelbezoek is
vermeende vragen, en zich wat meer kunnen laten sturen door informatie dienend aan het kunnen vinden van of het zich kunnen
vragers. “Een persona is een archetype van een gebruiker, ofwel een karak- oriënteren op bijvoorbeeld een product. In een magazine en in an-
terisering van een bepaald type van gebruiker.” Een indeling naar dere media is de content het product. In veel traditionele commu-
Wat houdt vraaggerichte digitale communicatie doelgroep of persona is voor de gebruiker lang niet altijd relevant, nicatieconcepten is content daarom leidend. Online zie je dan ook
eigenlijk in? of ondersteunend bij een zoekvraag. Dat is niet zo vreemd als je je vaak dat de belangen van contentproducent en sitebezoeker uiteen
bedenkt dat de gebruiker geen enkele zeggenschap heeft in hoe hij lopen. De vrager wil effectief zijn doel bereiken en zoekt hiervoor
De basisaanname in vraaggerichte communicatie is dat de content- of zij wordt uitgesplitst naar doelgroep of persona. Hem of haar relevante ingangen en gereedschappen. De contentproducent zet
producent, aanbieder, schrijver of publicist van tevoren weet wat wordt immers niets gevraagd! Dit zie je ook terug in het aanbod de site in als drager van boodschappen over de reputatie en wil dat
de vraag is van een sitebezoeker. Dat is ofwel heel knap óf onwaar- aan navigatielabels, dat heel vaak niet aansluit op de vraag van de de bezoeker zijn content leest. (Veel communicatieklachten, zoals
schijnlijk. Een beetje zakelijke website trekt tegenwoordig heel klant. “mijn pagina wordt niet gelezen” hebben betrekking op de eigen
veel bezoekers. Het kennen van de vraag van al die bezoekers is Het hanteren (en communiceren) van doelgroepen in een interac- content. Bezoekersklachten, zoals “waarom kan ik informatie niet
een onmogelijke opgave. In marketing- en corporate communica- tieve context plaatst een deel van de deelnemers aan de interactie vinden?“ hebben ondertussen betrekking op digitale dienstverle-
tie wordt om die reden gewerkt met doelgroepen, groepen mensen impliciet in een passieve, ontvangende rol. Content wordt hen met ning.)
waarop boodschappen zijn gericht. We kennen vast allemaal wel de trechter toegediend (veel vraaggerichte modellen hebben een
het verschijnsel dat we op websites van banken en gemeenten aan trechtervorm). Het zo in hokjes plaatsen van gebruikers is een acti-
In digitale interne communicatie leveren doelgroepen een nog gro- Sociale praktijk
ter issue op dan op internet. Want in interne communicatie staat
– gelukkig steeds vaker – de dialoog centraal. De hierin besloten Het in hokjes plaatsen van gelijken staat bovendien haaks op de
interactie kan niet tot zijn recht komen in een traditionele zender- ‘sociale’ webpraktijk van vandaag, waarin we als “peers” de inter-
doelgroep-opstelling. Wie interactie wil overbrengen kan natuur- actie met elkaar aangaan. Doelgroepzuilen liggen in het verlengde
lijk doelgroepen hierover informeren. Het aangaan van interactie van de 1.0-zendbehoefte van contentproducenten, niet in het ver-
echter vergt deelnemers. lengde van de 2.0-gebruikersbehoefte. Het levert veel content op,
Ook content die omgaat in interactieprocessen (denk even web die langs starre, trechtervormige structuren wordt aangeboden,
2.0) is natuurlijk andersoortige content dan de content die vanuit die niet voor alle gebruikers werken.
een vraaggerichte strategie wordt voorbereid. Alleen al doordat de
Van contentwerk naar waarop te kiezen in een site die met functionaliteit wordt onder-
steund, gaat echter dieper dan het slechts labelen van die keuzeo-
pties met de juiste ‘carewords’.
werkende content In de media kunnen we voortdurend lezen en leren over sociale
media, waarin we als gebruikers, crowd en prosumers allemaal
aan het stuur kunnen en mogen zitten. Dus geef die gebruikers
dan ook een stuur in het communicatievehikel dat wordt aange-
boden. Geef de gebruiker functionaliteit. Wie mensen digitaal met
Frankwatching, 8 november 2010 Handelingsperspectief elkaar of met informatie wil laten interacteren, maakt werk van
Dit artikel volgt op Communicatie: Van persona naar persoonlijk communicatieve functionaliteit. Functionaliteit is open, transpa-
I
Dit kun je op twee manieren uitleggen. Een handelingsperspec- rant. Functionaliteit ondersteunt iedereen – ongeacht de zuil waar
tief dient voor de gebruiker (visueel) herkenbaar te zijn. Anders je als gebruiker bent ingedeeld – bij het interacteren met informatie
n digitale communicatie treffen we nog vaak een spannings- worden hyperlinks niet aangeklikt. De gebruikte woorden in het en andere gebruikers. Open (d.w.z. niet door silo’s gehinderde) in-
veld aan tussen de wensen van de klant en de behoefte van de navigatieaanbod dienen uiteraard zo goed mogelijk aan te sluiten teractie levert vaak nieuwe perspectieven (nieuwe verbanden) op.
aanbieder. In vraaggerichte communicatiemodellen gaat nog op de (woordkeuze binnen de) context van de gebruiker, de zoge- 
veel tijd, energie en geld zitten in het voorbereiden en produce- noemde ‘customer carewords’. Veel toepassingen die op dit moment te boek staan als ‘media’,
ren van content in dienst van de reputatie of het merk. Veruit de zoals blogs, zijn in essentie (een verzameling) functionaliteit(en).
meeste activiteiten in communicatie richten zich hier op. Alleen worden functionaliteiten in de mediatraditie nog vaak be-
schouwd als nieuwe, separate media die kunnen worden toege-
Wat is de gebruikersbehoefte? voegd aan de middelenmix. Dit zie je goed aan de bosjes blogs
die naast de stammen van corporate websites zijn opgekomen, in
De vraag is of bezoekers primair naar een website navigeren voor plaats van dat de blog-specifieke functionaliteit op een gebruiks-
die reputatie of dat merk. Web 2.0-gedrag en de 7 principes van vriendelijke manier wordt geïntegreerd in bestaande functionali-
sociale netwerken uit 2007 (www.nowisgone.com bestaat inmid- teit (zoals het in de hele website integreren van de ‘blogfunctiona-
dels niet meer) laten al jaren iets anders zien. Nu is natuurlijk een liteit’ reageer). Dergelijke integratie wordt overigens wel de trend.
corporate site geen sociaal netwerk. Maar binnen het gremium aan
online communicatiemogelijkheden van nu wordt het wel steeds Wat is de impact van digitale gereedschappen?
belangrijker een adequaat aanbod te doen. Hierin tekent zich de
verschuiving af van persona naar persoonlijk, van vraaggericht In digitale interactieve communicatieprocessen draait het steeds
naar vraaggestuurd. meer om het aanreiken van gereedschappen. Hier zien we een
Op internet en intranet draait het ten eerste om toegankelijke, re- interessante verschuiving. 10 jaar geleden waren de innovatieve
levante en nuttige informatie waar de gebruiker op een prettige gereedschappen in communicatie vooral gericht op het kunnen
manier mee kan interacteren, en ten tweede om het kunnen aan- produceren en online krijgen van content. De tools van vandaag
gaan van digitale sociale interactie met anderen (de omgekeerde dienen steeds meer het vinden en delen van informatie en het aan-
volgorde geldt net zo). Het proces van interacteren (met mensen gaan van interactie. Google heeft geen doelgroep nodig! Amazon
en informatiebronnen), vraagt om een andere insteek van web- evenmin. En wat te denken van Facebook? Deze websites draaien
siteontwikkeling, contentstrategie en content management dan niet meer om de traditionele boodschap, of zendbehoefte. Deze
de conventionele vraaggerichte en zendergedreven manieren. Het Multidimensionale manier waarop gebruikers met websites kunnen sites – en vele andere sites van dit moment – zijn vormen van di-
kernbegrip hierbij is handelingsperspectief. interacteren. De gebruikers geven zelf kleur aan de informatie die ze gitale ondersteuning. Ze ondersteunen een proces (zoeken, kopen,
vinden.
Wat als sociale media in de tweede helft van de vorige eeuw wel geclaimed en daarna
afgeschermd voor mensen buiten de beroepsgroep. Het maken,
beheren en vullen van media was de kerntaak van de communica-
telefoons zouden zijn? tie-, marketing- en mediabranche. Die media dienden als dragers
van informatie. En zo kennen we ze ook nog. Kranten, bladen, cus-
tomer media, personeelsbladen en zo verder zijn klassieke dragers
van (gezonden) informatie.
Frankwatching, 9 december 2010 verlies met zich meebrengt. En sociale media brengen dat gevoel
V
mee voor diegenen die gewend waren ‘de’ communicatie te con-
troleren. Dit speelt niet alleen specifiek binnen de communica-
eel, heel veel artikelen die wekelijks (ook op deze site) tiebranche, maar in veel bedrijfstakken in media (When the
verschijnen over sociale media, en discussies die hierover wor- winds of change blow some build walls others build wind-
den gevoerd op bijvoorbeeld LinkedIn, gaan over media. Hier- mills).
bij zijn de hoofdvragen “wat zijn het?”, “hoe zien ze eruit?”,
“wat doen ze?” en “hoe kun je ze inzetten?”. Het niveau waarop Schrijven voor de BlackBerry
de innovaties in communicatie van nu worden aangevlogen ligt
nog vaak op dat van de media zelf. Of het nu gaat om twitteren Het is een interessant fenomeen dat we geen
vanuit je project of bloggen naast de corporate site, de aandacht cursussen ‘twitteren op de iPhone’ hebben, of
is overwegend gericht op het middel (de media) en het effect ‘schrijven voor de BlackBerry’. We hebben wel
(dat) daarvan (wordt verwacht). Veel minder wordt gekeken naar cursussen ‘schrijven voor intranet’, ‘twitteren’
de processen die nieuwe technologieën faciliteren. enzovoort. Dat is en blijft curieus. Wat maakt
een ‘medium’, zoals Twitter, iets waar je se-
Wat zou er gebeuren als we de woorden “sociale media” zouden minars over kunt volgen en allerlei goeroe’s
vervangen door “telefoons”? Dan krijgen actuele vragen over soci- voor kunt laten aanrukken die jou gaan ver-
ale media een heel ander karakter, en sorteren ze een ander effect: tellen hoe je hiermee kunt scoren? En hoe
• Moeten we telefoneren vanuit een project? komt het dat er geen aanbod is van cur-
• Kun je telefoons inzetten bij een interne organisatieontwikke- sussen en webinars voor het nieuwste
ling? Google toestel? Het is maar een vraag.
• Kan ik met de telefoon meer doelgroepen bereiken? Mijn hypothese: het antwoord heeft
• Moeten we telefoons op de werkplek verbieden ja of nee? te maken met het traditionele be-
grip media, waarop professio-
Geschiedenis herhaalt zich nele eigenaren tot voor kort
het alleenrecht hadden,
De geschiedenis van de late jaren negentig in de vorige eeuw lijkt en met de innovaties
zich soms te herhalen. Zo sprak ik laatst een collega ZZP’er wiens van communicatiege-
opdrachtgever inderdaad de vraag had geopperd, “moeten we het reedschappen, die we
onze mensen verbieden een LinkedIn profiel bij te houden?” Tij- inmiddels allemaal
dens de opkomst van internet werd deze vraag geregeld gesteld bezitten. Media en ge-
als “moeten we internet op de werkplek verbieden, ja of nee?” reedschappen worden als begrippen slecht uit elkaar gehouden.
Innoveren is soms als stroop als de verandering een gevoel van Dit blijkt keer op keer in gesprekken over sociale media. Hierdoor
Werkstukken nen voor de digitale etalages. Maar die helpen niets als de ruit stuk
is. En de communicatieruit is op traditioneel mediagebied stuk,
sinds het sociale web als een steen door de etalageruit van de com-
municatiebranche is gegooid. Het gaat in digitale communicatie-
Frankwatching,11 december 2010 worden gelezen dat op de lagere school taal in de formele con- processen van nu om de logistiek achter de etalage.
Dit artikel verscheen eerder in een kortere versie op managementsite text (een dictee) heel anders wordt gewaardeerd en beoordeeld Websites zijn net als winkels (zie bijvoorbeeld Don’t let me think!
V
dan taal in een informele context (een willekeurig werkstuk). En van Steve Krug). En achter de winkels bevindt zich ook nog het
daarmee valt een leuk bruggetje te slaan naar ontwikkelingen op magazijn. Etalages zijn natuurlijk leuk, maar in onze tijd met kern-
erandering is één van de meest opvallende constanten in internet en intranet. Want daar zien we een gelijksoortige dyna- waarden zoals “transparantie” en “open” kijken we daar natuur-
ons tijdvak. Veel van de veranderingen, waar we als samenle- miek, die herkenbaar is voor diegenen die wel eens een informele lijk dwars doorheen; het draait om de wereld achter die etalages.
ving, organisatie en individu mee te maken hebben, gaan over discussie op LinkedIn doorbladeren (en waarin het wemelt van de Communicatieactiviteiten dienen zich daarom meer te richten op
communicatie. De enorme democratiseringsslag die hierin nu taalfouten). de inhoudelijke ordening, in het magazijn.
wordt gemaakt, heeft directe implicaties voor een branche waar- De groei van digitale folderplaats naar omgeving voor sociale
van het bestaansrecht nog dagelijks wordt gelegitimeerd met de interactie brengt veel uitdagingen met zich mee voor de commu-
gedachte dat communicatieprofessionals en -afdelingen eige- nicatiebranche. (En niet alleen voor deze branche trouwens – de
naar zijn van ‘de’ communicatie. Dit was misschien 10 jaar ge- veranderingen raken ons natuurlijk allemaal.)
leden nog zo, maar alle ontwikkelingen onder de sociale media-
vlag wijzen natuurlijk in een andere richting. Eigenaarschap Van product naar proces
heeft betrekking op producten, niet op processen. En sociale
interactie is geen product. Op internet verschuift de nadruk van communicatie als product
naar communiceren als proces. En dat proces is, met de gereed-
Formeel en informeel Werkplek voor Willekeurige Werkstukken schappen die iedereen nu onder de muisknop heeft, niet meer te
beheersen, zoals conventionele communicatieproducten met com-
Laatst vertelde een studievriendin van me, moeder van twee, dat Het World Wide Web is sinds het begin van deze eeuw gegroeid municatiemanagement konden en kunnen worden beheerst.
correcte spelling op de lagere school (waar haar kids op zitten) al- van een gesloten formele reclame- en voorlichtingszuil naar een Op intranet is deze sociale verschuiving al wat langer zichtbaar en
leen wordt getoetst bij een dictee. Toen zij haar zoontje thuis laatst open omgeving voor interactie. De Werkplek voor Willekeurige voelbaar. Hier zijn de afgelopen tien jaar tal van redactiestatuten,
wees op een schrijffout in een werkstukje was het antwoord “dat Werkstukken (WWW) is inmiddels iets heel anders dan een con- redactieraden en redactiecursussen op losgelaten. Maar die redac-
is niet erg mam, het is geen dictee” (met een blik van “Duh!”). Als ventioneel medium, zoals internet aan het begin van de eeuw nog ties hoorden bij traditionele communicatiemedia (producten), ter-
leerlingen in andere werkstukjes (buiten een dictee) fouten maken, vaak werd beschouwd. Het web is de werkplek. De media-uitin- wijl medewerkers op intranet gewoon met elkaar wilden en willen
worden die niet gemarkeerd of gecorrigeerd. Voor mijn generatie gen zoals YouTube filmpjes, blogs, podcasts, tweets etc. zijn de interacteren (processen). Deze behoefte van medewerkers is im-
(veertigers) is dat nogal schokkend. Misschien heeft dit met leeftijd werkstukken. En gericht, zoals traditionele media zijn gericht op mers niet ingegeven door Web 2.0-technologie; ze is menselijk.
te maken. Anders dan leraren van nu denken ik, mijn studievrien- doelgroepen, zijn die werkstukken inmiddels niet meer. Ze zijn ta- Productgedreven communicatiebeleid ondergraaft in zekere
din en velen met mij nog dat een taalfout een taalfout is, dictee of melijk willekeurig, net zoals de inhoud. Dat is de charme waaraan zin de mogelijkheden voor interactie tussen medewerkers, zo
geen dictee. Maar dit is misschien 1.0 gedacht. de sociale digitale werkplek haar populariteit dankt: de willekeur leren veel intranetgeschiedenissen. Redacties en schrijfcursus-
Aan de andere kant kan uit deze kleine geschiedenis ook de les en diversiteit. sen wierpen in het recente verleden immers drempels op voor
Interactie heeft de toekomst dig eigenlijk niet meer zoveel. Want de vraag is dan onmiddellijk:
“Wat voor soort interactie? Wat bedoel je?”
Je voelt ‘m al aankomen. Iets tonen is niet hetzelfde als iets aan-
gaan. In een interactieve setting, laten we zeggen een website,
Bouwen aan reputatie in het post-2.0 tijdperk vormt de ervaring van de gebruiker een steeds zwaarder wegend
aspect in de beeldvorming bij die gebruiker. Online gaat het aller-
eerst om wat je als aanbieder doet (voor die gebruiker). Dit staat
Frankwatching, 1 februari 2011 Transparantie houdt in dat zichtbaar wordt hoe een organisatie haaks op de volgorde van weleer, toen de lokroep van de produ-
W
werkt of te werk gaat. En dat hij of zij kan toetsen of dit gedrag cent het beeld bij de consument bepaalde, en er dikwijls helemaal
congruent is aan de reputatie. Daarbij wordt dwars door de eta- geen interactie mogelijk was; in ieder geval geen digitale interactie
ebsites worden binnen de zakelijke dienstverlening lage heen gekeken naar de wereld daarachter. De kijker kan zich zoals we die nu online kennen.
nog vaak beschouwd als een digitale etalage voor merk en af- zo zelf een beeld vormen van die organisatie. Waar beeldvorming Ooit stoelden reputaties op de kwaliteit van een product of dienst.
zender. Anno 2011 heeft de beroepsgroep van communicatie- plaatsvindt, gebeurt er ook iets in de reputatiebeleving. Dat is natuurlijk nog steeds een belangrijk fundament voor een
en marketingadvies het echter over transparant, interactief en Transparantie als maatschappelijk verschijnsel heeft impact op de merk. Tegen het eind van de vorige eeuw zijn merken echter een
klantgericht zijn bij het opzetten van websites. Maar wie kijkt reputatie. En vooral op wie daarin leidend voorwerp is en wie lij- eigen leven gaan leiden. In het managen van die merken werd
naar zakelijke websites van nu ziet dat het aanbod van interactie dend voorwerp. PR- en communicatiemanagers, die vroeger het (het appelleren aan) emotie een centraal onderdeel. Want op het
en klantgerichtheid zich nog overwegend ophoudt op het niveau leidend voorwerp waren, hebben nu soms zichtbaar te lijden van niveau van producten zijn kwaliteitsverschillen verwaarloosbaar
van de etalage. Veel reputatiegedreven beleid borduurt voort op de transparantie. Tegen een actie als Van ‘t Hek valt namelijk wei- als doorslaggevend element in de reputatie. Merken werden de
de traditie, waarin reputatie het product was van de boodschap nig in te brengen op het niveau van communicatieboodschappen, reputatie. Je werd doodeenvoudig gelukkiger van merk ‘A’. Dit
en de vorm waarin die boodschap wordt gepresenteerd. met uitzondering misschien van crisiscommunicatie. Maar ja, dat kenmerkt (internal) branding tot op de dag van vandaag (in de
kun je natuurlijk ook voorkómen. hierachter schuilgaande filosofie ben je als individu overigens na-
Transparantie In sociale netwerken kunnen burgers en buitenlui virtueel van tuurlijk pas echt authentiek als je je tooit met de goede logo’s).
gedachten wisselen over van alles; hobby’s, celebrities, interes-
Niemand zal ontkennen dat onze samenleving transparanter en ses, en ook merken en bedrijven. Zij krijgen daarmee meer stem Gedrag centraal
dynamischer is geworden. Twintig jaar geleden hadden we het in de bouw van reputatie. Het alleenrecht hierop van marketeers
niet of nauwelijks over transparantie – of over interactie. Sommige en communicatieprofessionals ondervindt op het ‘sociale’ web dus Ondertussen wordt in marketingcommunicatie door mensen zoals
branches, zoals reclamebureaus, hebben ook vandaag de dag nog concurrentie van ‘sociale’ adviseurs, jij en ik. Menno Lanting een aandachtsverschuiving geschetst van emotie
speciale client service directors om transparantie juist te voorko- Een interessante vraag is: Wat heeft meer impact op reputatie: een naar mens. Wat betekent dat? De klant centraal stellen zien we al
men. Niet transparant zijn was vroeger functioneel, en is dat te- boodschap of gedrag? Worden sociale menigten eerder of meer ge- tijden terug in klantgerichte boodschappen en zogenoemd user
genwoordig soms nog steeds. mobiliseerd door de boodschap van een organisatie? Of leidt ge- centered design.
Gewone burgers en klanten eisen ondertussen steeds meer inzicht drag van de organisatie eerder of meer tot zo’n mobilisatie? Internettechnologie stelt de mens natuurlijk al wat langer centraal,
in wat een bedrijf, instantie of overheid nu werkelijk doet. En web- in de zin dat mensen die het internet op gaan dat uit eigen bewe-
technologie reikt hen nog dagelijks nieuwe stokken aan om die Interactie? Wat bedoel je? ging doen en zelf kiezen of ze een site in surfen of deze bakboord
eis kracht bij te zetten. Zo leerde het T-Mobile-incident van afgelo- laten liggen. Hier geeft interne motivatie dus de doorslag (weer-
pen najaar, waarin Youp van ‘t Hek via Twitter een machtige massa Het aardige van internet is natuurlijk dat we dit allemaal interac- stand tegen intranet of een foto in het smoelenboek betekent niet
mobiliseerde om iets te veranderen aan het gedrag van T-Mobi- tief noemen. Maar bij het invullen van het begrip interactie wordt automatisch weerstand tegen internet of een foto op Facebook).
le-helpdeskmedewerkers. Voor alle duidelijkheid, de aanleiding gekozen uit twee varianten: Indien er wordt gekozen de site in te gaan, is de ervaring die men
voor Youp was niet een beeld of boodschap over de reputatie van daar vervolgens opdoet bepalend voor het oordeel over een site.
T-Mobile. Vooral als het gaat om het kunnen doen van transacties en afne-
men van diensten, dient een website te werken als een winkel. En
Frankwatching, 17 februari 2011 In het beoordelen van inhoud scoren ouderen beter dan jongeren.
N
Dat is logisch, omdat ouderen meer levenservaring hebben. Ver-
grijzing brengt dus ook zo zijn voordelen. Als de bevolking ge-
u de communicatiewereld steeds duidelijker op zijn kop middeld 60+ jaar zou zijn, zou die bevolking informatie veel beter
wordt gezet door internetontwikkelingen, komt de probleem- op betrouwbaarheid kunnen toetsen. En zouden bepaalde bood-
stelling in digitale communicatie neer op een simpele vraag: schappen minder ad hoc effect op ons hebben. De Grieken hadden
waar begin je met digitaal (intern) communicatiebeleid? Bij dit een paar duizend jaar geleden al goed begrepen – de mannen
media of bij mensen? Vooralsnog ligt de focus nog op media. aan de antieke knoppen waren allen op leeftijd.
We hebben het daarom meer over mediamanagement, webma- De Digitale Tweedeling loopt in Nederland langs opleidingsni-
nagement en contentmanagement, dan over communicatiebe- veau. Dit klinkt logisch.
leid. Maar als meer regels voor meer media impact missen op
effectiviteitsverbeteringen in samenwerkings-, participatie en Uitgebalanceerde communicatiestrategie
communicatieprocessen, wat helpt dan wel?
Het artikel en het onderzoek bekijken vaardigheid nog door de
Op de cover van het februarinummer van het blad C (1/2011) (conventionele) campagnecommunicatiebril. Communicatie is
stond van de week: ‘Iedereen online maar lang niet allemaal inter- zendingswerk, gericht op effect bij de doelgroep. Dat juist dit ef-
netvaardig’. Het artikel ‘Communicatiewereld overschat/onder- fect van internetcommunicatie kan tegenvallen als de doelgroep
schat internet* (doorhalen wat niet van toepassing is)’ doet verslag niet vaardig is, is één van de problemen die het artikel beschrijft.
van een onderzoek. Dit onderzoek stelt dat slechts een minderheid Dus is het advies dat je moet kijken naar het mediagebruik van je
van de Nederlandse digitale bevolking werkelijk internetvaardig doelgroep en dat je je daaraan dient aan te passen met je media. Et Een indicatie voor online gedrag van verschillende leeftijdsgroepen.
is. voilà, je hebt een ‘uitgebalanceerde communicatiestrategie’. pweinternet.org
Nu ligt het er natuurlijk aan hoe je zoiets meet en in welke con- Vaardigheid gaat ondertussen over gedrag. En gedrag vormt één
text, maar één bepalend thema springt eruit, als we uitgaan van van de hoekstenen in de communicatie-drieëenheid kennis, hou- belang bij de zender, die zich zorgen maakt over het effect van zijn
de validiteit van de resultaten van dit onderzoek. En dat thema is ding en gedrag. Je zou dus verwachten dat één van de uitkomsten (campagne- of beleids)boodschap.
vaardigheid. van een communicatieonderzoek over vaardigheid zou zijn dat
Vaardigheid kent 2 aspecten: men vanuit de communicatiebeoefening iets wil en kan verbeteren Mediagebruik
• Het bedienen van een user interface (een applicatie, website, aan dat gedrag.
digitale bron) Helaas, vaardigheid speelt hier geen hoofdrol. Media spelen die Communicatiestrategie of mediastrategie? Het is slechts één van
• Het beoordelen van inhoud op betrouwbaarheid. rol al. Zelfs in een periode waarin het interactie voor en interactie de vele Babylonische spraakverwarringen die zich binnen de com-
In computervaardigheden scoren jongeren doorgaans beter, hoe- na is. Hier loopt iets toch niet helemaal lekker. municatiebranche hebben opgestapeld. En gek genoeg heeft dit
wel ik zelf HBO-studenten Communicatie heb zien stuntelen met De uitgebalanceerde communicatiestrategie waaraan ik zojuist met taalbeheersing te maken, de core buisiness van een beroeps-
computer- en internetgebruik. refereerde, is een mediastrategie. Daarbij ligt de aandacht en het groep. Een medium, zoals televisie, de radio, de krant en een ma-
I
schijnen interactieve gebruikers.
• Communicatiebeleid richt zich traditioneel op passieve
n besprekingen van en discussies over sociale media zijn doelgroepen. Hierin dienen media als kapstok, het zijn dra-
zenders en ontvangers nog altijd sterk aanwezig. In het pre- gers van de boodschap.
digitale tijdperk werden zij door media verbonden, waarbij de • In sociale netwerken interacteren mensen met elkaar. De ge-
rolverdeling overzichtelijk was; de zender zond en de ontvanger deelde inhoud is wat mensen samen brengt. Sociale inhoud
ontving. Face-to-face-interactie op de werkplek of met externe is geen formele Communicatieboodschap.
relaties was er natuurlijk altijd al. Maar voor interactie konden • Digitaal communicatiebeleid is momenteel nog sterk gericht
geen media worden gebruikt. Media waren (en zijn) dragers van op de inzet van en controle op media.
boodschappen. Een ingrijpende verandering die de Digitale Re- • De rol van zenders en ontvangers leveren - daardoor - al ja-
volutie brengt is dat we nu zichtbaar kunnen interacteren zon- ren problemen op met betrekking tot de werking van sociale
der elkaar te zien, via webtechnologie. Er voltrekt zich een ware netwerken.
volksverhuizing, niet zozeer van de ene geografische plek naar • Er ontstaat een scheiding der geesten binnen de groep van
de andere, maar naar virtuele plekken. Die plekken zijn inmid- professionele communicatiebeoefenaars.
dels interactief. Om de migranten in hun nieuwe omgeving goed • De focus in digitaal (intern) communicatiebeleid dient zich
te kunnen bedienen met communicatie-ondersteuning, hebben te verleggen van: hoe bouw en beheer(s) je media?; naar:
we 21ste-eeuwse communicatiemodellen nodig. Daarin vormen wanneer gaan mensen interactie aan en hoe kun je ze daarbij
mensen, die met elkaar interactie willen aangaan, een innovatie- ondersteunen?
ver vertrekpunt dan media, als dragers van communicatiebood-
schappen. Waar ligt de grens bij interactieve communicatie?
Duurzame verandering
Leggen we tot slot deze twee smaken van interactie naast de hier-
boven geschetste digitale volksverhuizing, dan is mijn stelling dat
het willen ondersteunen van interactie in communicatie- en orga-
nisatiebeleid meer toevoegt aan het veranderen (d.w.z. verbete-
ren) van communicatiegedrag, dan het willen reilen en zeilen van
conventionele media om gedrag te richten. Tenminste, als je als
adviseur organisaties wilt ondersteunen bij het realiseren van de
A
Hoe een struik buigt en beweegt ondertussen interactief en mobiel, dit lineaire en statische media-
model domineert onverminderd binnen de communicatiebranche
l een paar jaar worden web-, magazine- en boekpagina’s Er wordt kortom heel veel geschreven en van gedachten gewisseld en -opleidingen.
vol geschreven over media. De laatste jaren gaat het vooral over over hoe een struik soms buigt en beweegt. Dan weer naar rechts
sociale media. Dat zijn, in wat ze faciliteren, eigenlijk geen me- en dan weer naar achter. En dat er hier en daar bladeren van af De blik op media
dia. Maar goed. De ene goeroe verdringt zich ondertussen als vallen. De struik verandert voortdurend. Dit is op zich interessant
een wethouder Hekking 2.0 voor de andere. En allen zeggen te- en je kunt er veel over zeggen. En toch heeft het besef dat het de De blik op media binnen de communicatieberoepsgroep is ge-
gelijkertijd tevens min of meer hetzelfde. wind is die die struik beweegt – en ook alle andere omringende kleurd. De afbakening van media is bovendien traditioneel, min
Het aanbod aan sociale mediacursussen beweegt zich langs de bomen en grassen, ja hele bossen – meer impact op het begrip van of meer conform de definitie van medium in de digitale Van Dale:
traditionele paden en lanen van contentproductie en marketing- het gedrag van die struik, dan het kijken naar die specifieke struik. een ‘middel, instrument om informatie openbaar te maken, bv.
modellen. Een centrale aanname in deze praktijk is dat sociale Als je iets wil zeggen over de beweging van de struik, begin je dus krant, radio, televisie’. Regelmatig wordt met deze definitie in
media de verandering zijn van dit moment. Of, zoals de vraag het beste bij de wind, die de beweging teweeg brengt. Discussies het achterhoofd gekeken naar Facebook, LinkedIn, WordPress en
onlangs op LinkedIn weer voorbij kwam: ‘Social media: een over sociale media gaan ondertussen meestal over de struiken in Twitter. Dit zijn dan nieuwe kanalen om mensen te informeren, om
evolutie of revolutie?’. het landschap. Ze gaan niet over de wind die tegen de struik duwt. doelgroepen te bereiken, om zichtbaar te zijn.