You are on page 1of 3

Een leven als kind ten tijde van de Romeinen

Geboorte van een kind


In die tijd werd je raar bekeken als je geen kind had, als er na vele jaren geen kindje was gekomen werd het koppel ongerust. Ze gebruikten de raarste middelen om toch maar zwanger te geraken zoals bijvoorbeeld speeksel van een ooi of bloed van een haas. Een tweede optie was dan om een stenen beeldje dat een kindje voorstelde in de tempel voor de goden neer te leggen. Wanneer een vrouw dan zwanger was wou iedereen dolgraag het geslacht weten. Ze geloofden als de moeder er goed uitzag dat het een jongen zou zijn. Als de moeder er bleekjes en ziek uitzag werd het een meisje. Zo hadden ze nog verschillende methodes om het geslacht te achterhalen. De bevalling was altijd erg gevaarlijk. Heel wat vrouwen stierven tijdens de geboorte van hun kindje, ze geloofden dan ook dat het weesje zijn leven lang veel geluk zou hebben. Er waren ook vaak gezinnen met meer dan n kindje. De geboorte van tweelingen was erg zeldzaam, ze dachten dat het een geschenk van de goden was. Jammer genoeg stierven heel wat kinderen erg jong.

De verzorging van de allerkleinsten


Zodra de baby ter wereld kwam, werd de navelstreng doorgesneden, met een ijzeren mes, korst brood, stukje aardewerk, glaswerk of een stukje riet. Men smeerde het kindje in met zout, veegde het kindje schoon en waste het in lauw water. Daarna deden ze het opnieuw maar met warm water. Een baby moesten ze ook inbakeren. Ze wikkelden het in luiers, zo kon het niet bewegen en zouden zijn armen en benen ook niet kunnen vervormen. Op hun hoofdje hadden ze een kleine muts die de broze fontanel beschermde. Er werd aangeraden kindjes in een wieg te leggen, maar enkel rijke families hadden er n. De armen hadden het risico het kindje te verpletteren of uit hun eigen bed te duwen. Sommige wiegen hadden aan de kant lussen. Er werd een stukje stof doorgestoken, zo kon het kindje er niet uitvallen. Als het kindje zijn neus, arm, been, oor, misvormd was probeerden ze dit op te lossen. Om zijn rug een mooie vorm te geven hielden ze het bij de voeten vast met het hoofdje naar de grond gericht.

De kinderen te vondeling leggen


In de tijd van de Romeinen kon men kiezen: Het kind aanvaarden, verdrinken of te vondeling leggen. Een bediende of buurvrouw legde het kindje op een verlaten plek. De vader had eigenlijk het recht om te beslissen over het leven en dood van zijn kinderen. Ze moesten dus hopen dat hun kindje in een rijke familie werd opgenomen. Maar in die tijd legden rijke ouders hun kinderen ook wel eens te vondeling om zo te vermijden dat hun erfenis over teveel mensen zou verdeeld moeten worden. Als het geadopteerde kind vroeger stierf dan zijn pleegouders, dan zorgden zij voor het graf als teken van liefde. Vele geadopteerde kinderen kregen geen kans om te studeren en werden slaven. Vanaf 374 werd kinderen te vondeling leggen verboden en strafbaar.

De vroegste kinderjaren
Een kind dat in een erg belangrijke familie werd geboren kreeg een voornaam, een familienaam en een officile toenaam die hij zijn hele leven lang zou dragen. Maar vele kinderen hadden ook maar n naam. Bij meisjes eindigden namen dikwijls op a en bij jongens op us. Er werden ook heel wat troetelnaampjes gebruikt zoals Pupa (pop), Carilla (kleine schat), Albilla (schoonheid).

Een kind voeden


De eerste twee dagen kreeg het kindje niet te eten, het kreeg een mengsel van lauw water en honing tussen zijn lippen. Hierna gaven de moeders hun kind de borst. Vaak werd er een min gebruikt. Een vrouw die het kindje liet drinken i.p.v. de moeder. Vanaf zes maand mocht de baby vast voedsel eten: broodkruim met

honing, melk of zoete wijn, puree, soep, zachtgekookte eieren. En zo leerde hij stilletjes aan eten als een volwassene.

De eerste tanden, de eerste pasjes


Tandjes kwamen bij de meeste kinderen pas tevoorschijn na zeven maand. Vanaf de vijfde maand masseerde de moeder het kindje zijn tandvlees met vet van kip of hersens van een haas. Zo werd het tandvlees voorbereid . Als het kindje teveel huilde toen de tandjes tevoorschijn kwamen hadden ze een middeltje. Je goot een beetje warme olijfolie op een zachte wollen stof en wreef daarmee in de hals, op het hoofd en over de kin. Als het bleef duren kon de moeder een dikke brij van bloem of lijnzaad uitgesmeerd tussen twee doeken onderaan op het gezicht aanbrengen. Een paar maanden daarna was het kindje klaar om te leren lopen. Hij probeerde eerst recht te komen en te gaan zitten. Toen begon hij te kruipen op handen en voeten. En daarna trok hij zich op en zette zijn eerste pasjes. Men trok het kindje schoenen aan om gemakkelijker te lopen.

Ziekte en dood
Er bestonden heel wat ziektes die typisch waren voor de kindertijd: Hoest, diarree, ontstekingen van de amandelen, braken, slapeloosheid, stuipen, oorpijn, koorts en neusbloedingen. Ze geloofden dat kindjes het meest vatbaar waren voor ziektes rond hun veertigste dag, tijdens de zevende maand en daarna tijdens hun zevende jaar. Dokters hadden geen interesse in kinderziektes. De kans dat ze zouden sterven was te groot. De kleine kindjes werden begraven. Pas wanneer hun tanden doorgebroken waren, rond de leeftijd van zeven maanden, werden ze verast. Het verlies van een kind werd als een drama voor de hele familie ervaren. In het graf werden kruiken, glaswerk, een olielamp, een zuigfles, een pop of ander speelgoed neergelegd.

Het kind speelt


Het eerste speelgoed dat een kind kreeg was een rammelaar. Meisjes speelden heel graag met poppen en poppenservies. De jongens speelden dan weer graag met knikkers, hun tol, bikkelen. Balspelen was voor alle twee de geslachten. Maar het favoriete speelgoed bleef een huisdier! Ze hielden erg van honden, vogels, kat, de haan, het konijn, de schildpad,

De school
Enkel kinderen van rijke families konden naar school en meisjes studeerden maar heel zelden. De rijkste ouders hadden een huisonderwijzer. Vanaf de leeftijd van zeven jaar, soms al vroeger, leerde een kind lezen, schrijven en tellen. Eerst moesten ze het Latijnse alfabet kennen. Ze moesten uit het hoofd de tafels van de optelling en de vermenigvuldiging kennen. De meeste kinderen verlieten school toen ze vijftien of zestien waren. Maar de knapste en de rijkste studeerden verder.

Het kind aan het werk


Een kind dat in slavernij geboren was, werd ook slaaf. De jonge slaven stonden volledig in dienst van hun meester. Soms werden ze zelfs opzettelijk verminkt om te gaan bedelen ten voordele van de meester. Ze kregen dikwijls dezelfde werkjes die volwassenen ook moesten doen.

Het kind in de religie


Kinderen namen in deze tijd heel vaak deel aan offerplechtigheden. Het stond bij het altaar, bij de priester en zijn helpers en hield wierook tegen zich aan. De meeste families vonden het een hele eer dat hun kind dit mocht doen.

You might also like