You are on page 1of 4

CKV Theater Lesbrief 1: Toneel

1. In toneel wordt wel gesproken over de 5 Ws. Wat hiermee bedoeld wordt zie je hieronder. Vul de correcte beschrijving achter elke W in. Beweegreden of Motief Tijd waarop de Handeling plaatsvindt Personage Handeling of Gebeurtenis Plaats van Handeling Wie? Personage Wat? Handeling of Gebeurtenis Waar? Plaats van Handeling

Waarom? Beweegreden of Motief Wanneer? Tijd waarop de Handeling plaatsvindt

In het tvprogramma De Vloer Op worden doorgewinterde acteurs uitgedaagd om op de toppen van hun kunnen te improviseren. Regelmatig komen zij zo tot juweeltjes, vaak tot hun eigen verrassing. De acteurs gaan in steeds wisselende samenstelling improviserend actuele dilemmas te lijf. Regisseur Peter de Baan bereidt samen met de redactie de opdrachten voor. De acteurs werken vervolgens de scnes uit, onvoorbereid, in het bijzijn van publiek. Tijdens de improvisaties kan De Baan ingrijpen, het spel stilleggen en eventueel nieuwe acteurs inbrengen. In fragment 1 zie Gijs Scholten van Asschat en Carly Wijs in zon scne uit over de Vloer.

http://www.youtube.com/watch?v=Bcq0djRjYZk&feature=related

2. Geef een uitgebreide beschrijving van de 5 Ws in dit fragment. Wie? Gijs en Carly

Wat? Ze zitten op een terras en Gijs gaat aan Carly vertellen dat hij geen seks meer wilt en dan gaan ze samen voor haar een gigolo zoeken.

Waar? Op een terras in een mondaine badplaats

Waarom? Gijs wil geen seks meer en dat moet hij haar vertellen.

Wanneer? Overdag

3. Beschrijf het dramatisch conflict in deze scne

Gijs wil geen Seks meer met Carly, maar Carly denkt nu dat hij vreemd gaat

maar dat is niet zo en dan gaan ze samen voor Carly een gigolo zoeken

4. Wat heeft dit conflict voor effect(en) op de toeschouwer? Ze moeten lachen

5. Beschrijf de sub-acties die Carly Wijs toepast in deze scne. Op welk tijdstip in het fragment doet ze dit?

Ze schreeuwt als ze boos is en ze loopt weg als ze zich schaamt

6. Is dit lijsttheater of vlakke vloertheater? Vlakke vloertheater ( ik weet eigenlijk niet echt wat het inhoud)

7. Dit is een toneelstukje met een klassieke opbouw. Geef aan waar je in het fragment de volgende punten uit deze opbouw terugziet. Geef de begin en eindtijd aan en wat er op dat moment gebeurd. 1. Expositie: 8.30 tot 9.10 ze horen wat ze moeten doen

2. Motorisch moment: 9.10 tot 10.55 ze hoort het. 3. Ontwikkeling: 10.55 tot 13.20 ze begrijpt het 4. Climax: 13.20 tot 14.25 ze zoeken een gigolo uit 5. Afloop: 14.25 tot 15.40 ze hebben heb probleem opgelost

8. Geef 3 voorbeelden van theatrale middelen die je in dit fragment terug ziet en geef aan wat hun functie is. Stoelen en wijn (denk ik ) dan kan je goed zien dat ze op een terras zitten.

9. Zijn er ook theatrale middelen die je mist? Wat zouden deze toe kunnen voegen aan dit stukje? Tafeltje, maar dat past niet bij het programma want het is improviseren.

You might also like