CKV Film Lesbrief 1: Opkomst van de film

Lees Tekst 1, 2 en 3. 1. Noem 5 verschillende optische speeltjes die als voorloper van de film kunnen worden gezien en geef kort aan hoe ze werkten.

Uitvinding

Werking

Stroboscoop Er zitten plaatjes op een schijf en als je die weerspiegelt en ronddraait, en bewegen de plaatjes zo snel dat het lijkt alsof ze tot leven komen. Phenakisticoop zotroop Kinetograph Mutoscoop
panorama theater

Plaatjes zitten in een trommel en als die snel ronddraait, lijkt het alsof de plaatjes bewegen. In een boekje zitten plaatjes en als je die snel doorbladert, bewegen de plaatjes. Werkt ongeveer hetzelfde als het kinetograph, alleen is het dan automatisch. Een kaart die plaatjes op de muur kon projecteren. Twee verschillende afbeeldingen samengevoegd met aan beide zijde touwtjes en het razendsnel door je vingers laten rollen.

Thaumatroop

2. Wat is een objectief en waar dient het toe? Het is een projectielens. Het zorgt ervoor dat er een scherp en kleurecht beeld

3. Wat was in het begin van de 20ste eeuw de meest populaire vorm van amusement in de Verenigde Staten? Vaudeville.

4. Waardoor kwam hieraan een einde?

Door de uitvinding van film en radio.

5. Waaruit bestond het programma? Comedie, goocheltrucs, clownerie, acrobatiek, zingen, mime, muziek en dans.

6. Met welke middelen maakte de vaudeville artiest hiervan een show? Muziek, kostuums, dialoog en natuurlijk zijn eigen persoonlijkheid.

7. Waar vond de voorstelling eerst plaats? In saloons in het Wilde Westen.

8. Waarnaar verplaatste de voorstelling zich in de loop van de tijd? In een theater.

9. Noem enkele kenmerken van deze vaudeville shows en breng de onderstaande reclame spreuk in verband met je antwoord.

"This Theater caters to Ladies and Gentlemen and Children. Vulgarity will not be tolerated." (The Palace in New York City)
Het is amusement voor het hele gezin. Daarom is onbeschoft gedrag niet toegestaan, er kijken ook kinderen.

10. Wie bepaalde de inhoud van de show? De theatermanager.

11. Welke act was gereserveerd voor de beroemde artiesten? De een na laatste.

12. Na de beurscrash van 1929 brak voor het vaudeville theater een moeilijke tijd aan. Verklaar. Geef voorbeeld. De film is goedkoper dan theater en de toegangsprijs was te hoog voor veel mensen.

13. Verklaar de term nickelodeon Nickel betekent 5 dollarcent, wat het theater kostte. Odeion betekent overdekt Grieks theatergebouw.