You are on page 1of 3

FILM

Vraag 1 -- Synopsis- weergave of samenvatting van een boek, film of toneelstuk. -- Scenario- Een scenario is een chronologische beschrijving van een bepaalde gebeurtenis (of reeks gebeurtenissen) die heeft plaatsgevonden of nog moet plaatsvinden. -- Draaiboek- het script. Hierin staat in detail beschreven wat er gebeuren moet , welke middelen daarvoor nodig zijn en welke middelen daarvoor nodig zijn en wie welke taken heeft. Het draaiboek is ook wel een script of een evenement -- Storyboard- Het storyboard is een verzameling uitgetekende shots van scnes uit een filmscript zoals de regisseur ze voor ogen heeft. Ze zijn bedoeld om de acteurs en de crew te helpen een beeld te krijgen van hoe de scne eruit moet komen te zien. -- Scene- combinatie van verschillende shots. -- Sequentie- Een sequentie is een reeks scenes die in een afzonderlijk vehaal een eenheid vormen. meestal zijn ze verbonden door eenheid van plaats of eenheid van tijd. Vraag 2

Hoog standpunt; dit noemt je het vogelperspectief (van boven) Door van boven te filmen lijkt het onderwerp kleiner, je kijkt er op neer. Tussen hoog en laag in; Het ooghoogte standpunt zit tussen hoog en laag in. Je gaat dan uit van de ooghoogte van een volwassene. Je kunt iemand recht in de ogen aankijken, je staat op gelijke ooghoogte. Dan ben je voor je gevoel ermee gelijkwaardig. Bij ooghoogte voelt de kijker zich gelijk aan het onderwerp. Laag standpunt; dit noemt je het kikvorsperspectief (van onderen) Bij het kikvorsperspectief kijkt de toeschouwer op tegen het onderwerp. Het onderwerp is hoger dan de ogen van de fotograaf.

Vogelperspectief (van boven):

Ooghoogte:

Kikvorsperspectief (van onderen):

Vraag 3 Pan: Een pan is een camerabeweging waarbij de camera horizontaal beweegt op zijn as, zonder de camera te verplaatsen. Tilt: Een tilt is een camerabeweging waarbij de camera omhoog of omlaag beweegt op zijn verticale as. Tracking shot (dolly shot): Bij een tracking shot wordt de camera op een karretje (dolly) geplaatst dat op een rail rijdt om het gefilmde object te volgen. Je kan een object ook volgen met een steadicam. Er zijn verschillende soorten tracking shots. De camera kan zich als volgt bewegen: voorwaarts in de richting van het gefilmde object, achterwaarts van het gefilmde object weg, parallel met of de blik volgen van een onderwerp dat in beweging is. Zoom: Een zoom is een verbreding van het gezichtsveld. De zoom is eigenlijk geen camerabeweging omdat de camera op een vaste plaats blijft staan.

Vraag 4 Gevoel: blijdschap Poppetje: Poppetje is een persoon dat elke dag naar school moet, maar er een gruwelijke hekel aan heeft. Poppetje gaat toch elke maandag weer met goede moed naar school, maar is tegen de tijd dat het vrijdag is weer helemaal gesloopt. Poppetje heeft deze keer wel geluk, het is namelijk na vrijdag herfstvakantie!

You might also like