Themed Architecture and Public Space (Dutch)

You might also like

You are on page 1of 8

Tine Van Hoof 2e Master Stedenbouw en Ruimtelijke Planning Stedelijk en plattelandsbeleid Dr.

Tom Coppens

WETENSCHAPPELIJK REVIEW: WAT IS DE IMPACT VAN GETHEMATISEERDE ARCHITECTUUR OP DE PUBLIEKE RUIMTE?

Heliopolis (Van Loo, 150)1

Mall (Rubin 360)

Inleiding Situering Bovenstaande afbeeldingen zijn het vertrekpunt van deze paper. Links staat een oude foto van Heliopolis, Cairo. De publieke ruimte in dit stadsdeel wordt onderzocht in het kader van de masterproef. Het is vroeg twintigste eeuws stadsdeel, ontworpen door een Belgisch ondernemer, dat zowel uitgesproken westerse elementen als orintaalse bevat elementen. De soms fantasierijke architectuur wordt ondertussen door de doorsnee Egyptenaar van vandaag beschouwd als voorbeeld van islamitische bouwkunst, terwijl het alleszins niet authentiek is. Deze vormentaal is een uiting van het West-Europese visie van het Oosten en getuigt van koloniale verhoudingen. Eric Denis beargumenteert in n van de geraadpleegde bronnen dat het inzetten van deze orintalistische elementen ook als een positieve bijdrage aan de wijk kan beschouwd worden, omdat ze de herkenbaarheid,veiligheid en waarde doen stijgen. Vraagstelling Aangezien dit beeld typerend is voor Heliopolis, of dat was het in elk geval vooral in de beginperiode, een aangezien de thesis publieke ruimte als onderwerp heeft, werd gekozen om in deze paper te onderzoeken hoe beiden zich tegenover elkaar verhouden. Zoals hierboven reeds geschetst, is de architectuur meer dan enkel randafwerking van de open ruimte. Maar wat is dan wel de impact van dit soort architectuur op de publieke ruimte?

VAN LOO, Anne, Heliopolis, Brussel, Fonds Mercator, 2010

Gethematiseerde architectuur Er werd gezocht naar wetenschappelijke artikels die dit verband behandelen. Meerbepaald werd gezocht naar auteurs die verschillende opvattingen konden beargumenteren over dit verband. Om een breder kader te hebben, werd niet enkel gezocht naar auteurs die orintalitische architectuur besproken. Meerdere keren werd de ontwikkeling van Heliopolis in het begin van de twintigste eeuw vergeleken met de huidige gated communities of woonenclaves voor de elite. Het begrip werd daarom opengetrokken naar gethematiseerde architectuur. Met andere woorden gaat het om zogenaamde iconische architectuur die met uitgesproken vormengeving een fixed image uitdrukt, doorgaans een sterk beeldende en fantasierijke maar oppervlakkige voorstelling van wat als anders wordt ervaren. Een voorbeeld is de tweede afbeelding. Dit is een beeld uit een winkelcentrum. De winkels een eetgelegenheden zijn aangekleed als kleine huisjes, om de illusie van een winkelstraat uit het stadscentrum te geven. Valse gevels met historiserende motieven worden gebruikt om een herkenbare sfeer van een gezellige, traditionele winkelstraat te creren. Publieke ruimte De publieke ruimte is meer dan een afgebakende, open plek in het stedelijk weefsel. Verkennend literatuuronderzoek wijst aan dat het naast een fysieke ook een sociale dimensie kent, namelijk als ontmoetingsplek voor verschillende maatschappelijke groepen, en een idele dimensie waarin uitspraken en opvattingen worden geplaatst over hoe die ontmoeting gebeurt of zou kunnen gebeuren. Vooral op deze laatste invalshoek situeert zich de impact van gethematiseerde architectuur. Verschillende invalshoeken Cairo as Neo-Liberal Capital? From walled city to gated communities (Denis 47-72) Eric Denis schrijft in zijn artikel over neoliberale ontwikkeling van Cairo onder andere over de elitaire en exclusieve woongemeenschappen. Hij beargumenteert dat de opzettelijk ontworpen patina van historiserende gebouwen een zekere herkenbaarheid vertoont voor de burger, die zich in de publieke ruimte bijgevolg thuis voelt. Zo vormt stabiliteit een strategie voor risicovermindering. De nostalgische gevoelens die de folklore consumer symbols generen hebben ook commercile voordelen, omdat op deze manier kopers worden gelokt. Tegelijkertijd wissen ze het heden uit, waardoor de gepercipierde afstand tot de stedelijke werkelijkheid groeit was een gevoel van onzekerheid en instabiliteit met zich meebrengt. Hij beschrijft dus beide aspecten van subjectieve veiligheid. Aesthetic Ideology and Urban Design (Rubin 339-361) Wat mooi is en wat lelijk, wordt volgens Rubin bepaald door degenen die controle heeft over de stedelijke ruimte en het publiek. Deze good taste industry is sterk ideologisch en maakt van het publieke domein een ruimte voor propaganda. Het ideaal van de Schone Kunsten van de negentiende eeuwse aristocratie moest plaats maken voor een commercile vormgeving van de twingste eeuwse ondernemer. De overgang situeert zich in de Wereldtentoonstellingen rond de eeuwwisseling, waar naast de toonbeelden uit de hoge cultuur ook een entertainement zone was, die gebruik maakte van idiosyncratische en orintalistische voorstellingen. Ondernemers inspireerden zich op deze architectuur om hun ketens en commercile projecten ook buiten de muren van de Wereldtentoonstellingen vorm te geven. De aristocratie codifierde haar traditionele waarden over de verhevenheid van de mens in sterk herkenbare, klassieke architecturale modellen. Op die manier was ze sterk didactisch. Ondertussen investeerde de opkomende elite in innoverende modellen in om aandacht te trekken. Zo hoopte ze ook een publiek voor zich zou winnen, zodat er inkomsten verkregen worden en de groep verder kon

groeien. De aristocratische elite ging de strijd aan met de opkomende groep ondernemers door ook zelf meer en meer extreme vormen in te zetten en door het andere als smaakloos af te schilderen. Authenticity on the Ground (DeLyser 602-632) Antropologe Dydia DeLyser deed jarenlang veldwerk in Bodie, een verlaten dorpje nabij een goudmijn in het westen van de Verenigde Staten. Het dorp wordt sindsdien in stand gehouden door een groep vrijwilligers en tentoongesteld voor bezoekers. DeLyser vraagt zich af in welke mate dit dorp authentiek is. Het begrip authenticiteit heeft verschillende betekenissen, en heeft in casu betrekking op de artefacten, het overtuigende bouwvallige karakter, het gebrek aan commercile uitbating en, bovenal, het feit dat bezoekers en personeel geloven in de echtheid van wat ze zien. Zij projecteren hun mythische beeld van het Wilde Westen op de site, zodat zij het verleden ervaren zoals zij het zich zelf voorstellen. Daarbij blijven zij niet bij een nostalgische interpretatie, mijmerend naar een afgesloten periode in de geschiedenis, maar ervaren zij bepaalde waarden die in de huidige AngloAmerikaanse samenleving belangrijk zijn en engageren zij zich net naar de toekomst toe. Variations on a Theme Park (Caldeira 65-67) Deze bundel met essays, uitgegeven door Michael Sorkin in 1992, wordt door Teresa Caldeira kritisch besproken. De auteurs nemen het model van het theme park gekenmerkt door exclusiviteit, relatieve interne homogeniteit, een efficinte vorming van grenzen tussen verschillende groepen en het gebruik van simulacra als vormentaal. Men spreekt van een georkestreerde omgeving voor elitist enjoyment and consumption, controled, sophisticated secure enclaves die zichzelf diamtraal tegenover de ongedisciplineerde stedelijke diversiteit wordt geplaatst (Caldeira 65). Shoppingcentra en gated communities, maar ook campussen en private clubs worden als voorbeeld aangehaald van stedelijke nuclei (Caldeira 66). Caldeira merkt op dat de auteurs deze evolutie betreuren vanuit een nostalgisch ideaal. Ze werpt op dat er niet zozeer een einde is gekomen aan de publieke ruimte -deze is volgens haar slechts getransformeerd en afgestemd op rele ongelijkheden- maar dat er een einde is gekomen aan de fictie van een zuivere democratische publieke ruimte.

Discussie Een verlaten mijnwerkersdorp als living history museum en Beaux-Arts naar gated communities en shoppingcentra, de auteurs bespreken verschillende ruimtelijke contexten. Daarbij heeft elk artikel een eigen invalshoek. Dit maakte het moeilijk om overeenkomsten te vinden. Toch werden sleutelelementen gevonden waar de verschillende opvattingen uitspraken over doen. Deze worden hieronder opgesomd en toegelicht. Elite Denis en Sorkin hebben ongeveer dezelfde opvatting. Het gebruik van iconische en, zo noemen de auteurs van Variations on a theme park het expliciet, fake architectuur is enerzijds een strategie om in te spelen op de smaak van de rijkere klasse (Caldeira 67). Het is een eclectische samenstelling van herkenbare vormelementen waar zij zich aangetrokken door voelen. In onderstaande discussie wordt duidelijk dat dit niet ondubbelzinnig is. Anderzijds is het een tactiek om andere stadsdelen, die bijgevolg als vuiler en minder herkenbaar worden ervaren, te portreteren als gevaarlijk en onbetrouwbaar (Denis, Caldeira). Deze propaganda bespreekt Rubin uitgebreid in haar artikel. De anderen linken het fenomeen aan de nostalgie die zulke architectuur oproept.

Nostalgie Gethematiseerde architectuur verwijst namelijk doorgaans naar elementen uit een gedealiseerd verleden of uit een gedealiseerde plek of droomwereld. De nostalgische associaties die gemaakt worden geven het gevoel weer in een zuiverdere tijd en plaats te leven. Nochtans hoeft de architectuur niet te refereren naar een beeld waar enkel de elite zich in herkent, laat staan een beeld van een andere elite. In Bodie wordt net de doorsnee mijnwerker getoond (DeLyser), de iconische commercile architectuur genspireerd op de Midway is net bedoeld om een breed publiek aan te trekken (Rubin 345-347). Doordat men zich waant in een betere omgeving, wordt afstand genomen van de werkelijkheid. De realiteit wordt als efemeer ervaren (Denis 55). Risicoproductie De grandeur en het spektakel van de elitaire vormgeving dient volgens Denis om op te vallen maar ook om zich te onderscheiden. Iedereen kan de fantastische bouwwerken zien. Dit maakt hen kwetsbaar, dus worden ze goed beveiligd. Denis spreekt van fragiele grenzen tussen elite en de buitenwereld. Dit spel van publieke zichtbaarheid maar selectieve toegankelijkheid is een strategie van risicoproductie die wordt volgens Denis wordt toegepast door private ontwikkelaars om zichzelf te legitimeren (Denis 65). Op het aspect van een efemere realiteit gaat de auteur dieper op in. De beleving van het heden wordt hierdoor namelijk instabiel gemaakt. Eigenaars zullen geneigd zijn zichzelf te beschermen, of om bescherming van buitenaf te vragen (Denis 55). Deze subjectieve onveiligheid heeft impact op de publieke ruimte. Omgevingen die men niet kent en waar men niet vertrouwd mee is, zullen dan ook gevaarlijk lijken. Veiligheid In dezelfde lijn spreken de auteurs in Variations on a theme park van ruimtelijk begrensde enclaves. Hier bestaat de ideale publieke ruimte geabstraheerd van haar stedelijke omgeving. Het uitwissen van zogenaamde onbeschaafde elementen geeft een homogene, frictieloze collectieve ruimte. Enkel intern, want in relatie tot de buitenwereld creert dit net meer conflicten (Caldeira 65). Ook Denis wijst op dit probleem. Enclaves worden opgericht omdat een groep zich wil onttrekken aan de, al dan niet sociale, conflicten uit de stad. Maar het werkt net meer angst, onbegrip en ongelijkheid in de hand (Denis 65). Surrogaat In deze eilanden is er een specifieke publieke ruimte. Paradoxaal genoeg wordt een gediversifierde vormentaal ingezet om een homogene groep gebruikers aan te trekken. Men spreekt van een georkestreerde omgeving voor elitist enjoyment and consumption die zichzelf diametraal tegenover de ongedisciplineerde stedelijke diversiteit plaatst. Voor hen betekent dit louter theatrale surrogaat het einde van publieke ruimte (Caldeira 65). Segregatie Caldeira spreekt deze denkwijze niet tegen, maar denkt de redenering toonbeeld is van een verloren ideaal over publieke ruimte. Zij denkt dat segregatie net een reel fenomeen is, en dat de enclaves dan ook een gerechtvaardigde uiting er van zijn. Op die manier is de gethematiseerde, gefragmenteerde, gecontroleerde en vermarktbare ruimte meer autenthiek dan het streven naar een democratische, heterogene en vrijtoegankelijke publieke ruimte (Caldeira 67).

Engagement Het park Bodie is eigenlijk ook een enclave. Het ligt afgezonderd van de werkelijkheid, maar is er op een andere niveau net sterk mee verbonden. Net zoals in Heliopolis en theme parks speelt de herkenbaarheid en bijhorende nostalgie hierin een belangrijke rol. De historische en historiserende elementen zijn triggers die doen denken aan een collectief en gedealiseerd verleden. Denis, Sorkin en Caldeira zien een afscheidingsbeweging weg van de realiteit, maar in Bodie is dit anders. Deslyder merkt op dat men niet blijft mijmeren over betere tijden, maar dat men zich net wil inzetten voor een beter heden en toekomst. Volgend citaat illustreert de positieve impact ervan. By engaging with Bodie's authenticity, visitors and staff undo the distancing of nostalgia (see Stewart 1984). Feelings of loss and longing are supplanted, through engagement with familiar artifacts of the past, by feelings of continuity and connection. As Bodie's American visitors link themselves and their lives in the present to the past they perceive in Bodie, they move closer to, rather than farther away from, the past they perceive, connecting themselves and their lives in the present to the mythic West in American social memory, not nostalgically distancing themselves from the imagined past. (DeLyser 626) Identificatie De publieke ruimte in Bodie geeft de bezoekers dus de aanzet om zich zelf te identificeren met wat ze zien, maar ook met hun perceptie van het mythische Westen en met onderliggende traditionele Amerikaanse waarden. Ze projecteren dit op hun eigen leven. Door te tonen hoe mensen leefden, op een manier die als authentiek overkomt door het bouwvallige karakter en de afwezigheid van commercile uitbating en valt de vooruitgang die sindsdien gemaakt werd op (DeLyser 624). Dit is ongeveer ook wat Denis bedoelt wanneer hij de stijlen bespreekt die in recente gated communities rond Cairo voorkomen. Luxueuze elementen uit oliestaten rond de Perzische Golf, zomerse Mediterraanse ornamenten en sterke Westerse invloeden reflecteren de post-metropolitan lifestyle van de genteresseerde kopers (Denis 53). Fragiliteit Ook het bouwvallige karakter van Bodie wordt bewust in stand gehouden. Het is een moeilijke oefening om het dorp in een staat van verval te laten voortbestaan. Het lijkt trouwens tegenstrijdig te zijn aan de authenticiteit. Het beleid gaat er daarentegen van uit dat deze fragiliteit een gevoel van authenticiteit kan waarborgen. Het bezoek ervaart het eveneens zo (DeLyser 618-622). Denis spreekt van patina, wanneer er met opzet een historisch karakter aan nieuwe gebouwen wordt aangebracht. Dit werkt de creatie van nostalgische gevoelens in de hand, met de gevolgen die hierboven werden besproken vandien. Het gebruik van historische, efemere, vergane elementen, de herinnering aan vergankelijkheid, als aanmoediging om zichzelf te beschermen (Denis 55-57). Didactiek Delyser denkt net dat de herinnering aan vergankelijkheid n aspect is van de educatieve missie van het park. Een ander aspect is natuurlijk het inzicht bieden in de levensstijl van toen. The visitor to this park will see an example of an early day mining town in a remote area and apart from the usual oppressive elements of our civilized world ... In this setting he will be able to better understand the courage and resourcefulness of our ancestors in building this nation (State of California, Division of Beaches and Parks, ca. 1958, (DeLyser 602). Een derde didactisch aspect is het doen herkennen van typisch Amerikaanse waarden (DeLyser 622-626).

Commercie Wat de bezoekers van Bodie ook aanhalen als reden waarom ze het als authentiek ervaren, is de afwezigheid van commercile uitbating. Andere dorpen hebben guest shops en merchandising, maar daar doet Bodie niet aan mee (DeLyser). Dit heeft als implicatie dat de gethematiseerde ruimtes die wel commerciel worden uitgebuit, zoals winkelcentra of pretparken, niet als authentiek worden ervaren. Er werd daarenboven al gesuggereerd door Denis dat het een strategie was om rijke klanten aan te trekken en om winst te maken. Daarnaast was het volgens hem ook een strategie van projectontwikkelaars om zichzelf als groep te legitimeren. De auteus in Variations on a Theme Park hekelen de publieke ruimte in pretpark-achtige omgevingen alsorchestrated environments for elitist enjoyment and consumption (Caldeira 65). Ideologische strijd Het artikel van Rubin heeft tot nu toe weinig bijdrage geleverd tot de discussie. Eigenlijk illustreert haar uiteenzetting de vooral oorsprong van deze aspecten. Sinds de Wereldtentoonstellingen in de negentiende eeuw gaat gethematiseerde architectuur volgens Rubin hand in hand met commercialiteit. De aristocratische elite voelde zich hierdoor bedreigd. Ze zetten hun Beaux Arts esthetiek, die de verhevenheid van de mens symboliseerde, in en voerden propaganda tegen de nieuwe vormentaal. Deze ideologische strijd werd in het publieke domein gevoerd (Rubin 344). Nog steeds is deze strijd merkbaar in voorstellingen van ideale omgevingen. Het voorbeeld waarmee zij het artikel begint is toonaangevend. In the early 1970s, the Atlantic Richfield Oil Company (ARCO) sponsored a series of advertisements which appeared in popular magazines in the United States. Entitled "The Real .The Ideal," the series featured full-color, full-page institutional ads intended to draw attention not to ARCO and its products, but to the American social malaise and especially to its urban manifestations. In one typical ad, "The Real" was depicted as an urban commercial street described generically as "Main Street garish . . . neon nightmares . . . graceless buildings ... billboards [that] block out the sun" (Fig. 1). By contrast, ARCO's "The Ideal" was represented not by a commercial environment, but by Frank Lloyd Wright's famous "Falling Water," a residence built for a wealthy client in rural Bear Run, Pennsylvania. ARCO's description of "The Ideal" called for "structures designed for beauty and long life as well as for practicality. Man's greatest architectural achievements are those that blend in perfectly with the natural environment, or somehow create an environment of their own. They become as permanent as their natural surroundings. (Rubin 339) Anti-diversiteit Volgens Sorkin en zijn medeauteurs zouden de rollen ondertussen zijn omgekeerd. Wat in de huidige maatschappij als ideaal wordt gepromoot is net de lifestyle van de ondernemersklasse. De stad blijft wel de plek waar diversiteit als gevaar wordt beschouwd (Caldeira 67). Besluit Bij aanvang van de paper werd vermeld dat het gebruik van de gethematiseerde architectuur in Heliopolis gekenmerkt wordt door orintalistische, koloniale, commercile en veiligheidsgerelateerde aspecten. De teksten hebben dit aangevuld met nieuwe, verrassende inzichten. Een eerste interessant aspect is dat de gebruikers van deze ruimte er net toe aangetrokken zijn omdat ze zich identificeren met de vormentaal. Het bijzondere is dat de gethematiseerde voorbeelden doorgaans net voorstelling zijn van een andere cultuur, een andere tijd of een fantasiewereld.

Meerbepaald is het een voorstelling van het beeld dat een bepaalde groep er van heeft. Enerzijds is het dus een vorm van escapisme, om zich af te sluiten van de realiteit (Caldeira). Anderzijds is het ook een representatie van een ideaal met een nostalgisch verlangen naar betere tijden als gevolg (Denis). Maar identificatie gebeurt ook, met de onderliggende waarden. De omgeving triggert collectieve beelden, en precies doordat deze beelden als collectief worden herkend, voelt men zich verbonden met de bredere samenleving (DeLyser). Al dient dit genuanceerd te worden, want ontwerp kan worden ingezet om bepaalde groepen aan te spreken, waardoor anderen worden uitgesloten (Denis, Caldeira). Alle auteurs veronderstellen dat gethematiseerde architectuur bovenal expliciet waarden oplegt aan de publieke ruimte. Ze halen wel elk verschillende motieven en gevolgen van dit fenomeen aan. Het kan bijvoorbeeld didactische bedoelingen hebben (DeLyser, Rubin), een uiting zijn van een machtsstrijd (Rubin) of een uitsluitingsmechanisme, afhankelijk van wie zich in het narratief kan vinden (DeLyser 624). De ervaring van authenticiteit en nostalgie heeft een dubbelzinnige impact op veiligheid, waardoor men controle op de publieke ruimte kan uitoefenen. In de (neo-)liberale samenleving is het dan ook meer dan enkel een commercile strategie.

BIBLIOGRAFIE
CALDEIRA, Teresa, Variations on a Theme Park: The New American City and the End of Public Space by Michael Sorkin [recensie], in: Journal of Architectural Education, 1994 (48) nr 1, pp. 65-67 DELYSER, Dydia, Authenticity on the Ground: Engaging the past in a California Ghost Town, in: Annals of the Association of American Geographers, 1999 (89) nr 4, pp. 602-632 DENIS, Eric, Cairo as Neo-Liberal Capital? From walled city to gated communities, in: SINGERMAN D. en AMAR P. (eds.), Cairo Cosmopolitan. -Politics, culture and urban space in the new globalized Middle East, Cairo, The American University in Cairo Press, 2006, pp. 47-72 RUBIN, Barbara, Aesthetic Ideology and Urban Design, in: Annals of the Association of American Geographers, 1979 (69) nr 3, pp. 339-361

You might also like