You are on page 1of 5

Hoofdstuk 1 De tijd van jagers en boeren Introductievragen

Tijd van jagers en boeren Tijd van Grieken en Romeinen Tijd van de Wereldoorlogen

duurt 32000 jaar duurt 3500 jaar duurt 50 jaar.

Verklaring: de tijd van jagers en boeren wordt gezien als periode waarin mensen min of meer op dezelfde wijze leefden; pas met de opkomst van meer complexe stedelijke beschavingen en het schrift vanaf 3000 v.C. brak volgens historici een nieuw tijdvak aan. Vanaf dat moment voltrokken veranderingen zich in steeds hoger tempo; is in onze periodisering dus eerder sprake van een nieuw tijdvak; worden die tijdvakken telkens korter.
3a

b c

Je eigen antwoorden. - 35.000 v.C. - 10.000 v.C. (niet overal) - 8.350 v.C. (Midden Oosten) - prehistorie Je eigen antwoorden. Je eigen antwoorden. - Hoe leefden de jagers en verzamelaars? - Hoe leefden de eerste boeren? - Wat zijn de verschillen tussen een boerensamenleving en die van de jagers en verzamelaars? Een mens, een hert, een rendier, een wolf een os een uil en een beer. Bijvoorbeeld: - Hij ziet eruit als een tovenaar. - Een mens met een dierenlichaam, dat moest wel een tovenaar voorstellen. - Een mens met een dierenlichaam dat moet wel iemand zijn met bovennatuurlijke krachten. Prehistorie (Periode) - De tijd van jagers en boeren. (Tijdvak)
-

5a b

(In het Midden-Oosten: ) Ongeveer twaalfduizend jaar, dat is n derde van de geschiedenis van de homo sapiens. Bijvoorbeeld: - Werken met machines i.p.v. stenen of eenvoudige metalen werktuigen. - De omvang van de boerderijen. - De enorm toegenomen productie (ook per boer). - De verhouding tussen het aantal boeren en het aantal mensen met een ander beroep. - De grootte van het gebied waarin een boer zijn producten verkocht.

11

1.1 Het leven van jager-verzamelaars


1a
b

10 tot 25 mensen. Als al de vruchten en knollen in de omgeving geplukt waren en het wild in een omgeving geschoten was, of verder trok, moesten ze wel verder trekken.

3ab steen: messen, pijlpunten, krabbers,etc bot en geweien: priemen, bijlen, schep, etc vezels moerasplanten: touw, fuiken, manden, etc hout: boten, bogen, handvaten etc darmen: stevig touw, pezen voor bogen, etc huid: leren schoenen, kleding, tentdoek etc 4 De beeldjes die gevonden zijn van vrouwen met enorme borsten, buik en heupen. Dit was mogelijk onderdeel van een vruchtbaarheidsritueel. Archeologen vermoeden dat zij een soort godin is van de vruchtbaarheid. De afbeelding geeft de levenswijze van jager-verzamelaars weer: leven van de jacht. Een archeoloog kan slechts weergeven wat er op de afbeelding te zien is. Naar de bedoeling van de afbeelding kan hij slechts raden: - was het een hulp bij de echte jacht (tactiek van het jagen) - waren de tekeningen onderdeel van een magisch jachtritueel Zowel uit de tekst als uit de afbeelding wordt duidelijk dat tzi alle attributen van een jager bij zich had zoals een, pijl en boog en een bijl. tzi had einkorn gegeten. Dit soort graan kan alleen geteeld worden en moest dus van boeren afkomstig zijn.

5a b

7a b

1.1 Jager-verzamelaars Middel van bestaan Voornaamste voedsel Woonplaats Belangrijke uitvindingen Grootte van de groep Soorten bronnen over deze periode Jagen en verzamelen Vruchten, noten, wortels, paddestoelen, vis, vlees, etc Geen vaste woonplaats, tentenkampen Vuur, stenen werktuigen Kleine groepen van 10 tot 25 mensen Ongeschreven bronnen als Fossielen, afval, voetafdrukken, en stenen werktuigen

1.2.
1a

Het ontstaan van de landbouw

In de Vruchtbare Halvemaan: Egypte, Libanon, Jordani, Syri, Isral en Irak (=Midden-Oosten). b - China - Midden-Amerika - Andesgebergte (=Zuid-Amerika) Vanuit het Midden-Oosten vond uitbreiding plaats naar Europa en naar het gebied rond de Indus (richting India). c In het gebied waar de landbouw ontstond en zich uitbreidde bevond zich een grote rivier (Indus, Donau, Gele rivier, Nijl, Eufraat en Tigris). d Omdat de leefwijze van de mensen ingrijpend veranderde kunnen we toch spreken van een revolutie (=totale verandering). - van rondtrekken naar een vaste woonplaats - van weinig bezittingen naar veel bezittingen - van hutjes nar grote stevige huizen - meer zekerheid m.b.t genoeg voedsel - van kleine groep jagers tot een grote groep boeren wiel vervoeren van landbouwproducten ploeg voor het bewerken van het land bakken van klei maken van voorraadpotten kalender wanneer is de beste tijd om te zaaien, oogsten etc.

5 7 9

Uitvindingen uit de prehistorie verspreiden zich ten opzichte van uitvindingen in de moderne tijd erg langzaam. Potten als deze werden gebruikt om voedsel in op te slaan. Jagerverzamelaars hadden geen voedselvoorraden en konden grote, zware potten als in hun reizende bestaan niet meenemen 1.2 Het ontstaan van de landbouw Middel van bestaan Voornaamste voedsel Woonplaats Belangrijke uitvindingen Grootte van de groep Soorten bronnen over deze periode Landbouw Opbrengst van de landbouw (akkerbouw en veeteelt) Kleine nederzettingen (dorpen) Landbouw, wiel, ploeg Grotere groepen tot ongeveer 400 mensen Ongeschreven bronnen zoals potscherven en gereedschappen en metalen als bron

1.3.
1a

b 2a b 3a b

- De boeren legden dijken aan om de overstroming onder controle te houden. - Ze bouwden een irrigatiesysteem om de akkers verder van de rivier af van water te voorzien. Irrigatie. - Er ontstonden voor het eerst sociale verschillen. - Er ontstonden voor het eerst steden Indirecte gevolgen: ze zaten aan het eind van een reeks (of keten van) eerdere gevolgen. sociale verschillen: de ene persoon staat in hoger aanzien, dus is belangrijker dan een ander persoon. Waarschijnlijk waren de sociale verschillen groter in de steden omdat daar veel meer verschillende mensen met verschillende beroepen woonden. In de dorpen was er nauwelijks sprake van specialisatie. Bijna iedereen was Boer, dus onderling weinig verschil in aanzien. Hooguit op basis van de omvang van hun land of veestapel. - religieuze rituelen uitvoeren - cordineren van de werkzaamheden aan de irrigatiesystemen - toezicht houden op de verdeling van graan en op de handel De priesters hielden zich bezig met cordinerende en toezichthoudende taken. Dat is tegenwoordig het werk van de overheid (=het bestuur van een land). De Priesters hadden contact met de goden. Deze goden waren van belang voor de landbouw. Ze zorgde immers voor de zoneschijn, de regen en dus de vruchtbaarheid. Omdat de landbouw zo belangrijk was voor deze samenleving was het logisch dat de priesters leiding gaven. Zij behoorden ook tot de weinigen die het schrift beheersten in een politieke organisatie een vrijwel onmisbare bekwaamheid. - Landbouw - Nijverheid (ambachtlieden die met de hand en eenvoudige werktuigen spullen maakten). De vondst van kostbare gesteenten en schelpen uit andere gebieden. Die ruilden ze waarschijnlijk tegen zout en zwavel uit Jericho. In Soemeri (=het zuiden van Mesopotami) ontstond voor het eerst een omvangrijke stedelijke beschaving Doordat boeren meer produceerden dan dat ze zelf nodig hadden, konden in eenzelfde gebied meer mensen gevoed worden. Gevolg niet iedereen hoefde in de landbouw te werken. Het overschot maakte het ontstaan van steden mogelijk, waar mensen andere beroepen hadden dan boer (ambachtsman, ambtenaar, priester, soldaat etc). Als gevolg van de overproductie van de boeren ontstonden er steden. In deze steden woonden veel mensen bij elkaar, die niet allemaal in de landbouw hoefden te werken. Dit was een belangrijke oorzaak van het ontstaan van specialisatie en daarmee op den duur nieuwe beroepen, zoals allerlei handwerklieden. Als gevolg van de vele specialisten in het maken van bepaalde producten

De eerste steden

4a b c

5a b 6a b

7a

(handwerklieden) deden zij niet meer aan akkerbouw en veeteelt, maar zij moeten wel eten. Dit is een belangrijke oorzaak dat mensen met elkaar gingen ruilen een boer had een pot nodig dan ruilde hij graan, vlees, melk, fruit met een pottenbakker voor een aantal potten. Ruilhandel dus. 9a 1.3 De eerste steden Middel van bestaan Voornaamste voedsel Woonplaats Belangrijke uitvindingen Grootte van de groep Landbouw, handel, ambachten Opbrengst van de landbouw Dorpen en steeds groter wordende steden Allerlei nijverheidsproducten Steeds groter wordende groepen leven in steden waarin 2000 tot 6000 mensen konden wonen Archeologische vondsten, beschreven kleitabletten

Soorten bronnen over deze periode b Gebeurtenis Het telen van graan Uitvinding wiel. Uitvinding ploeg. Het temmen van dieren. Muur rond Jericho gebouwd. Rond 8000 v.C. wonen er 6000 mensen in atal Hyk. Door overproductie kunnen er meer mensen in een gebied wonen. Een handelaar verkoopt de goederen van een boer. Een boer gaat zich specialiseren in het vervaardigen van gereedschappen. Een priester voert een religieus ritueel uit. Handelaren en ambachtlieden staan in hoger aanzien dan boeren.

Verschijnsel

Ontwikkeling

ontstaan van de landbouw

ontstaan van de eerste steden

overgang van jagers en verzamelaars samenleving naar een landbouwsamenleving

specialisatie

ontstaan sociale verschillen

You might also like