You are on page 1of 1

10 november 2012 , pag.

22

GEZONDHEID SLOW TALK Via Facebook, sms, Twitter en Whatsapp besteden mensen veel tijd aan het zenden van allerlei vrijblijvend gebabbel. Leuk, nuttig en nodig, vindt filosoof Stine Jensen. Maar dit snelle communicatiegeweld gaat ten koste van het echte gesprek, waarbij luisteren, aandacht en lichaamstaal een belangrijke rol spelen. In Mag ik je wat vragen? pleit ze voor rehabilitatie van de slow talk. Door Patricia van der Zalm

Pleidooi voor het persoonlijke gesprek


E
en goed gesprek betekent: goed luisteren, al je zintuigen gebruiken, rust, je aandacht richten op je gesprekspartner. In een goede conversatie durf je kwetsbaar te zijn en dingen over jezelf te vertellen die in de toekomst tegen je gebruikt zouden kunnen worden. Een goed gesprek betekent ook: doorvragen. Zon gesprek kan kwetsbaar maken, maar ook verrijken en inspireren. Dat betoogt filosoof, schrijver en programmamaker Stine Jensen in Mag ik je wat vragen? Deze toolbox voor slow talk bestaat uit haar essay De kunst van het gesprek en een set van veertig conversatiekaarten met (openings)vragen zoals: waarvoor ben je bang? Welke ambitie heb je nooit verwezenlijkt? Waarvan heb je spijt? Wanneer was je voor het laatst gelukkig? Die vragen moeten uitlokken tot een dieper gesprek dan waar ben je? of wat doe je? Het persoonlijke gesprek, face to face, dreigt in het huidige communicatiegeweld via internet en sociale media onder te sneeuwen. Dat is zonde, vindt Jensen. Want hoe handig, leuk en noodzakelijk de snelle communicatiemiddelen ook zijn, de kwaliteit van de conversatie is er niet per se op vooruitgegaan. Jensen maakt in haar essay onder meer een tocht langs diverse filosofen en andere deskundigen. "In de eeuw van de communicatie wordt er opvallend weinig echt gecommuniceerd", sprak dat mij aan. Kinderen leren wel taal en rekenen, dus waarom niet hoe ze een goed gesprek moeten voeren?" Ze schreef Mag ik je wat vragen? in samenspraak met haar vriendin Leo Wentink, tv- en filmregisseur met wie ze samen het tv-programma Dus ik ben maakte. Samen converseren ze gemiddeld vijftien uur per week: in het echt, maar ook via Facebook, sms en Twitter. "Het is lastig te zeggen welk deel echte conversatie is en welk gedeelte small talk. Dat loopt door elkaar heen. Bovendien kan keuvelen de opmaat zijn voor een dieper gesprek. We hebben de conversatiekaarten op elkaar uitgeprobeerd en uren met elkaar gepraat. En ja: we leerden nieuwe dingen over elkaar." Communiceren via sociale media is, behalve handig, ook oppervlakkig, onpersoonlijk en vooral lekker veilig; je kunt er het directe contact eenvoudig mee uit de weg gaan. "We zenden vooral informatie uit, waarbij bovendien de non-verbale communicatie ontbreekt. Twitter is praten in krantenkoppen, zoals journalist Theodor Holman zegt. Facebook en Twitter drijven op onmiddellijke emoties: dit vind ik leuk, ik doe nu dat en vind dit. Er wordt heel snel geoordeeld, zonder argumenten. Je wordt natuurlijk genformeerd over dingen die je nog niet wist. Het kan je heel creatief maken. Ook is het handig voor het onderhouden van internationale contacten. Maar het kan ook een nogal instrumenteel mens-

Het echte gesprek verliest terrein ten opzichte van vrijblijvend gebabbel via elektronische apparaatjes. Fotos: GPD citeert ze de Britse scenarioschrijfster Catherine Blythe. "We verschuilen ons achter schermpjes en hoeven de deur niet meer uit als we dat niet willen." Volgens de Amerikaanse sociologe Shelley Turkle heeft intensief gebruik van sociale media ook een negatief effect op onze aandacht voor anderen en op onze omgangsvormen. We turen om de haverklap naar een schermpje en hebben amper oog voor wie er naast ons zit. Na haar eerdere boek Echte vrienden over communiceren via sociale media was Jensen benieuwd naar wat die manier van praten met mensen doet. "Het is voornamelijk eenrichtingsverkeer. Als je al reageert, hoe doe je dat dan? Toen ik journalist Frnk van der Linden hoorde oproepen tot het geven van conversatieles op school,

beeld in de hand werken: wie heb ik nodig en voor wat? Die ambivalentie voelen we allemaal wel. Al die vrienden en volgers zijn leuk en aardig, maar wie komt helpen als je gaat verhuizen?" Volgens de Britse filosoof Alain de Botton staan dieperliggende psychologische oorzaken het goede gesprek in de weg. We zijn vaak te verlegen, zegt hij, om echt het achterste van onze tong te laten zien. Toch zou daarmee de kwaliteit van de gesprekken met sprongen vooruitgaan. Voor het leren van deze en andere levensvaardigheden heeft hij in zijn vaderland de School of Life opgericht. Nederland kent een soortgelijk initiatief (kijk op www.brandstof.eu). "We zijn praatgrage beestjes", zegt Jensen. "Maar draaien we een gesprekje af of proberen we er iets bijzonders van te maken, waarbij je dingen te weten komt die je nog

niet wist? Echt contact maakt kwetsbaar. Maar het is wel te leren, net als luisteren. Ik leer mijn 3-jarige dochter dat ze soms ook naar anderen moet luisteren. Van nature zijn we dierlijke wezens, gericht op jagen en op ik ik ik. Dus moet je het luisteren actief stimuleren, net als eerlijk zijn." Jensen wil met haar toolbox mensen aanmoedigen tot slow talk. Tot dialoog, echt contact en intimiteit. "Mag ik je wat vragen? klinkt ook vriendelijker dan we moeten praten. Dan weet je dat het al te laat is.

... Communiceren via sociale media is, behalve handig, ook oppervlakkig, onpersoonlijk en vooral lekker veilig; je kunt er het directe contact eenvoudig mee uit de weg gaan ...

Boek Mag ik je wat vragen? (verschijnt komende week) Auteurs Stine Jensen & Leo Wentink Uitgeverij Kosmos Prijs 16,95.

You might also like