You are on page 1of 4

Noord

en Zuid gaan uitelkaar (1815- 1830) Verenigd Koninkrijk der Nederlanden Grootmachten Congres v Wenen (1815) verenigde Zuid-Nl met Verenigde Provincin Verenigd koninkrijk der Nederlanden beide landen : historische banden : Karel V eenmaking Lage Landen verscheurd door (1ste helft 16de eeuw) Godsdienstoorlog Noord en Zuid Willem I van Oranje (nieuw staatshoofd) nieuwe grondwet: o liberale vrijheden koninklijke wil nog altijd boven grondwet o parlement (Staten-Generaal ) geen parlementair regime ministers verantwoording afleggen aan koning koning stelde leden v 1ste kamer zelf aan regime lag in lijn van Congres v Wenen streefde naar restauratie verlicht despoot: o economisch vlak : vooruitstrevende politiek stimuleerde opkomende industrie en bankwezen liet verschillende kanalen graven Noord (handelsvloot, kolonies) en Zuid (industrie) vulden elkaar goed aan belangrijke economische macht Ongenoegen tegenover Willem I grote kloof Noord en Zuid waren uit elkaar gegroeid (religieus en taalkundig vlak) beleid Willem I verscherpte tegenstellingen : o Zuiden achtte zich achteruit gesteld in bestuur en Staten Generaal : o aantal leden 2de kamer ongelijkmatig verdeeld Noorden kon zijn wil opleggen aan Zuiden ondanks demografisch overwicht van het Zuiden o politiek van vernederlandsing (onderwijs) o Hollands beschouwd als taal van gehate protestantse ketters Franstalige elite zag kans tot promotie gedwarsboomd o rijksonderwijs (lagere scholen, athenea, normaalscholen en rijksuniversiteiten) bevorderd culturele pijl Zuiden verhogen/ invloed v kerk terugdringen Willem I algemeen belang voor ogen, maar joeg verschillende groepen tegen zich in het harnas Belgische revolutie liberalen/katholieken(1828) verbond tegen Willem I :unie der opposities/monsterverbond ongenoegen tot uiting i Staten-Generaal, pers en petitiebewegingen wilde geen eigen staat maar politieke hervormingen toegevingen koning gemoederen niet bedaren 1830 : situatie escaleerde : misoogsten voedselvoorzieningen in gedrang faillissementen/ werkloosheid overproductie Zdlke industrie (eind augustus) proletariaat bestormde fabrieken/ sloegen machines kapot (Br/Luik) reactie autoriteiten weinig kordaat : burgerij burgerwacht uit zelfverdediging: orde herstellen , burgerij militaire macht verschaffen tegen Willem I aangewend groeide uit tot politieke macht verzet organiseerde

gevechten (Brusselse Warandepark) overwinning Belgische vrijwilligers koning aarzelde en eisen opstandelingen radicaler opstand revolutie opstandelingen richtten voorlopig bewind op riepen onafhankelijkheid uit bewind schreef verkiezingen uit voor grondwetgevende vergadering nationaal congres o.b.v. cijnskiesrecht Belgi, een liberale burgerstaat (1831- 1914) Internationale context Grootmachten bufferstaat creerden bespraken lot v opstandige Zuiden i Londen : Oostenrijk, Pruisen en Rusland militaire tussenkomst Frankrijk opgetogen met opdoeken v vijandige bufferstaat Engeland doorslag : tevreden met splitsing v economische concurrent en met oprichting v gematigd liberaal bewind conferentie v Londen : herkende Belgische staat (Januari 1831) waarborgde territoriale onschendbaarheid op voorwaarde eeuwige neutraliteit verzette zich tegen Franse kandidaat voor kroon Leopold v Saksen Coburg Gotha gedroomde compromiskandidaat: o Duitse prins o weduwnaar van Engelse kroonprinses o huwde met dochter v Franse koning Belgische grondwet Nationaal Congres grondwettelijke en parlementaire monarchie : grondwet: koning moest grondwet naleven en macht delen met parlement o.b.v. verlichting scheiding monarchie : koningschap stabiliteit i.p.v. wisselende president machten parlement: ministers moesten mee wetten ondertekenen & verantwoordelijk voor parlement 2 kamers : verkozen o.b.v. cijnskiesrecht o volksvertegenwoordigers duur (vooral senaat) o senaat 1% kon stemmen grondwet voornaamste individuele vrijheden liberaal vooruitstrevend (vb voor andere landen) nog geen democratie: individuele vrijheden belangrijker dan politieke gelijkheid ondanks vorstelijk depotisme volk ver verwijderd v politieke besluitvorming vrijheid v vereniging, maar geen recht om vakbonden te vormen tot opheffing coalitieverbod 1866 Belgi elitaire, burgerlijke staat

Op weg naar een democratie 1880: toename verzet tegen elitaire cijnskiesrecht gefrustreerde arbeiders stakingen , oproer binnen 2 conservatieve partijen (liberalen, katholieken ) 2 nieuwe democratische strekkingen : radicaal-liberale en christendemocratische o dilemma : trouw partij of sociale bekommernis ? ijverden uiteindelijk voor algemeen stemrecht samen met socialisten heftig burgerlijk verzet parlement zwichtte algemeen meervoudig stemrecht 1893 mannen + 25 stem, o.b.v. diploma/bezit meer stemmen vormden meerderheid i. electoraat liberale zware nederlaag 28 socialisten intrede i parlement i volgende verkiezingen katholieken bleven volksvertegenwoordiging domineren 1899: evenredige vertegenwoordiging i.p.v. meerderheidsbeginsel zetels evenredig verdeeld volgens uitgebrachte stemmen i.p.v. 1 partij met hoogste stemmen die alle zetels/ kiesdistrict kreeg o voordeel voor kleinere partijen : ook rol politieke partijen vergrootte o massa moest overtuigd worden d.m.v. duidelijk partijprogramma, propaganda en partijorganisatie o partijen bepaalden standpunt parlementsleden moesten zich schikken (partijtucht) katholieke en socialistische (BWP) partij massapartijen o liberalen elitepartij : rekruteerde kiezers uit stedelijke burgerij Conflicthaarden in Belgi (1831-1914) de eendracht onder druk Willem I herkende uiteindelijk onafhankelijkheid v Belgi (1939) samenwerking tussen liberalen en katholieken (unionisme) brokkelde af wegvallen v dreiging uit noorden tegenstellingen kerk (na 1830) katholiek onderwijs scholen opgericht door Willem I verdwenen geestelijke orden, kerken, abdijen en bisdommen heropgericht innerlijke verdeeldheid bij katholieken: - liberaal-katholieken aanvaarden liberalisme - ultramontanen naar katholieke staat & verzet tegen scheiding v kerk en staat liberalen zagen hoe grondwettelijke vrijheid in voordeel v kerk werkte kerkelijke invloed beperken werden antiklerikaler katholieke maatschappijmodel vooruitgang in weg overheid inschakelen dam tegen katholieke invloed Eerste schoolstrijd ideologische strijd (na 1850) laaide op rond onderwijspolitiek school : cruciaal i strijd om invloed en macht 1ste schoolstrijd om lager onderwijs (1879-1884) : liberale bewind lekenonderwijs, schoolwet : iedere gemeente 1 officile lagere school zonder godsdienst en onder controle v burgerlijke overheid katholieke campagne bescherming v ziel v kind (ongelukswet/scholen zonder God) liberale onderwijswetten ingetrokken liberale verkiezingsnederlaag (1884) homogeen- katholieke regeringen onafgebroken a macht tot WOI kerk bouwde macht uit via netwerk/zuil v pedagogische, sociale en culturele organisaties liberalen/ socialisten volgden voorbeeld

Ontstaan Vlaamse beweging Oorspronkelijk : taal/cultuurprobleem: Belgi eentalig Franse staat : Frans o taal elite, versterkte Belgische eenheid o leger, gerecht, administratie en nationale kranten Vlaams : o taal v gewone volk o verzameling dialecten, AN bestond niet o clerus zag Vlaams als middel om bevolking v verderfelijke, liberale, Franse ideen af te houden jonge intellectuelen/taalminnaars (Conscience) opwaardering v NL tot volwaardige taal culturele organisaties (liberale Willemsfonds, katholieke Davidsfons) organiseerden culturele manifestaties, gaven talloze boeken/folders uit evolutie: politieke beweging (1850) : middengroep : kleine burgerij i Vlaanderen promotiekansen geblokkeerd dr Frans Vlaamse strijd (gelijkheid beide landstaten) parallel met sociale vraagstuk (algemeen stemrecht) gelijkheidswet 1898 mijlpaal officile nl teksten rechtsgeldig naast Franse duurde lang voordat taalwetten effectief werden toegepast leger, vrije middelbare scholen bleven frans

You might also like