You are on page 1of 3

1. De Prehistorie: Tijd van Jagen en Verzamelen Prehistorie is de tijd waarin niet door of over dat volk werd geschreven.

+/- 3000 BC ontstond het schrift. Volken die schrift gebruikte eindigde de prehistorie. Nieuw-Guinea in het Amazone gebied ste eindigde de prehistorie pas in de 20 eeuw, omdat toen pas voor het eerst over hen werd geschreven. Oudste skeletten zijn in Oost-Afrika gevonden. 2 miljoen jaar geleden. Etnische groep zijn een groep mensen met lichamelijke kenmerken die anders zijn dan bij andere soorten mensen. Bijv. huidskleur. Onder cultuur hoort: - hoe mensen hun levensonderhoud voorzien en hun inkomsten verdelen, sociale omstandigheden, - politiek, - godsdienst, taal, sport, onderwijs, wetenschap, kunst, rechtspraak Mensen hebben altijd in groepen geleefd en daardoor ontstonden etnische verschillen. Het begin verspreidden mensen in kleine groepen. Leefden van planten en vruchten, jacht en visvangst. Vrouwen verzamelden eetbare planten en vruchten en mannen jacht of visvangst. Leefden in open grotten of zeer eenvoudige hutten. Maakte gebruik van vuistbijlen, speerpunten en schraapstenen. Magie ontstond doordat mensen niet konden verklaren hoe leven na de dood, wisseling van seizoenen, goed en slecht weer ontstond. Godsdienst gaf mensen het gevoel van veiligheid. 2. Ontstaan van Landbouw in het Midden-Oosten In geschiedenis 2 vernieuwen. Eerste is van jager naar akkerbouw en 2 van akkerbouw naar industrie. Akkerbouw voor het eerst 7000 BC in het Midden-Oosten. Ontdekte als eerst door zaaien het volgende jaar oogsten. Dieren konden worden getempt en als huisdier worden gehouden. Dorpen ontstonden omdat mensen niet de hele tijd hoefde te verplaatsen. Dorp= kleine nederzetting waar de meeste inwoners leven van akkerbouw en veeteelt. Niet iedereen hoefde meer in de landbouw te werken. Timmerman, smid en andere ambachten ontstonden. Samenleving werd ingewikkelder en huisbediende, koopman, kunstenaar, geleerde, soldaat, bestuurder en priester ontstonden. Steden ontstonden (= dorp waar meeste mensen niet meer in de landbouw werken). Gelaagde samenlevingen ontstonden. Langs de Eufraat en Tigris ontstonden eerste steden zoals oer, nineve en babylon. Staat is een land met duidelijke grenzen waarin een kleinere groep de rest van de bevolking bestuurt. Koningen en priesters meeste macht. Wetten ontstonden en belasting werd ingevoerd. Handelsafspraken werden schriftelijk vastgesteld. Problemen ontstonden in de gelaagde samenleving en het eerste wetboek ontstond van koning hammoerabi uit Babyloni. Ook stedelijke langbouwgemeenschappen ste ontstonden aan de nijl, de Indus en de Gele Rivier. 1 eeuw AC. Oudste werktuigen zijn 150.000, 200.000 jaar oud. Hunebedden zijn bekendste monumenten uit de prehistorie. Erin zijn grafgeschenken gevonden. 3.Het Oude Egypte Egyptenaren leerde rivieren beheersen met dammen, dijken en sloten. Waterhuishouding ontstond wat betekent: bij hoog peil van de nijl werden de dijken doorgestoken en stroomde het water over de akkers. Bij laag peil werden de dijken weer dicht gemaakt en kon het vruchtbare slib achterblijven op het land om vruchtbare land te creren. Koning menes (boven-Egypte wist Egypte tot 1 land te verenigen. Hij werd Farao (koning) van heel Egypte. Hij had ambtenaren in dienst die samen het bestuursapparaat vormden. De gewone man moest belasting afstaan. Hij was verplicht werkzaamheden te verrichten voor de waterhuishouding en voor openbare werken. In oorlogstijd moest hij als soldaat dienen. Een gewone man had geen invloed op het bestuur. Voordelen waren dat ze goed werden beschermt tegen vijanden uit binnen en buitenland. En ze konden meer beroepen kiezen dan tevoren. Vanaf het ontstaan van de mens heeft het altijd oorlog gevoerd. Om grenzen te beschermen om grondgebied te veroveren, of als arm volk te profiteren van welvaart van een ander volk. 30 BC werd de Egyptische staat deel van het romeinse rijk. Ongelijkheid nam sterk toe. Sommige mensen kregen meer macht dan andere. Daardoor ontstond er een gelaagde samenleving. Egypte was verdeeld in 42 districten elk bestuurd door een gouverneur. In het begin had ieder dorp een eigen god. Toen Egypte
de

een eenheid werd, werden goden overgenomen. Mythen ontstonden en verschillende verhalen deden de ronde. Piramiden werden gemaakt van uit rots gehouwen steenblokken. Het schrift van Egypte ontstond uit Hirogliefen. En ze schreven spijkerschrift op kleitabletten. De kennis ging verloren na de introductie van het Christendom. 1.Het ontstaan van de Polis, Athene als voorbeeld Rond 800 v. Christus ontstonden ongeveer 800 stadstaatjes (polis). Een Akropolis (hoge stad) is een hoge heuvel waar de mensen in tijde van gevaar naar toe vluchtte. Een agora was een plein waar de burgers elkaar ontmoetten, handel dreven en het bestuur van de polis bespraken. Rondom ontstonden echte steden, grote nederzettingen waarvan de meeste bewoners van iets anders leefden dan akkerbouw en veeteelt. In de steden woonde ambachtslieden, kooplieden, kunstenaars, soldaten, bestuurders, priesters, geleerden en mensen die bij anderen in dienst waren. Ook boeren die hun land vlakbij de stad hadden, woonde er. De andere boeren leefden buiten de stad in dorpen. De Grieken kregen andere ideen over hoe inwoners bij het bestuur betrokken konden worden. Daar ontstonden in verscheidene stadstaten: Autocratie: bestuur door alleenheersers Oligarchie: alleen de rijkste burgers bestuurden Democratie: Alle burgers namen deel aan het besturen van het land Eerst hadden de adel in de polis de macht. Hun rijkdom was vooral gebaseerd op grondbezit. Een raad van edelen nam alle beslissingen. Er was ook een volksvergadering. Deze stond echter sterk onder invloed van de adel en besloot wat de adel wilde. Daarin kwam echter verandering toen de steden te maken kregen met overbevolking en te maken kregen met een grotere groeiende groep, de handelaren. Kolonisatie ontstond omdat er rondom Athene weinig vruchtbare grond was. Das was rond 750-550 V. Christus dat mensen rondom het Middellands Zeegebied nieuwe nederzettingen stichtten. Zon nederzetting werd ook wel kolonie genoemd. Die bleven goede contacten met het moederland te houden en daardoor ontstond handel. Veel handelaren werden rijker dan de adelen. Zij wilde ook een deel van de macht. Daardoor ontstonden in veel steden democratie. Echte democratie was het niet want alleen mannen kregen stemrecht. IN 509 v. Christus werd door Kleisthenes een nieuwe regeringsvorm ingevoerd: directe democratie. Alle beslissingen werden door de volksvergaderingen genomen. De mannen (18 jaar en ouder) konden voor, tegen of nieuwe wetsvoorstellen doen. De raad van 500 bereidden de vergaderingen voor. De raad werd aangewezen door eenjarige loting. Het dagelijkse bestuur was in handen van een telkens wisselende groep van 50 leden bestaande uit die 500. De vergadering koos 10 leiders van het leger en vloot. Vrouwen, slaven en buitenlanders hadden geen stemrecht. 5. Het Griekse wereld- en Mensbeeld De Grieken gaven aanvankelijk een mythologische verklaring voor het ontstaan van de wereld. Sommige Grieken brachten daar verandering in. Zij probeerde dat beeld te veranderen in een natuurwetenschappelijk beeld. Daarvoor zochten ze een filosofische verklaring. Aristoteles en Ptolemaeus beschouwen de aarde als een onbeweegbare bol die het centrum vormde van het bolvormige heelal. Dit wereldbeeld werd maar door een klein deel van de bevolking gehonoreerd. Ook het denken over het ontstaan van de mens veranderde. Om de goden gunstig te stemmen te stemmen moesten ze offers brengen. Het groep verband is ook veel belangrijk dan individueel. Iedere polis had een eigen beschermgod. De goden leefden op de berg Olympus en waren onsterfelijk. De de Grieken vonden het leven op aarde het belangrijkste Vanaf de 6 eeuw v. Chr. Veranderde bij een kleine groep het mensbeeld en geloofden niet meer dat de goden alles bepaalden. Zij zagen de mens als een zelfstandig wezen. Nieuw was het zoeken van antwoorden in de natuur en niet in de godsdienst. De wetenschap kwam in hoog aanzien in Griekenland. Met wetenschap bedoelen we het systematisch geordend geheel van het weten en van de regels waarmee verdere kennis verkregen kan worden. Voorbeelden van de wetenschappelijke vooruitgang is de verscheidene geboortes van bijv.: de geneeskunde, geschiedenis,filosofie, onderwijs, sport, politiek, kunst, beeldhouwkunst, bouwkunst.

8. De Republiek, een gelaagde samenleving Eerst was Rome in handen van de Etrusken. Nadat Rome zich had vrijgevochten kregen de rijke Romeinen de macht in Rome. Zij werden de Patricirs genoemd. Alle andere Romeinen werde Plebejers genoemd. Alle Patricirs hadden leidinggevende functies in het bestuur van de stad of in het leger. De afkomst bepaalde in welke groep je behoorde. Huwelijke waren verboden. Sommige Plebejers werden net zo rijk als de Patricirs. De rijke plebejers vonden dat zij samen met de Patricirs de leiding moesten nemen. Ten slotte moesten de Patricirs toegeven, want ze wisten dat ze de Plebejers nodig hadden. De rijke Plebejers hadden het geld en de arme Plebejers konden de soldaten leveren voor de oorlog. De Patricirs stemden in dat de Plebejers niet meer mochten worden verkocht als slaaf. Ze mochten voortaan met elkaar trouwen. De plebejers mochten nu dezelfde hogen functies bekleden in het bestuur en het leger. 2 groepen hadden helemaal geen invloed op het bestuur dat waren de slaven en de vrouwen. 9. De Romeinen stichten een imperium De Romeinen begonnen aan het veroveren van andere gedeeltes zoals het Middellands Zeegebied, en een groot deel van Europa. Daar deden ze ruim 300 jaar over. Soms veroverde ze landen omdat het een bondgenoot van de Romeinen aanviel, of dat een bepaald volk de handel in gevaar bracht of de veiligheid van de Romeinen. Of om de Romeinen meer grond te schenken. De Romeinen voelde het als een taak om de rest van de wereld een rechtvaardig bestuur te brengen. De gevolgen van de veroveringen waren groot - Het rijk werd verdeel in provincies. Het kreeg een romeins bestuur met een gouverneur. Elke provincie moest ieder jaar belasting betalen - De senaat werd machtiger. In de senaat zaten mensen met veel ervaring en hun raad werd ook altijd opgevolgd.] - De Griekse cultuur werd invloedrijker. Goden werd overgenomen, Zeus (Jupiter), Romeinen begonnen ook hun tempels op dezelfde manier te bouwen. - Boeren moesten in het leger treden en raakten daardoor hun bedrijf. Familieleden konden het bedrijf niet overnemen. De armoede steeg sterk in Rome. Zij werden Proletarirs genoemd, het was iemand die alleen maar kinderen bezat (proles is nageslacht). - Rijke mensen nam ook toe. Ze werden rijk door de opbrengsten van veldslagen of groeiende handel. Andere door het achterhouden van belasting dat werd gend bij de arme. - Veel slaven werden verhandelt. Ze werden als veel behandelt - Het Romeinse leger werd minder sterk. Dat kwam doordat boeren Proletarirs werden. Soldaten moesten hun eigen uitrusting aanschaffen en dat konden Proletarirs niet veroorloven.

You might also like