You are on page 1of 108

1

AFM Consumentenmonitor najaar 2010 Pensioenen 14 januari 2010

Leeswijzer

? ?

Voor u ziet u de rapportage van de Consumentenmonitor, uitgevoerd in het najaar van 2010. Het betreft hier het deelonderwerp pensioenen. In de rapportage beschrijven we consumenten die hebben aangegeven pensioen op te bouwen. Alle beschreven verschillen tussen AFM segmentatie (kijk voor meer informatie in de bijlage), leeftijdsgroepen, opleidings- en inkomensniveau die zijn beschreven, zijn significant.

Inhoudsopgave 3

Management Summary

Onderzoeksresultaten in detail 2a Pensioenen

Bijlagen

3a

3b

3c

Achtergrond

Onderzoeksverantwoording

Contact

1 Management Summary

Management Summary -15 Pensioenen ?

? ?

? ?

? ? De meeste consumenten met een pensioen via de werkgever beschikken over een middelloonregeling (43%). 28% van de consumenten weet niet welke pensioenregeling men heeft. Jongeren tot 35 jaar weten relatief vaak niet wat voor type pensioenregeling men heeft (50%). De pensioenverstrekker is verreweg de belangrijkste informatiebron voor het pensioen (80%). Bijna driekwart (72%) geeft aan de pensioeninformatie begrijpelijk te vinden. Met name onder jongeren tot 35 jaar ligt dit percentage beduidend lager (57%). Een meerderheid (71%) is zich ervan bewust dat het uit te keren pensioenbedrag nog kan wijzigen. Met name deelnemers aan een eindloonregeling verwachten vaker dat het kapitaal gegarandeerd is (27% vs gemiddeld 13%). En op de drie consumenten die pensioen opbouwen en hier informatie over ontvangen wil deze informatie bij voorkeur via een persoonlijke pagina op internet krijgen. Het recent gelanceerde initiatief www.mijnpensioenoverzicht.nl speelt hier goed op in. Pensioenfondsen en verzekeraars zelf moeten onafhankelijk advies beschikbaar stellen volgens ongeveer de helft van de consumenten die pensioen opbouwen en informatie hierover krijgen. Men is niet bereid veel uit te geven aan een adviesgesprek. En op de vijf heeft berhaupt geen behoefte aan een adviesgesprek over het pensioen, terwijl de consumenten die hier wel behoefte aan hebben er veelal niet voor willen betalen (64%).

2 Onderzoeksresultaten in detail

2a

Pensioenen Jongeren zijn relatief vaak niet op de hoogte van het type pensioen

Eindloonregeling

Middelloonregeling

Beschikbare premieregeling

Andere regeling

0 0 0

10

10 10

12

12

17 16

15 16

18

25 26 25

43 43

49

50

Weet ik niet

10

12

20

25 28

30

30

40

48

50

51

60

Totaal

16-24 jaar

25-34 jaar

35-44 jaar

45-54 jaar

55+ jaar

? ? ? ?

De meeste consumenten met een pensioen zeggen te beschikken over een middelloonregeling (43%). jongeren tot 35 jaar noemen significant vaker hebben een beschikbare premieregeling. Ook ligt in deze groep het aantal consumenten dat niet weet welke regeling men heeft beduidend hoger. Middelloon- en eindloonregelingen zijn met name vaker terug te vinden bij de oudere consumenten.

Wat voor soort pensioenregeling heeft u via de werkgever? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen N = 1.156 80% geeft aan belangrijkste info van pensioenfonds of verzekeraar te krijgen

Mijn pensioenfonds/verzekeraar

Mijn werkgever

De vakbond

Financieel adviseur/bank

Iemand anders

14

80

Ik krijg nooit informatie over mijn pensioen

10

20

30

40

50

60

70

80

90

? ? ?

Acht op de tien consumenten die pensioen opbouwen geven aan de belangrijkste informatie te ontvangen van het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar. Op grote afstand volgt de werkgever op de tweede plaats met 14%. 2% geeft aan nooit enige informatie over het pensioen te ontvangen.

Van wie krijgt u de belangrijkste informatie over uw eigen pensioen? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen N = 1.156

Jongeren vinden pensioeninformatie relatief vaak onbegrijpelijk

Totaal

11

61

17

41

16-24 jaar

25-34 jaar

35-44 jaar

45-54 jaar

55 jaar en ouder

0%

10

15

13

20%

54

53

58

40%

58

71

60%

27

23

21

13

80%

12

11

32

32

3 11

100%

Zeer begrijpelijk Zeer onbegrijpelijk

Voldoende begrijpelijk Ik lees het nooit

Onvoldoende begrijpelijk Weet niet/geen mening

? ?

Vooral jongeren geven significant vaker aan de verkregen informatie niet te begrijpen. Waar gemiddeld 23% aangeeft de informatie onvoldoende tot zeer onbegrijpelijk te vinden, geeft 32% van de jongeren tot 35 jaar aan de informatie niet te begrijpen. Binnen deze groep lijkt ook minder interesse in het pensioen te bestaan. Onder deze groep is het percentage dat aangeeft nooit de pensioeninformatie te lezen aanzienlijk groter (11% tot 25 jaar en 8% tot 35 jaar). De meerderheid van de respondenten geeft echter aan de informatie wel begrijpelijk te vinden (72%).

Hoe begrijpelijk is de informatie die u ontvangt over uw

pensioen? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen en info over hun pensioen krijgen N = 1.135 Meerderheid verwacht dat het uit te keren pensioenbedrag nog kan wijzigen

10

Totaal

Eindloonregeling

Middelloonregeling

Beschikbare premieregeling

13

12

16

27

71

82

72

62

16

11

12

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Het pensioenbedrag staat vast

Het pensioenbedrag kan nog wijzigen

Weet ik niet

? ?

Een meerderheid is zich ervan bewust dat het pensioenbedrag niet vaststaat. Pensioendeelnemers met een eindloonregeling verwachten het vaakst dat het eindbedrag gegarandeerd is (27%). De ingelegde premie wordt bij dit type pensioen niet belegd en de uitkering is gebaseerd op het laatst verdiende salaris, derhalve mag verwacht worden dat dit vaststaat. Echter, recente maatregelen van pensioenfondsen (zoals niet indexeren, of wellicht zelfs afstempelen) tonen aan dat ook hier het pensioenbedrag weldegelijk nog kan wijzigen. Opvallend is dat 16% van de deelnemers aan een beschikbare premieregeling verwacht dat het pensioenbedrag gegarandeerd is, terwijl de ingelegde premie belegd wordt.

Denkt u dat dit pensioenbedrag vast staat of kan dit bedrag in de loop van de tijd nog wijzigen? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen en info over hun pensioen krijgen N = 1.135 Enderde geeft voorkeur aan informatie op persoonlijke pagina via internet

11

Een persoonlijke pagina op internet Een brief met informatie over mijn pensioensituatie Een presentatie van het pensioenfonds of verzekeraar Een online register waarin al mijn pensioenaanspraken staan Een gesprek met een financieel adviseur Een test op internet

Gesprek met iemand van de HR afdeling Gesprek met mijn leidinggevende op het werk Een speciaal loket bij het gemeentehuis Een beurs over geldzaken Iets anders Ik heb al genoeg informatie over mijn pensioensituatie

1 1

15 14

19

19

24

29

33 31 Ik ben niet genteresseerd in mijn pensioensituatie 4

% 0 5 10 15 20

25 30 35

? ?

En op de drie consumenten, die pensioen opbouwen en hier informatie over ontvangen, wil deze informatie bij voorkeur via een persoonlijke pagina op internet verkrijgen. Het recent gelanceerde initiatief www.mijnpensioenoverzicht.nl speelt hier goed op in. Adviesgevoeligen geven significant vaker aan informatie door middel van een persoonlijk gesprek met een financieel adviseur te willen ontvangen (24%). Ook jongeren in de leeftijd tussen 25 en 34 jaar geven vaker de voorkeur aan een persoonlijk gesprek met een adviseur (29%). Daarnaast geven zij vaker aan een persoonlijke pagina op internet te wensen (40%) en open te staan voor een gesprek met iemand van de HR afdeling (23%). Waar 55-plussers vaker aangeven al genoeg informatie te hebben over het pensioen (30%), geven consumenten in de leeftijd 25 tot 35 jaar vaker aan niet genteresseerd te zijn in het pensioen (8%).

Op welke wijze zou u bij voorkeur meer informatie over uw persoonlijke pensioensituatie verkrijgen? (max. 3 antwoorden mogelijk)

BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen en info over hun pensioen krijgen N = 1.135 Pensioenverstrekker moet onafhankelijk pensioenadvies beschikbaar stellen

12

Het pensioenfonds/ de verzekeraar De werkgever

Een consumentenorganisatie

De overheid De werknemersorganisatie / vakbond Een financile toezichthouder

De financieel adviseur

13

12

17

20

19

33

49

Een andere instantie

0 10 20 30 40 50 60

? ? ?

Volgens ongeveer de helft van de consumenten die pensioen opbouwen en informatie hierover krijgen zouden pensioenfondsen en verzekeraars onafhankelijk advies beschikbaar moeten stellen. De werkgever volgt op de tweede plaats, n op de drie vindt dat de werkgever hier verantwoordelijk voor is. De financieel toezichthouder wordt door 13% genoemd.

Via welke instantie moet volgens u onafhankelijk pensioenadvies beschikbaar worden gesteld? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen en info over hun pensioen krijgen

N = 1.135 En op de vijf heeft geen behoefte aan een adviesgesprek over het pensioen

13

30

25

24

20

15

10

16

10

19

21 En keer per jaar En keer per 2 jaar En keer per 3 jaar En keer per 4 jaar En keer per 5 jaar Minder dan n keer per 5 jaar Geen adviesgesprek

Ruim eenvijfde (21%) geeft aan geen behoefte te hebben aan een adviesgesprek over hun pensioen. Het gaat hier voor bijna de helft (10%) om consumenten die aan geven al genoeg informatie te hebben (8%) en consumenten die geen behoefte hebben aan extra informatie (2%). Jongeren tot 35 jaar geven aan minder frequent een gesprek te wensen dan consumenten die dichter tegen de pensioengerechtigde leeftijd aan zitten. 35% geeft aan n keer per 1 2 jaar een adviesgesprek te willen tegen 46% van de 55-plussers.

Met welke frequentie zou u een adviesgesprek willen ontvangen? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen N = 1.156 Het bij de werkgever(s) opgebouwde pensioenbedrag is het belangrijkste gespreksonderwerp bij adviesgesprek 14

Mijn pensioen bij mijn huidige werkgever Mijn pensioen bij mijn voormalige werkgever(s)

Al mijn financile zaken Mijn huidige inkomen Mijn vermogenselementen zoals een eigen huis, een spaar- of beleggingsrekening Mijn verzekeringen Andere onderwerpen

16

22

30

35 33

70

Geen van bovenstaande onderwerpen

10

20

30

40

50

60

70

80

Consumenten in de leeftijd 45 tot 55 jaar vinden significant vaker dat het gehele financile plaatje meegenomen moet worden in een dergelijk gesprek.

Welke onderwerpen moeten volgens u besproken worden in een pensioen adviesgesprek? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen N = 1.156 Bereidheid tot betaling voor pensioenadvies is laag

15

80

70 60 50 40

64 65

70

55

30 20 10 0

22 29

19

23

10

13

33

01

00

00

0 Ik ben niet bereid 0 tot 50 per 50 tot 100 100 tot 150 150 tot 200 200 tot 300 Meer dan 300 te betalen advies per advies per advies per advies per advies

per advies

Totaal N = 1.156

Inkomensniveau: laag N = 108

Inkomensniveau: midden N = 478

Inkomensniveau: hoog N = 406

? ? ?

De bereidheid om voor pensioenadvies te betalen is laag. 64% wenst hier niet voor te betalen. Een gemiddeld adviesgesprek kost al snel 100 euro. Slechts weinig consumenten blijken dit er voor over te hebben. Consumenten met een hoger inkomensniveau zijn significant vaker bereid een bedrag te betalen voor onafhankelijk pensioenadvies. Al hebben ook zij over het algemeen niet veel over voor een dergelijk advies.

Wat bent u bereid per keer te betalen voor onafhankelijk pensioenadvies?

BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen Bereidheid tot betaling afhankelijk van instantie pensioenadvies

16

Ik ben niet bereid te betalen 0 tot 50 per advies 50 tot 100 per advies 100 tot 150 per advies 150 tot 200 per advies 200 tot 300 per advies Meer dan 300 per

2 3 1 1 1 1 1 00

10 15 11 14 9

22

27

51 50

56

60

64 66

Instantie die onafhankelijk pensioenadvies beschikbaar moet stellen Totaal (N = 1.156) De werkgever (N = 374) De werknemersorganisatie / vakbond ( N = 191)

Het pensioenfonds/ de verzekeraar (N = 560) Een financile toezichthouder (N = 151) De overheid (N = 221) Een consumentenorganisatie (N = 231) De financieel adviseur (N = 136) advies 01 % 0 10 20 30 40 50 60 70 80

Indien men van mening is dat onafhankelijk advies door werkgever, vakbond of pensioenfonds/-verzekeraar beschikbaar gesteld moet worden is de bereidheid te betalen voor advies duidelijk lager dan wanneer men vindt dat een financieel toezichthouder, consumentenorganisatie of financieel adviseur onafhankelijk advies beschikbaar zou moeten stellen.

Wat bent u bereid per keer te betalen voor onafhankelijk pensioenadvies? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen Zelfs bij behoefte aan adviesgesprek bereidheid te betalen niet hoog

17

Ik ben niet bereid te betalen

57

64

88

0 tot 50 per advies

50 tot 100 per advies

100 tot 150 per advies

150 tot 200 per advies

200 tot 300 per advies

Meer dan 300 per advies

0 1 1 0 1 1 0 0 0 0

3 3 4

10 12 22

26

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Totaal N = 1.156

Wel behoefte aan adviesgesprek N = 914

Geen behoefte aan adviesgesprek N = 242

Ook als men aangeeft behoefte te hebben aan een adviesgesprek is de bereidheid hiervoor te betalen niet heel hoog, 57% geeft aan niet te betalen terwijl nog eens 26% aangeeft er niet meer dan 50 euro voor over te hebben. De bereidheid te betalen ligt, vanzelfsprekend, echter wel significant hoger dan onder de consumenten die aangeven hier geen behoefte aan te hebben.

Wat bent u bereid per keer te betalen voor onafhankelijk pensioenadvies? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen Bij voorkeur voor info van ATP is de bereidheid te betalen groter

18

Ik ben niet bereid te betalen

50

64

67

0 tot 50 per advies

20 22

29

50 tot 100 per advies 100 tot 150 per advies 150 tot 200 per advies 200 tot 300 per advies

Meer dan 300 per advies

1 1 1 1 1 0 0 0 0

3 3 3

9 10

16

10

20

30

40

50

60

70

Totaal (N = 1.156) Voorkeur wijze extra informatie over pensioen: Een gesprek met een financieel adviseur (N = 219) Voorkeur wijze extra informatie over pensioen: Andere wijze (N = 916)

Indien men graag extra informatie over het pensioen wenst te ontvangen van een financieel adviseur is men vaker bereid een bedrag hiervoor te betalen (50% tegen 33% van de consumenten die geen voorkeur heeft voor de financieel adviseur).

Wat bent u bereid per keer te betalen voor onafhankelijk pensioenadvies? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen Pensioenregister moet inzicht geven in het uit te keren pensioenbedrag

19

Hoeveel geld ik in totaal krijg als ik met pensioen ga (inclusief AOW) Hoe hoog mijn netto-pensioen ongeveer zal zijn Wat de gevolgen zijn als ik eerder stop met werken Hoe zeker of onzeker mijn pensioen is Een waarschuwing als mijn pensioen onvoldoende lijkt te zijn Wat mijn nabestaanden krijgen als ik kom te overlijden Hoeveel mijn inkomen teruggaat bij pensionering Wat ik kan doen voor een hoger pensioen Hoe lang ik moet doorwerken om alles te kunnen blijven betalen Iets anders Weet niet/geen mening

12 10 9

20 19

26

37

40

72 Ik heb geen behoefte aan een pensioenregister 6

10

20

30

40

50

60

70

80

? ? ? ? ?

In 2011 wordt het online pensioenregister gentroduceerd. Aan de consumenten die pensioen opbouwen is gevraagd welke informatie men graag in het online pensioenregister zou willen raadplegen. Slechts 6% geeft aan geen behoefte te hebben aan een online pensioenregister. Hoeveel geld men in totaal krijgt als men met pensioen gaat willen de meeste consumenten het liefst in het pensioenregister zien (72%). 55-plussers willen significant vaker zien wat de nabestaanden krijgen (25%). Wat men kan doen om een hoger pensioen te krijgen (18%) en het waarschuwen indien het pensioen onvoldoende blijkt te zijn (46%), wordt vooral door jongeren tot 35 jaar aangegeven als informatie die men het liefst zou willen terugzien in het pensioenregister.

Welke informatie zou u graag in dit pensioenregister willen raadplegen? BASIS: Alle respondenten die pensioen opbouwen N = 1.156 Internet meest gebruikte medium om informatie in te winnen

20

Internet Persoonlijk gesprek

11

11

18

26 26

29 29 28

41

Telefonisch Schriftelijk TV of radio Op andere wijze Ik heb (nog) niet genformeerd Weet ik niet

0 0

0 0

1 2

1 2

3 2

6 5

10 11 13

14

16 17

26

37 37

46

58

% 0 10 20 30 40 50 60 70

Totaal

Beheersten

Ambitieuzen

Adviesgevoeligen

Gemaksgeorienteerden

Internet is het meest gebruikte medium (29%) om informatie in te winnen over de mogelijkheden die men heeft met het bedrag dat vrijvalt. Beheersten gebruiken dit medium significant vaker om informatie in te winnen (41%). Het segment beheersten zoekt significant vaker naar informatie. Binnen dit segment geeft slechts 26% aan nog geen informatie ingewonnen te hebben, terwijl bij andere segmenten dit percentage beduidend hoger ligt (varirend van 37% tot 58%). Een persoonlijk gesprek is een ander medium dat vaak gebruik wordt om informatie in te winnen. Dit medium volgt op de tweede plaats met 26%.

Op welke manier heeft u informatie ingewonnen over de mogelijkheden die u heeft met het kapitaal dat vrijkomt? BASIS: Alle respondenten met een lijfrente die vrijvalt

N = 192 Websites van banken en verzekeraars meest gebruikte internet-informatiebron

21

Via sites van banken of verzekeraars

Via vergelijkingssites

Via sites van consumentenorganisaties of belangenverenigingen

Via sites van tussenpersonen

Via een andere website

Weet ik niet meer

24

42

60

10

20

30

40

50

60

70

Websites van banken en verzekeraars hebben de meeste consumenten geraadpleegd, die informatie via internet hebben ingewonnen (60%).

Via welke internetsite heeft u informatie ingewonnen? BASIS: Alle respondenten met een lijfrente die via internet hebben genformeerd over het vrij te vallen kapitaal N = 55 Pensioen-informatie wordt via bank veelal persoonlijk verkregen

22

Een medewerker van de bank

Een assurantietussenpersoon

17

21

28

56

Een medewerker van een verzekeringsmaatschappij

12

54

Familie, vrienden en kennissen

Een andere persoon

13

Weet ik niet meer

% 0 10 20 30 40 50 60

Persoonlijk gesprek N = 50

Telefonisch N = 24

? ?

Men stapt sneller bij een bank binnen, terwijl het contact met een verzekeringsmaatschappij sneller via telefoon verloopt. Resultaten voor telefonisch contact zijn indicatief wegens beperkte celvulling.

Met wie heeft u een persoonlijk gesprek/telefonisch contact gehad om informatie in te winnen? BASIS: Alle respondenten met een lijfrente die via een persoonlijk /telefonisch gesprek hebben genformeerd over het vrij te vallen kapitaal Folders en brochures meest gebruikte schriftelijke bronnen

23

Folders of brochures

Consumentengids

De krant

Tijdschriften

Een andere schriftelijke bron

Weet ik niet meer

11

11

16

26

42

63

10

20

30

40

50

60

70

? ?

Folders en brochures zijn de meest geraadpleegde schriftelijke informatiebronnen, ook de consumentengids is redelijk vaak geraadpleegd. Resultaten zijn indicatief wegens beperkte celvulling.

Welke schriftelijke bronnen heeft u geraadpleegd om informatie in te winnen? BASIS: Alle respondenten met een

lijfrente die via schriftelijk informatie hebben opgevraagd over het vrij te vallen kapitaal N = 19 Vrijwel iedereen gaat zich alsnog informeren wat te doen met het kapitaal dat vrijvalt 24

Internet

Persoonlijk gesprek

Schriftelijk

Telefonisch

Op andere wijze

Ik ga me niet laten informeren

12

33

33

Weet ik (nog) niet

35

% 0 5 10

15 20 25 30 35 40

? ? ?

Eenderde van de consumenten, die nog niet genformeerd hebben, geeft aan via internet alsnog informatie in te gaan winnen. Een even zo grote groep geeft aan persoonlijk advies in te willen winnen. Ongeveer n op tien geeft aan geen informatie in te gaan winnen. Resultaten indicatief wegens beperkte celvulling.

Op welke manier gaat u zich informeren over de mogelijkheden die u heeft met het kapitaal dat vrijkomt? BASIS: Alle bezitters van een lijfrente die nog niet besloten of genformeerd hebben wat ze gaan doen met het vrij te vallen kapitaal N = 43

Hogere uitkering voor vaste periode heeft de voorkeur

25

Totaal

1 persoon

2 personen

3 personen

4 personen of meer

12

16

23

21

48

88

84

77

79

53

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Optie A: Vanaf uw 65ste krijgt u van uw verzekeraar een vaste maandelijkse uitkering. De uitkering krijgt u zo lang u leeft. Als u overlijdt krijgen uw nabestaanden geen uitkering Optie B: Vanaf uw 65ste krijgt u van uw bank een hoge maandelijkse uitkering. De uitkering krijgt u gedurende een vaste looptijd die u van tevoren afspreekt (bijvoorbeeld 20 jaar). Als u overlijdt krijgen uw nabestaanden een uitkering

? ?

Een vaste looptijd waarbij men een hoge maandelijks uitkering krijgt en nabestaanden recht hebben op een uitkering heeft voor velen (77%) de voorkeur boven de optie waarbij men een vaste, lagere, maandelijkse uitkering krijgt zolang als men leeft en de nabestaanden geen uitkering krijgen. En persoonshuishoudens geven vaker de voorkeur aan optie A waarbij ze een vaste uitkering krijgen zolang als men leeft. Uiteraard speelt het feit dat de nabestaanden geen uitkering krijgen geen rol. Ook lagere inkomens geven significant vaker (48%) aan een voorkeur te hebben voor de lagere uitkering,

die wel wordt uitgekeerd zolang als men leeft, maar waarbij de nabestaanden geen uitkering krijgen.

Kunt u aangeven welke optie u het meest aantrekkelijk vindt?

BASIS: Alle respondenten met een lijfrente die vrijvalt N = 192

3 Bijlagen Achtergrond Onderzoeksverantwoording en steekproefoverzicht Contact

3a Achtergrond

Achtergrond AFM Consumentenmonitor

28

? ?

De AFM, een onafhankelijke gedragstoezichthouder op de financile markten, streeft ernaar het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de financile markten te versterken, ook internationaal. Daarbij faciliteert de AFM kennisvorming bij de Nederlandse consument op het gebied van financile producten. Door middel van de ConsumentenMonitor moeten ontwikkelingen in het gedrag van consumenten worden gemeten in de tijd. De ConsumentenMonitor is in 2004 gestart en wordt sindsdien elk half jaar uitgevoerd. De primaire doelstellingen van de ConsumentenMonitor kunnen als volgt worden weergegeven: > > Beschrijven van het gedrag en de attitudes van financile consumenten. Beschrijven van markt- en productaspecten in de financile markt.

3b Onderzoeksverantwoording

Onderzoeksverantwoording -130

? ?

Doel: in kaart brengen van ontwikkelingen in het financile keuzegedrag van de Nederlandse financile consument.

Veldwerkperiode: 4 november t/m 30 november 2010. Doelgroep: consumenten die pensioen opbouwen en consumenten die een spaarverzekering, uitgestelde lijfrente of kapitaalverzekering met lijfrente clausule afgesloten hebben ter aanvulling van het pensioen welke uiterlijk eind 2011 vrijvalt. Methode: online onderzoek, vooraf is het volledige panel gescreend om de juiste groepen consumenten voor dit onderzoek te kunnen benaderen. Steekproefomvang: De netto steekproef bevat 1.156 consumenten die pensioenopbouwen en 192 consumenten waarbij de spaarverzekering, uitgestelde lijfrente of kapitaalverzekering met lijfrente clausule voor het einde van 2011 vrijvalt. Rapportage: Indien er significante verschillen bestaan tussen verschillende achtergrondkenmerken wordt dit aangegeven. Belangrijke achtergrondgegevens in het onderzoek zijn de vier soorten financieel beslissers, uitgelegd op de volgende slide.

Onderzoeksverantwoording -231

In de rapportage, komen termen voor verschillende typen financieel beslissers voor. De AFM onderzocht in een eerder stadium hoe Nederlanders financile beslissingen nemen en concludeerde dat mensen van elkaar verschillen in de manier waarop deze beslissingen genomen worden. Er zijn 4 typen, welke hieronder worden beschreven.

Beheersten (N= 526, 34%) verzamelen veel informatie over het financieel product dat zij willen aanschaffen. Zij overwegen veel alternatieven, gaan door tot zij het juiste product hebben gevonden en nemen uiteindelijk zelf de beslissing, zonder financieel adviseur.

Ambitieuzen (N= 369, 24%) proberen graag nieuwe producten uit en mijden risicos hierbij niet. Zij hebben luxe en rendement als drijfveer voor hun besluiten en steken een gemiddelde hoeveelheid tijd in hun keuzeproces.

Adviesgevoeligen (N= 463, 30%) laten hun beslissingen over aan anderen. Zij vertrouwen adviseurs blindelings. Zij zijn niet genteresseerd in financile producten en zijn niet perse op zoek naar het ideale product.

Gemaksgeorinteerden (N= 193, 12%) stoppen weinig tijd in het bestuderen van financile producten en vermijden hierbij risicos. Zij hebben weinig vertrouwen in financieel adviseurs en kiezen vaak voor standaard producten.

Voor meer informatie of om zelf te testen wat voor type financieel beslisser u bent, kunt u terecht op

www.afm.nl/besliswijzer

Onderzoeksverantwoording -332

Wegens beperkte celvulling zijn onderstaande vragen, met betrekking tot aanvullende pensioenproducten, niet meegenomen in de rapportage:

? Welke schriftelijke bronnen bent u van plan te raadplegen om informatie in te winnen?

? U heeft eerder aangegeven dat u het uitkeren van het vrijgevallen bedrag uitstelt. Wat is voor u de belangrijkste reden om het uitkeren van het bedrag uit te stellen?

? U heeft eerder aangegeven een nieuw aanvullend pensioenproduct aan te schaffen. Waarom schaft u een nieuw aanvullend pensioenproduct aan?

? Welke aanbieders overweegt u voor uw nieuwe nieuw aanvullend pensioenproduct ?

? Hieronder staat een aantal criteria die belangrijk kunnen zijn voor de uiteindelijke keuze van een nieuwe nieuw aanvullend pensioenproduct . Welke is voor u het belangrijkst? Aangeboden door / offered by: www.hollandgeld.nl

You might also like