You are on page 1of 3

II. Grice Welk argument brengt Grice in tegen de filosofie van de ideale taal?

Wat valt volgens Grice onder wat een spreker kan bedoelen? Hij argumenteert dat we ons moeten toeleggen op de niet-natuurlijke betekenis. Oftewel de intentiegebaseerde semantiek, omdat het probeert niet-natuurlijke betekenissen te verklaren in termen van de intenties van de spreker.

Bespreek de idee van een accurate uitspraak in het licht van wat Grice zegt over conversationele implicaturen. Denkvraag: kunnen accurate uitspraken onwaar zijn? Een conversationele uitspraak is volgens Grice een uitspraak die verder gaat dan wat iemand zegt, op zon manier dat het moet afgeleid worden van non-lingustische eigenschappen in een conversatie. De accuraatheid van een uitspraak slaat echter enkel op wat er gezegd wordt en niet op wat wordt gempliceerd. Accurate uitspraken kunnen onwaar zijn wanneer bv. sarcasme wordt gebruikt.

het regent, maar ik geloof het niet is een paradoxale uitspraak (en bekend als de paradox van Moore). Hoe verklaart Grice het paradoxaal karakter ervan? Grice geeft een uitleg op het niveau van de opvatting. Die visie gaat er van uit dat een opvatting een geloof in p, impliceert of uitdrukt. De link tussen een opvatting en geloven heeft dan te maken met de intenties.

Leg uit: de maximes hebben ook op niet-verbaal coperatief handelen betrekking. Iets conversationeel impliceren bij het spreken, is volgens Grice iets bedoelen dat verder gaat dan wat men zegt op zon manier dat het moet afgeleid worden van non-lingustische eigenschappen van een conversationele situatie, samen met algemene principes van communicatie en coperatie. Die algemene principes zijn het coperatieve principe en de conversationele maximes. Die laatste kunnen we beschouwen als de presificatie van het coperatieve principe dat zich bezig houdt met communicatie. Hij onderscheidt hierbij verschillende maximes:

Maxime van kwantiteit: informatie Maxime van kwaliteit: waarheid Maxime van relatie: relevantie Maxime van wijze: duidelijkheid

Conversationele implicaturen worden mogelijk gemaakt door dat participanten in een conversatie aannemen dat de andere zich gedraagt naar deze maximes. Wanneer een spreker dus lijkt een maxim te hebben geschonden door te zeggen of te laten blijken dat iets dat gezegd is vals, oninformatief, irrelevant of onduidelijk is, zal de assumptie dat de spreker de maximes gehoorzaamd, aanleiding geven tot het afleiden van een hypothese over wat de spreker echt bedoelde. Zoals hierboven al aangegeven, worden de maximes afgeleid door non-lingustische eigenschappen van een conversationele situatie dus zijn ze niet enkel verbaal.

Leg uit: de maximes van Grice zijn gn conventies Grice zegt over maximes: maak uw bijdrage zoals nodig is, op het moment dat het zich voordoet, door de geaccepteerde uitwisseling waarbinnen je engageert. Ondanks geformuleerd als een prescriptief bevel, is het principe bedoelt als een beschrijving van hoe mensen zich normaal gedragen in een conversatie. Ze zorgen ervoor dat we effectief kunnen communiceren. Ze dienen dus enkel om te beschrijven en zijn niet prescriptief dus kunnen we ook niet spreken van een conventie. Daarvoor zou er immers sprake moeten zijn van een gewoonte die men volgt.

Iemand zegt: Ik heb prof. X met een vrouw gezien. Leg uit hoe Grice daaruit afleidt dat de spreker vermoedt dat het niet X vrouw was.

Hoe legt Grice het fenomeen van ironie uit? Zonder coperatie, zou menselijke interactie veel moeilijker zijn en contraproductief. Het is echter mogelijk om een maxime, intentioneel of onbewust te bespotten en bijgevolg een verschillende mening over te brengen dan wat letterlijk is gezegd. Vaak is dit bespotten gemanipuleerd door de spreker om een negatief pragmatisch effect te produceren, zoals we dit zien bij ironie of sarcasme. We kunnen bv. het maxim van kwaliteit bespotten om te zeggen tegen een onhandige vriend die net is gevallen, dat zijn elegantie indrukwekkend is en dus het compleet tegenovergestelde bedoelen.

Leg uit: een conversationele implicatuur is ophefbaar en expliciteerbaar. Gegeven dat een spreker een propositie p bedoelt door een gegeven uiting, suggereert Grice verschillende eigenschappen die p moet bezitten om te tellen als een conversationele implicatuur. Een van de vier hiervan is ophefbaarheid en expliciteerbaarheid is hieraan gelinkt. Ophefbaarheid: een vermeende conversationele implicatuur is expliciet ophefbaar als, naar de vorm van woorden dat de uiting van wat vermeend impliceert dat p, het toelaatbaar is om toe te voegen maar niet p, of ik bedoel niet te impliceren dat p. En het is contextueel ophefbaar als iemand situaties kan vinden waarbinnen de uiting van de vorm van woorden de implicatuur simpelweg niet zou dragen. Expliciteerbaarheid:

Wat is Meiosis (zie de tekst van Grice)? Een synoniem voor understatement.

You might also like