You are on page 1of 2

In defense of humanities

Education's purpose is to replace an empty mind with an open one. (Malcolm Forbes) Krantenarchieven lezen kan bijzonder interessant zijn. Een gekende ingenieur die net een lucratieve deal had gesloten door zijn spin-off te verkopen, maakt in De Standaard van 22 maart 2008 een rake analyse van de toenmalige toestand van het hoger onderwijs een visie die we overigens steeds vaker zien opduiken. Tegen Rik Torfs, collega en discussiepartner in het dubbelinterview, stelt hij dat de universiteiten wel vrij zijn wat hun denken betreft, maar niet qua financiering. De toenemende professionalisering en vermarkting van het hoger onderwijs zorgt ervoor dat de tijd van de zogenaamde generalisten achter ons ligt; om aan de bak te komen als wetenschapper is het beter om je te specialiseren. Dat de hoge werkdruk en de toenemende publicatiedrang de reden is waarom professoren zich niet langer mengen in het debat weigert hij te erkennen; wie dat wil kan als wetenschapper publiceren en iets betekenen in het vakgebeid n tegelijkertijd deelnemen aan het publieke debat. Deze ingenieur is uiteraard niemand minder dan Andr Oosterlinck.[1] Het congres dat VVS dit jaar organiseert dreigt de logica van deze ererector over te nemen. In tijden van crisis, besparingen en herstructureringen stelt VVS de schijnbaar bijzonder relevante vraag wat een diploma waard is op de arbeidsmarkt. Als we de Jobat enqute van eind 2009 mogen geloven vond immers 52% van de pas afgestudeerden meteen een job. Als we uit die groep de academische bachelors halen, vindt slechts 4/10 na het afstuderen meteen een job en zien we dat van de net afgestudeerde politiek- en sociale wetenschappers slechts 8% dat doet.[2] Humane wetenschappen zijn een gouden weg naar de werkloosheid. Harde cijfers, zo blijkt. Een ding mag duidelijk zijn, de zogenaamde HASS-wetenschappen - de Humanities, Arts and Social Sciences - zitten in het defensief, en dit al enkele jaren.[4] Door de invoering van het financieringsdecreet worden universiteiten beloond met extra middelen als ze er in slagen om wetenschappelijke artikels te laten publiceren in A1 tijdschriften en als ze meer doctoraten kunnen opleveren. Dat er meer aandacht gaat naar de valorisatie van wetenschappelijk onderzoek is een absolute must. Het probleem is dat het financieringsdecreet de definitie van valorisatie bijzonder beperkt houdt. De ingenieurswetenschappen van Oosterlinck hebben zoals hij aanhaalt in het dubbelinterview een sterke band met de industrie, wat hij als noodzakelijk acht. De valorisatie van onderzoek in de ingenieurswetenschappen is vrij logisch; succesvolle ideen in wetenschappelijke artikels en doctoraten kunnen gemakkelijk omgezet worden in een octrooi of verder uitgewerkt in een spin-off. De valorisatie is duidelijk; academisch onderzoek levert een duidelijke bijdrage aan de samenleving en levert de instelling een aardige cent op. Deze vorm van valorisatie commercialisatie is echter helemaal niet op maat van de humane wetenschappen. HASS-wetenschappers slagen er ook in om hun werk te valoriseren, vanzelfsprekend. Regelmatig zien we in het Journaal een politicoloog of een econoom duiding geven bij een bepaalde ontwikkeling. Academische kennis wordt gevaloriseerd doordat mensen via de informatie een beter begrip krijgen van het hoe en waarom. Het financieringsdecreet voorziet daar echter geen financile vergoeding voor. Een historicus die een boek schrijft voor het Davidsfonds verschaft verschillende genteresseerde mensen leesgenot en de mogelijkheid onze geschiedenis beter te begrijpen. Een populair werk levert misschien wel een centje op voor de auteur, de tijd die hij aan het werk spendeert heeft hij evenwel niet kunnen spenderen aan een A1-publicatie voor zijn faculteit. Slechte punten. In tijden van crisis wordt elke cent twee keer omgedraaid. Wat geen duidelijk financieel profijt oplevert voor instelling of maatschappij wordt als duur en soms zelfs nutteloos tijdverdrijf beschouwd. Het leerkrediet, het andere luik van het financieringsdecreet, trekt die logica door. Studenten worden impliciet gedwongen om meteen juist te kiezen. Hoewel er ruimte is om n tot zelfs twee keer te mislukken, wordt de druk zodanig opgevoerd dat studenten dreigen niet langer te kiezen voor wat hun echt interesseert, maar voor een opleiding die later voldoende geld zal opleveren, een huis en een zekere job. De wetenschappelijke specialisering waar Oosterlinck het over had zet zich op die manier ook door naar de studenten; het is belangrijker om goed te zijn in n iets dan te proberen de rest te

begrijpen. Op die manier creren we in Vlaanderen hoogopgeleide navelstaarders, gefrustreerde intellectuelen die niet verder kunnen kijken dan de eigen winkel. VVS mag hier niet in meestappen. Het is dan ook belangrijk dat we op 26 maart voldoende aandacht besteden aan deze tweeledige ontwikkeling. Levenslang leren en de link tussen academia en industrie zijn topics die we als studenten eveneens moeten bespreken, zonder dat we daarbij de essentie van het hoger onderwijs uit het oog verliezen; jongeren de kans te geven zichzelf te ontplooien en waardevolle kennis te verwerven. Het financieringsdecreet mag de maatschappelijke relevantie van de humane wetenschappen niet bepalen. De meerwaarde van wetenschappelijk onderzoek mag niet enkel te meten zijn in financile middelen, maar ook in de mate waarin een samenleving zichzelf begrijpt en durft outside of the box te denken. De wijze waarop we ons onderwijs organiseren bepaalt hoe we onze samenleving willen organiseren. Het discours dat studenten humane de maatschappij teveel geld kosten in tijden van crisis dreigt de meerwaarde van de HASS-wetenschappen nog meer te ondergraven en gaat net voorbij aan de rol die zij kunnen spelen in onze samenleving. Net afgestudeerde humane wetenschappers hebben door hun opleiding eveneens waardevolle competenties verworven die perfect complementair zijn met de gespecialiseerde vaardigheden die exacte wetenschappers aangeleerd kregen. Humane wetenschappers leren probleemoplossend en synthetiserend denken, met een sterke aandacht voor de context waarin verschillende evoluties en gebeurtenissen plaatsvinden. Velen nemen deze competenties ook mee naar een secundaire opleiding om het inzicht dat ze verworven hebben aan te vullen met meer specifieke vaardigheden. Dat de humane opleidingen geen rechtstreekse voorbereiding zijn op de arbeidsmarkt is correct, maar laat ons duidelijk zijn; dat is niet het doel van het hoger onderwijs. ________________________________________ [1] LESAFFER (P.) Universiteit heeft haar prestige verloren, Interview met Andr Oosterlinck en Rik Torfs. Bron: http://standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=3K1PO9S9, 2008 [2] Jongeren Redactioneel Onderzoek, enqute afgenomen tussen 22/10/2009 en 02/11/2009. Bron: http://www.jobat.be/lib/pdf/Onderzoek_Jobat_Jongeren_07112009.pdf, 2009 [3] Humanities, Arts and Social Sciences. [4] FISH (S.) The Crisis of the Humanities Officially Arrives Bron; http://opinionator.blogs.nytimes.com/2010/10/11/the-crisis-of-the-humanities-officially-arrives/

You might also like