You are on page 1of 38

V.W.

Vrijhoef

3267784

25.06.2012

De Arabische Lente in Egypte

Bachelor eindwerkstuk
Aangeboden aan dr. W. Boender
Departement Religiewetenschap en Theologie

V.W. Vrijhoef 3267784 Tweede versie - 11.07.2012

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Inhoudsopgave Introductie Hoofdstuk n - Aanleidingen en grieven voor de revolutie Hoofdstuk twee - Power to the people Hoofdstuk drie - Het ware succes achter de revolutie Hoofdstuk vier - Ontwikkeling van de macht van het leger in Egypte Hoofdstuk vijf - Opvolging: bedreiging van de economische macht van het leger Hoofdstuk zes - Hoe nu verder? Conclusie Literatuurlijst Appendix 2 5

13

16

21

26

29

31 33

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Introductie Op 25 januari 2011 verzamelen grote aantallen Egyptenaren zich in de straten van Caro, om te protesteren tegen de regering van Hosni Mubarak. Na enkele vreedzame uren van protest botsen de demonstranten met de politie op het Tahrir Square (Vrijheidsplein). Tegelijkertijd breken er protesten uit in de steden Alexandri, Mansura, Tanta, Aswan en Assiut. De meest gehoorde grieven onder de demonstranten zijn werkloosheid, armoede, corruptie binnen de overheid en de heerschappij van Mubarak, die op dat moment al dertig jaar regeert. De regering verwijt de officieel verboden Moslim Broederschap de organisatie van de opstanden. In de dagen die volgen, verzamelen meer en meer mensen zich in Caro, maar ook in bijvoorbeeld Suez en Ismailia. Social media zoals Facebook en Twitter, die een belangrijke rol speelden in de organisatie van de protesten en het verspreiden van informatie, worden door de Egyptische overheid geblokkeerd. In de nacht van 28 op 29 januari verklaart Mubarak dat hij zijn kabinet ontslagen heeft, maar dat hij zelf niet bereid is om op te stappen. Wel benoemt hij voor het eerst in zijn ambtsperiode een vicepresident: Omar Suleiman, het beruchte hoofd van de inlichtingendienst en een vertrouweling van de president, met goede contacten in Isral en de Verenigde Staten. Het Tahrir Square blijft het voornaamste verzamelpunt voor de demonstranten in Caro, waar op 30 januari zon 250,000 mensen zich groeperen om te pogen Mubarak te bewegen zijn ambt te verlaten. Mubarak blijft dit weigeren. Wel belooft hij de dag erop, 1 februari, om zich niet meer verkiesbaar te stellen voor de volgende verkiezingen.

Demonstranten verzamelen zich op Tahrir Square, Caro.

Al-Jazeera, Timeline: Egypts revolution (14.02.2011), via: http://www.aljazeera.com/news/middleeast/2011/01/201112515334871490.html (geraadpleegd 22.05.2012). Afbeelding voorblad: Een vrouw toont haar blijdschap met de vreedzame aanwezigheid van het leger (28.02.2011). Bron: ibidem.

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

De Verenigde Staten, die in Hosni Mubarak een belangrijke bondgenoot in het Midden-Oosten hebben, roepen op tot vreedzame protesten en een geleidelijke, ordelijke transitie van de macht. Een speciale vermelding gaat uit naar de professionaliteit van het leger, dat ogenschijnlijk geen partij kiest, maar zich afzijdig houdt terwijl het belangrijke (nationale) instituten beschermt, zoals banken en musea.2 Isral, dat veel te danken heeft aan de goede relaties met Mubarak, roept de Egyptenaren op om rustig te blijven om de stabiliteit in de regio te bewaren. 4 februari, Day of Departure gedoopt, leidt honderden duizenden Egyptenaren naar Tahrir Square. Inmiddels wordt daar door duizenden overnacht, terwijl het leger op strategische plekken met tanks de situatie in de gaten houdt. Op 5 februari stapt de gehele partijtop van de NDP, de National Democratic Party, op. Onder hen bevindt zich ook Hosni Mubaraks zoon, Gamal Mubarak. Op 10 februari geeft Hosni Mubarak een toespraak op de nationale televisie, waarin hij nogmaals benadrukt dat hij zich niet meer verkiesbaar stelt en dat hij zich bereid toont om een geleidelijke transitie te begeleiden, die moet leiden tot open verkiezingen in september. Het volk op Tahrir Square, dat verwacht had dat Mubarak zijn onmiddellijke vertrek aan zou kondigen, reageert furieus en eist van het leger dat zij zich aan de kant van de mensen schaart. Op 11 februari houdt vicepresident Suleiman een toespraak waarin hij het vertrek van Mubarak aankondigt. De president overhandigt de macht per direct aan de Supreme Council of the Armed Forces (SCAF), waarvan Muhamed Hussein Tantawi de voorzitter is.3 De toespraak wordt met gejuich onthaald door de demonstranten. De SCAF belooft een transitie naar democratie, met een democratisch gekozen regering. Tegelijkertijd verklaart het de bestaande internationale verdragen te honoreren. De demonstranten beginnen Tahrir Square te ontruimen.4 Opzet Op het oog is de revolutie in Egypte van afgelopen jaar een revolutie van het volk geweest. De bevolking van Egypte had tot het moment van het begin van de protesten al decennia lang in slechte omstandigheden geleefd, zowel op economisch als politiek gebied. Na het goede voorbeeld dat het volk had aan de opstanden in Tunesi en het vertrek van president Zine El Abidine Ben Ali aldaar, kregen ook de demonstranten in Caro, Alexandri, Suez en alle andere steden, het vertrek van hun president Hosni Mubarak voor elkaar. Echter, door een aanzet die geleverd werd door Sami Atallah, directeur van het Lebanese Center for Policy Studies, de NGO in Beiroet waar ik enkele maanden stage liep, rezen er ook bij mij twijfels over het ware succes achter de revolutie. Waarom hebben deze opstanden wel tot een revolutie geleid, en andere niet? In de afgelopen jaren zijn er tal van (populaire) opstanden geweest in Egypte. Het vermoeden dat Sami Atallah had, was dat er meer, en vooral iets anders heeft gezorgd dat Hosni Mubarak vertrokken is. De revolutie in Egypte is voor drie maanden mijn stageproject geweest. In die drie maanden ben ik veel te weten gekomen over de situatie rondom de machtsverhoudingen in Egypte. Omdat mijn stageproject tevens heeft gediend als het onderwerp van dit eindwerkstuk, heeft
2

VS willen ordelijke machtswisseling in Egypte, in: De Volkskrant (31.01.2011), via: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/4909/VK-Dossier-De-demonstraties-in-Egypte/article/detail/1829828/2011/01/31/VS-willen-ordelijkemachtswisseling-Egypte.dhtml (geraadpleegd 22.05.2012). 3 Al-Jazeera, Hosni Mubarak resigns as president (11.02.2011), via: http://www.aljazeera.com/news/middleeast/2011/02/201121125158705862.html (geraadpleegd 22.05.2012). 4 Al-Jazeera, Timeline: Egypts revolution (14.02.2011).

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

mijn periode in Libanon op twee manieren bijgedragen aan mijn onderzoek. Ik kreeg allereerst zeer veel input van Sami, voornamelijk in de vorm van tips of artikelen. Daarnaast heb ik op enkele lezingen van de American University of Beirut de mogelijkheid gehad om kort te spreken met enkele wetenschappers die de Arabische Lente uitgebreid bestudeerd hebben. Door hen kon ik bijvoorbeeld enkele vermoedens laten bevestigen of ontkennen. Naar aanleiding van deze stage was mijn hoofdvraag voor deze bachelorscriptie: In hoeverre is de revolutie in Egypte van 2011, gezien de rol die het leger speelde, een democratische revolutie van het volk geweest? Om deze hoofdvraag te beantwoorden, is er in het eerste hoofdstuk aandacht voor de grieven die het Egyptische volk over de afgelopen jaren gehad heeft. Ook probeer ik antwoord te geven op de vraag waarom er vanuit 'het Westen' nooit maatregelen zijn genomen tegen Mubarak. Hierna beschrijft hoofdstuk twee de optimistische visie over de opstanden en de uitkomst. In hoofdstuk drie wordt deze visie bekritiseerd en wordt de aanzet gegeven voor de beschrijving van de in mijn ogen ware reden achter het succes van de revolutie. Het bevat een theoretische analyse van staatsinrichting en de rol van instituten daarin, waarna hoofdstuk vier gewijd is aan het belangrijkste instituut in een staat als Egypte - namelijk het leger - en een historische analyse van de totstandkoming van de macht van dat instituut. In hoofdstuk vijf staat beschreven hoe deze macht bedreigd werd door recente ontwikkelingen in de Egyptische elite en hoe de opstanden als middel gebruikt zijn om dit intra-elitaire conflict in het voordeel van een van de partijen te beslechten. In hoofdstuk zes, het laatste hoofdstuk, is er aandacht voor de toekomst van Egypte. Het bevat enkele aanbevelingen voor een hopelijk succesvolle transitie naar democratie.

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Hoofdstuk n Aanleidingen en grieven voor de revolutie


De revolutie in Egypte is uiteraard niet zonder aanleiding begonnen. Onder de bevolking die Tahrir Square op ging, heersten er verschillende grieven. Deze grieven, voornamelijk economisch, politiek en sociaal van aard, zijn door verschillende wetenschappers onderzocht. Een van de voornaamste grieven die genoemd wordt, is de aanhoudende economische malaise onder grote delen van de Egyptische bevolking. De achterstand die de gehele Arabische wereld heeft of lijkt te hebben op de rest van de wereld, is in 2008 onderzocht door een onderzoeksseminar onder leiding van James E. Rauch van de University of California. Uit de bevindingen, gepubliceerd in het artikel 'The Three Arab Worlds: All Above Average?' blijkt dat de Arabische landen in vergelijking met andere landen wereldwijd niet zo slecht scoren als aangenomen wordt.5 Rauch deelt de wereld op in drie groepen: olieproducerende landen, sub-Sahara landen en 'de rest'. In de vergelijking die Rauch maakt, staan Libanon, Tunesi, Jordani, Egypte, Syri en Marokko als 'rest van de Arabische wereld', tegenover 114 landen die gelden als 'rest van de niet-Arabische wereld'. Factoren waar Rauch naar gekeken heeft, zijn onder anderen de algemene levensverwachting, het gemiddelde aantal jaren van educatie, het bruto nationaal product en bevolkingsgroei.6 De figuren die Rauch laat zien, tonen inderdaad aan dat de Arabische landen het niet zo slecht doen als algemeen aangenomen wordt. Economische achterstand zou volgens deze publicatie - in vergelijking met andere landen wereldwijd - logisch gezien niet als directe reden aangevoerd kunnen worden voor de start van de revolutie. Deze enigszins positieve weergave van de economische omstandigheden van de landen in de Arabische regio, kunnen echter ook weer niet genegeerd worden als niet ter zake doende. Hoewel een land in vergelijking met andere landen redelijk tot goed uit de bus kan komen, kan het resultaat van het land zelf alsnog erbarmelijk zijn. Berekeningen tonen aan dat in 2015, liefst honderd miljoen 'jeugdigen' werkloos zullen zijn, een economische factor die weinig rooskleurig is.7 Ondanks de beweringen van Rauch, zijn de prijzen voor primaire levensbehoeften in 2003 met veertig procent gestegen, waardoor meer dan de helft van modale salarissen besteed werd aan voedsel. Rond die periode verloren 6,8 miljoen mensen ongeveer de helft van de waarde van hun salarissen.8 Om economische malaise echter als directe reden aan te wijzen, gaat logisch-empirisch gezien te ver, aangezien er in dat geval wereldwijd vergelijkbare revoluties zouden moeten uitbreken. Om zonder economische malaise echter af te schrijven op zoek te gaan naar alternatieve aanleidingen voor het begin van de massale protesten en om daarin een vervolg te geven aan het onderzoek dat Rauch heeft gedaan, heb ik naar de scores van Egypte, de 'rest van de Arabische wereld' en de 'rest van de niet-Arabische wereld' gekeken op onder anderen de gebieden corruptie, politieke stabiliteit en overheidseffectiviteit. De cijfers hiervoor zijn verzameld door de Wereldbank,

5 6 7 8

J.E. Rauch & S. Kostyshak, The Three Arab Worlds: All Above Average? (San Diego 2008). Zie verder: List of Figures, appendix 1. F. Traboulsi, 'Revolutions Bring Down Ideas As Well!', in: Perspectives 2 (2011), 14 - 21, 14.

M. El-Ghobashy, Egypts Summer of Discontent, in: Middle East Research and Information Project (18.09.2003), via: http://www.merip.org/mero/mero091803 (geraadpleegd 02.05.2012).

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

terug tot aan 1996 en voor het laatst in 2010.9 In de landen die Rauch gebruikt heeft voor zijn vergelijking, heb ik echter gesneden naar aanleiding van de laatste Human Development Index (rapport 2011). In de 'rest van de niet-Arabische wereld', gebruikt Rauch namelijk ook landen die in het HDI rapport de kwalificatie van very high human development krijgen. Te denken valt aan Nederland, Belgi, Noorwegen, Zwitserland, Groot-Brittanni en de Verenigde Staten. Om een mijns inziens - eerlijker en representatiever beeld te krijgen, heb ik alle very high developed landen uit de vergelijking gehaald, waarna er nog 65 landen overblijven.10 Voice and accountability Voice and accountability staat in het rapport van de Wereldbank voor het volgende: ''Reflects perceptions of the extent to which a country's citizens are able to participate in selecting their government, as well as freedom of expression, freedom of association, and a free media.'' 11

Zoals te zien is, scoort Egypte over de afgelopen veertien jaar beduidend slechter dan de 'rest van de niet-Arabische wereld' (N-A-W), en ook slechter dan het wel-Arabische equivalent (R(est)A(rabische)-W(ereld)) (volgens Rauch).12 De grafiek laat duidelijk zien dat er weinig sprake is van vrijheid in Egypte. Zeker in vergelijking met de rest van de niet-Arabische wereld kent Egypte weinig vrijheidswaarden die in ontwikkelde landen hoog in het vaandel staan.

Worldbank, Worldwide Governance Indicators (2011), via: http://info.worldbank.org/governance/wgi/index.asp (geraadpleegd 12.04.2011). Ook de methodologie is via deze site beschikbaar. 10 Voor de lijst van Rauch: zie List of Figures (p. 2), appendix 1. Voor de lijst met onderscheid tussen very high human development en andere kwalificaties van de Human Development Index, zie: Human Development Report 2011 (p. 127 - 130), appendix 2. 11 N.B.: de laagst mogelijke score is -2,5, de hoogste score 2,5. Dit geldt voor alle onderzochte gebieden.
12

N.B.: hier zijn de high developed landen nog uitgehaald, met deze landen erbij zou het gemiddelde van de niet-Arabische wereld met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nog hoger liggen.

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Political stability and absence of violence/terrorism ''Reflects perceptions of the likelihood that the government will be destabilized or overthrown by unconstitutional or violent means, including politically-motivated violence and terrorism.''

13

Om deze grafiek te kunnen begrijpen, heb ik naar het resultaat van Nederland gekeken: die is in elk jaar positief geweest. Logisch redenerend is de perceptie dat de overheid omver wordt geworpen door onconstitutionele krachten in Nederland niet erg hoog. Met andere woorden: in Nederland zal dat niet snel gebeuren. De negatieve score van Egypte laat zien dat het volk wl denkt dat dit kan gebeuren. Na het jaar 2000 maakt de score van Egypte een enorme val mee. Dit kan eventueel te maken hebben met de rise to power van Gamal Mubarak;14 het volk lijkt zich te realiseren dat er een proces in de politieke top gaande is, die op onconventionele wijze beeindigd zal kunnen - of misschien zelfs moeten - worden, omdat het weinig positiefs in petto heeft voor de bevolking. Al in 2003 verschijnt er een bericht in een uitgave van de Middle East Research and Information Project, dat meldt dat zowel de elite als de massa genoeg heeft van de politieke situatie, waarvan de opvolging van Hosni Mubarak door zijn zoon Gamal als culminatie gezien wordt.15 Voor nu is het voldoende om te begrijpen dat er weinig vertrouwen is in de stabiliteit van de regering. Government effectiveness ''Reflects perceptions of the quality of public services, the quality of the civil service and the degree of its independence from political pressures, the quality of policy formulation and implementation, and the credibility of the government's commitment to such policies.''

13 14

N.B.: op de x-as geldt: 1 = 1996; 2 = 1998; 3 = 2000; 4 = 2002; 5 = 2003; [...] 12 = 2010.

S. Roll (Carnegie Indownment for International Peace), Gamal Mubarak and the Discord in Egypt's Ruling Elite (01.09.2010), via: http://carnegieendowment.org/2010/09/01/gamal-mubarak-and-discord-in-egypt-s-ruling-elite/6bcv (geraadpleegd 21.06.2012). 15 El-Ghobashy, Egypts Summer of Discontent.

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

De grafiek over government effectiveness laat zien in welke mate er vertrouwen is in de kwaliteit van overheidsorganen, zoals public services. Ook deze statistiek kent in het jaar 2000 een val, waarna het verbetert tot 2004. Gemiddeld is de score hoe dan ook buitengewoon matig. Van de factor independence from political pressure is het niet ondenkbaar dat die een (zeer) grote rol heeft gespeeld in de resultaten. Veel van de overheidsinstituten staan in dictatoriale staten onder direct gezag van de heersende partij. Regulatory quality ''Reflects perceptions of the ability of the government to formulate and implement sound policies and regulations that permit and promote private sector development.''

De relatief hoge score van Egypte in deze vergelijking is mogelijk te verklaren door de implementatie van neoliberale wetgeving vanuit een groep rondom Gamal Mubarak, de zoon van Hosni Mubarak. Hij en zijn partners zijn via de NDP, sinds ongeveer het jaar 2000, van grote invloed geweest op de economische beleidsbepaling. Gamal Mubarak maakte deel uit van een groep zeer rijke investeerders, die getracht hebben via de politiek bepaalde wetgeving door te voeren. Deze wetgeving heeft onder andere gezorgd voor meer mogelijkheid tot inbreng van privkapitaal en investeringen in de economie.16 In een later hoofdstuk zal blijken dat dit van groot belang is geweest voor de intra-elitaire relaties in Egypte.

16

Hierover meer in hoofdstuk vijf.

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Rule of law ''Reflects perceptions of the extent to which agents have confidence in and abide by the rules of society, and in particular the quality of contract enforcement, property rights, the police, and the courts, as well as the likelihood of crime and violence.''

Op het gebied van rule of law, de rechtsstaat, is het resultaat van Egypte beter dan dat van de equivalenten van de niet-Arabische wereld en de rest van de Arabische wereld. Deze perceptie is echter gebaseerd op het oordeel van onderdelen van die rechtsstaat, agents. Hieronder vallen - mijns inziens - dus bijvoorbeeld rechters, openbare aanklagers en notarissen. In het geval van Egypte staan deze hoogstwaarschijnlijk niet los van de overheid. Sterker nog, de rol van de rechterlijke macht in Egypte is - met name gezien de nu al langdurige implementatie van de noodwet - waarschijnlijk nauw verweven met de overheid. Control of corruption ''Reflects perceptions of the extent to which public power is exercised for private gain, including both petty and grand forms of corruption, as well as "capture" of the state by elites and private interests.''

Het resultaat van control of corruption is weinig verrassend te noemen. De hoge mate waarin publieke macht gebruikt wordt voor persoonlijk gewin, is haast een standaardwaarde in dictaturen. In Egypte is dat niet anders: de presidentiele familie en (andere) hoge overheidsfunctionarissen, zijn of waren erg rijk. Analyse Alle drie de variabelen (EGY, RAW, NAW) scoren matig tot slecht op alle onderzochte gebieden, maar het is opvallend en veelzeggend dat Egypte zeer slecht scoort op het gebied van voice and

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

accountability: de mate waarin het volk het idee heeft dat ze gehoord worden in de overheid en de mate van vrijheid van media en meningsuiting. Onder de demonstranten waren dit veelgehoorde klachten.17 Ook de grafiek van political stability laat een erg instabiel beeld van Egypte zien. Na 2000 raken de perceptions of the likelihood that the government will be destabilized or overthrown by unconstitutional or violent means, zoals geweld of terrorisme, in een vrije val. Vanaf 2000 lijkt er dus een idee te spelen onder de Egyptische bevolking, dat er iets moet, zal of gaat gebeuren op het gebied van de heerschappij van Mubarak. Mogelijk heeft dit te maken met de opmars van Gamal Mubarak binnen de NDP. Zonder al te zeer op de zaken vooruit te lopen, lijkt dit in lijn met de lage score van Egypte op het gebied van government effectiveness. In acht nemend dat de economische hervormingen van Gamal vooral de rijke elite nog rijker maakte,18 is de uitkomst van control of corruption weinig verrassend, maar vooral heel veelzeggend te noemen, aangezien daarin onder andere '''capture'' of the state by elites and private interests', een duidelijke neerwaartse trend laat zien vanaf ca. 2002. De perceptie van corruptie in de overheid wordt overigens ook bevestigd door Transparency International, dat Egypte op de 112de plek zet van in totaal 183 landen.19 Hoewel economische redenen hoogstwaarschijnlijk ook een belangrijke rol hebben gespeeld, is het aannemelijker dat de factoren die te zien zijn in de grafieken een diepere rol van betekenis hebben gespeeld. Al deze omstandigheden samen, zowel politieke als economische, zijn echter niet specifiek van de laatste jaren.20 Ook verklaren ze nog niet wat er anders was aan de opstanden van 2011 in vergelijking met opstanden in bijvoorbeeld 1986 en 1977. Wat heeft er voor gezorgd dat deze revolutie plaatsvond en slaagde? In een speciale uitgave van het tijdschrift Perspectives21 geven verschillende, voornamelijk Arabische, wetenschappers hun visie op de revoluties in Tunesi en Egypte. Hussein Yaakoub, een Libanese journalist en onderzoeker voor mensenrechtenorganisaties, schrijft over de oorzaken van de revoluties het volgende: ''[...] it is rather the outcome of the fact that the peoples of these two countries [Tunesi en Egypte, V.V.] - each within the context of their own circumstances and conditions - have been harboring a profound sense of injustice and oppression caused by their dictators over very long periods of rule, and have been suffering abject poverty and from the rampant corruption of these countries ruling classes.''22 Yaakoub ondersteunt dus de idee van een 'revolutie van het volk'. Voordat hoofdstuk twee hier verder op ingaat, blijft de vraag over waarom buitenlandse machten zoals de Verenigde Staten nooit opgetreden hebben tegen de onderdrukking van het Egyptische volk, terwijl het dat wel in andere gevallen (bijvoorbeeld in Irak in 2003) deed.

17

Voor een analyse van de populairste leuzen onder de demonstranten, zie: R. Zurayk, 'Feeding the Arab Uprisings', in: Perspectives 2 (2011), 119 - 125, 120. 18 Meer hierover vanaf hoofdstuk vijf.
19 20 21

Freedom House, Egypt. Via: http://www.freedomhouse.org/report/freedom-world/2012/egypt-0 (geraadpleegd 24.05.2012). De resultaten zoals weergegeven in de grafieken, gaan namelijk terug tot 1996.

Perspectives is een uitgave van de Heinrich Bll Stiftung (The Green Political Foundation) en in dit themanummer werd er specifiek gekeken naar de Arabische Lente. Meer informatie op: http://www.boell.de/publications/publications-perspectives-2-mai-2011-11961.html. 22 H. Yaakoub, 'Revolutions for Democracy', in: Perspectives 2 (2011), 35 - 43, 35.

10

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Mubarak gives America a choice: Gamal or the (Muslim) Brotherhood 23 De overheersing van militaire presidenten en het leger en de daarmee gepaard gaande onderdrukking van het volk heeft sinds Nasser ongeveer zestig jaar geduurd. In die periode is er in verschillende delen van de wereld veel veranderd op het gebied van de relatie tussen overheid en burger, democratie en persvrijheid. Te denken valt aan de val van de Sovjet-Unie en de daaropvolgende revoluties in veel Oost-Europese landen. De passiviteit van de Egyptische burgers, maar tegelijkertijd het grootste deel van de Arabische wereld, wat betreft de onderdrukking van de burgers (op zowel sociaaleconomisch als politiek gebied) door de overheid, is opvallend te noemen.24 Door veel wetenschappers wordt er om uiteenlopende redenen vanuit gegaan dat de Arabische wereld niet gemaakt is voor zoiets als democratie.25 Deze overtuiging is eenvoudig empirisch te bewijzen, aangezien de meeste landen in het Midden-Oosten en de nabije regio ofwel een dictatuur (Tunesi, Marokko, Libi, Egypte, Jemen, Syri, Irak)26 ofwel een theocratie kennen (Iran, SaoediArabi); beide voorbeelden van staatsvormen met weinig democratische invloeden. Er bestaan echter een aantal plausibel klinkende redenen voor deze achterstand: - Dreiging van islamisme of radicalisme; - Angst voor veranderingen of machtsvacum; - Angst voor repressie; - Angst voor buitenlandse invallen;27 - Lange geschiedenis van onderdrukking (imperialisme). Een van de belangrijkste overeenkomsten tussen (voormalig) dictators in het Midden-Oosten, is dat zij seculier van aard waren. Te denken valt aan Hosni Mubarak, Saddam Hoessein, Zine El Abidine Ben Ali en Muammar al Gadaffi. De veronderstelde dreiging van orthodoxe, radicale of islamistische moslims heeft altijd gediend als excuus voor het repressieve beleid wat betreft democratie en de passieve houding van de Verenigde Staten richting dictators die op grote schaal mensenrechten - en in het bijzonder de rechten van islamisten28 - schonden. In Egypte wordt de grootste dreiging toegeschreven aan de Moslim Broederschap, opgericht in 1928. De Moslim Broederschap is in Egypte voor decennia lang verketterd vanwege het militante verzet tegen de overheid; achtereenvolgens de Britten, de monarchie en Nasser. Echter al in de jaren 1970 heeft de partij geweld opgegeven voor een meer vreedzame benadering. De militante rol is na de 'beleidsverandering' door de Broederschap overgenomen door bijvoorbeeld de Islamic Group en de Egyptian Islamic Jihad, die sinds 1997 verschillende aanslagen pleegden op onder andere toeristische attracties of plaatsen.29 Sinds de jaren '70 richt de Broederschap zich op religieuze, sociale en politieke activiteiten, waarin de focus ligt op het vertegenwoordigen van de wensen van de normale islamitische burger. Onder deze laag van de bevolking geniet de partij dan ook grote loyaliteit en populariteit. De populariteit voor de Broederschap werd en wordt gevoed doordat de situatie van de 'normale man'
23

S. Shehata (Carnegie Indowment for International Peace), The Gamal Mubarak Paradox (18.06.2006), via: http://carnegieendowment.org/2008/08/18/gamal-mubarak-paradox/6da9 (geraadpleegd 29.05.2012). 24 F. Fukuyama, The Origins of Political Order (Londen 2011), 4.
25

L. Blaydes & J. Lo, One man, one vote, one time? A model of democratization in the Middle East, in: Journal of Theoretical Politics 24 (14.11.2011), 110 146, 132. 26 In sommige gevallen geldt dat zij tot voor kort een dictatuur kenden.
27 28 29

Z. Barany, Comparing the Arab Revolts: the Role of the Military, in: Journal of Democracy 22 (2011), 28 39, 29. D. Sullivan & K. Jones, Global Security Watch - Egypt: A Reference Handbook (Westport 2008), 47. Ibidem, 48.

11

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

lange tijd niet verbeterd is. De grieven die bestaan onder de aanhang van de Broederschap, kunnen, gezien de problematieke relatie tussen burger en overheid en een aantal sociaal-politieke punten, die voornamelijk betrekking hebben op de islam, als volgt worden gekenmerkt: - status quo van armoede en werkloosheid waarin de meerderheid van de mensen al lange tijd verkeert; - overheidsbeleid gericht op secularisering (het verwijderen van geloofselementen uit de staat) in een grotendeels islamitische samenleving; - repressief overheidshandelen en onmenselijke behandeling richting (vreedzame) islami(s)tische oppositie; - het misbruiken van islamitische symbolen voor politieke legitimiteit; - overheidsbeleid richting de Verenigde Staten, Europa, Isral en andere Arabische staten zonder islamitisch gezag;30 en - de voortdurende implementatie van de noodwet. Tijdens de revolutie van 2011 werd er desondanks voornamelijk door Isral en in het kielzog daarvan de Verenigde Staten gewaarschuwd voor de (mogelijke) opkomst van een radicaal islamitisch of islamistisch alternatief, vervat onder de noemer van de Moslim Broederschap.31 Dit terwijl de aanstichters noch de leiders van de revolutie, islamisten of salafiyya waren.32 Toch is deze angst niet geheel ongegrond. Een van de grootste bedreigingen voor democratische overheden, is fundamentalisme in welke vorm dan ook. Democratische overheden en instituten kunnen enkel overleven als zij gebaseerd zijn op de erkenning van andere ideologien. Een maatschappij is simpelweg altijd economisch, sociaal, politiek en/of religieus pluralistisch van aard. Een pure fundamentalistische partij als machthebber leidt ontegenzeggelijk tot een vorm van onderdrukking, omdat het als uitgangspunt heeft dat de eigen ideologie superieur is, waardoor het weinig tot geen ruimte voor anderen laat.33 In combinatie met de geschiedenis van de radicale islam(isten)34 en de regionale belangen die de Verenigde Staten bij een stabiel Egypte heeft35, is dit een excuus dat in ieder geval deels plausibel klinkt.36 Er bestaat grote angst dat Egypte hetzelfde zal overkomen als er in Iran gebeurd is na de revolutie van 1979.37 Omdat ook het leger, waarvan de rol in een later stadium duidelijk wordt, wel vaart bij goede relaties met de Verenigde Staten,38 zullen ze die relaties niet op het spel willen zetten zolang het onduidelijk is hoe de Broederschap de Egyptische democratie zal inrichten nadat het de verkiezingen eventueel gewonnen heeft.39/40

30 31

Sullivan & Jones, Global Security Watch - Egypt, 48.

H. Sallam, Into Egypts Uncharted Territory, in: Middle East Research and Information Project (01.02.2011), via: http://www.merip.org/mero/mero020111 (geraadpleegd 03.05.2012). 32 A. Beydoun, 'The Revolutions in Tunisia and Egypt. The People without Populism', in: Perspectives: Political analysis and commentary from the Middle East 2 (2011), 22 - 26, 24. 33 A. Przeworski, Sustainable Democracy (Cambridge 1995), 61 62.
34

Voor een opsomming van voorbeelden van (terroristische) acties door radicale moslims of islamisten, zie: Cassandra, The Impending Crisis in Egypt, in: Middle East Journal 49 (1995), 9 27, 19. 35 Hierbij moet vooral gedacht worden aan de vrede met Isral en militaire belangen, zoals het recht om door Egyptisch luchtruim te mogen vliegen. Hosni Mubarak was voor de VS een garantie dat deze zaken gerespecteerd werden. 36 M. Scobey, President Mubaraks visit to Washington (19.05.2009) (via WikiLeaks).
37

N. Nabavi, The Arab Spring as seen through the Prism of the 1979 Iranian Revolution, in: International Journal Middle Eastern Studies 44 (2012), 153 155, 153. 38 Het Egyptische leger ontvangt sinds de vrede met Isral zon 1,3 miljard dollar per jaar vanuit de VS. Zie: J.M. Sharp, Egypt: Background and U.S. Relations, in: CRS Report for Congress (12.08.2008) (via WikiLeaks). 39 Blaydes & Lo, One man, one vote, one time? A model of democratization in the Middle East, 116.

12

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Hoofdstuk twee Power to the people


De Libanese journalist Yaakoub, eerder genoemd in het vorige hoofdstuk, schrijft de uitbarsting van protesten en de uiteindelijke revolutie toe aan een decennia lang durende traditie van onderdrukking en achterstand. De Arabische wereld, schrijft hij, zit gevangen tussen het verleden en de toekomst: ''The Arab condition, today, is the problematic outcome of an interlock between the past and the present; an outcome summarized by the antilogy of ''provenance and contemporaneity''. This antilogy results, amongst other factors, from the fact that the Arab past is better than the present; and, that this ''Arab'' past rose forth from religious foundations and from within conditions and determinants that are difficult to reproduce in today's world. Indeed, one could say that the Arab countries are the only states in the world which have not had the opportunity to think freely, and in a manner that would allow them to set up suitable regimes. Indeed, the Arab countries and their peoples are torn between multiple polarities: the past and the present - where the voices of the dead are louder than the voices of the living; the religious and the worldy; the sacred and the secular; the ideals of regional nationalism and pan-Arab nationalism. What is more, today, these polarities are reflected in tensions between tribalism, sectarianism and nationalism; and so on.''41 Yaakoub stipt hier een belangrijke factor op twee verschillende manieren aan. Allereerst bestaat er een historische traditie die weinig rooskleurigs belooft voor het heden en de toekomst. Nooit eerder in de geschiedenis van het Midden-Oosten hebben burgers volledige vrijheid kunnen ervaren. Wat er gebeurt na de verwijdering van enkele dictators, valt nog maar af te wachten. Zijn tweede punt is dat de slechte vooruitzichten volgens Yaakoub voornamelijk bestaan vanwege verdeeldheid onder het volk. De burgerbevolking is voornamelijk vanwege geloofskwesties enorm verdeeld en heeft zodoende tot op heden weinig opgehad met samenwerking op hoog niveau. Zonder dat Yaakoub in zijn artikel ingaat op redenen dat de revoluties van 2011 wel geslaagd zijn en andere niet, is de verdeeldheidskwestie tegelijkertijd precies wat Adib Nehme aanstipt in zijn artikel. Nehme, Regional Advisor on the Millennium Development Goals van de 'Economische en Sociale commissie voor WestAzi' van de VN, schrijft het succes van de revolutie van 2011 in Egypte toe aan de hoge mate van onderlinge samenhang binnen de Egyptische maatschappij. In tegenstelling tot veel eerdere grote opstanden, werd deze revolutie gesteund door burgers uit alle lagen van de bevolking, in zowel religieus als economisch opzicht. Nehme ziet de revolutie dus zeker als een echte revolutie van het volk. In het verleden zijn er talloze opstanden geweest, maar er zijn twee redenen dat die niet zo succesvol zijn geweest als de revolutie van 2011. Ten eerste was er in het verleden meer repressie vanuit de staat en stond het leger aan de kant van de overheid. Ten tweede werden vorige opstanden georganiseerd vanuit en voor een bepaalde groep, waardoor er nooit hele grote aantallen mensen aan meegedaan hebben: ''Furthermore, previous attempts had in fact been made to form wide-ranging social movements, both at national and pan-Arab level. In past decades and in more recent years, such attempts had sometimes been made under the nationalist banner - nationalist in the sense of expressing solidarity with the Palestinians and their sufferings (most recently on the
40

Overigens verklaren deze overwegingen nog niet waarom de SCAF de kant koos van de demonstranten en niet van de overheid, waar zij zoveel aan te danken heeft. Hier over meer vanaf hoofdstuk vier. 41 Yaakoub, 'Revolutions for Democracy', 36.

13

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

occasion of the war in Gaza in 2008) - and sometimes under the banner of Islam, which represents a strong continuity of awareness, firmly anchored in the public psyche both in individual Arab countries and across the Arab world as a whole. [...] Despite this, neither the nationalist nor the religious ideologies succeeded in uniting all classes of society within individual countries.42 Neither did they succeed in generating a crossborder desire for change comparable to the infectious mood which spread from Tunisia and Egypt to various other Arab countries, and which was further intensified by adapting the slogan ''The people want the downfall of the regime'' into slogans applicable to all political movements in all the countries concerned. Where the religious and nationalist messages had failed, the democratic secular movement succeeded in communicating a message which transcended many of the divisions and differences between opinions and tendencies within particular countries.''43 De visie van Nehme wordt ondersteund door Ziad Abdel Samad, die schrijft dat de voornaamste redenen van het succes van de revoluties van 2011, de massale opkomst en het verrassingselement daarin zijn: ''The pace and rapidity of the change that the Arab region has witnessed since the beginning of 2011, with regard to the level of mobilization of people from various social groups and its spread across the region, and the relatively short period it took for toppling presidents and power figures that were characterized as untouchables for a long time, have brought a significant level of surprise to the stakeholders. These include the people in power themselves, the international community and the allies of the Arab countries, as well as the people participating in the mobilizations, whether organized in various forms of civil society groups or not. [...] Indeed, the witnessed revolutions reflected the arrival of the region at a climax of a period that compounded political repression and lack of democracy with economic and social marginalization, high inequalities, and the violation of rights. This was associated with high levels of corruption and centralization of economic recources under the control of the few that were either part of the ruling party family, or close to those circles. Corruption and lack of accountability, which sometimes turned the state and national resources into private property for people in power, reached levels that could not be ignored or unfelt by the citizen.''44 Belangrijke aspecten die Samad benoemt, zijn samen te vatten onder 'hoge mobilisatiegraad onder verschillende delen van de bevolking' en de 'hoge mate van economische, politieke en sociale achterstand'. Deze verzameling van redenen voor het beginnen n slagen van de revolutie van 2011, is in lijn met de voorwaarden die Jack Goldstone, gerenommeerd socioloog en politiek wetenschapper, stelt aan succesvolle revoluties: ''For a revolution to succeed, a number of factors have to come together. The government must appear so irremediably unjust or inept that it is widely viewed as a threat to the country's future; elites (especially in the military) must be alienated from the state and no longer willing to defend it; a broad-based section of the population, spanning ethnic and religious groups and socioeconomic classes, must mobilize; and international powers must either refuse to step in to defend the government or constrain it from using maximum force to defend itself.''45

42

Een voorbeeld van een populaire beweging, die echter nooit massaal doorgezet heeft, is de Kifaya (Genoeg) beweging, die voornamelijk actief was in 2004 2005. Zie: J. Beinin, Strikes in Egypt Spread from Center of Gravity, in: Middle East Research and Information Project (09.05.2007), via: http://www.merip.org/mero/mero050907 (geraadpleegd 03.05.2012). 43 A. Nehme, 'Whither the Political and Social Movement in Arab Countries: Can we Expect a New Arab Renaissance?', in: Perspectives 2 (2011), 96 - 105, 98. 44 Z.A. Samad, 'The Revolutions of the Arab Region: Socio-economic Questions at the Heart of Successful Ways Forward', in: Perspectives 2 (2011), 112 - 118 , 112. 45 J.A. Goldstone, 'Understanding the Revolutions of 2011', in: Foreign Affairs 3 (2011), 8 - 16, 8.

14

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Wat Goldstone hier bij naam noemt, is de vervreemding van de elite (in het bijzonder het leger) van de staat. Aan dit aspect wordt echter geen aandacht besteed, noch door de Perspectives auteurs, noch door veel westerse media. Maverick Fisher, werkzaam voor Strategic Forecasting, Inc.,46 ondersteunt deze visie daarentegen volledig in een door WikiLeaks openbaar gemaakte email. De optimistische visies van de Perspectives auteurs, verwerpt hij zelfs. Na de meest ruim genomen schattingen over de opkomst van het Egyptische volk tijdens de laatste dag van de revolutie, komt Maverick tot de conclusie dat er niet meer dan 750,000 mensen de straat op zijn gegaan. Dit is minder dan n procent van de Egyptische bevolking. Fisher ziet in het succesvolle verloop van de revolutie een vooraf geplande coup van het leger richting de presidentile familie; de plannen van Hosni Mubarak om zich te laten opvolgen door zijn zoon Gamal, vielen bij de machtige legertop niet in goede aarde.47 Dit brengt ons op de vraag welk belang het leger speelt in Egypte. En vervolgens: welke rol speelde het leger in de revolutie?

46

Strategic Forecasting Inc. (Stratfor) is een mondiale inlichtingendienst. Het verzamelt en verkoopt informatie en wordt ingezet door bijvoorbeeld de Amerikaanse overheid en de NAVO. 47 M. Fisher, Conclusion to Egypt monograph - Contemporary Challenges: Life After Mubarak (13.12.2011) (via WikiLeaks).

15

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Hoofdstuk drie Het ware succes achter de revolutie


No institution matters more to a states survival than its military, and no revolution within a state can succeed without the support or at least the acquiescence of its armed forces. This is not to say that the armys backing is sufficient to make a successful revolution; indeed, revolutions require so many political, social, and economic forces to line up just right, and at just the right moment, that revolutions rarely succeed. But support from a preponderance of the armed forces is surely a necessary condition for revolutionary success.48 In het vorige hoofdstuk is aandacht besteed aan de redenen van het beginnen van de opstanden die leidden tot de revolutie. Een combinatie van voornamelijk politieke en economische grieven heeft aan de revolutionaire opstanden ten grondslag gelegen. Volgens een aantal wetenschappers is de revolutie van 2011, in ieder geval in Egypte, geslaagd vanwege een ongekende steun en samenhang van en binnen de maatschappij. Zonder te beweren dat de beweegredenen en participatiegraad van de bevolking geen verschil hebben gemaakt, kent het ware succes van de revolutie mijns inziens een andere motor. Deze motor is het belangrijkste instituut dat een niet (volledig) democratische samenleving kent: het leger. Als beheerser van geweldsfactoren en actoren, spelen militairen in bepaalde samenlevingen een aanzienlijke rol in het dagelijks leven. In Egypte is dat niet anders.49 Voor de Egyptische legertop staan er grote belangen op het spel bij een wisseling van de wacht in de politieke top. Deze belangen hebben zich ontwikkeld na de coup van kolonel Gamal Abdel Nasser en zijn Vrije Officieren. Na de coup, die in 1952 plaatsvond, werd er door Nassers regime vrij snel een einde gemaakt aan zowel de liberale economische structuur, als alle elementen van de politieke democratie van Egypte. De economische elite vr de succesvolle machtsovername, bestond voornamelijk uit grootgrondbezitters. Maatregelen50 van Nassers regime creerden een economisch machtsvacum dat werd benut door de militaire leiders, die op hun beurt Nasser hielpen om de staat in zijn macht te houden.51 De macht van het leger heeft zich tijdens en na Nasser zo massaal kunnen ontwikkelen, door het grote belang dat de presidenten van Egypte hadden bij de beheersing van geweld, middels de politie en het leger. Het belang van geweldsbeheersing bij staatsinrichting Veel politieke studies hebben aandacht besteed aan de rol van zogenaamde 'instituten', de georganiseerde vorm van een institutie, en de civil society in verschillende samenlevingen. Een groot probleem hierbij is dat er geen echte consensus bestaat over wat instituties of instituten zijn of wat civil society precies is in een samenleving. Om over het geheel van het begrip rondom instituten en inrichting van de samenleving toch een duidelijker beeld te schetsen, gebruik ik drie verschillende auteurs. Geoffrey M. Hodgson, professor in Business Studies aan de Universiteit van Hertfordshire,
48 49 50 51

Barany, Comparing the Arab Revolts: the Role of the Military, 28. S.H. Gotowicki, The Role of the Egyptian Military in Domestic Society (Leavenworth 1997). Meer hier over in hoofdstuk vier.

M. Kamrava, 'Military Professionalization and Civil-Military Relations in the Middle East', in: Political Science Quarterly 1 (2000), 67 - 92, 78.

16

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

presenteert in zijn artikel What Are Institutions? een afbakening van het algemene begrip instituut.52 Het boek Violence and Social Orders van Douglass North gebruik ik om in te gaan op de rol van het leger als instituut dat de revolutie in Egypte mogelijk heeft gemaakt. Zijn bewering komt erop neer dat voor alle staten wereldwijd grofweg geldt dat degene die het geweld beheerst, ook de macht heeft. Specifieke onderdelen uit beide werken worden indirect ondersteund door Adam Przeworski, hoogleraar Political Science aan de Universiteit van New York.53 Een institutie is in eerste instantie niets meer dan het geheel aan sociale regels - geschreven en ongeschreven - die een samenleving in stand houden, in die zin dat ze richtlijnen bieden voor sociaal gedrag. Geld, politiek, taal en wetten zijn op die manier allemaal instituties.54 Instituties begeleiden echter niet alleen sociaal gedrag, maar ook politieke en economische interactie. Instituties bestaan om orde te scheppen in een samenleving; de verzameling aan regels wordt geaccepteerd door een meerderheid van mensen.55 In 'ver ontwikkelde staten' zoals Nederland en de Verenigde Staten, bestaat er weinig discussie of onduidelijkheid over de instituties. Voor de deelnemers in de burgermaatschappij lijkt het alsof ze altijd bestaan hebben, waardoor het overgrote deel van de bevolking de sociale, economische en politieke instituties erkent en accepteert, wat mogelijk maakt dat er een stabiele samenleving ontstaat. Deze stabiele samenleving, de burgermaatschappij of de civil society, biedt in combinatie met de overheid zelf, een evenwichtig systeem; ter voorbeeld: ''The American system was built around a firm conviction that concentrated political power constituted an imminent danger to the lives and liberty of citizens. For this reason, the U.S. Constitution was designed with a broad range of checks and balances by which different parts of the government could prevent other parts from exercising tyrannical control.''56 Dit is in hoofdstuk n ook wel benoemd als accountability: de verantwoordelijkheid die overheid en burger naar elkaar hebben. In een 'gezonde' samenleving heeft de civil society de mogelijkheid om de overheid aan te spreken op beslissingen en gedragingen. Egypte zat onder Mubarak niet in die gezonde situatie; de overheid deed naar believen en werd daarin gesteund door twee zeer machtige instituten: de militaire macht en de rechterlijke macht. In het boek Violence and Social Orders betoogt Douglass North dat de belangrijkste institutie, de institutie is die de geweldsmacht vertegenwoordigt. In bijna elke samenleving wordt deze institutie vertegenwoordigd door het leger dat onder controle staat van de overheid. Uitzonderingen op deze regel zijn bijvoorbeeld rebellenlegers in Afrika, die onafhankelijk van de overheid opereren en in sommige gevallen ook sterker zijn dan de geweldsmacht van de overheid. Het grote verschil dat North ziet tussen ver ontwikkelde en minder ontwikkelde staten, is dat het militaire instituut in minder ontwikkelde staten te veel macht heeft. De overheid is in dit soort staten teveel afhankelijk van de geweldsmacht.57 Ter vergelijking: in een ver ontwikkeld land als Nederland, bepaalt het legerinstituut niet wie er aan de macht is en hoe de samenleving is ingericht. Dit in tegenstelling tot Egypte, waar overheid en leger dusdanig verweven zijn dat een scheiding

52

De Engelse taal maakt geen onderscheid tussen het begrip 'instituut' versus 'institutie'. Het Nederlands doet dat wel. Een institutie is als het ware een (on)geschreven regel, een instituut is de georganiseerde vorm daarvan. 53 Voor een profiel van Adam Przeworski, zie: http://politics.as.nyu.edu/object/AdamPrzeworski.
54 55 56 57

G.M. Hodgson, 'What Are Institutions?', in: Journal of Economic Issues 1 (2006), 1 - 25, 2. D.C. North, 'Institutions', in: Journal of Economic Perspectives 1 (1991), 97 - 112, 98. Fukuyama, The Origins of Political Order, 7. Barany, Comparing the Arab Revolts: the Role of the Military, 29.

17

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

tussen beiden ondenkbaar is voor de heersende dictator, groepering of coalitie.58 In minder ontwikkelde staten geldt: degene die het geweld beheerst, beheerst de macht. In de praktijk wordt dit gereflecteerd in de relatief enorme legers die de landen in de regio van het Midden-Oosten hebben.59 Het geweldsmonopolie - het beheersen van de geweldsmacht - kan er in minder ontwikkelde staten voor zorgen dat de overheid bepaalt dat enkel de elite vrije toegang heeft tot waardevolle grondstoffen (zoals kapitaal en land) en activiteiten (zoals handel en educatie).60/61/62 Binnen deze staten wordt geweld gebruikt voor het realiseren van persoonlijke belangen. Dit gaat gepaard met weinig politieke vrijheden en het ontbreken van andere instituties die een sterke civil society mogelijk maken. Instituties die wel bestaan in minder ontwikkelde staten, zijn persoonsgebonden: ze worden bijvoorbeeld beheerst door n familie die waarschijnlijk nepotisme niet zal schuwen.63 Uiteraard bestaan er verschillende gradaties onder de noemer van minder ontwikkelde staten. Zo worden burgers in de ene staat minder slecht behandeld dan in andere staten. In Egypte wordt de bevolking tot op zekere hoogte eerlijk behandeld door de overheid. Er vindt echter veel discriminatie plaats, wat overigens een van de redenen is dat de burgers zich niet eerder zo massaal verenigden en eerdere opstanden dus niet het karakter kregen van deze revolutie. Ook op het gebied van vrijheid van meningsuiting en persvrijheid heeft Egypte nog een flinke achterstand. Egyptische burgers lopen nog altijd het risico dat hun rechten geschonden worden door de regering.64 Hoewel de macht van het instituut van de rechterlijke macht in Egypte minder openlijk duidelijk is dan die van het leger, is wel vast te stellen dat ook deze niet onafhankelijk van de overheid opereert. In de aanloop naar de open verkiezingen in 2005, werd Mubaraks enige tegenkandidaat, Ayman Nur, door een rechter veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Dit ondanks dat de belangrijkste getuige tegen Nur later aangaf gemarteld te zijn toen hij zijn getuigenis aflegde.65 Ook heeft de rechterlijke macht in Egypte altijd gewillig meegewerkt aan het wegstoppen van politieke activisten en tegenstanders, wat mogelijk werd gemaakt door de voortdurend in werking zijnde noodwet. Transitietheorie De meest ontwikkelde staatsvorm die North onderscheidt in zijn boek, is de open access order. De voor dit onderzoek belangrijkste transitie die een staat als Egypte zal moeten maken om een open access order te worden, is die van complete geweldsbeheersing. Met andere woorden: controle van de staat over en van het leger.66 In een open access order ligt het monopolie van geweld, waarover North argumenteert dat het een sleutelrol vervult, bij onpersoonlijke overheidsinstituten, zoals het leger of de politie, die het enkel in noodgevallen zal inzetten. Controle betekent in deze zin dus dat het leger en de politie alleen ingezet worden bij een ('vreemde') agressieve dreiging. Uit het verloop van de revolutionaire opstanden blijkt dat de Egyptische overheid de geweldsmacht misbruikte.
58 59
60

Barany, Comparing the Arab Revolts: the Role of the Military, 29.

Kamrava, 'Military Professionalization and Civil-Military Relations in the Middle East', 68. D.C. North, J.J. Wallis, B.R. Weingast, Violence and Social Orders. A Conceptual Framework for Interpreting Recorded Human History (Cambridge 2009), 114. 61 Przeworski, Sustainable Democracy, 36.
62 63 64 65 66

Fukuyama, The Origins of Political Order, 422. Przeworski, Sustainable Democracy, 36. Ibidem, 35. Meer hierover in hoofdstuk vijf. North e.a., Violence and Social Orders, 154 - 181.

18

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Mubaraks regering gaf de opdracht aan veiligheidstroepen, politie en het leger om geweld te gebruiken tegen de opstandelingen, terwijl die een vreedzaam protest voerden. Uit dit bevel en de weigering tot de uitvoering hiervan vanuit het leger, blijkt dat de genoemde balans tussen civil society, instituten en overheid niet in orde was. Dit was al decennia lang het geval, maar deze keer was de slechte balans in het voordeel van de demonstranten; waar Mubarak vroeger blind kon varen op zijn generaals, steunden zij nu de tegenstander, waardoor deze uiteindelijk de strijd won. Of deze houding van het leger bepaald werd door humanistische of democratische motieven, zal blijken in hoofdstuk vier en vijf. In een open access order is er verder sprake van verdeling van de economische groei onder de bevolking, een gevoel van onderlinge gelijkheid en van deelname van de massa in bijvoorbeeld politieke processen.67 In een dergelijke samenleving is tevens sprake van een - als het goed is volledig onpersoonlijke benadering door de staat. Er is geen sprake van gelijkheid als die benadering wel persoonlijk zou zijn. In Nederland, een open access order, is er via grondwetsartikel 1 sprake van die onpersoonlijke benadering. In Egypte, waar het monopolie op geweld weliswaar bij de staat ligt, maar er tegelijkertijd een latente dreiging van andere geweldsfactoren aanwezig is, kan de staat zich niet volledig concentreren op onder andere politieke en economische ontwikkelingen. Voor Egypte golden onder andere Isral en nationale militante en terroristische islami(s)tische groeperingen lange tijd als deze factor. Ook vandaag de dag vertegenwoordigt het leger van welke staat dan ook de sterkste macht op het gebied van geweld. In Europa en de Verenigde Staten wordt het leger inmiddels gecontroleerd door de overheid, waardoor die het monopolie op geweld bezit en zich niet bijzonder druk hoeft te maken om een eventuele vreemde interne geweldsmachten, zoals gewapende opstanden die voorkomen in Afrika en het Midden-Oosten. Internationale verdragen, bestaande uit de combinatie van een geweldsmonopolie in de eigen staat en eenzelfde situatie in buurstaten, voorkomen dat Europa en de VS zich erg druk moeten maken om externe aanvallen, zoals oorlog. Het heeft in deze gebieden eeuwen geduurd voordat dit monopolie bij n, onafhankelijke overheid kwam te liggen en het is pas sinds kort dat de internationale verdragen echt lijken te voorkomen dat deze landen met elkaar op de vuist gaan. Een goed voorbeeld van de ongezonde situatie rondom de geweldsmacht in Egypte, zijn de gebeurtenissen rondom de al eerder genoemde verkiezingen van 2005. In de aanloop van deze verkiezingen vonden er vele op het oog zeer positieve ontwikkelingen richting democratie waar te nemen.68 Toch ontstond er weer een situatie waarin de resultaten benvloed of al dan niet opzettelijk gestuurd werden; burgers die op de oppositie wilden stemmen, werden gentimideerd, in elkaar geslagen of gearresteerd.69 Het geeft aan dat Egypte nog voor grote delen gecontroleerd werd door geweld, wat goed vervat is in deze uitspraak van Magdi Mehenna, columnist van de Egyptische krant Al-Masry Al-Yawm (De Egyptenaar Vandaag), naar aanleiding van de uitkomst van de verkiezingen, die zeer ruim (88%) door Hosni Mubarak en zijn NDP werden gewonnen: ''Whatever the result of the parliamentary elections, it is now clear that the violence and bias of the security forces have seriously dampened political reform in Egypt.''70
67 68 69 70

Met andere woorden: ontwikkelde instituten. Bron: North e.a., Violence and Social Orders , 30. Een voorbeeld van deze positieve ontwikkelingen is het vrijlaten van alle gedetineerde leden van de Moslim Broederschap. Freedom House, Egypt.

I. El Amrani, Controlled Reform in Egypt, in: Middle East Research and Information Project (15.12.2005), via: http://www.merip.org/mero/mero121505 (geraadpleegd 02.05.2012).

19

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Europa en de Verenigde Staten hebben zich met de hulp van het beheersen van het leger kunnen ontwikkelen tot staten waarin burgers een hoge mate van vrijheid ervaren, in combinatie met bescherming en een bepaald welvaartsniveau. 71 Democratisering is hier onderdeel van.72 Zonder stabiele overheid kan er maar moeilijk sprake zijn van een democratisch stelsel, waarin vrije pers, ontwikkelde instituties, onafhankelijke instituten en vrijheid van meningsuiting bestaan. Omdat die stabiele overheid in de meeste landen niet bestaat, is er weinig - of in ieder geval in mindere mate politieke ontwikkeling. Het leger heeft onder de presidenten Nasser, Sadat en Mubarak altijd een beslissende invloed gehad.73 Toen de revolutie in 2011 begon, werden de kaarten echter opnieuw - en deze keer anders geschud. Het is niet aannemelijk dat het leger deze macht opeens niet meer vertegenwoordigde toen de opstanden begonnen; de opstanden waren nu ook weer niet zo massaal dat de bevolking opeens het leger 'aan zou kunnen', in het geval dat het leger de bevelen van Mubarak gehoorzaamd zou hebben en de protesten op gevechten aan waren gekomen. Wat volgt uit de analyse van de macht van het leger is dat het leger de beslissende rol heeft gespeeld bij de revolutie. Zonder de steun van het leger was de revolutie in Egypte misschien hetzelfde lot beschoren als de Syrische opstandelingen nu meemaken.

71

S. Mainwaring, 'Transitions to Democracy and Democratic Consolidation', in: The Helen Kellogg Institute for International Studies 130 (1989), 1 - 43, 11. 72 Przeworski, Sustainable Democracy, 36.
73

Zie pagina 21.

20

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Hoofdstuk

vier -

Ontwikkeling van de macht van het leger in Egypte


Nasser en zijn Vrije Officieren hadden de geweldsmacht van het leger nodig om hun succesvolle coup te plegen en de macht daarna te consolideren. Voor de bescherming middels de militaire macht die het leger aan Nasser bood ontving het leger een speciale rol binnen de maatschappij. Via het verbieden van politieke partijen en het opnemen van handelsunies in de overheid, werd de politieke arena afgeschermd van de burgermaatschappij. Rondom dit moment begint de rol van het leger als economische en politieke spil in de Egyptische samenleving. Economische macht Om zijn machtsgreep kracht bij te zetten en de macht te behouden, bracht Nasser een grote verandering in het economische systeem teweeg. De eerste grote stap naar een sterkere overheid werd gezet in 1953, met de installatie van de Nationale Productie Raad en de Nationale Diensten Raad. De Egyptische Nationale Bank werd gesommeerd alle buitenlandse tegoeden beschikbaar te stellen aan de overheid en het werd bij wet verboden om als persoon in meer dan n raad van bestuur te zitten, waardoor de macht van de oude elite flink ingekort werd. Een tweede verandering beperkte de macht van de oude elite nog meer. Middels regelingen op het gebied van grootgrondbezit, verbood Nasser twee jaar na de coup het bezit van meer dan twee honderd hectare grond per persoon. Deze wet werd later nog verder aangescherpt tot honderd hectare per persoon. Ook werd het aan grondbezitters verboden om pachtcontracten te ontbinden. De regelingen waar door de elite flinke winst op gemaakt werd, werden derhalve enorm beperkt.74 Een derde economische maatregel was het nationaliseren van buitenlandse bedrijven na de Suez crisis. De reactie van het buitenlandse kapitaal was voorspelbaar. Investeerders trokken zich terug, waarna er in totaal nog slechts 3,5 miljoen genvesteerd werd tussen 1956 en 1961. Van dit bedrag werd tachtig procent gespendeerd binnen de olie industrie.75 In z'n geheel wordt deze nationalisering van privbezit gezien als de aanzet tot de veelvraat die de Egyptische overheid, en daarbinnen het leger, is geworden. De nationalisering was de mogelijkheid voor de nieuwe elite, die zich vormde rondom Nasser en daardoor voornamelijk uit militairen bestond, om zeer goedkoop aan waardevolle staatseigendommen te komen. Onder de noemer van nationalisering, was het voor het leger als staatsonderdeel mogelijk om op officile overheidstitel bedrijven aan te kopen. In 1997 bezat het Egyptische leger zo'n dertig fabrieken en bedrijven, waar in totaal ongeveer honderdduizend mensen werkten. De economische omzet die in deze bedrijven werd gedraaid, bedroeg zon $400 miljoen per jaar. Per jaar werd er gemiddeld voor $191 miljoen gexporteerd, een bedrag dat tot stand kwam via $30 miljoen in 1981 tot liefst $550 miljoen in 1988.76 Het belang van het leger in de Egyptische economie zou inmiddels zo rond de veertig procent

74 75

M. Zaki, Egyptian Business Elite: their visions & investment behavior (Caro 1998), 57.

N. Ayubi, Bureaucracy and Politics in Contemporary Egypt (Londen 1980), 164. Het is van belang dit te melden omdat olie vaak als buitengewoon product wordt gezien en daardoor niet onder reguliere investeringen valt. 76 Arms Control and Disarmament Agency, World Military Expenditures and Arms Tables (Washington DC 1976 1991), via: http://www.state.gov/t/avc/rls/rpt/wmeat/index.htm.

21

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

liggen.77 Ze produceert en verkoopt de meest uiteenlopende zaken, van auto's tot computers tot brood.78/79 Om een beeld te schetsen van waar de leger het meest aan verdiende: bij schatting verdiende het leger in 2009 rond de $300 miljoen aan consumentenproducten en (slechts) $200 miljoen aan militaire producten. Naast het produceren van consumentengoederen, bezit het leger ook enorme stukken grond en vele bouwprojecten. 80 Land dat niet van de overheid, investeerders of individuen is, is in de meeste gevallen in handen van het leger, dat daar bijvoorbeeld boerderijen of bases exploiteert.81 Politieke macht Afgezien van de economische ruimte die er voor het leger ontstond, namen verschillende officiers snel cruciale posities binnen de nieuwe regering in. De figuur laat zien in welke mate er militaire officiers als minister vertegenwoordigd waren in de regering van Nasser. Na de coup begint een lange periode, van 1952 tot 1974, waarin het leger belangrijke posities in de Egyptische overheid bekleed.82 Pas richting het einde van Nasser's heerschappij in 1967, begint het aantal militairen in de regering substantieel af te nemen. De implementatie van militairen in het politieke bestel laat, als we North volgen, indirect zien welke rol militaire aanwezigheid heeft gespeeld in de Egyptische politiek. Zonder de militaire ministers en dus zonder de steun van het leger, was Nasser van begin af aan waarschijnlijk nergens geweest.

Het aantal Egyptische legerofficiers in ministersfuncties tussen 1951 1981.

83

77

S. Tadros (Al-Jazeera), Egypt military's economic empire (15.02.2012), via: http://www.aljazeera.com/indepth/features/2012/02/2012215195912519142.html (geraadpleegd 12.04.2012). 78 International Crisis Group, Lost in Transition: the World according to Egypts SCAF, in: Middle East/North Africa Report 121 (2012), 21.
79

M. Becherer (New York Times), Succession Gives Army a Stiff Test in Egypt (11.09.2011), via: http://www.nytimes.com/2010/09/12/world/middleeast/12egypt.html?_r=3&ref=global-home&pagewanted=all (geraadpleegd 28.0.5.2012). 80 H. Albrecht & D. Bishara, Back on Horseback: The Military and Political Transformation in Egypt, in: Middle East Law and Governance 3 (2011), 13 23, 14. 81 International Crisis Group, Lost in Transition: the World according to Egypts SCAF, 22.
82 83

Zaki, Egyptian Business Elite: their visions & investment behavior, 56. Gotowicki, The Role of the Egyptian Military in Domestic Society, 2.

22

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

De figuur laat zien welk belang er op het oog bestond bij een sterke aanwezigheid van legerofficiers in de regering. Zolang de overheid genoeg politieke macht schenkt aan de dominante beheerser van het geweld, lijkt de overheid te kunnen blijven bestaan. Alle vier de presidenten die Mubarak voorgingen (Mohammed Naguib, Gamal Abdel Nasser, Anwar al-Sadat en Sufi Abu Taleb), waren zelf afkomstig vanuit het leger. Op deze manier wordt Norths theorie over geweldsbeheersing indirect in de praktijk bevestigd. De grafiek laat daarentegen een sterk dalende trend zien vanaf grofweg 1977. Onder welke omstandigheden, afspraken of hervormingen was de legertop bereid om politiek een stapje terug te doen? De afname van militaire figuren in de overheid kan deels verklaard worden door de vrede met Isral van 1979. Militaire macht an sich verloor aan significantie. De noodzaak van grote aantallen parate officieren en soldaten was niet meer aan de orde van de dag. Een oplossing voor een dreigende uitbarsting van werkloosheid onder militairen, werd opgelost door werk te verschaffen in de staatsbedrijven.84 Dit diende een dubbele winst. Niet alleen werd de militaire manmacht sterk gehouden de soldaten konden immers direct weer opgeroepen en ingezet worden maar tevens werden er door de lage lonen die soldaten ontvangen voor hun werk, enorme winsten geboekt, zeker in vergelijking met private ondernemingen die niet dezelfde lage lonen kunnen bieden in de eerste jaren van de militaire dienst verdienen rekruten slechts een paar dollar per maand.85 Voor het helpen stabiliseren van de maatschappij en de hulp bij de consolidatie van Nassers en vervolgens Sadats en Mubaraks macht werden generaals en kolonels beloond met hoge posities binnen de verkregen staatsbedrijven. Omdat Sadat, na Nasser, enkele privatiseringen doorvoerde, konden de inmiddels welvarende en invloedrijke officieren zelf belangen in de bedrijven gaan kopen. Het probleem dat anno nu bestaat rondom de economische rijkdom die het leger over de afgelopen decennia heeft verkregen, is dat zij middels een wet niet verplicht zijn om transparant te zijn over hun financile stromen.86 In gesprek met de International Crisis Group verklaarde een gepensioneerde kolonel over de ontstane situatie het volgende: The armed forces delved into the economic arena after the peace treaty with Israel ... the military could not just let go of its officers and staff, end of story. It had to find them decent, well-paid jobs. The private sector could not absorb the large numbers of retiring officers. Instead, the military prepared them, offered them training and the means to manage various businesses that benefit the military as an institution and the country as a whole. As an army major in my late 30s at the time, I could not afford an apartment, except in shantytowns and under-developed areas. When Field Marshal Abu Ghazala [defence minister, 1982 1989] surveyed the officers about their residence needs, almost all of them responded that they could not afford decent housing. This is how the military began its residential construction activities. The military imported the best building materials and sold the officers apartments at reduced rates. It was the only way for us to lead a dignified life, both while in service and after, and to be able to find a place in which to get married an start a family.87

84 85 86 87

International Crisis Group, Lost in Tranisiton: the World according to Egypts SCAF, 21. Gotowicki, The Role of the Egyptian Military in Domestic Society. International Crisis Group, Lost in Tranisiton: the World according to Egypts SCAF, 22.

Interview in Caro, maart 2012. Via: International Crisis Group, Lost in Tranisiton: the World according to Egypts SCAF, in: Middle East/North Africa Report 121 (2012), 21.

23

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Positie in de maatschappij Afgezien van de stabiliteit die een sterk leger met zich meebrengt, spelen er andere zaken met betrekking tot de relatie tussen de Egyptische maatschappij, overheid en leger. Dat het Egyptische volk tot op de dag van vandaag het leger in een hoog vaandel heeft staan en er dus weinig verzet is tegen de macht die het vertegenwoordigt, komt door de mate van gewenning en acceptatie van autoritair gezag, wat diep geworteld zit.88 Deze acceptatie komt voort uit slechte ervaringen die de Egyptenaren hebben met het ontbreken van een centrale macht, een situatie die maar al te vaak is voorgekomen na bijvoorbeeld het vertrek van de Fransen en vervolgens de Britten. Het machtsvacum dat in veel gevallen ontstaat na het verdwijnen van een sterke leiding, wordt in veel gevallen opgevuld door een individu of instituut met radicaal andere ideen over de inrichting van de samenleving; op economisch, politiek en sociaal gebied. Dit leidt derhalve vaak tot grote veranderingen, iets wat niet altijd positief ontvangen wordt. Ten tweede komt hier nog bij dat het leger niet als onderdeel van Mubaraks regime wordt beschouwd, aangezien het nooit openbare politieke macht heeft vertegenwoordigd.89 Een derde element dat het leger vervult ten behoeve van de overheid, is de ideologische vorming. Op microniveau vervult het leger een belangrijke rol in de beeldvorming over de positie van de eigen staat ten opzichte van de wereld. Jonge rekruten met een traditionele achtergrond krijgen via het leger de kans een opleiding te volgen en zich te mengen in het globaliserende economische verkeer. Het verschaft de jongere een bepaalde zekerheid wat betreft zijn maatschappelijke positie, aangezien hij salaris, voedsel, medische zorg en onderdak krijgt. Hij krijgt de kans verder te kijken dan zijn plattelandsafkomst hem zou brengen. In die zin is er dus ook zeker manipulatie van een dergelijke rekruut mogelijk. De ideen over politiek zullen door mannen uit lagere sociale klassen snel worden overgenomen van degene die hen voornoemde (materile) zaken verschaft.90 Op die manier is de rol die het leger speelt, nogmaals van wezenlijk ideologisch belang voor de heersende politieke groepering.91 In een samenleving waar de dienstplicht nog van kracht is en het leger nog een sleutelrol wat betreft machtsbeheersing vervult, is er met andere woorden een goede mogelijkheid dat het leger op meerdere gebieden bijdraagt aan de steun aan of verzet tegen de regering. Een aanvulling op dit element is dat het leger in het Midden-Oosten lange tijd als enige macht werd gezien die een serieuze verandering teweeg kan brengen: ''The Arab world, it was commonly held, was mired in a deep crisis, a malaise for which the only remedy was thought to be a revolution (al-thawra). And the only force in society capable of bringing about a revolution, affecting meaningful change, was seen as the military. Thus the young flocked into the army to satisfy their thirst for answers, for ''liberation'' from all that was negative about the present. Lofty visions abound, vague in details but compelling their promises. Many young men, of whom a teenage Mummar Qaddafi was one, joined the army out of conviction to higher political ideals, hoping to use their new institutional platform to wrest power from those whom they blamed for the humiliating backwardness of their country.''92

88 89 90 91 92

Yaakoub, 'Revolutions for Democracy', 36. Albrecht e.a., Back on Horseback: The Military and Political Transformation in Egypt, 18. Barany, Comparing the Arab Revolts: the Role of the Military, 29. Gotowicki, The Role of the Egyptian Military in Domestic Society, 2. Kamrava, 'Military Professionalization and Civil-Military Relations in the Middle East', 76.

24

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Opvolging van de president De president vertegenwoordigt in een (militaire) dictatuur de hoogste macht. Hosni Mubarak, zelf voormalig piloot in de luchtmacht, was op het moment van de start van de revolutie op 25 januari 2011 al 82 jaar oud. Zijn gezondheid begon al sinds enkele jaren achteruit te gaan, wat onder andere blijkt uit zijn black-out tijdens een parlementsbijeenkomst in 2003,93 een operatie aan zijn rug in 200494 en de operatie om zijn galblaas te verwijderen die de president in 201095 onderging. Geruchten omtrent de verslechterde gezondheid van de president zijn door het regime altijd ontkent en soms zelfs veroordeeld.96 De gezondheid van de president is in een dictatuur van groot belang voor de rust in de samenleving. Zodra een dictator niet meer in staat lijkt of blijkt te zijn om te regeren, ruiken politieke tegenstanders de kans om onrust te zaaien. De opvolgingskwestie rondom Hosni Mubarak is voor het verloop van de revolutie van 2011 van doorslaggevend belang geweest. Rondom de opvolging van de president stonden al lange periode flinke vraagtekens, aangezien er in dertig jaar tijd geen enkele vicepresident is aangesteld om Mubarak waar te nemen of op te volgen. Lange tijd leek opvolging door een hoge officier, zoals bijvoorbeeld Suleiman of Tantawi, het meest voor de hand liggend. Beide voorbeelden zijn vertegenwoordigers van de militaire macht, waardoor Egypte al sinds Nasser beheerst wordt. De familie Mubarak had echter hele andere plannen. Waar de militairen zelf ooit braken met erfelijke opvolging97, was Mubarak van plan zijn zoon Gamal via democratische weg tot opvolger te laten 'verkiezen'. Dit zal in hoofdstuk vijf blijken uit de weg die Gamal in de National Democratic Party belopen heeft.

93

British Broadcasting Corporation, Mubarak taken ill in parliament (19.11.2003), via: http://news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/3283435.stm (geraadpleegd 10.0.4.2012). 94 W.R. Stewart, Mubarak discusses back surgery, Gamal as perfectionist (14.01.2008) (via WikiLeaks).
95

Elsevier, Biografie Hosni Mubarak (01.03.2011), via: http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Buitenland/290668/Hosni-Mubarak.htm (geraadpleegd 10.04.2012). 96 Dit overkwam Ibrahim Eissa, hoofdredacteur van de krant Al Dostour, in 2007 toen hij verantwoordelijk werd gehouden voor een economisch beursverlies van 350 miljoen dollar, zogenaamd veroorzaakt door een artikel dat Eissa's krant publiceerde over de gezondheid van de president. Later kreeg Eissa pardon van Mubarak, wat door onafhankelijke media beschouwd wordt als middel om vragen over persvrijheid en vrijheid van meningsuiting de kop in te drukken. Zie: DMC S. Jones, Mubarak health rumors lead to criminal charges for independent editor (18.08.2007) (via WikiLeaks); J. Beinin, The Militancy of Mahalla al-Kubra, in: Middle East Research and Information Project (29.09.2007), via: http://www.merip.org/mero/mero092907 (geraadpleegd 03.05.2012); Menassat, Egypt: Ibrahim Issa pardoned by Mubarak (06.10.2008), via: http://www.menassat.com/?q=en/alerts/4774-egypt-ibrahim-issa-pardoned-mubarak (geraadpleegd 10.04.2012). 97 J. Brownlee, 'The Heir Apparency of Gamal Mubarak', in: Arab Studies Journal 2 (2007 - 2008), 36 - 56, 36.

25

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Hoofdstuk vijf Opvolging: bedreiging van de economische macht van het leger
Gamal Mubarak is de tweede zoon van Hosni Mubarak. Gamal werd geboren op 27 december 1963 en werkte na zijn economische studie een aantal jaren voor de Bank of America. Gamal Mubarak was een graag geziene gast bij rijke zakenmannen en investeerders, al voordat hij in februari 2000 verkozen werd tot secretaris generaal van de NDP.98 Samen met staalmagnaat Ahmad 'Ezz en de prominente zakenman Ibrahim Kamil, maakte de groep Gamal al snel naam als de 'nieuwe garde'; veel plekken in het parlement die voorheen werden ingenomen door oudere militaire figuren, werden bezet door jonge, neoliberale zakenmannen.99 De verandering in het regime kreeg echter pas echt gestalte tijdens en na het achtste NDP congres, dat plaatsvond in september 2002. Onder de slogan ''Toward New Thinking'' vonden er hervormingen plaats in de NDP die in eerste instantie leken op democratisering. Tijdens het congres werd een voorstel aangenomen dat meerdere kandidaten toeliet tot de verkiezingen voor het partijvoorzitterschap. Hoewel deze zonder tegenkandidaat gewonnen werden door Hosni Mubarak, werden er na het congres meer plekken in het kabinet en in het secretariaat-generaal bezet door compagnons van Gamal Mubarak, dan door leden van de oude garde. De maatregel betekende daarnaast dat een scheiding tussen het partijvoorzitterschap en het presidentschap mogelijk werd gemaakt. Gamal Mubarak zelf kreeg ook een nieuwe aanstelling: hij werd verkozen tot voorzitter van de nieuw opgerichte 'Policies Secretariat', de beleidsafdeling. Twintig van de vijfentwintig leden in deze afdeling golden als partners van Gamals nieuwe garde.100 In de nasleep van het congres werden er op 26 februari 2005 open verkiezingen uitgeschreven. De aanpassing van de kieswet werd door de toenmalige Amerikaanse president George W. Bush zeer positief ontvangen: ''The great and proud nation of Egypt, which showed the way toward peace in the Middle East, can now show the way toward democracy in the Middle East.''101 De hervorming betekende echter niet wat deze leek te betekenen. De eisen die aan kandidaten gesteld werden, waren dermate zwaar dat de oppositie het referendum dat over de maatregel werd uitgeschreven, boycotte; het amendement hield in dat de partijen van de kandidaten minstens vijf procent van de zetels in het lagere en het hogere huis van afgevaardigden moesten bezetten. De Moslim Broederschap, die de drempel makkelijk had kunnen halen, was nog steeds verboden; wel konden kandidaten, ook vanuit de Broederschap, zich onafhankelijk verkiesbaar stellen. Uiteindelijk was er een serieuze seculiere tegenkandidaat voor Hosni Mubarak: Ayman Nur, die in 2004 een nieuwe partij had gesticht, genaamd Al-Ghad, 'Morgen'. Nur kende in de aanloop naar de verkiezingen enkele tegenslagen. Zo werd hij als hoofd van de partij veroordeeld tot een gevangenisstraf voor het vervalsen van 2000 handtekeningen, werden kiezers die niet op de NDP wilden stemmen gentimideerd bij de stemhokken en werd zijn partij genfiltreerd door mollen van de NDP, die trachtten de partij van binnenuit te ontregelen. Desondanks haalde Nur 7,57 procent van de stemmen in de voorverkiezingen, waardoor hij als officile oppositie van Hosni Mubarak de strijd aan kon gaan.102 In hoofdstuk drie bleek echter al dat
98 99

D. Sobelman, 'Gamal Mubarak, President of Egypt?', in: Middle East Quarterly 8 (2001), 31 - 40, 35. Roll, Gamal Mubarak and the Discord in Egypt's Ruling Elite (01.09.2010). Brownlee, 'The Heir Apparency of Gamal Mubarak', 47.

100 101

G.W. Bush, State of the Union Adress (02.02.2005), via: http://www.whitehouse.gov/news/releases/2005/02/20050202-11/html. 102 Brownlee, 'The Heir Apparency of Gamal Mubarak', 48.

26

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Nurs kandidaatschap beindigd werd door een veroordeling onder verdachte omstandigheden vanuit de rechterlijke macht. De NDP won de verkiezingen zonder tegenstand, maar de Moslim Broederschap verkreeg via onafhankelijke kandidaten bijna twintig procent van de zetels in het parlement. Dit was als koren op de molen voor de NDP, die de Broederschap internationaal - vooral richting de VS - wederom neerzette als gevaarlijke radicalen. De regering van Bush stond klaar om de verkiezingen als voorbeeld te gebruiken voor de positieve ontwikkeling van democratie in Egypte, en de familie Mubarak kon in alle rust verder bouwen aan de rijzende ster van Gamal: ''In February 2006 the president's son continued climbing the NDP's organizational ladder, becoming one of three assistant secretaries general beneath the increasingly ceremonial Secretary General Safwat Sharif. The following month Gamal, recently betrothed, was introduced to the Egyptian public in a two-hour interview on state television. During the program he characteristically skirted the succession question while conceding that he had learned much from observing his father at work over the past decades. With Gamal's heir apparency all but officially launched, the American government soon gave its tacit approval to the younger Mubarak's trajectory. In May 2006, Vice President Dick Cheney and National Security Advisor Stephen Hadley met Gamal Mubarak at the White House during an unofficial visit [...] In opposition circles the meeting intensified speculation over whether the Mubaraks were exploiting Washington's fear of the Muslim Brothers to strengthen their hold on power.''103 Economische hervormingen Het pad dat Gamal Mubarak en zijn neoliberale partners in gedachten hadden, was er een van privatisering via modernisering.104 De grote hoeveelheid bedrijven in bezit van de overheid, zouden via de vrije markt (weer) beschikbaar moeten komen voor private investeringen. Deze economische tactiek is niet onbekend voor landen in ontwikkeling. Modernisering middels internationalisering, dus het zich richten op de internationale markt, wordt op papier geprobeerd de economische situatie van het land te verbeteren. In de praktijk pakt dit vaak anders uit. Het land in kwestie levert veel in op het gebied van nationale identiteit, doordat het succesvolle buitenlandse (westerse) markten gaat imiteren. Deze succesvolle markten staan in veel gevallen open voor vreemd kapitaal, dat via investeringen zowel de investeerders als het ontwikkelingsland vooruit zou moeten helpen. Hoewel er enkele voorbeelden van succesvolle ontwikkelingen bestaan, zijn er drie redenen dat het vaker niet dan wel lukt. Allereerst is er het punt van een gevoel van inbreuk op de nationale identiteit en een terugkeer of hernieuwde poging van imperialistische machten. Het Westen, waaraan de meeste landen hun voorbeeld ontlenen, wordt nog steeds gezien als een bedreigende factor voor culturele, en dan met name religieuze, identiteit. De relatie tussen het Westen en de islam is hiervoor illustratief. De tweede reden is dat in veel gevallen alleen de (enigszins) succesvolle staatsbedrijven daadwerkelijk verkocht worden. In verliesgevende bedrijven hebben investeerders geen interesse, waardoor de overheid hiermee blijft zitten. De derde reden is dat gebleken is dat de meest voorname winsten gaan naar een kleine elitaire zakenwereld.105 Met het kapitaal dat velen rondom Gamal Mubarak opgebouwd hebben, is de gekozen koers eenvoudig te verklaren; de neoliberale elite zou enorme baten hebben bij
103 104 105

Brownlee, 'The Heir Apparency of Gamal Mubarak', 49. G. Essam El-Din, 'Change at hand', in: Al-Ahram Weekly 709 (2004), via: http://weekly.ahram.org.eg/2004/709/fr1.htm. Przeworski, Sustainable Democracy, 4.

27

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

internationalisering. De verrijking van een kleine elitaire groep is al langer aan de gang: sinds 1991 vlak na de Golfoorlog groeide de Egyptische economie op macroniveau met liefst vijf procent per jaar, voornamelijk door steun van het Internationaal Monetair Fonds; de prestaties op microniveau liepen daarentegen zeer sterk terug106/107: Unfortunately for the government, it is performance at the microeconomic level that shapes individuals perspectives. While economists are persuaded by data on balance of payments, levels of indebtedness, budget deficits, and other macroeconomic indicators, such data mean little to ordinary people concerned about the security of jobs, low wages, high prices, and inadequate profits.108 Juist deze prestaties op microniveau, de prestaties die het volk aangaan, waren dusdanig matig dat ze een belangrijke aanleiding voor het begin van de protesten zijn geweest, zoals ook in hoofdstuk n te lezen is. Privatisering De belangrijkste maatregelen die de groep Gamal in petto had voor de Egyptische economie waren gericht op privatisering van staatsbedrijven.109 Staatsbedrijven die in veel gevallen gexploiteerd worden door het leger of waar (oudere) officieren zitting hebben in de raad van bestuur. Door aan deze omstandigheden te tornen, maakte Gamal zich niet populair bij de legerofficieren. Gamal, die nooit in het Egyptische leger diende, zette zich met zijn economische plannen in een onmogelijke stelling tegenover zowel het volk als het leger. Zonder dat hij zijn vader ooit officieel opvolgde, was de steun aan zijn campagne onder twee belangrijke pijlers van de Egyptische samenleving, het leger en de burgermaatschappij, al zeer broos. Toen de opstanden in 2011 begonnen en bleek dat het volk zich massaal tegen de familie Mubarak keerde, was de opstelling van het leger - gezien de economische macht die het vertegenwoordigt en de plannen die Gamal had om daar iets aan te veranderen - snel en eenvoudig bepaald. Dit was een uitgelezen mogelijkheid om de status quo te bewaren en van een rotte appel af te komen.

106

H. Hendawi (MSNBC), Mubaraks Son Pledges Economic Reform (26.12.2010), via: http://www.msnbc.msn.com/id/40811426/ns/world_news-mideast_n_africa/t/mubaraks-son-pledges-economic-reform/#.T8TOlIQZ0M (geraadpleegd 29.05.2012). 107 Scobey, President Mubaraks visit to Washington (19.05.2009).
108 109

Cassandra, The Impending Crisis in Egypt, 11.

Het is overigens aardig om te vermelden dat uiteraard alleen de succesvolle staatsbedrijven interessant zijn voor zakenlieden en dat de overheid de minder functionerende organisaties niet aan de straatstenen kwijt raakte.

28

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Hoofdstuk

zes -

Hoe nu verder
Sinds 10 februari 2011, de dag waarop de Supreme Council of the Armed Forces bijeenkwam zonder president Mubarak, is de leiding van Egypte virtueel in handen van het leger.110 De demonstranten zijn teruggekeerd naar studie, werk en gezin, zonder dat de meeste van de belangrijkste eisen ingewilligd zijn. De SCAF is ruim een jaar na het vertrek van Mubarak aan een aantal eisen van de demonstranten wel, maar ook een fors aantal eisen niet tegemoet gekomen.111 Hoewel kritiek op het militaire regime (tot juni 2012) makkelijk is, staat zij wel voor zeer lastige beslissingen.112 De Moslim Broederschap riep om snelle verkiezingen, omdat het als enige partij goed georganiseerd was en zeker was van een grote aanhang. Andere partijen, zoals de liberalen, revolutionairen en seculieren, wilden aan de ene kant ook snelle verkiezingen, omdat zij bang zijn dat de SCAF de macht zal consolideren ten koste van democratisering, maar aan de andere kant geen snelle verkiezingen, omdat zij weinig kans zouden maken tegen de Broederschap.113 Zoals eerder besproken geniet een overwinning van de Broederschap ook niet de voorkeur van de internationale gemeenschap, met name de Verenigde Staten en Isral. De keuze die de SCAF uiteindelijk maakt, zal nooit door iedereen goed ontvangen worden. Uiteindelijk zullen de militaire leiders de status quo van beschermer van de staat, en daarmee ook alle voorrechten van dien, willen behouden.114 Onder veel mensen leeft de vrees dat de SCAF en de Moslim Broederschap een deal hebben gesloten, die allereerst de Broederschap via democratische verkiezingen aan de macht zal helpen, waarna de overheid de speciale status van het leger zal handhaven. Een dergelijke deal zou echter voor meerdere partijen goed kunnen uitpakken. De grootste partij van het land zal de absolute meerderheid in de verkiezingen behalen, het leger behoudt zijn speciale status en daarmee de economische en politieke voorrechten, terwijl een onveranderde status van het leger tevens de waarschijnlijkheid vergroot dat de vrede met Isral gehandhaafd blijft. De toekomst van Egypte is hoe dan ook ongewis, nu de komende presidentsverkiezingen lijken te gaan tussen een Moslim Broeder en een old boy uit de kring van Hosni Mubarak, die zelf overigens tot levenslang is veroordeeld. Wat mij tijdens het onderzoeken van de situatie in Egypte duidelijk is geworden, is dat de elitaire (institutionele) verhoudingen in minder ontwikkelde landen zodanig liggen dat niet het volk, maar een interne strijd tussen deze machtige elite van Egypte grotendeels het verloop van de revolutie heeft bepaald. De revolutie in Egypte van 2011 is een revolutie van het volk in die zin dat het mensen iets meer hoop op democratische ontwikkelingen heeft gegeven. Het slagen van de revolutie is echter niet toe te schrijven aan het volk.

110 111 112

International Crisis Group, Lost in Transition: the World according to Egypts SCAF, 1. Een overzicht van de maatregelen die de SCAF (al) heeft genomen, is te vinden in het verslag van Freedom House over Egypte.

D. Kennedy (Al-Jazeera), A revolution of reforms in Egypt? (20.05.2012), via: http://www.aljazeera.com/indepth/opinion/2012/04/2012429141610521570.html (geraadpleegd 22.05.2012). 113 N. Wright, Egypts Intense Election Eve, in: Middle East Research and Information Project (10.22.2011), via: http://www.merip.org/mero/mero111011 (geraadpleegd 15.05.2012). 114 M. Gharib & E. Talab (Egypt Independent), Military legal advisor demands special status for the army in the new constitution (26.05.2011), via: http://www.egyptindependent.com/news/military-legal-advisor-demands-special-status-army-new-constitution (geraadpleegd 15.05.2012).

29

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

De positieve aspecten van de revolutie zijn legio, er zijn zeker een aantal lessen die gehaald kunnen worden uit de geslaagde revoluties in Tunesi, Egypte en Libi. Mensen beseffen zich nu dat ze niet altijd meer bang hoeven te zijn. Als de juiste sentimenten onder een brede laag van de bevolking leven, dan is er voor elk volk een mogelijkheid om te ontsnappen aan repressieve dictaturen. Een democratische revolutie hoeft niet per se te verlopen volgens de wetten die hier door wetenschappers aan gesteld zijn. De revolutie breekt ook met het idee/probleem dat de Arabische wereld achterlijk zou zijn. Er is wel degelijk ruimte voor meningen die verschillen van die van de overheden.115 Ook de bewering dat de islam democratisering in de weg staat, kan worden ontkend door goede democratische ontwikkelingen in bijvoorbeeld Turkije en Indonesi. Daarnaast gingen ooit dezelfde geluiden op voor andere geloven, zoals het katholicisme.116 Duidelijk mag echter zijn dat in dit geval Egypte nog een lange weg te gaan heeft.

115

C. Toensing, A Year after Tahrir, in: Middle East Research and Information Project (30.01.2012), via: http://www.merip.org/newspaper_opeds/oped013012 (geraadpleegd 14.05.2012). 116 Blaydes e.a., One man, one vote, one time? A model of democratization in the Middle East, 114.

30

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Conclusie Misschien is het mogelijk dat Egypte op termijn de transitie naar democratie doormaakt. Als de militaire en politieke leiders, als wel als de bevolking, ermee akkoord gaan en zich er van bewust zijn dat democratie niet altijd, en niet per se, een snelle vooruitgang biedt op sociaal, economisch en of politiek gebied, dan zijn er zeker kansen voor Egypte, als ook voor de rest van de Arabische wereld. De stappen die gemaakt en de horden die genomen moeten worden, zijn enorm. De tijd die er overheen gaat is lang. Er moet sowieso vanuit gegaan worden dat de eerste stappen weinig populair en misschien ook weinig succesvol zullen zijn, maar tijd kan democratie wel doen groeien.117 Dan nog is het niet gezegd dat het democratische systeem zal werken of dat het brede steun van de bevolking zal dragen. Een hoop hangt af van de leiders en het door hen gekozen beleid.118 Wat gezien de bezwaren betreft, is de huidige situatie misschien nog niet zo ongunstig. De SCAF voorkomt met hun machtsovername dat er een vacum ontstaat, waar mogelijk gevaarlijke elementen (intern of extern) eventueel op in kunnen spelen. Het belang van Egypte bij een sterke macht die de orde bewaard en tegelijkertijd de hopelijk te verwachten transitie naar democratie mogelijk maakt, is groter dan het volk beseft. De democratische instituties de burgermaatschappij zelf dus , de overheid en politieke partijen van het land zijn (nog) niet genoeg gegroeid en genesteld in de samenleving, om een langdurig en succesvolle beleidsverandering te garanderen.119 Het belang van een zelfstandige, onafhankelijke en sterke civil society wordt benadrukt door alle werken op het gebied van transities naar democratie. Aan het belang van dergelijke factoren wordt door andere sociale of politieke wetenschappers, bijvoorbeeld in Perspectives, te snel voorbij gegaan. Er bestaan zeker zeer positieve signalen in de revolutie, maar game theory modellen, die democratische transities (proberen te) begeleiden, hebben als een van de belangrijkste onderdelen juist de ontwikkeling van de burgermaatschappij.120 Democratie en democratisch besef zijn aspecten die middels ontwikkeling van civil society moeten groeien.121/122 Egypte heeft hier niet dezelfde hoeveelheid tijd voor als de Verenigde Staten en West Europa hadden, wat het proces kan verzwakken. Een onmiddellijke omschakeling is evenwel onmogelijk. De (politieke) partijen die momenteel een rol spelen in het Egyptische machtsspel, liggen teveel met elkaar overhoop om een stabiele basis voor parlementaire democratie te vormen. Op termijn zal de SCAF de politieke macht willen opgeven. Het zal niet de verantwoordelijkheid willen dragen voor de achteruitgang die het land zal kennen tijdens en (kort) na de transitie.123 Egypte staat voor het blok. Een militair dictatorschap zal door de bevolking en de internationale gemeenschap niet geaccepteerd worden. Een politieke overheersing van de Moslim Broederschap is, zoals die er na de verkiezingen van 2011 voorstaat en in combinatie met (het imago van) islamisme, zowel nationaal als internationaal gezien ook misschien niet de beste optie. Zoals Przeworski schrijft in zijn studie naar transities naar democratie in Zuid-Amerika en postcommunistisch Oost-Europa,
117 118 119

Fukuyama, The Origins of Political Order, 7. Przeworski, Stustainable Democracy, 60.

J. Beinin, Popular Social Movements and the Future of Egyptian Politics, in: Middle East Research and Information Project (10.03.2005), via: http://www.merip.org/mero/mero031005 (geraadpleegd 02.05.2012). 120 Blaydes e.a., One man, one vote, one time? A model of democratization in the Middle East.
121 122

Kennedy, A revolution of reforms in Egypt? (20.05.2012).

A.J. Olvera, The Elusive Democracy: Political Parties, Democratic Institutions, and Civil Society in Mexico, in: Latin American Research Review 45 (2010), 78 107. 123 International Crisis Group, Lost in Transition: The World according to Egypts SCAF, i.

31

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

heeft het land het meeste baat bij een stabiel (meerpartijen)systeem waarin samenwerking voorop staat. Dat is echter, gezien de grote ideologische verschillen en de uiteenlopende belangen van de verschillende partijen, nog ver weg. De recente verkiezingen en de verkiezingen die er binnenkort nog komen, kunnen nog een overwinning voor de Moslim Broederschap opleveren. Grote delen van de bevolking, waaronder de christelijke Kopten, liberalen, salafiyya en revolutionairen zouden onder dergelijke leiding in onderdrukking terecht kunnen komen; daarnaast kan de vrede met Isral - en daarmee stabiliteit in de regio - onder druk komen te staan. Onder het mom van democratie liggen verkiezingen voor de hand, maar met virtueel slechts n partij, die weinig tolerant zou kunnen zijn richting andere partijen, zijn de democratische verkiezingen momenteel niet Egyptes beste optie. Om die reden is de huidige beheersing van de maatschappij door een stabiele en sterke SCAF, misschien nog niet zo slecht.

32

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Literatuurlijst
Artikelen in tijdschriften - Albrecht, H., & D. Bishara, Back on Horseback: The Military and Political Transformation in Egypt. In: Middle East Law and Governance 3 (2011), 13 23. - Barany, Z., Comparing the Arab Revolts: the Role of the Military. In: Journal of Democracy 22 (2011), 28 39. - Beydoun, A., 'The Revolutions in Tunisia and Egypt. The People without Populism'. In: Perspectives: Political analysis and commentary from the Middle East 2 (2011), 22 - 26. - Blaydes, L. & J. Lo, One man, one vote, one time? A model of democratization in the Middle East. In: Journal of Theoretical Politics 24 (14.11.2011), 110 146. - Brownlee, J., 'The Heir Apparency of Gamal Mubarak'. In: Arab Studies Journal 2 (2007 - 2008), 36 - 56. - Cassandra, The Impending Crisis in Egypt. In: Middle East Journal 49 (1995), 9 27. - El-Din, G.E., 'Change at hand'. In: Al-Ahram Weekly 709 (2004). Via: http://weekly.ahram.org.eg/2004/709/fr1.htm. - Goldstone, J.A., 'Understanding the Revolutions of 2011'. In: Foreign Affairs 3 (2011), 8 - 16. - Hodgson, G.M., 'What Are Institutions?'. In: Journal of Economic Issues 1 (2006), 1 - 25. - International Crisis Group, Lost in Transition: the World according to Egypts SCAF. In: Middle East/North Africa Report 121 (2012). - Kamrava, M., 'Military Professionalization and Civil-Military Relations in the Middle East'. In: Political Science Quarterly 1 (2000), 67 - 92. - Mainwaring, S., 'Transitions to Democracy and Democratic Consolidation'. In: The Helen Kellogg Institute for International Studies 130 (1989), 1 - 43. - Nabavi, N., The Arab Spring as seen through the Prism of the 1979 Iranian Revolution. In: International Journal Middle Eastern Studies 44 (2012), 153 155. - Nehme, A., 'Whither the Political and Social Movement in Arab Countries: Can we Expect a New Arab Renaissance?'. In: Perspectives: Political analysis and commentary from the Middle East 2 (2011), 96 - 105. - North, D.C., 'Institutions'. In: Journal of Economic Perspectives 1 (1991), 97 - 112.

33

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Olvera, A.J., The Elusive Democracy: Political Parties, Democratic Institutions, and Civil Society in Mexico. In: Latin American Research Review 45 (2010), 78 107. - Samad, Z.A., 'The Revolutions of the Arab Region: Socio-economic Questions at the Heart of Successful Ways Forward'. In: Perspectives: Political analysis and commentary from the Middle East 2 (2011), 112- 118. - Sobelman, D., 'Gamal Mubarak, President of Egypt?'. In: Middle East Quarterly 8 (2001), 31 - 40. - Traboulsi, F., 'Revolutions Bring Down Ideas As Well!'. In: Perspectives: Political analysis and commentary from the Middle East 2 (2011), 14 - 21. - Yaakoub, H., 'Revolutions for Democracy'. In: Perspectives: Political analysis and commentary from the Middle East 2 (2011), 35 - 43. - Zurayk, R., 'Feeding the Arab Uprisings'. In: Perspectives: Political analysis and commentary from the Middle East 2 (2011), 119 - 125. Bronnen British Broadcasting Corporation - 'Mubarak taken ill in parliament' (19.11.2003). Via: http://news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/3283435.stm. Carnegie Indowment for International Peace - Roll, S., Gamal Mubarak and the Discord in Egypt's Ruling Elite (01.09.2010). Via: http://carnegieendowment.org/2010/09/01/gamal-mubarak-and-discord-in-egypt-s-rulingelite/6bcv. - Shehata, S., The Gamal Mubarak Paradox (18.06.2006). Via: http://carnegieendowment.org/2008/08/18/gamal-mubarak-paradox/6da9. Egypt Independent - Gharib, M., & E. Talab, Military legal advisor demands special status for the army in the new constitution (26.05.2011). Via: http://www.egyptindependent.com/news/military-legal-advisor-demands-special-status-armynew-constitution. Elsevier - 'Biografie Hosni Mubarak' (01.03.2011). Via: http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Buitenland/290668/Hosni-Mubarak.htm.

34

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

Al-Jazeera - Hosni Mubarak resigns as president (11.02.2011). Via: http://www.aljazeera.com/news/middleeast/2011/02/201121125158705862.html. - Timeline: Egypts revolution (14.02.2011). Via: http://www.aljazeera.com/news/middleeast/2011/01/201112515334871490.html. - Tadros, S., Egypt military's economic empire (15.02.2012). Via: http://www.aljazeera.com/indepth/features/2012/02/2012215195912519142.html. - Kennedy, D., A revolution of reforms in Egypt? (20.05.2012). Via: http://www.aljazeera.com/indepth/opinion/2012/04/2012429141610521570.html. Middle East Research and Information Project - El Amrani, I., Controlled Reform in Egypt (15.12.2005). Via: http://www.merip.org/mero/mero121505. - Beinin, J., Popular Social Movements and the Future of Egyptian Politics (10.03.2005). Via: http://www.merip.org/mero/mero031005. - Beinin, J., Strikes in Egypt Spread from Center of Gravity (09.05.2007). Via: http://www.merip.org/mero/mero050907. - Beinin, J., The Militancy of Mahalla al-Kubra (29.09.2007). Via: http://www.merip.org/mero/mero092907. - El-Ghobashy, M., Egypts Summer of Discontent (18.09.2003). Via: http://www.merip.org/mero/mero091803. - Sallam, H., Into Egypts Uncharted Territory (01.02.2011). Via: http://www.merip.org/mero/mero020111. - Toensing, C., A Year after Tahrir (30.01.2012). Via: http://www.merip.org/newspaper_opeds/oped013012. - Wright, N., Egypts Intense Election Eve (10.22.2011). Via: http://www.merip.org/mero/mero111011. Menassat - Menassat, Egypt: Ibrahim Issa pardoned by Mubarak (06.10.2008) Via: http://www.menassat.com/?q=en/alerts/4774-egypt-ibrahim-issa-pardoned-mubarak. MSNBC - Hendawi, H., Mubaraks Son Pledges Economic Reform (26.12.2010). Via: http://www.msnbc.msn.com/id/40811426/ns/world_news-mideast_n_africa/t/mubaraks-sonpledges-economic-reform/#.T8TO-lIQZ0M.

35

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

De Volkskrant - VS willen ordelijke machtswisseling in Egypte (31.01.2011). Via: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/4909/VK-Dossier-De-demonstraties-inEgypte/article/detail/1829828/2011/01/31/VS-willen-ordelijke-machtswisseling-Egypte.dhtml. WikiLeaks - Fisher, M., Conclusion to Egypt monograph - Contemporary Challenges: Life After Mubarak (13.12.2011). - Jones, S., Mubarak health rumors lead to criminal charges for independent editor (18.08.2007). - Scobey, M., President Mubaraks visit to Washington (19.05.2009). - Sharp, J.M., Egypt: Background and U.S. Relations, in: CRS Report for Congress (12.08.2008). - Stewart, W.R., Mubarak discusses back surgery, Gamal as perfectionist (14.01.2008). Data - Arms Control and Disarmament Agency, World Military Expenditures and Arms Tables (1976 1991). Via: http://www.state.gov/t/avc/rls/rpt/wmeat/index.htm. - Human Development Report, Human Development Index (2011). Via: http://hdr.undp.org/en/reports/global/hdr2011/. - Worldbank, Worldwide Governance Indicators (2011). Via: http://info.worldbank.org/governance/wgi/index.asp. Publicaties - Ayubi, N., Bureaucracy and Politics in Contemporary Egypt (Londen 1980). - Bush, G.W., State of the Union Adress (02.02.2005). Via: http://www.whitehouse.gov/news/releases/2005/02/20050202-11/html. - Freedom House, Egypt. Via: http://www.freedomhouse.org/report/freedom-world/2012/egypt-0. - Fukuyama, F., The Origins of Political Order (Londen 2011). - Gotowicki, S.H., The Role of the Egyptian Military in Domestic Society (Leavenworth 1997). - North, D.C., J.J. Wallis, B.R. Weingast, Violence and Social Orders. A Conceptual Framework for Interpreting Recorded Human History (Cambridge 2009). - Przeworski, A., Sustainable Democracy (Cambridge 1995). - Rauch, J.E. & S. Kostyshak, The Three Arab Worlds: All Above Average? (San Diego 2008).

36

V.W. Vrijhoef

3267784

Tweede versie - 11.07.2012

- Sullivan, D. & K. Jones, Global Security Watch - Egypt: A Reference Handbook (Westport 2008). - Zaki, M., Egyptian Business Elite: their visions & investment behavior (Caro 1998).

37

You might also like