You are on page 1of 4

Alle vragen M1 H1 informatica.

Meerkeuzevragen
1. d
2. c
3. c
4. b
5. a
6. a
7. c
8. a
9. b
10. a
11. d

Open vragen
1.Welk verband bestaat er tussen gegevens en informatie?
Gegevens zijn nog niet verwerkte informatie bestanden.
2.Je hoort wel eens de bewering: 'Op het internet is ontzettend veel informatie te vinden.' Ben je het
hiermee eens? Motiveer je antwoord

Het is gedeeltelijk waar, maar lang niet alles wat je op internet vind is gelijk informatie. Veel
van de dingen zijn gegevens maar er is alsnog heel veel informatie.
3.Wat betekent de afkorting ICT en wat wordt er onder ICT verstaan?
Information and communication technologies.
Daaronder verstaan we: hardware, software, en netwerken
• internet
• intranet
mobiele communicatie

4. Wat is het verschil tussen primaire en secundaire processen in een bedrijf?


Noem drie primaire processen.
Noem drie secundaire processen.

Primaire processen zijn de processen waar het bedrijf is voor opgericht en de secundaire
processen zijn de processen die gewoon moeten gebeuren.
1.drop maken
2. auto's wassen
3. huizen ontwerpen
secundair:
1. belasting bijhoude
2. administratie
3. website verversen.
5.Beschrijf steeds in één zin het primaire proces van de volgende bedrijven.
a. Een zuivelfabriek.
b. Een bioscoop.
c. Een houtzagerij.
d. Een Volkswagen-dealer.

a. Het maken van zuivelproducten.


b. Het verkopen van bioscoopkaartjes.
c. Het zagen van hout.
d. Het verkopen van volkswagens
6.In de theorie wordt gesproken over de salarisadministratie als secundair proces. Kun je een situatie
bedenken waarin deze activiteit een primair proces is?

Als salarisadiminstratie is waar ze zich in gespecialiseerd hebben en het voor anderen doen als
primair proces.

7. Waarom is het voor een bedrijf belangrijk dat er een goed inkoopbeleid wordt gevoerd?
Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat een bedrijf schade lijdt als er slecht ingekocht wordt.

Omdat wanneer je niet de goede spullen hebt de klant naar de concurrent.


Als een bedrijf niet een goede schoenmaat (voorbeeld) van een populaire shoen heeft dan zal de
klant naar de concurrent gaan.
8.Noem vier stappen die je kunt onderscheiden in een productieproces.
Geef voorbeelden van deze stappen voor:
• een vestiging van H&M
• een autofabriek

1.ontwerp
2.resources
3.plannen
4.produceren
H&M:
ontwerpen van kleding
katoen uit china en machines in indonesie
bedrijfsvestiging
kleding
Autofabriek:
Auto
metalen, rubber
auto ontwerp, veiligheid, comfort, enz enz
auto's
9.Heeft elke organisatie een verkoopafdeling nodig? Motiveer je antwoord en geef voorbeelden die
het antwoord illustreren.

Ja, zelfs salarisadministratie bedrijven hebben het nodig want dan houden ze zich bezig met de
klant en verkopen ze salarisadministatie aan de klant.
10. Een bedrijf kan nog zoveel gegevens hebben verzameld, men heeft er pas wat aan als deze
gegevens worden verwerkt tot informatie.
Toon voor een bedrijf als Vodafone aan dat deze bewering juist is.

Als vodafone in hun database kijkt en ze zien “5 euro besteedt” dan moeten ze dat eers linken
aan de persoon en dan kijken in hoeveel tijd het besteed is.
11.Geef aan wat het verschil is tussen informatieverzorging en informatievoorziening.
Voorziening is dat je informatie krijgt en informatieverzorging is dat je die informatie
onderhoud.

Korte opdrachten.
1.Internet:

Internet is voor mij zo belangrijk omdat het voor mij informatie geeft en amusement, want als ik
iets wil weten zoek ik dat op in wikipedia en als ik even wil uitrusten dan ga ik eventjes op
youtube leuke filmpjes, trends, muziek, weet ik het wat zoeken. En als ik dan die muziek leuk
vindt dan download ik het via internet en als ik me verveel dan ga ik spellen spelen en doe ik
heel vaak online via mijn PSP of Pc omdat het veel uitdaging bied. Je zal veel dingen ook
zonder internet kunnen achterhalen maar dat zou een stuk minder snel gaan dus daarom doe ik
het via internet.
2.Misschien heb je, net als veel medeleerlingen, een bijbaan voor de avonden en/of weekends.
Beantwoord met die baan in gedachten de volgende vragen. (Als je geen bijbaan hebt, kies dan een
werkzaamheid bij een grootwinkelbedrijf.)
a. Noteer van het bedrijf de primaire en de secundaire processen.
b. Ben je zelf werkzaam in het primaire of secundaire proces?

Albert Heijn:
Primair: verkopen van producten,
Secundair:
1. vakken vullen
2. reclame
3. administratie
4.Op je school bestaan regels en procedures voor het werken met het informatiesysteem. Niet
iedereen mag zomaar alles met alle computers doen. Zoek uit welke regels er zijn en zet deze
overzichtelijk onder elkaar. Maak dit overzicht zo dat je het aan een nieuwe leerling kunt geven,
zodat die weet wat de regels zijn.

1. Niet eten bij de computers.


2. Alleen voor schoolwerk op de pc.
3. Alleen op je eigen account
4. de B1 is voor de bovenbouw
5. Als je in de mediatheek op de pc wil dan moet je je schoolpas als borg inleveren.

You might also like