You are on page 1of 11

Voorbeeldonderneming

Het voordeel hiervan is risicospreiding, je kunt vermogens spreiden. Als het bijvoorbeeld failliet gaat
en de winsten zijn al uitgekeerd gebeurt er niks met deze bedragen. Een andere redenen is dat
bedrijven hun winst liever in het bedrijf houden, stel ze nemen het direct op dan moeten ze meteen
belasting betalen. Als ze de winst in het bouwbedrijf houden hoeven ze nog geen belasting te
betalen.

BOX 1, inkomen uit werken en woning max 52%
BOX 2, inkomen uit aanmerkelijk belang, meer als 5% aandelen. Er wordt 25% belasting betaald.
BOX 3, inkomen uit sparen en beleggen

Bepalen van de winst in de Inkomstenbelasting (IB)
Eindvermogen volgens balans
- Beginvermogen volgens balans
- Stortingen
+ Onttrekkingen (huishoudgeld enz.)
+ Beperkt en niet-aftrekbare kosten
- Vrijstellingen (landbouw enz.) (art. 3.11 IB)
- Ondernemingsfaciliteiten (investeringsaftrek art. 3.41 IB)
- MKB-winstvrijstelling (art. 3.79a IB)
= Belastbare winst uit onderneming voor Box 1
In de vennootschapsbelasting (Vpb) ongeveer dezelfde berekening !

Schakelbepaling wet IB
- Schakelbepaling van artikel 8 lid 1 Wet Vpb
-Naast vermogensvergelijking (vorige dia) ook mogelijk om belastbaar bedrag te berekenen met als
uitgangspunt de commerciele winst !
In dit artikel staat dat de artikelen die genoemd zijn gelden voor een BV.















Bepalen van belastbaar bedrag in de VPB (vermogensvergelijking) (subjectief)
Eindvermogen volgens balans (EV)
- Beginvermogen volgens balans (EV) -/-
+ Onttrekkingen +/+
+ Kapitaalterugbetalingen +/+
- Kapitaalstortingen -/-
VERMOGENSMUTATIE
- Objectieve vrijstellingen (landbouw enz.) ..
+ Niet of beperkt aftrekbare kosten ..
+ Giften ..
- Investeringsaftrek ..
+/- Fiscale reserves ..
- Correctie deelnemingsvrijstelling .. -/-
FISCALE WINST .
- Aftrekbaar deel van de giften . -/-
BELASTBARE WINST .
- Te verrekenen verliezen . -/-
BELASTBAAR BEDRAG .

Wie van de personen / vennootschappen moeten aangifte doen? Voor welke belastingsoort?
Het bouwbedrijf, Vennootschapsbelasting, BTW
Jan en Paul, inkomstenbelasting
Holdings BV (Jan&Paul), Vennootschapsbelasting

Vennootschapbelasting
1. Subjectief belastingplicht, wie moet belasting betalen
2. Objectieve belastingplicht, wat wordt belast

Subjectief belastingplicht
- Binnenlands belastingplicht (art. 2 VPB, bij case vooral sub a of b)
- Buitenlands belastingplicht (art. 3 VPB, sub a of b bij case, c en d bij MC)

Tarief (art. 22 VPB)
Stel: Bouwbedrijf Konings B.V. heeft een belastbaar bedrag van 100.000.
Hoeveel Vpb is Bouwbedrijf Konings B.V. verschuldigd?
20%, 100.000 x 0,2 = 20.000 (ARTIKEL BIJNOEMEN OP TENTAMEN)

Stel: Bouwbedrijf Konings B.V. heeft een belastbaar bedrag van 230.000.
Hoeveel Vpb is Bouwbedrijf Konings B.V. verschuldigd?
200.000 x 0,2 = 40.000
30.000 x 0,25 = 7.500











Bepalen van belastbaar bedrag in VPB (objectief)
Eindvermogen volgens balans
- Beginvermogen volgens balans -/-
+ Onttrekkingen +/+
+ Kapitaalterugbetalingen +/+
- Kapitaalstortingen -/-
VERMOGENSMUTATIE
- Objectieve vrijstellingen (landbouw enz.) ..
+ Niet of beperkt aftrekbare kosten ..
+ Giften ..
- Investeringsaftrek ..
+/- Fiscale reserves ..
- Correctie deelnemingsvrijstelling .. -/-
FISCALE WINST .
- Aftrekbaar deel van de giften . -/-
BELASTBARE WINST .
- Te verrekenen verliezen . -/-
BELASTBAAR BEDRAG .

Onttrekkingen (eenmanszaak)
Je ontrekt iets zakelijks naar priv. Bijvoorbeeld als ondernemer 100 euro uit kassa halen omdat je
geld nodig hebt, dat is een onttrekking.

Kapitaalstortingen (eenmanszaak)
Iets wat je vanuit priv in het bedrijf stopt. Bijvoorbeeld een computer van 1000 euro ga je zakelijk
gebruiken.

Onttrekkingen (rechtspersoon)
- Winstuitdelingen(waarbij geen arbeid is verricht = winstbonus)/(verkapte)dividenduitkeringen

Kapitaalstortingen (rechtspersoon)
3 vormen:
- Nominaal gestort kapitaal
- Agio
- Informeel kapitaal

Informeel kapitaal / verkapt dividend
Bij een willekeurige derde had de vennootschap/aandeelhouder nooit op deze manier gehandeld
Verkapt dividend: Aandeelhouder(AH) bevoordeeld door BV, i.p.v. dividend op andere manier geld
gegeven. (onttrekking)
Informeel kapitaal: BV wordt bevoordeeld door AH (kapitaalstorting)

Voorbeeld 1
Bouwbedrijf Konings B.V. verstrekt aan Paul Konings Holding B.V. een geldlening van 200.000 met
een rentepercentage van 3%, terwijl een zakelijke rente op dat moment 4% zou zijn.
Informele kapitaalstorting of verkapt dividend?
Verkapt dividend, want de aandeelhouder heeft hier een voordeel namelijk 0,01 x 200.000 = 2.000
Voorbeeld 2
Paul Konings Holding B.V. verstrekt aan Bouwbedrijf Konings B.V. een geldlening van 200.000 met
een rentepercentage van 4%, terwijl een zakelijke rente op dat moment 3% zou zijn.
Informele kapitaalstorting of verkapt dividend?
Verkapt dividend, de aandeelhouder heeft hier een voordeel. Normaal krijgt hij 3% en nu krijgt die
4%, een voordeel van 1% van 200.000 is 2.000.
Voorbeeld 3
Paul Konings Holding B.V. verkoopt haar pand aan Bouwbedrijf Konings B.V. voor een bedrag van
100.000, terwijl de werkelijke waarde van het pand 150.000 bedraagt.
Informele kapitaalstorting of verkapt dividend?
Informele kapitaalstorting, het bouwbedrijf BV heeft hier een voordeel van 50.000.

Aftrekbare bedragen
- Winstuitdelingen (tantime) Artikel 9 lid 1 onderdeel a Wet Vpb, hier is arbeid voor verricht
- Oprichtingskosten vennootschap Artikel 9 lid 1 onderdeel d Wet Vpb
- Kosten van wijziging van kapitaal (emmissie- en notariskosten) Artikel 9 lid 1 onderdeel d Wet Vpb

Met deze bedragen moet je niks mee doen, ze zijn er terecht vanaf gegaan.

Niet-aftrekbare bedragen
Niet-aftrekbaar, o.a.:
- Rentevergoedingen op bepaalde leningen (principe kennen!)
- Fictief loon, tenzij redelijk tarief
- Bronheffingen, zoals dividend en kansspelbelasting

Beperkt aftrekbaar, o.a.:
- Giften (drempel 227 en maximaal 10% van de winst) 2012 anders!! Artikel 16 Wet Vpb
* Algemene nu beogende instellingen (rode kruis)
- Commissarissenbeloning Artikel 11 lid 1 Wet Vpb

Fiscale winst = 120.000 Gift = 10.000
Je mag ten hoogste 50% van de winst aftrekken, dat is 60.000 hier maar je hebt maar 10.000.

Fiscale winst = 500.000 Gift = 110.000
Je mag hier tot het maximum 100.000 aftrekken.

Verliesverrekening (art. 20 lid 2 VPB)
Negatieve winst = verlies
- Carry Back: Verrekening met belastbare winst van voorafgaand jaar (was 3 jaar)
- Carry Forward: Verrekening met belastbare winst van 9 opvolgende jaren (was onbeperkt)

Oudste verlies wordt eerst verrekend !
Crisismaatregel 2009, 2010 en 2011 zegt het volgende: een belastingplichtige mocht kiezen of het
verlies met de winst van 3 jaar terug wordt verrekend of met 6 jaar vooruit. (Geldt alleen als je nog
aangifte moet doen over deze jaren)

Commissarisbeloning (Art. 11 VPB)
* Een commissaris bij een NV is een toezichthouder of een adviesorgaan.
Als de beloning meer dan 1815 bedraagt wordt de helft in aftrek gebracht. De aftrek is minimaal
1815 en maximaal 9076.

Bij een bedrag van 5000 euro, is volgens art. 11 VPB 2.500 niet aftrekbaar en de andere helft 2.500
euro wel in aftrek.
Bij een bedrag van 25.000 euro, is volgens art. 11 VPB 15.924 niet aftrekbaar en 9.076 wel
aftrekbaar.

*Wat niet aftrekbaar is doe je + op de balans.


Voorbeeld 1
De fiscale resultaten van Bouwbedrijf Konings B.V. luiden als volgt: Hoe werkt de verliescompensatie uit?
2006 Winst van 200.000, belasting over betalen
2007 Winst van 100.000, aangifte van 100.000, na verlies 100.000 = 0 Belasting
2008 Verlies van 150.000, (art. 20 lid 2 VPB), - 50.000 over
2009 Winst van 110.000 110.000 50.000 = 60.000 (verlies verrekend) 60.000 = 0 (B)
2010 Verlies van 60.000 Verlies verrekend hierboven.

Voorbeeld 2
De fiscale resultaten van Paul Konings Holding B.V. luiden als volgt: Hoe werkt de verliescompensatie uit?
2006 Verlies van 200.000 (art. 20 lid 1 VPB)
2007 Winst van 100.000 100.000 100.000 = 0, 100.000 verlies over
2008 Winst van 150.000 150.000 100.000 = 50.000 aangifte belasting over betalen
2009 Winst van 110.000 110.000 belasting over betalen 60.000 = 50.000 aangifte
2010 Verlies van 60.000 Geen verlies

Voorbeeld HUISWERK
Met betrekking tot het resultaat van Bouwbedrijf Konings B.V.
zijn de volgende gegevens over 2012 bekend:
- Begin- en eindvermogen: zie balans
- Commercile winst: 77.000
- tantime directie: 5.000 (Aftrekbare kosten)
- Dividenduitkering: 12.000 (onttrekking)
- Giften 1.000
- Nominaal kapitaal is uitgebreid met: 10.000 (kapitaalstorting)
- Emissiekosten bij kapitaalsuitbreiding 2.000 (Aftrekbare kosten)
- Te verrekenen verlies uit 2008 6.000
Hoe hoog is het belastbare bedrag ? Voer dit uit volgens de Vermogensverlijking!

Eindvermogen volgens balans 468.000
- Beginvermogen volgens balans 400.000 -/-
+ Onttrekkingen 12.000 +/+
+ Kapitaalterugbetalingen +/+
- Kapitaalstortingen 10.000 -/-
VERMOGENSMUTATIE 70.000
- Objectieve vrijstellingen (landbouw enz.) ..
+ Niet of beperkt aftrekbare kosten ..
+ Giften 1.000+
- Investeringsaftrek .
+/- Fiscale reserves ..
- Correctie deelnemingsvrijstelling (volgende week) .. -/-
FISCALE WINST 71.000
- Aftrekbaar deel van de giften 1.000 -/- (Art. 16 VPB)
BELASTBARE WINST 70.000
- Te verrekenen verliezen 6.000 -/-
BELASTBAAR BEDRAG 64.000

Tantimes zijn aftrekbaar, Art. 9 lid 1 sub a VPB
Emissiekosten zijn aftrekbaar, Art. 9 lid 1 sub d VPB
Kosten die aftrekbaar zijn , zijn al van de balans afgehaald en dit is terecht geweest.
* De belastbare winst ga je verdelen in schijven (ART. 22 VPB)

Week 2
Deelnemingsvrijstelling (Art. 13 VPB)
Dezelfde winst niet 2 x belast / hetzelfde verlies niet 2 x aftrekbaar
= Deelnemingsvrijstelling (als er sprake is van een deelneming!)
artikel 13 lid 1 Wet Vpb

Winst belast bij vennootschap die winst maakt! Verlies aftrekbaar bij vennootschap die verlies lijdt!

Artikel 13 lid 2 Wet Vpb: geldt voor deelnemingen(moet gaan tussen twee bedrijven)
- Binnenlandse deelneming
* minimaal 5% van nominaal gestort aandelenkapitaal (5% of meer = aanmerkelijk belang)

- Extra voorwaarden buitenlandse deelneming: (WETEN, NIET TOEPASSEN)
* Aandelen worden niet ter belegging gehouden
* Vennootschap moet winstbelasting betalen in buitenland dus geen belastingparadijs !

Liquidatieverlies
Zelfde winst / verlies niet 2 x belast / aftrekbaar
Deelnemingsvrijstelling (artikel 13 lid 1 Wet Vpb)

Uitzondering:
Liquidatieverlies indien B.V. wordt opgeheven
Toch aftrekbaar Artikel 13d lid 1 Wet Vpb

Verschuldigde VPB (met art. 13 lid 1 Wet VPB)
Stel, Bouwbedrijf Konings B.V. maakt in 2009 een winst van 100.000.
Hoe wordt Vpb berekend?

Winst Bouwbedrijf Konings 100.000
Vpb (20%) 20.000
Naar Konings Beheer B.V. 80.000

Naar Paul Konings Holding B.V. 40.000
Vpb (correctie deeln.vrijstelling) 0
Resteert 40.000

Naar Paul Konings Holding B.V. 40.000
Vpb (correctie deeln.vrijstelling) 0
Resteert 40.000

Totale Vpb 20.000

Tenslotte nog 25% IB bij uitkering aan Paul en Jan!
Volgens de deelneming zijn Paul & Jan het moederbedrijf, het moederbedrijf bezit de aandelen. Het
bouwbedrijf is de deelneming.






Verschuldigde VPB met extra BV
Bouwbedrijf Konings heeft een verlies van 200.000 en Konings Beheer B.V. heeft een winst van
200.000. Hoe wordt Vpb berekend?

Winst Konings Beheer B.V. 200.000
Vpb (20%) 40.000

Verlies Bouwbedrijf Konings B.V. 200.000
Verlies verrekenbaar met andere jaren

Je gaat hier een fiscale eenheid creren.

Fiscale eenheid VPB
Artikel 15 lid 1 Wet Vpb:
Vanaf ingangsdatum wordt de belasting van de moedermaatschappij geheven alsof de
werkzaamheden en het vermogen van de dochtermaatschappij onderdeel uitmaken van de
werkzaamheden en vermogen van de moedermaatschappij

Alsof moeder- en dochtermaatschappij n belastingplichtige zijn geconsolideerde jaarrekening
De moedermaatschappij moet minstens 95% van de aandelen van een dochtermaatschappij in bezit
hebben voor een fiscale eenheid te vormen.

Voorwaarden:
- moeder bezit minimaal 95% aandelen in dochter
- zowel juridische als economische eigendom
- ook middellijk bezit telt mee (art. 15 lid 2 VPB)
- op verzoek beide belastingplichtigen (max. 3 maanden terug) (art. 15 lid 5 VPB)
- boekjaren moeder / dochter zijn gelijk
- winstbepalingen moeder / dochter zijn gelijk (art. 15 lid 3 VPB)
- moeder en dochter in Nederland gevestigd

Art. 15 lid 2 VPB.
Onmiddellijk en middelijk bezit. Een BV bestaat uit BVa en BVb, er is hier
sprake van een onmiddellijk bezit, stel onder BVb valt nog een BVc is er
sprake van een middellijk bezit van de hoofdelijk BV. Omdat er een
tussenpersoon tussenzit.

Voor- en nadelen
Voordelen
- slechts n aangifte Vpb , bespaart kosten
- onderling wegstrepen winsten/verliezen
- interne levering onzichtbaar en
dus onbelast
- herstructureren kan belastingvrij
Nadelen
- elke vennootschap aansprakelijk voor volledige
belastingschuld
- 1 x tariefopstapje (20%)
- lagere investeringsaftrek


Binnen de fiscale eenheid kan de winst/verlies verrekend worden. Bij het voorbeeld bovenaan, met
een fiscale eenheid is de winst 0.

Art. 15 lid 6 VPB, de fiscale eenheid eindigt.
- Als niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden
- Op verzoek van beide belastingplichtigen
- 1 dochter uittreden is mogelijk
Voorbeeld
Uitgangspunten:
- Resultaat M 25.000 (winst)
- Resultaat D 75.000 (winst)
- Resultaat KD 100.000 (verlies)

Wat zijn de gevolgen voor de heffing van Vpb?

Indien fiscale eenheid: winsten worden verrekend met verliezen: Belastbaar bedrag is 0
(75.000 + 25.000 100.000)

Soorten belastingrecht
Nationaal belastingrecht: Nationale regelgeving
Ieder land kent eigen regels. Zoals inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
Internationaal belastingrecht : Afspraken tussen verschillende landen
Europees belastingrecht: Afspraken tussen Europese landen

Internationaal belastingrecht: Bilaterale belastingverdragen
Tussen twee landen Zoals: Belastingvedrag Nederland-Belgie

Eenzijdige regelingen ter voorkoming van dubbele belasting Ieder land heeft eigen regels.

Europees belastingrecht
- Europese regelgeving. Zoals: Europese richtlijn voor de omzetbelasting

Verdrag van de Europese Gemeenschappen
6 verdragsvrijheden:
- Vrij verkeer van burgers van de Unie (art. 18 EG-verdrag)
- Vrij verkeer van goederen (art. 23 t/m a31 EG-verdrag)
- Vrij verkeer van personen (art. 39 t/m 48 EG-verdrag)
- Vrij verkeer van diensten (art. 49 t/m 55 EG-verdrag)
- Vrij verkeer van kapitaal (art. 56 t/m 59 EG-verdrag)
- Vrij verkeer van betalingen (art. 56 t/m 59 EG-verdrag)

Week 3
Omzetbelasting algemeen
- Algemene verbruiksbelasting
* Verbruik wordt belast
* Belasting drukt niet op specifiek goed
- Belasting over de Toegevoegde Waarde (sinds 1969)
- Indirecte belasting
* Belasting wordt afgedragen door ondernemer i.p.v. verbruiker (tussenpersoon draagt het af)
- Gebaseerd op Richtlijn van de EU
- Aangiftebelasting , artikel 14 Wet OB, zelf aangifte doen van belasting

Tarief
- Algemene tarief: 21% Artikel 9 lid 1 Wet OB
- Verlaagd tarief: 6% (tabel I) Artikel 9 lid 2 onderdeel a Wet OB
- Nultarief: 0% (tabel II) Artikel 9 lid 2 onderdeel b Wet OB


Verlaagd tarief - 6% - tabel I (te vinden na artikel 55 OB)
- Voedingsmiddelen - Uitgaven ivm menselijk leed
- Toegang tot sportfaciliteiten - Landbouw

Nultarief 0% - tabel II
- Nog niet ingevoerde goederen - Uitvoer van goederen
- Levering van goederen naar andere lidstaten als daar voor die goederen ICV geldt
- Diensten mbt in- en uitvoer van goederen - Vervoer van ingevoerde goederen
- Personenvervoer

Omzetbelasting
Normaal gesproken:
- Een ondernemer houdt omzetbelasting in en draagt dit af aan de overheid.
- De ondernemer mag de voorbelasting (de betaalde omzetbelasting)
in aftrek brengen

Uitzondering:
Vrijgestelde ondernemers hoeven geen omzetbelasting in te houden en af te
dragen, maar mogen de betaalde omzetbelasting ook niet in aftrek brengen!
(geen aftrek van voorbelasting)

Geen omzetbelasting op factuur. Geen recht op aftrek van omzetbelasting die door en vrijgestelde
ondernemer wordt betaald!

Wie?
Gaat om ondernemers waarbij de overheid niet wil dat de kostprijs wordt verhoogd door BTW
(medische diensten, onderwijs, sportactiviteiten, musea, enz).
Let op verschil vrijgestelde ondernemer en heffing van 0%!

Vrijstellingen
- Levering van onroerende zaken (art. 11, 1, a wet OB)
- Verhuur van onroerende zaken (art. 11, 1, b wet OB)
- Medische diensten (BIG) (art. 11, 1, g wet OB)
- Kredietverlening (art. 11, 1, j wet OB)
- Verzekeringen (art. 11, 1, k wet OB)
- Post (art. 11, 1, m wet OB)
- Niet-commercieel onderwijs (art. 11, 1, o wet OB)
- Levering roerende zaak gebruikt voor vrijgestelde prestaties (art. 11, 1, r wet OB)

Voorbeeld: Algemeen
Stel, er geldt een tarief voor de omzetbelasting van 6%
Een boer verkoopt zijn product aan een groothandel voor 100 + BTW
De groothandel verkoopt het product aan een winkelier voor 200 + BTW
De winkelier verkoopt het product aan de consument voor 300 + BTW
Hoe verloopt de heffing van omzetbelasting?

De boer draagt 6% van 100 af aan de Belastingdienst. 6
De groothandel draagt niet 6% van 200 af aan de Belastingdienst,
maar verrekent zijn betaalde BTW, dus 6% van 200 6% van 100 6
De winkelier draagt niet 6% van 300 af aan de Belastingdienst,
maar verrekent zijn betaalde BTW, dus 6% van 300 6% van 200 6
De Belastingdienst ontvangt per saldo (6% over 300) 18
A Inkoop 200 (242 inc) Verkoop 350 ex btw
(423,5 inc)
B Inkoop 350 (423,50 inc) Verkoop 500 ex btw (605
inc)
Consument Inkoop 500 Verkoop 605 inc btw 21%

A= 73,50 42 = 31,50 moet de ondernemer nog betalen
B = 105 73,50 = 31,50 moet de ondernemer nog betalen

Ondernemerschap
Artikel 7 Wet OB: Een ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent.

Een ieder: Rechtsvorm irrelevant
Zelfstandig: Niet in dienstbetrekking
Bedrijf/beroep: Economische activiteit / winststreven niet noodzakelijk
organisatie van arbeid en kapitaal die optreedt in het
economisch verkeer om daarmee duurzaam inkomen te verwerven

Belastbare feiten
Artikel 1 Wet OB
- Leveringen van goederen (sub a) door ondernemers in Nederland
- Verrichten van diensten (sub a) door ondernemers in Nederland
- Intracommunautaire verwervingen van goederen (sub b) door ondernemers in Nederland
- Intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen (sub c) door particulier in
Nederland
- Invoer van goederen (sub d) uit niet-EU-landen

Levering van goederen
Artikel 3 Wet OB: Levering van goederen
- Overdracht (in juridische zin) lid 1 sub a wet OB
- Afgifte van huurkoopgoederen lid 1 sub b wet OB
- Oplevering van vervaardigde onroerende zaken lid 1 sub c wet OB
*door degene die het goed gemaakt heeft gaat om zaken die nog niet bestonden
-Vordering door de overheid tegen vergoeding lid 1 sub d wet OB
-Aanbrengen van een goed aan een ander goed lid 1 sub f wet OB montage/installatie

Goederen:
- Alle lichamelijke, stoffelijke objecten
- Ook: electriciteit, gas, warmte, e.d. (zie artikel 3 lid 7 Wet OB)

Levering van diensten
Artikel 4 Wet OB: Levering van diensten
Begrip:
alle prestaties met uitzondering van levering van goederen,
die tegen vergoeding worden verricht

Vergoeding:
niet gratis en geen symbolische vergoeding



Kleine ondernemersregeling
De Kleine-Ondernemingsregeling (KOR)
Artikel 25 lid 1 Wet OB
- Voor kleine ondernemers (door hoge kosten voor administratie)
- Geldt voor natuurlijke personen (waaronder maatschap, v.o.f. , CV en andere
samenwerkingsverbanden)
- De KOR geldt per ondernemER (niet ondernemING)
- Verminderen 2,5 x (1.883 -/- per saldo te betalen OB)
- Vermindering maximaal het bedrag van OB
Bij minder dan 1.345 helemaal geen belasting meer afdragen (OB)!

1500 2,5 X (1883-1500) =957,50. 1500 957,50 = 542,50 afdragen. (1500 is voorbeeld bedrag)
Voorbeeld
De buurvrouw van Jan Konings heeft een eenmanszaak en verkoopt schoenen.
De volgende gegevens zijn bekend met betrekking tot de eenmanszaak
van de buurvrouw van Jan Konings:
Jaar 1: OB over omzet is 2.000 / Voorbelasting is 400
Jaar 2: OB over omzet is 1.800 / Voorbelasting is 300
Jaar 3: OB over omzet is 1.000 / Voorbelasting is 300
Hoe verloopt heffing van omzetbelasting?

You might also like