You are on page 1of 61

ONDERZOEKSRAPPORT

EEN KWALITATIEF INNOVATIE ONDERZOEK VOOR HET BEDRIJF PMOT



Instituut voor Engineering Human Technology
Hanzehogeschool te Groningen

Joery Schotanus
Raoul Huizinga
Jordin Schonewille
Jeroen Hut
Paul Bergtop
Khan Dang
Christiaan Oldenburger

Projectgroep 8




Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 2 | P a g i n a
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING ................................................................................................................................................ 3
1. INLEIDING....................................................................................................................................................... 4
2. METHODEN ................................................................................................................................................. 12
2.1 Onderzoeksopzet ................................................................................................................................................ 12
2.2 Deelnemers ........................................................................................................................................................... 14
2.3 Materiaal, apparatuur en instrumenten ................................................................................................... 14
3. RESULTATEN .............................................................................................................................................. 15
3.1 Interviews .............................................................................................................................................................. 15
3.2 Observatie ............................................................................................................................................................. 15
3.3 Enqutes ................................................................................................................................................................. 18
4. DISCUSSIE .................................................................................................................................................... 23
5. REFERENTIES ............................................................................................................................................. 26
6. TABELLEN .................................................................................................................................................... 27
7. FIGUREN ....................................................................................................................................................... 31
8. BIJLAGE ........................................................................................................................................................ 34
8.1 Koersbepaling .............................................................................................................................................. 34
8.2 Conceptueel model .................................................................................................................................... 52
8.3 Enqute .......................................................................................................................................................... 53
8.4 Interview ....................................................................................................................................................... 55
8.5 Observatieschema...................................................................................................................................... 58


Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 3 | P a g i n a
SAMENVATTING
Sinds het jaartal 1988 is techniek ook wel
bekend als natuur & techniek toegepast als
n van de verplichte kerndoelen in het
basisonderwijs. Pim van Dort speelt met zijn
producten in op deze markt. Zijn voornaamste
doel is het ontwikkelen van technisch en
educatief speelgoed voor kinderen uit groep 6,
7 en 8 van het basisonderwijs. Uit dit
onderzoek is gebleken wat de oer behoeftes
van de kinderen zijn, en hoe je daar met het
juiste product op in kan spelen. Door middel
van observaties en interviews zijn de latente
behoeftes van zowel kind als leerkracht
blootgelegd. Vanuit deze behoeftes is er een
kwantitatief onderzoek uitgevoerd. De
behaalde resultaten kunt u vinden in dit
rapport.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 4 | P a g i n a
1. INLEIDING
1. 1 AANLEIDING
Sinds het jaartal 1988 is techniek ook wel
bekend als natuur & techniek toegepast als
n van de verplichte kerndoelen in het
basisonderwijs.
Betreft kerndoelen 40 t/m 46
Waarbij kerndoelen 42, 44 en 45 specifiek
over techniek gaan.
Kerndoel 42 - Leerlingen leren onderzoek
doen naar verschillende materialen en
natuurkundige verschijnselen. Zoals, geluid,
elektriciteit, licht, kracht, en temperatuur.
Kerndoel 44 - Leerlingen leren relaties
leggen tussen producten en hun eigen
omgeving. Waarbij de werking, vorm en het
materiaal gebruik belangrijk is.
Kerndoel 45 - Leerlingen leren oplossingen
voor bepaalde technische problemen te
ontwerpen.
Sinds deze verplichte kerndoelen zijn
opgesteld zijn scholen feitelijk verplicht om
hier mee aan de slag te gaan. Op een aantal
scholen worden deze kerndoelen dan ook al
toegepast, maar op een te groot gebied van
scholen worden deze kerndoelen niet tot
weinig toegepast.
Uit onderzoek is dan ook gebleken dat het niet
van de grond komen van techniek op
basisscholen verschillende redenen kent.
Leerkrachten vinden zichzelf niet
technisch genoeg
Lesrooster is te vol

Het feit dat deze leerkrachten over het
algemeen te weinig kennis hebben van
techniek, is geen goed uitgangspunt voor een
succesvolle
aansturende les. Dit maakt het voor de
leerkrachten een stuk lastiger om informatie
met passie en overtuiging over te dragen aan
de leerlingen. Daarnaast is de kans aanwezig
dat een leerling een vraag stelt waar de
leerkracht geen antwoordt op heeft. Maar de
vraag is natuurlijk of dit een probleem moet
zijn voor de belemmering van techniek op het
basis onderwijs?

Daarnaast hebben basisscholen in Nederland
recht op een zogeheten VTB-subsidie van de
overheid. Mits basisscholen techniek opnemen
in hun lessenpakket. Dus financieel moet het
geen hinder kunnen opleveren voor het
aanschaffen van techniek op de basisscholen.
Maar het belangrijkst en het geen waar dit
allemaal om draait zijn natuurlijk de kinderen.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat
kinderen techniek over het algemeen leuk
vinden. Daarnaast komt het regelmatig voor
dat de kinderen die moeite hebben met taal en
rekenen een uitschot hebben in techniek. Maar
om er achter te komen wat een passend
technisch product is die zowel bij de kinderen
als bij de leerkracht aanslaan. Is er bij dit
onderzoek de volgende onderzoeksvraag
onderzocht;

Welke eigenschappen zijn van belang bij het
ontwerpen van een educatief, innovatief en
technisch lesmateriaal dat aansluit op de oer
behoeftes van scholieren in de groepen zes tot
en met acht?
Het onderzoek is dan ook uitgevoerd aan de
hand van de bovenstaande onderzoeksvraag.
Het was van belang tijdens het onderzoek ook
informatie werd verkregen over de interesses
van de leerkrachten, aangezien de
leerkrachten het product moeten aanschaffen.
Figuur 1 geeft een goed beeld van de aspecten
die zijn onderzocht. In dit conceptueel model
is precies te zien hoe het onderzoek gelinkt is
aan de doelgroep.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 5 | P a g i n a

Het conceptueel model is de visuele weergave
van datgene wat er onderzocht is.
De verduidelijking van het conceptueel model
kunt u vinden in de bijlagen onder:
Conceptueel model.
Om de onderzoeksvraag zo goed mogelijk te
kunnen beantwoorden, is de onderzoeksvraag
als volgende gedefinieerd:
Welke eigenschappen zijn van belang bij het
ontwerpen van een educatief, innovatief en
technisch lesmateriaal dat aansluit op de oer
behoeftes van scholieren in de groepen zes tot
en met acht?
Naast een onderzoeksvraag zijn er bij dit
onderzoek ook een aantal deelvragen. De
deelvragen voor dit onderzoek zijn:
1. 2 DEELVRAGEN
Welke oer behoeftes van een kind zijn
van toepassing voor het spel?
Wat verstaat de doelgroep onder
techniek?
Hoe sluit een technisch product aan op
de leerdoelen van de doelgroep?
Wat zijn de nieuwste trends op het
gebied van spellen?
Wat houdt de kinderen op dit moment
bezig in tegenstelling tot vroeger?
Wat zijn de eigenschappen van
hedendaags educatief, innovatief en
technisch lesmateriaal?
Dit onderzoek was van grote waarde omdat
techniek nog onvoldoende wordt toegepast op
basisscholen, aldus Pim van Dort tijdens een
mondeling interview op 22 mei 2014. Dit is
natuurlijk zonde omdat kinderen nieuwsgierig
zijn naar de wereld om zich heen. Kinderen
ontwikkelen dan ook door de wereld te
ontdekken en techniek bied deze
mogelijkheid. Dit omdat techniek vooral
gericht is op het ontdekken, vragen,
redeneren, onderzoeken en oplossen.
(iederkindeentalent, 2011)
ZOEKVELD
Innovatief lesmateriaal voor
energieonderwijs op basisscholen, dat op
meerdere niveau s aansluit bij de oer
behoeften van kinderen, alsook bij de wensen
van de leerkrachten, en de filosofie van de
opdrachtgever PMOT.
1. 3 OPDRACHTGEVER
Tijdens dit project redelijk vaak contact
gehouden met de opdrachtgever, Pim van
Dort.Als contact iser geprobeerd de
opdrachtgever zo vaak mogelijk persoonlijk te
spreken door middel van een afspraak of door
telefonisch contact.
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 6 | P a g i n a
Daarnaast is regelmatig vergaderd met de
coach, Dim Versluis. Ook met dhr. Versluis zijn
er aantal punten besproken via de mail.
1. 4 AANPAK ONDERZOEK
Dit onderzoek is uitgevoerd aan de hand van
verschillende vooronderzoeken;
Koersbepaling
Interne analyse
SWOT analyse
Deskresearch oer behoeften kinderen
Vervolgens is er een operationalisatieschema
opgesteld. Aan de hand van het
operationalisatieschemais er een interview en
een enqute opgesteld. Deze is afgenomen bij
schoolkinderen tussen 9 en 12 jaar. Deze
kinderen zitten namelijk in de groepen 6 tot
en met 8. Tijdens het onderzoek is er
onderzocht wat de oer behoeften van de
kinderen zijn.
Uiteindelijk zal er een advies worden
geschreven en wordt er aan de hand van de
behaalde resultaten een concept ontworpen.
Het is de bedoeling dat dit concept aansluit op
de oer behoeften van de kinderen. Door
middel van de verkregen resultaten wordt er
later in dit rapport antwoord gegeven op de
onderzoeksvraag en de deelvragen. Aan de
hand van de antwoorden op de
onderzoeksvraag en deelvragen zal er een
advies en een concept spel worden
gepresenteerd.
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 7 | P a g i n a
RESULTATEN KOERSBEPALING
EXTERNE ANALYSE
1.5.1 DESTEP ANALYSE
Vanuit de DESTEP analyse zijn verschillende
bevindingen naar voren gekomen die van
belang zijn voor dit onderzoek. Hieronder zijn
de belangrijkste in een kort overzicht
weergegeven, en waar nodig toegelicht.

Een vrouw heeft gemiddeld 1.8
kinderen. Dat betekend dat de meeste
kinderen een broer of zus hebben. Bij
het uitdenken van een technisch
product kan rekening worden
gehouden met de verschillende
leeftijden binnen een gezin. Het
ontwerpen van een technisch en
educatief product dat aansluit op
meerdere leeftijdsgroepen geniet
hierbij dus de voorkeur.

Er is een kleine toename van het aantal
dyslectische kinderen in Nederland.
Verder is gebleken dat kinderen vaak
de instructies niet lezen, en vaak direct
overgaan tot de benodigde handeling.
Bij het toekomstige product kan
hiermee rekening worden gehouden.

Het consumentenvertrouwen is de
laatste jaren weer een klein beetje
toegenomen. Mensen durven weer
grotere aankopen te doen.

Een gemiddeld kind geeft ook steeds
meer geld uit aan speelgoed. Hierin is
een duidelijk toename te zien. In 2004
was dat bedrag 190,- per jaar. Over de
huidige cijfers is niks bekend.

57% van de kinderen geeft tussen
100,- en 300,- uit aan speelgoed. Dit
gebeurt het meest in de maanden
november en december. De meest
populaire spullen zijn videospellen,
speelgoed voor peuters en
puzzels/gezelschapsspellen.

Tot hun 13
e
levensjaar geven kinderen
meer geld uit aan speelgoed, daarna
meer aan videospellen.

1.5.2 TRENDONDERZOEK
De belangrijkste conclusie die getrokken kan
worden vanuit de huidige trends zijn de
wearables, een gadget die gedragen wordt om
de pols. Tegenwoordig zijn hier erg veel
toepassing van mogelijk. Of dit ook gebruikt
gaat worden bij het ontwerp van het technisch
product is de vraag.

1.5.3 CONCURRENTIEANALYSE
OPITEC
OPITEC heeft een website die
gebruiksvriendelijk is. OPITEC richt zich niet
op dezelfde markt als PMOT. Verder levert
OPITEC alleen maar producten en geen totale
onderwijssysteem voor leraren. Een groot
verschil met PMOT. Het bedrijf richt zich niet
op dezelfde markt als PMOT. Verder levert
OPITEC alleen maar producten en geen
lesmateriaal voor de kinderen. Een groot
verschil met PMOT.
LEGO DACTA
Grootste concurrent van PMOT. Lego Dacta
heeft als voordeel dat het merk Lego bekend
staat om zijn duurzaamheid en
betrouwbaarheid. Verder zijn er veel
overeenkomsten in doelgroep, afnemers, prijs
en zwakke en sterke punten. Maar een zwak
punt van deze concurrent is dat ze alleen
producten van lego verkopen. En sommige
scholen willen geen lego verkopen omdat
kinderen thuis al veel met leg35o spelen
(aldus de heer P. van Dort, persoonlijk
interview, 22 mei 2014).
FISCHERTECHNIK
Fischertechniek lijkt qua opzet veel op opitec.
Ze leveren alleen producten af en geen
lesmateriaal. Een punt waar PMOT dus in
uitblinkt. Verder hebben ze veel
betaalmogelijkheden en een
gebruiksvriendelijke website. Een zwak punt
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 8 | P a g i n a
is wel dat ze geen fysieke winkel hebben en
alleen Fischertechniek producten verkopen.
BRICKADOO
Brickadoo lijkt qua opzet veel op
Fischertechniek. Ze leveren alleen producten
af en geen lesmateriaal. Een punt waar PMOT
dus in uitblinkt. Een sterk punt van Brickadoo
is dat ze een sterk product specialisatie
hebben, waardoor klanten terug blijven
komen naar de website. Nadelen zijn wel dat
ze geen gebruiksvriendelijke website hebben,
geen Nederlandse site hebben, geen fysieke
winkel hebben en alleen Brickadoo producten
verkopen.
HEUTINK
Heutink heeft ook dezelfde opzet als
Fischertechniek. Het is een bekend merk
waardoor ze bij consumenten veel vertrouwen
hebben. Verder hebben ze een Nederlandse en
een gebruiksvriendelijke website. Nadelen zijn
daty ze geen fysieke winkels hebben en alleen
Heutink producten verkopen.
1.5.4 AFNEMERSANALYSE
Voor dit onderzoek zijn de afnemers
geanalyseerd. Aan de hand van een interview,
met de eigenaar van het bedrijf PMOT , werd
er bekend wie de afnemers waren. Dit waren,
volgens de eigenaar, de dealers, scholen en
particulieren. Hierbij wil hij zich de komende
tijd vooral gaan richten op de particulieren,
omdat dit een grotere groep is.
Daarnaast vindt Pim van Dort vooral het
educatieve gedeelte erg belangrijk bij
technisch lesmateriaal. Hij richt zich dan ook
op het technisch educatief lesmateriaal. Pim
van Dort levert bouwpakketen en geen losse
producten. Na aanschaf kunnen de kinderen
gelijk bezig met bouwen. Echter is het
leerproces naar het bouwproces toe veel
belangrijker dan het bouwproces zelf.
Hierdoor wordt het nog duidelijker dat het
educatieve gedeelte van het lesmateriaal erg
belangrijk is.
Daarnaast heeft PMOT alleen maar exclusieve
producten. Dit is ook de reden waarom de
afnemers voor zijn bedrijf kiezen, want ze
kunnen de producten nergens aanschaffen.
1.5.5 ORINTERENDE INTERVIEWS
Interview Pim van Dort
Op donderdag 22 mei is er een interview
gehouden met opdrachtgever Pim van Dort.
Vanuit een semi gestructureerd interview zijn
verschillende punten aan het licht gekomen.
Hieronder volgen de belangrijkste
bevindingen.
Meneer van Dort geeft lezingen aan leraren
van het basisonderwijs. Om ze een idee te
geven van het werk wat hij doet laat hij ze een
kleine test uitvoeren. Er moet een klein
opzetje gemaakt worden, die bestaat uit
verschillende tandwielen. Hierover moeten
verschillende vragen worden beantwoord. De
meeste leraren zijn niet in staat deze simpel
ogende vragen te beantwoorden. Volgens
Meneer van Dort is dit een gebrek aan kennis
bij de leraren. De focus ligt vaak bij taal en
rekenen, en niet zo bij techniek.
Omdat het om de leerkracht gaat die het
product moet gebruiken tijdens zijn lessen,
moet hierop de aandacht worden gericht.
Kinderen zijn hierbij van ondergeschikt
belang, volgens Meneer van Dort. 95% van de
kinderen vinden alles leuk wat maar niet te
maken heeft met taal en rekenen geeft Pim
aan.
Vorig jaar is er ook onderzoek gedaan naar de
doelgroep. Pim vindt het interessant om te
kijken of er enkele veranderingen zijn in de
manier van lesgeven. Is hij met zijn technische
en educatieve producten initiatiefnemer
geweest, of geeft hij een vervolg aan bepaalde
technische lessen die al van start waren
gegaan?
Pim van Dort vindt het belangrijk dat een
product meer is dan een doos met spulletjes.
Er moet ook een bepaald lesmateriaal aan
gekoppeld worden, die aansluit bij de
leerdoelen van de kinderen. Belangrijke
woorden die Pim hierbij gebruikt zijn
educatief en creatief. Zowel de jongens als de
meisjes moeten in staat zijn het product te
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 9 | P a g i n a
gebruiken en leuk te vinden. Het is geen
lesmateriaal op zich, maar het moet
ondersteunend zijn, zo geeft Meneer van Dort
aan.
Duurzaamheid staat centraal bij de producten
van Pim. Dit, in combinatie met de observatie
in de magneet, moet leiden tot een duurzaam
spel voor de kinderen.
Verder vindt Pim van Dort het belangrijk dat
Lego geen onderdeel is van het uiteindelijke
product. Veel jongens zijn bekend met Lego,
maar de meisjes vaak niet. Uit eigen ervaring
weet Pim dat jongens veel handiger zijn met
Lego. Jongens beginnen vaak direct met
bouwen, terwijl meisjes eerst gaan overleggen.
Daarom is het ook belangrijk dat veel dingen
worden gevisualiseerd. Jongens slaan vaak de
instructies over, waardoor ze vast lopen. Als je
alles op de juiste manier visualiseert is het
voor zowel de jongens als de meisjes
begrijpelijk en uitvoerbaar, aldus Pim.
Bedenk een product dat herkenbaar is voor de
kinderen. Zo zijn er in het verleden producten
uitgebracht die een relatie hadden met de
hunebedden in Drenthe. Kinderen uit
Amsterdam begrijpen hier niks van, en zullen
het speelgoed dus links laten liggen. Daarom is
het belangrijk dat je iets bedenkt wat al voor
komt in het dagelijks leven van een kind. Pim
noemde hierbij als voorbeeld de fiets. In een
fiets zit enorm veel techniek.
Niet alleen moet een product een relatie
hebben met het leven van het kind, maar het
moet ook simpel zijn. Als een product te
moeilijk is stoot het juist de kinderen af. Ook
de verkoopprijs neemt toe, waardoor het voor
scholen minder aantrekkelijk is om bepaalde
producten te kopen.
Pim heeft verschillende soorten afnemers,
namelijk dealers, eindgebruikers en
particulieren. In de toekomst zou Pim graag
willen inspelen op de particulieren, omdat dit
de grootste groep in Nederland is. Momenteel
verdient hij het meeste geld aan scholen.


INTERVIEW MET OPDRACHTGEVER 22/05/2014
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 10 | P a g i n a
1. 6 OER BEHOEFTEN KINDEREN
1.6.1 BEHOEFTE AAN ERKENNING EN
WAARDERING
Een grote fase in de ontwikkeling van een kind
is het gevoel dat ze als persoon waardevol zijn.
Dit is teweeg te brengen door positieve
respons en bevestiging op hun gedrag. Dit
benvloedt een positief effect op kinderen hun
positief zelfbeeld.
Kinderen die niet tot weinig erkenning en
waardering krijgen. Zullen zich in een later
fase van hun leven ongewenst en niet de
moeite waard vinden.
1.6.2 BEHOEFTE AAN ONTWIKKELING EN
COMPETENTIE
Ieder kind wil zich ontwikkelen, en nieuwe
dingen leren beheersen. Dit is van groot
belang voor een kind omdat ze zich dan als
kundig (competent) gaan ervaren. Daarom is
een nieuwe uitdaging voor een kind
belangrijk.
Als kinderen zich te weinig als competent gaan
ervaren. Is het mogelijk dat een kind last van
faalangst krijgt. Dit lijdt tot weinig durf en
geen ontwikkeling in hun spel.
Het is daarom van belang om een kind uit te
dagen om iets nieuws te proberen.
1.6.3 BEHOEFTE AAN AFFECTIE EN
GEBORGENHEID
De behoefte van lichamelijke aanraking en
liefdevolle benadering is voor een kind
belangrijk. Daarnaast willen kinderen zelf ook
genegenheid kunnen geven.
Het niet benadrukken van deze behoefte kan
bij een kind lijden tot overmatig lichamelijk
contact, of het afstoten van enig contact.



1.6.4 BEHOEFTE OM EEN GOED MENS TE
ZIJN
Het is voor een kind belangrijk om te voldoen
aan de verwachtingen. Denk hierbij aan de
normen en regels die gesteld worden in hun
omgeving.
Als deze regels onduidelijk zijn en zij hier niet
aan kunnen voldoen, kunnen kinderen zich
schuldig gaan voelen. Daarnaast is het dan ook
mogelijk dat ze enige manier van regelgeving
links laten liggen.
Hier boven zijn over het algemeen de basis oer
behoefte van kinderen weergegeven. Tijdens
het interview en de observatie met de
kinderen zal er vooral onderzocht worden wat
de oer behoefte zijn voor de kinderen met
betrekking tot het project. Om uiteindelijk een
zo goed mogelijk concept te kunnen
aanleveren. Denk hier bij aan;
Tactiek
Samenspel
Energie kwijtraken
Buiten spelen
Binnen spelen
Snelheid
Competitief
Al deze aspecten zijn meegenomen tijdens het
onderzoek. De uiteindelijke bedoeling was dat
deze behoeften dankzij het onderzoek naar
voren zouden komen. Of dit ook daadwerkelijk
het geval is kunt u lezen in de volgende
hoofdstukken.


Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 11 | P a g i n a
1. 7 THEORIE
Het is tijdens wetenschappelijk onderzoek
gebleken dat spelend leren erg effectief is voor
kinderen. Bij dit onderzoek is aangetoond dat
kinderen vooral vaardigheden leren zoals;
Richten van de aandacht
Afmaken waar ze aan begonnen zijn
Doorzettingsvermogen
Deze vaardigheden hebben veel meer effect
voor een goede schoolcarrire dan snel
kunnen lezen en schrijven.
Deze onderzoekers geven dan ook aan dat al
deze emotionele en sociale vaardigheden
oefenen bij het spelen. (Oregon state
university; aug, 6, 2012)
Daarom zijn creatieve ideen belangrijk.
Daarnaast is het van belang dat kinderen
weten welke acties uitgevoerd moeten worden
en in welke volgorde. Op deze manier worden
kinderen op een uitdagende manier getraind.
Het geeft een positieve ontwikkeling bij;
Vooruit denken
Problemen oplossen
Cognitieve capaciteiten
De behoefte van kinderen om zelf te ervaren is
groot. Kinderen vinden het belangrijk de
mogelijkheid te hebben dingen uit elkaar en
weer in elkaar te zetten, of om bijvoorbeeld
stoom af te blazen in een competitief spel met
andere kinderen. Het is daarom van groot
belang dat kinderen kunnen;
Uitproberen
Ontdekken
Op deze manier ontwikkelen kinderen
creativiteit en fantasie.





1. 8 VAARDIGHEDEN EN KENNIS
Een goed spel waarbij de kennis wordt getest
stimuleren de belangstellingen voor nieuwe
dingen. Op deze wijze wordt de kennis
verdiept en een stuk uitgebreid. Op deze
manier leren de kinderen van elkaar en
kunnen ze gebruik maken van de kennis en
ervaring van de medespelers.
1. 9 SOCIAAL EMOTIONEEL
Door kinderen leerzame spellen te laten
spelen en het creren van leerrijke situaties.
Zorgt ervoor dat kinderen sociaal en
emotioneel ontwikkelen. Dit komt omdat de
kinderen dan moeten samen spelen en
communiceren.
1. 10 DYNAMISCH
Met een goed en leerzaam spel werven
kinderen bepaalde vaardigheden zoals;
Teamwerk
Concurrerende situaties
Kerncompetenties (Die helpen met
voorbereiden op hun toekomstige
leven)
(Bron: professor Manfred Spitzer, medisch
directeur van de afdeling Psychiatrie, Ulm,
tevens oprichter en directeur van het Transfer
Center forNeuroscienceand Learning.)
1. 11 LEESWIJZER
Na dit hoofdstuk wordt er uitgelegd welke
methoden er tijdens dit onderzoek zijn
gebruikt. Daarna worden de behaalde
resultaten uitgelegd. Vervolgens wordt er
beschreven of het onderzoek betrouwbaar en
valide is. Tot slot wordt er antwoord gegeven
op de onderzoeksvraag en deelvragen.
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 12 | P a g i n a
2. METHODEN
In de inleiding is uitgebreid beschreven wat er
onderzocht is. En is het duidelijk geworden
dat er een antwoord is gegeven op de
onderzoeksvraag:
Welke eigenschappen zijn van belang bij het
ontwerpen van een educatief, innovatief en
technisch lesmateriaal dat aansluit op de oer
behoeftes van scholieren in de groepen zes tot
en met acht?
In dit hoofdstuk zal uitgebreid worden
beschreven hoe dit onderzoek is uitgevoerd en
welke methoden zijn gebruikt.
2. 1 ONDERZOEKSOPZET
Om voor dit onderzoek valide en betrouwbare
conclusies te trekken, zijn er verschillende
methodes gebruikt, er is gekeken naar:
Oer behoeften van de kinderen
Trends
Behoeften van de leraren
Bij de oer behoeften is er gekeken naar de oer
behoeften die bij kinderen voorkomen. Dit zijn
oer behoeften als: Behoeften aan erkenning en
waardering. Wat zijn de oer behoeften van
kinderen? Welke oer behoeften zijn er
waargenomen tijdens de observaties? En tot
slot, welke oer behoeften kunnen gebruikt
worden bij het bedenken van het productidee?
Bij de trends is er vooral gekeken welke
trends op dit moment erg belangrijk zijn in de
wereld. Er is ook onderzocht welke trends de
doelgroep belangrijk vindt. Vervolgens
worden deze trends meegenomen tijdens het
bedenken van het productidee.
Ten slotte hebben niet alleen de kinderen
behoefte aan bepaalde punten. Leraren
hebben uiteraard ook behoeften aan bepaalde
zaken, want zij moeten immers lesgeven. Deze
zijn genterviewd. Wat vinden zij belangrijk bij
een technisch educatief lesmateriaal?

De respondenten zijn onderzocht door middel
van:
open interviews
observaties
enqutes

Bij de open interviews is onder andere
gevraagd naar de behoeften van de doelgroep.
Deze open interviews zijn gehouden in de
Magneet. Daarnaast zijn ook de probleem- en
knelpunten, die er zijn met de huidige
technische producten, meegenomen. Zo is er
ook gekeken naar de goede aspecten van de
huidige technische producten. Met deze
methode is er kwalitatieve data verworven,
dat gebruikt is bij het maken van de enqute.
Tijdens de observaties is er gekeken naar de
oer behoeften van de kinderen. Door middel
van vooronderzoek zijn de oer behoeften al
onderzocht. Er is gekeken naar deze oer
behoeften:
- erkenning en waardering
- ontwikkeling en competentie
- affectie en geborgenheid
- behoefte om een goed mens te zijn
Dit is aan de hand van een observatie
formulier bij gehouden. Zie bijlage.
Tot slot zijn er enqutes afgenomen om
duidelijk te maken hoeveel procent van de
doelgroep zich kan vinden in de bevindingen
die uit de interviews en observaties zijn
gekomen. Dit is kwantitatieve informatie zijn,
die het onderzoek zal ondersteunen door
middel van statistieken.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 13 | P a g i n a
Voor dit onderzoek zijn er een aantal enqutes
afgenomen. Deze enqutes zijn bij twee basis
scholen afgenomen:
- De eerste basisschool was OBS de Veldkei, te
Assen. Twee groepen acht en n groep zeven.


- De tweede basisschoool was OBS het
spectrum, te Hoogeveen. En groep zeven en
n groep zes.


De resultaten zijn verwerkt in SPSS. En
worden beschreven in het hoofdstuk:
Resultaten.
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 14 | P a g i n a
2. 2 DEELNEMERS
De deelnemers van dit onderzoek bestonden
uit kinderen op de basisschool en de
leerkrachten. Voor een goed onderzoek met
betrouwbare informatie, moesten er rond de
40 scholieren worden ondervraagd. Dit is zeer
geslaagd, er zijn in totaal 84 scholieren in de
groepen zes, zeven en acht ondervraagd. Deze
84 scholieren waren verdeeld onder twee
basisscholen in Drenthe.
De vragen van de enqutes zijn gemaakt op
een manier die aansluit op het niveau van de
scholieren, zodat de vragen duidelijk waren.
Het interviewen van de leraren viel echter wel
tegen. De leraren waren niet beschikbaar
terwijl de leerlingen de enqutes aan het
invullen waren. Alle leerkrachten hadden het
te druk met orde houden, lesgeven of had
andere afspraken.
2. 3 MATERIAAL, APPARATUUR EN
INSTRUMENTEN
De verkregen resultaten zijn gemeten door
middel van:
Ten eerste is dit gedaan met open interviews.
Deze open interviews zijn gehouden tijdens
het observeren in de Magneet.
Ook zijn er enqutes afgenomen. De enqute
bestond uit 18 vragen. En bestond uit
verschillende onderdelen. Ten eerste de
algemene informatie, leeftijd en geslacht.
Vervolgens vragen over kennis en interesse in
energie, daar op volgend techniek en ten slotte
vragen over de interesses waar de oer
behoeften in verwerkt zijn. De uitslagen van
de enqutes zijn verwerkt in SPSS zodat dit
bruikbare statistieken zijn geworden.
Voor de observaties is er een lijst gemaakt met
bepaalde criteria waar op gelet gaat worden.
Dit observatie formulier is te vinden in de
bijlage.



Ook zijn er meerder analyses uitgevoerd om
de koers te bepalen. Dit zijn de:
DESTEP analyse
Trendonderzoek
Concurrentie analyse
Afnemers analyse
INTERNE analyse
SWOT analyse
Deze analyses zijn te vinden in de bijlagen
onder koersbepaling.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 15 | P a g i n a
3. RESULTATEN
Per methode zijn er een aantal resultaten
verkregen, de verkregen resultaten worden in
dit hoofdstuk per methode uitgelegd.
Het onderzoek was opgedeeld in verschillende
onderdelen die antwoord moeten geven op de
onderzoeksvraag. In dit hoofdstuk kunt u de
behaalde resultaten van het onderzoek lezen.
De verschillende onderdelen van het
onderzoek waren:
Interviews
Observatie
Enqutes
3. 1 INTERVIEWS
Tijdens het onderzoek zijn er docenten
genterviewd door middel van een open
interview. Hierbij is gevraagd naar de wat zij
van energie weten, hoe zij het beleven, welke
lesmateriaal voor energie er op dit moment
wordt gebruikt en welke behoeften de
respondenten hebben.
Tijdens het onderzoek zijn er docenten
genterviewd door middel van een open
interview. Hierbij is gevraagd naar de wat zij
van energie weten, hoe zij het beleven, welke
lesmateriaal voor energie er op dit moment
wordt gebruikt en welke behoeften de
respondenten hebben. De projectleden hebben
een kort interview gehouden met de juf van de
klas die ze geobserveerd hebben in de
magneet. Uit het interview zelf zijn geen
elementen naar voren gekomen die bruikbaar
zijn voor het project. Dat komt omdat het een
erg kort interview was omdat ze tijdens het
interview iets anders moest gaan doen.
Daardoor zijn er bij de methode interview
geen bruikbare resultaten opgedaan voor het
onderzoek.
WAT GING ER GOED
Doordat het interview dus erg kort was zijn er
weinig goede punten te constateren. De
genterviewde was wel oprecht genteresseerd
in wat de leden te vertellen hadden en
luisterde goed naar de vragen.
VERBETERPUNTEN
De volgende keer is het van belang te zorgen
voor een goed overleg tussen het project leden
en de personen die genterviewd moeten
worden. Dit overleg is van belang zodat er
genoeg tijd en ruimte wordt gereserveerd
wordt om het interview te kunnen houden en
er dus geen onregelmatigheden zoals deze
keer ontstaan.
3. 2 OBSERVATIE
Ook zijn er tijdens het onderzoek een aantal
kinderen geobserveerd aan de hand van een
observatie formulier. Hierbij werd er gekeken
naar welke oer behoeften waarneembaar
waren. Daarnaast is er geobserveerd hoe de
kinderen zich gedragen, hoe de kinderen
communiceren, hoe de interactie tussen
kinderen is, hoe de kinderen met elkaar
omgaan en tot slot hoe de interactie is tussen
de kinderen en de producten.
REFLECTIE - OBSERVATIES
Donderdag 5-6-2014 is er aan de hand van een
observatie formulier is er geobserveerd in de
Magneet om de oer behoeften van de kinderen
te achterhalen.
De Magneet is een ruimte op de
Hanzehogeschool waar kinderen kennis
maken met energie. Door middel van
verschillende opdrachten werken kinderen in
groepjes een parkoer af.
Figuur: De magneet
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 16 | P a g i n a
Figuur: De magneet
Aan de hand van een observatie formulier, die
gericht was op de oer behoeften van kinderen,
werd er met behulp van drie observatoren de
benodigde data achterhaald. Tijdens de
observatie is het opgevallen dat de meisjes
veel serieuzer met de opdrachten te werk
gingen dan de jongens. Daar waar de meisjes
heel gedisciplineerd en geordend alles
opschreven, renden de jongens maar wat heen
en weer en was de concentratie al snel weg.
Tijdens de observatie is ook gebleken dat de
jongens weer meer interesse hadden in de
opdrachten in competitie verband.
Er was een opdracht waar er energie moest
opgewekt worden door zo snel mogelijk te
gaan roeien
En er was een opdracht waar het de
bedoeling is dat er zo snel mogelijk gerend
wordt op een plateau om vervolgens het
poppetje op het scherm zo snel mogelijk te
laten hardlopen
Dit waren de opdrachten waar de jongens dan
ook alle energie in staken, om een betere score
dan hun concurrenten te halen.
Verder is er tijdens de observatie niet veel
nieuws naar boven gekomen, aangezien er al
een desk research naar oer behoeften was
uitgevoerd. Het observatie formulier was dan
ook niet specifiek genoeg om op concrete oer
behoeften te kunnen letter en te observeren.
Omdat het observatie formulier de leidraad
was van de observatoren was het dan ook
onmogelijk om veel vrijblijvender te
observeren. Aangezien het de bedoeling was
om data te verzamelen aan de hand van het
observatie formulier.
VERBETERPUNTEN - OBSERVATIES
Een veel beter en veel specifieker observatie
formulier is dan ook een punt van verbetering,
waardoor er veel meer gerichtere data is te
verzamelen. En geen globaal observatie
formulier die bij wijze van spreken van te
voren zo zou kunnen worden ingevuld om
dezelfde data te genereren als dat er
uiteindelijk is uitgekomen. Daar in tegen was
het observatie formulier wel goed gekoppeld
aan het operationalisatieschema en de oer
behoeften. Alleen voor een volgende keer
moet het specifieker en uitgebreider verwerkt
worden in een observatie formulier om
concreter data te kunnen observeren.
VERWACHTING EN BELEVING
De verwachting vooraf van de observaties was
een beetje dubbel. Aan de ene kant leek het
iedereen wel leuk maar aan de andere kant
ook lastig omdat het nog niet vaak in zon
setting is voorgekomen. De observaties waren
uiteindelijk prima om te doen en zoals
verwacht bleek het lastig te zijn.
KRITISCHE PUNTEN
De observatie in de magneet verliep voor de
drie observatoren niet vlekkeloos. Allereerst
kwam de school met kinderen een uur later
dan geplant aan op de magneet en dat ging van
de tijd van de observatoren af. Ook waren de
observatievragen niet specifiek genoeg om de
oerbehoeften van kinderen te achterhalen. De
vragen waren op voorhand al wel redelijk te
beantwoorden en waren dus oppervlakkig.
WAT VIEL WEL OP
Wat meteen opviel is dat jongens een stuk
actiever (fysieker) bezig gaan met de
onderlinge opdrachten.

Er waren twee opdrachten die meer gericht
waren op prestatie namelijk de roeiopdracht
en de ren opdracht. Het viel hierbij op dat deze
bewegingsopdrachten meer in de smaak
vielen bij de jongens. Bij de ren opdracht viel
erg op dat leerlingen die het spel deden
opzoek waren naar erkenning bij
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 17 | P a g i n a
medeleerlingen. Wanneer een vraag goed
beantwoord werd door een leerling zocht hij
oogcontact met medeleerlingen en begonnen
ze te lachen. Er was bij deze opdrachten
sprake van een hi-score die opgeslagen bleef
als je de snelste was. Na verloop van tijd
kregen leerlingen door samenwerking een
snellere tijd. Wanneer n leerling bleef
rennen en een ander de vragen beantwoorde
dan kon er een snellere eindtijd uitkomen. In
deze opdracht zijn dus duidelijk meerdere
oerbehoeftes opgevallen namelijk:
1. erkenning en waardering (vanwege de
hi-score)
2. ontwikkeling en competentie (d.m.v.
de vragen die gesteld worden leert de
leerling nieuwe dingen)
3. affectie en geborgenheid (er is sprake
van samenwerking en de lachreactie
van medeleerlingen geeft bewondering
aan)



Er waren meer opdrachten die gericht waren
op ontwikkeling en competentie. De leerlingen
waren erg nieuwsgierig naar de grote
geheimzinnige ruimte waar een kernramp in
plaatvond en ook de windmolens, magneet en
licht opdracht leverden enige nieuwsgierige
leerlingen op. Leerlingen hebben bij deze
opdracht minder snel erkenning maar en
lachreacties maar eerder serieuze blikken en
genteresseerde gezichten. Er wordt in deze
opdrachten meer geleerd maar leerlingen
lijken de opdrachten sneller op te geven
vanwege minder beloning naar arbeid.





CONCLUSIE
Er zijn een aantal oer behoeften naar voren
gekomen. Dit is niet zozeer door een goed
vooraf opgesteld observatieschema maar
meer doordat de observatoren alert waren en
reacties hebben onthouden en opgeschreven.
Voor de volgende keer is het belangrijk een
beter gespecificeerd observatie formulier op
te stellen die meer concreet op reacties van
leerlingen en hun omgeving inspeelt.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 18 | P a g i n a
3. 3 ENQUTES
Tot slot is er na kwalitatief onderzoek
(resultaten kunt u eerder in het hoofdstuk
vinden) kwantitatief onderzoek uitgevoerd
door middel van enqutes. In totaal zijn er 84
scholieren genquteerd voor de
beeldvorming van het onderzoek. Deze
scholieren zaten op de volgende twee
basisscholen:
1. OBS de Veldkei, te Assen. Adres:
Veenwalweg 5, 9407 AM te Assen.
Op deze school zijn twee groepen acht
en n groep zeven genquteerd. In
totaal waren dat 63 respondenten.

2. OBS het spectrum, te Hoogeveen.
Adres: Boekenberghstraat 12, 7906 GA
te Hoogeveen Op deze school is n
groep acht genquteerd. In totaal
waren dat 21 respondenten.
Hieronder worden de resultaten per
onderwerp beschreven. Het gaat hierbij om de
onderwerpen: Algemeen, energie, techniek en
interesses.
ALGEMEEN
Hieronder worden een aantal algemene
resultaten beschreven. In totaal zijn er 84
scholieren genquteerd. In de tabel (Tabel:
verdeling jongens & meisjes) hieronder is te
zien hoeveel jongens en meisjes er precies zijn
genquteerd. Toevallig waren dit 42 jongens
en 42 meisjes verdeeld over twee
basisscholen.
Verdeling jongens & meisjes

Aantal
Jongens

42
Meisjes 42
Totaal 84
Tabel: Verdeling jongens & meisjes
Gemiddeld waren de 84 respondenten 11 jaar
oud.
ENERGIE
ZONNE-ENERGIE
Van de 42 mannelijke respondenten gaven
slechts twee (4,8%) aan niet te weten wat
zonne-energie is. Terwijl van de 42
vrouwelijke respondenten er slechts n
meisje (2,4%) was die niet wist wat zonne-
energie was. Dat verschil is alleen niet
significant genoeg om een concrete uitspraak
over te kunnen doen. Tegenwoordig wordt
zonne-energie meer toegepast dus de
kinderen zijn meer bewust ervan.
Tabel: Aantal kinderen dat weet wat zonne-energie is.
WINDENERGIE
Van de 42 mannelijke respondenten gaven
slechts twee (4,8%) aan niet te weten wat
windenergie is. Terwijl van de 42 vrouwelijke
respondenten er ook slechts twee meisjes
(4,8%) waren die niet wisten wat zonne-
energie was. Volgens deze vraag is er dus geen
verschil tussen jongens en meisjes alleen de
hoeveelheid respondenten is niet significant
genoeg om een concrete uitspraak over te
kunnen doen. Tegenwoordig wordt
windenergie meer toegepast dus de kinderen
zijn meer bewust ervan.

Weet je wat windenergie is?
ja nee Totaal
jongen 40 2 42
meisje 40 2 42
Totaal 80 4 84
Tabel: Aantal kinderen dat weet wat windenergie is.
Weet je wat
zonne-energie is?
ja nee
Totaal
jongen 40 2
42
meisje 41 1
42
Totaal 81 3
84
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 19 | P a g i n a
KERNENERGIE
Van de 42 mannelijke respondenten gaven er
tien (24%) aan niet te weten wat kernenergie
is. Terwijl van de 42 vrouwelijke
respondenten er 27 meisjes (64%) waren die
niet wisten wat kernenergie was. Volgens deze
vraag is er dus een groot verschil tussen
jongens en meisjes. De hoeveelheid
respondenten is wel significant genoeg om een
concrete uitspraak over te kunnen doen.
Volgens de resultaten van deze vraag kun je
wel duidelijk stellen dat jongens vaker weten
wat kernenergie inhoud dan meisjes dat doen.
Dat komt waarschijnlijk omdat jongens zich
meer interesseren voor techniek dan meisjes.
Tegenwoordig wordt kernenergie meer
toegepast dus de kinderen zijn meer bewust
ervan.

weet je wat kernenergie is?
ja nee Totaal
jongen 32 10 42
meisje 15 27 42
Total 47 37 84
Tabel: Aantal kinderen dat weet wat kernenergie is.
LES IN ENERGIE
Van de in totaal 84 respondenten gaven er 50
respondenten (59,5%) wel eens les te krijgen
over energie. Terwijl van de 84 respondenten
er 34 respondenten (40,5%) aangaven geen
les te krijgen in energie. Volgens deze vraag is
er dus een groot verschil qua lesmateriaal
tussen de respondenten. Het verschil dat de
respondenten aangaven is echter niet
significant om een uitspraak over te kunnen
doen. Dat is zo omdat er waarschijnlijk veel
kinderen dachten dat ze geen les in techniek
kregen terwijl ze dat we dergelijk hebben
gekregen. Dat is een aanname waar de
onderzoeksleden zeker genoeg van zijn om te
kunnen doen. Daarbij gaf van de respondenten
die aangaven dat ze geen les kregen in
techniek aan dat ongeveer de helft ook geen
les willen hebben in techniek. En de andere
helft in meer of mindere mate wel les in
techniek te willen. Twee respondenten heeft
de vervolgvraag overgeslagen, er zijn dus twee
missing fields.
Krijg je wel eens les over
energie?
Frequentie Percentage
Ja 50 59,5%
Nee 34 40,5%
Totaal 84 100%
Tabel: Aantal kinderen dat wel eens les krijgt over
energie (In aantallen & percentages).

Zo nee, zou je les over
energie willen krijgen?
Frequentie Percentage
Nee 16 19,0%
Ja, het liefst
zo vaak
mogelijk
2 2,4%
Ja, maar het
hoeft niet heel
vaak
7 8,3%
ja, een keer is
wel leuk
7 8,3%
Totaal 32 38,1%
Tabel: Aantal kinderen dat les wil krijgen over energie
(In aantallen & percentages).
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 20 | P a g i n a
TECHNIEK
BOUWEN
Allereerst is aan de kinderen gevraagd of ze
het leuk vinden om dingen te bouwen.
Vind je het leuk
om dingen te
bouwen?


Totaa
l
ja nee
Jongen 35 7 42
Meisje 30 12 42
Totaal 65 19 84
Tabel: Leuk om dingen te bouwen

Uit de tabel hierboven valt goed op te maken
dat 77% (65/84 x 100%) van de respondenten
het leuk vindt om dingen te bouwen Echter
vinden wel meer jongens het leuker om dingen
te bouwen dan meisjes. Er geven namelijk 35
jongens aan dat ze het leuk vinden om dingen
te bouwen tegenover 30 meisjes.
KENNIS OVER TECHNIEK

Vervolgens is er geprobeerd te testen of de
kinderen al wat weten over techniek. Dit
gebeurde aan de hand van twee vragen. Zo is
gevraagd of de kinderen weten wat een
tandwiel is. Daarnaast is er gevraagd of de
kinderen wisten hoe versnellingen op een fiets
werken. De resultaten zijn van beide vragen
zijn hieronder weergegeven.

De eerste vraag was: Weet je wat een tandwiel
is?

weet je wat een
tandwiel is?


Totaal
ja nee
Jongen 31 11 42
Meisje 19 23 42
Totaal 50 34 84
Tabel: Tandwiel

59% (50/84 x 100%) van de respondenten
wist wel wat een tandwiel is, maar het
verschilt niet veel van het totaal. In totaal zijn
er 50 kinderen die wisten wat een tandwiel is
tegenover 34 die dit niet wisten. Van de
kinderen die wel wisten wat een tandwiel is,
weten de jongens (62%) er meer van af.
Namelijk 31 jongens (31/50 x 100% = 62%)
tegenover 19 meisjes (19/50 x 100% = 28%).

De tweede vraag was: Weet je hoe
versnellingen op een fiets werken?:
Tabel: Versnellingen op een fiets

In totaal wist 78% (62/84 x 100%) van de
kinderen hoe de versnellingen op een fiets
werken. Iets meer jongens (33) dan meisjes
(29) wisten hoe de versnellingen op de fiets
werken. Echter gaat het hierbij slechts om een
verschil van 4 respondenten. Deze 4
respondenten zijn slechts 4,7% (4/84 x 100%)
van het totaal aan respondenten. Dit houdt in
dat van de 62 respondenten, die wisten hoe de
versnellingen werken op een fiets, 53% jongen
is en 47% meisje.

weet je hoe
versnellingen op
een fiets werken?
Totaal
ja nee
Jongen 33 6 39
Meisje 29 9 38
Totaal 62 15 77
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 21 | P a g i n a
INTERESSES TECHNIEK
Tot slot is er bij dit onderwerp gekeken naar
wat de kinderen graag willen maken. Hierbij
gaat hem om verschillende soorten techniek.
Deze soorten zijn vertaald naar een product
waaruit de kinderen konden kiezen.

In de onderstaande tabel staat vermeld wat de
kinderen graag willen maken.
Vraag Ja


Percentage
van totaal
Auto 30 35,0 %
Gebouw 27 32,0 %
Website 29 34,0 %
Windmolen 5 6,0 %
Poster 29 34,0 %
Boot 13 15,0 %
Vliegtuig 14 17,0%
Tabel: Soorten techniek

De kinderen konden bij deze vraag keuze
maken uit 2 van de 7 onderdelen. In de tabel is
te zien dat het heel erg verschilt wat kinderen
willen maken. Het liefst willen kinderen het
volgende maken:
- Auto (Autotechniek) 35%
- Website (Computertechniek) 29%
- Poster (Grafische techniek) 29%
- Gebouw (Civiele techniek) 27%
Bron: Wikipedia
INTERESSES
OER BEHOEFTES
Allereerst is er bij dit onderwerp gekeken naar
de oer behoeftes van de kinderen. Hieronder
worden resultaten vermeld van de volgende
vraag:

Welke oer behoeftes zijn nu het belangrijkst
voor de kinderen?

Het antwoord op deze vraag is verkregen door
middel van de volgende vragen in de
onderstaande tabel.





Vraag Ja


Percentage
van totaal
Ik wil graag winnen
met mijn vrienden
21 25,0 %
Ik wil weten of het
goed doe
12 14,3 %
Ik wil een beloning
voor mijn inzet
16 19,0 %
Ik wil iets nieuws
leren
23 27,4 %
Ik wil in mijn eentje
de beste zijn
06 07,1 %
Ik wil dat het spel
duidelijk is
24 28,6 %
Ik wil
samenwerken
34 40,5 %
Het spel moet
eerlijk verlopen
50 59,5 %
Iedereen moet
plezier hebben
53 63,1 %
Ik speel het liefst
alleen
06 07,1 %
Speel je graag
spelletjes achter de
computer?
74 88,1 %
Tabel: Oer behoeftes kinderen.

De drie belangrijkste uitslagen die in deze
enqute naar voren zijn gekomen is dat ruim
88% van de respondenten aangaf dat ze graag
spelletjes speelden op de computer. Daarbij af
slecht 7% van de respondenten aan dat ze het
liefst niet alleen spelen en niet alleen het beste
in iets willen zijn. Er kan dus gesteld worden
dat kinderen graag samen willen spelen met
anderen. Dat wordt bevestigd door de
resultaten van de vraag of iedereen plezier
moet hebben in het spel. Ruim 63% van de
respondenten gaf aan dat ze willen dat
iedereen die meedoet aan het spel plezier
moet beleven aan het spel. Een andere uitslag
die een groot deel van de respondenten met
waar werd beantwoord is dat ze willen dat het
spel eerlijk gespeeld moet worden. Bijna 60%
van de respondenten gaf aan dat een spel
eerlijk gespeeld moet worden.


Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 22 | P a g i n a
SPELLETJES
Welke spelletjes vind je het leukst?
Type spel
Frequenti
e
Percentag
e
actie
spelletjes
39 46%
avontuur
spelletjes
14 17%
puzzel
spelletjes
7 8%
sport
spelletjes
10 12%
race spelletjes 6 7%
behendigheid
spelletjes
8 10%
Totaal 84 100%
Tabel: Spelletjes die de kinderen het leukst vinden.

39 van de 84 respondenten (46%) gaven aan
dat ze het leukst vinden om actie spelletjes te
spelen. Vervolgens komt er een heel groot gat
naar de tweede plek: avontuur spelletjes. Die
is met 14 respondenten van de 84 (17%) bijna
drie keer zo klein als actie spellen. De derde
keuze van de respondenten was sport
spelletjes met een frequentie van 10. Alle
overig type spellen samen zijn maar een paar
procent groter dan actie spellen alleen.



Hierboven is tabel die hierover wordt
weergeven in een cirkeldiagram weergegeven.
De cirkeldiagram laat de resultaten duidelijker
zien dan dat in een tabel kan worden
weergegeven. Het is verdeeld in sectoren en
de blauwe sector laat duidelijk zien dat de
meerderheid van de respondenten kiest voor
actie spelletjes.
3. 3. 1 CONCLUSIE
Uit de resultaten van de enqutes is duidelijk
op te merken dat de respondenten het leuk
vinden om dingen te bouwen. De meerderheid
wist wat een tandwiel was, dus het zal wat
makkelijker worden om de spelletjes te
monteren. De respondenten zijn er van
bewust wat zonne-, wind- en kernenergie zijn.
De respondenten konden aangeven welke
spelletjes zij het leukst vinden, ze konden
kiezen uit: actie, avontuur, puzzel, sport, race
en behendigheid spelletjes. De meerderheid
heeft voor actie spelletjes gekozen, dat waren
39 van de 84 respondenten.
Uit de resultaten is gebleken dat competentie,
positieve respons, beloning voor hun inzet en
iets nieuws leren niet belangrijk zijn voor de
respondenten.
De respondenten hebben het liefst samenspel,
ze willen graag samen spelen maar willen niet
per se samenwerken. De spellen hoeven ook
niet duidelijk te zijn voor de respondenten.
Wel willen ze dat de spellen eerlijk verlopen.
En tot slot geven de meerderheid aan dat
iedereen plezier in de spellen moet hebben en
dat ze met deze spellen het liefst buiten
spelen.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 23 | P a g i n a
4. DISCUSSIE
Met behulp van de verkregen resultaten wordt
er antwoord gegeven op de volgende
onderzoeksvraag:
Welke eigenschappen zijn van belang bij het
ontwerpen van educatief, innovatief en
technisch lesmateriaal dat aansluit op de oer
behoeftes van scholieren in de groepen zes tot
en met acht?
Daarnaast zijn era ook nog een aantal
deelvragen die zijn onderzocht met behulp
van verschillende methodes. De deelvragen bij
dit onderzoek waren:
1. Welke oer behoeftes van een kind zijn
van toepassing voor het spel?
2. Wat verstaat de doelgroep onder
techniek?
3. Hoe sluit een technisch product aan op
de leerdoelen van de doelgroep?
4. Wat zijn de nieuwste trends op het
gebied van spellen?
5. Wat houdt de kinderen op dit moment
bezig in tegenstelling tot vroeger?
6. Wat zijn de eigenschappen van
hedendaags educatief, innovatief en
technisch lesmateriaal?
Echter is er bij het onderzoek vooral gekeken
naar de oer behoeftes van een kind. Om de
belangrijkste oer behoeftes te achterhalen is
er gebruik gemaakt van:
1. interviews
2. observaties
3. enqutes
Met behulp van deze methodes worden de
eerder vermelde onderzoeksvraag en
deelvraag beantwoord.







1. WELKE OER BEHOEFTES VAN EEN KIND
ZIJN VAN TOEPASSING VOOR HET SPEL?
Zoals is opgevallen tijdens de observaties is
het van belang een spel leerzaam en leuk
tegelijk te houden. Tijdens de observaties is
duidelijk geworden dat kinderen snel afgeleid
zijn wanneer iets niet lukt of geen resultaat
oplevert. Het is daarom van belang in ieder
geval de oer behoefte van erkenning en
waardering en ontwikkeling en competentie
op te nemen in het spel. Overigens geven de
afgenomen enqutes aan dat leerlingen het
niet belangrijk vinden een positief respons te
krijgen. Het zou kunnen meespelen dat de
kinderen hierbij dachten dat het niet om een
educatief spel ging.
2. WAT VERSTAAT DE DOELGROEP ONDER
TECHNIEK?
Kinderen
Er is niet specifiek duidelijk geworden wat de
doelgroep onder techniek verstaat. Er is in de
enqutes naar boven gekomen dat kinderen
wel verstand hebben van het n en ander wat
te maken heeft met techniek zoals tandwielen
en verschillende energievormen, maar er is
niet specifiek gevraagd naar hun beleving bij
techniek.
Docenten
Er is geprobeerd door middel van interviews
met de docenten erachter te komen of zij ook
weten wat techniek nou precies inhoud.
Doordat die interviews op een niet correcte
wijze zijn afgenomen is het onderzoekteam er
helaas niet in geslaagd om achter die
informatie te komen.




Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 24 | P a g i n a
3. HOE SLUIT EEN TECHNISCH PRODUCT AAN
OP DE LEERDOELEN VAN DE DOELGROEP?
Zoals staat weergegeven in de koersbepaling
waren videogames de afgelopen jaren de
grootste verkoopsector op het gebied van
speelgoed. Ook zijn een aantal sectoren zoals
bouwspeelgoed en puzzels gegroeid in
verkoop. Deze spelvormen zijn uitermate
geschikt om kinderen wat educatiefs bij te
leren.
4. WAT ZIJN DE NIEUWSTE TRENDS OP HET
GEBIED VAN SPELLEN?
Op deze onderzoeksvraag heeft het
onderzoeksteam helaas geen antwoord
kunnen vinden. Deze onderzoeksvraag zou
beantwoord moeten worden door middel van
interviews. Aangezien die niet op een correcte
manier zijn afgenomen kan er geen antwoord
worden gegeven op deze onderzoeksvraag.
5. WAT HOUDT DE KINDEREN OP DIT
MOMENT BEZIG IN TEGENSTELLING TOT
VROEGER?
Ook op deze onderzoeksvraag heeft het
onderzoeksteam helaas geen antwoord
kunnen vinden. Deze onderzoeksvraag zou
beantwoord moeten worden door middel van
interviews. Aangezien die niet op een correcte
manier zijn afgenomen kan er geen antwoord
worden gegeven op deze onderzoeksvraag.
6. WAT ZIJN DE EIGENSCHAPPEN VAN
HEDENDAAGS EDUCATIEF, INNOVATIEF EN
TECHNISCH LESMATERIAAL?
Zoals hierboven ook beschreven hebben
videospellen enorm aan de weg getimmerd en
dat is nu de grootste sector van speelgoed. De
elektronische apparatuur met schermpjes
zoals mobieltjes zijn ook niet meer weg te
denken uit de kinderen hun leven. Zo gaven bij
de enqutes 66 leerlingen van de in totaal 68
leerlingen aan een mobieltje in het bezit te
hebben. Van de 66 spelen 63 leerlingen wel
eens een spel op hun mobiel. Het is dus
verstandig lesmateriaal meer te focussen op
elektronische apparatuur.
ONDERZOEKSVRAAG:
Welke eigenschappen zijn van belang bij het
ontwerpen van educatief, innovatief en
technisch lesmateriaal dat aansluit op de oer
behoeftes van scholieren in de groepen zes tot
en met acht?
Na de deelvragen hierboven te hebben
behandeld is duidelijk dat oer behoeftes
vanzelfsprekend belangrijk zijn om
lesmateriaal leuk te houden. Verder is het aan
te raden om lesmateriaal meer aan te gaan
bieden in de vorm van spellen op apparaten
met een scherm (mobieltjes, tv en
spelcomputers). Het is daarbij belangrijk om
leerlingen ook in beweging te houden omdat
dat de leerlingen scherp houdt en tijdens de
observaties het opviel dat leerlingen (met
name jongens) zo worden geprikkeld op hun
oer behoefte van erkenning en waardering. Uit
de enqutes is gebleken dat leerlingen het
over het algemeen leuker vinden om buiten te
spelen dit zou goed gecombineerd kunnen
worden met het bewegen. Kinderen gaven
verder nog aan actiespellen en avontuur
spellen het leukste te vinden en dat ze graag
bouwen. Zoals ook te zien was in de magneet
zijn er spellen die tussendoor onderbroken
worden met vragen over techniek. Wanneer
een kind een vraag goed heeft wordt hij
beloond met een snellere eindtijd. Te zien was
dat leerlingen ondanks de vragen het spel
bleven spelen en ze na verloop van tijd de
vragen+antwoorden gingen onthouden om zo
beter te scoren.







Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 25 | P a g i n a
4. 2 VALIDITEIT EN
BETROUWBAARHEID
Het onderzoek dat is uitgevoerd was een
kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Dit
komt omdat er is geobserveerd, genterviewd
en genquteerd. Het is echter de vraag of het
onderzoek wel valide en betrouwbaar was.
Dit onderzoek is niet valide omdat er niet
gemeten is wat er gemeten had moeten
worden. De behoeftes van zowel de kinderen
als de docenten moest onderzocht worden, de
kinderen door middel van een enqute, en de
docenten doormiddel van een interview.
Aangezien de interviews op een niet correcte
wijze zijn afgerond is dit onderzoek helaas
niet valide geworden. Daarbij is dit onderzoek
niet valide omdat er tijdens de observaties van
de kinderen niet gemeten is wat het
onderzoeksteam hoopte te meten. Daarbij zijn
slechts een paar klassen van een paar scholen
opgenomen in het onderzoek. Als het
onderzoeksteam uitspraken zou willen doen
over de gehele doelgroep zal een veel grotere
steekproef moeten worden genomen onder
veel meer scholen en in verschillende
culturen.
Het onderzoek is niet betrouwbaar omdat:
Kinderen een erg moeilijk te pijlen doelgroep
blijkt te zijn
De enqutes werden tegelijk afgenomen met
de observaties in de magneet en maar op n
tijdstip. Het onderzoek zou betrouwbaarder
zijn geweest als de enqute op verschillende
tijdstippen en op verschillende momenten zou
zijn afgenomen.
Resultaten die in de observaties werden
gemeten en vervolgens in de enqute niet naar
voren kwamen.
Het onderzoek is in de regio van Drenthe
uitgevoerd waardoor niet absoluut zeker is te
stellen dat het eindresultaat ook in de rest van
Nederland aanslaat. Het zou het kunnen zijn
dat kinderen in Drenthe meer verstand
hebben van energievormen dan kinderen in de
Randstad bijvoorbeeld.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 26 | P a g i n a
5. REFERENTIES
Valkenburg, R. (2008). Basisboek human
technology interaction. Groningen [etc.: Wolters-
Noordhoff.
Baarda, D. B. (2012). Basisboek methoden en
technieken: Kwantitatief praktijkgericht
onderzoek op wetenschappelijke basis.
(Methoden en technieken.) Groningen [etc.:
Noordhoff Uitgevers.
Baarda, D. B., Goede, M. P., & Dijkum, C. (2011).
Basisboek statistiek met SPSS. Groningen [etc.:
Noordhoff.
Baarda, D. B., Goede, M. P., & Kalmijn, M. (2007).
Basisboek enquteren: Handleiding voor het
maken van een vragenlijst en het voorbereiden
en afnemen van enqutes. Groningen [etc.:
Wolters-Noordhoff.
Baarda, D. B., Goede, M. P., & Meer-
Middelburg, A. G. (2007). Basisboek interviewen:
Handleiding voor het voorbereiden en afnemen
van interviews. Groningen [etc.: Wolters
Noordhoff.
Hanzehogeschool Groningen (n.d.). Human
Technology - Hanzehogeschool Groningen.
Retrieved January 20, 2014, from
http://www.hanze.nl/home/Schools/Instituut+v
oor+Engineering/Opleidingen/Bachelor/Human
+Technology/

Wikipedia.org (2004, March 23). Wetenschappelijk
onderzoek - Wikipedia. Retrieved May 13, 2014, from
http://nl.wikipedia.org/wiki/Onderzoek
Bronnen die auteurs van het Wikipedia artikel
hebben gebruikt:
o Boers, C.C. (1981) Wetenschap,
techniek en samenleving, Bouwstenen voor
een kritische wetenschapstheorie, Boom,
Meppel.
o Chalmers, A. (1999) Wat heet
wetenschap, Amsterdam.
o Heilbron, J. (2005)
Wetenschappelijk onderzoek: dilemma's en
verleidingen, KNAW, Amsterdam
o Jasanoff, S., G.E. Markle, & J.C.
Petersen (Eds.) (1995) Handbook of Science
and Technology Studies, SAGE.
o Koningsveld, H. (1982) Het
verschijnsel wetenschap, Meppel, Boom.
o Merton, R.K. (1973) The Sociology
of Science: Theoretical and Empirical
Investigations, Chicago.
o Vries, G. de (1995) De ontwikkeling
van wetenschap, Wolters-Noordhoff,
Groningen.
http://www.cbs.nl/nl-
NL/menu/themas/vrije-tijd-
cultuur/publicaties/artikelen/archief/2003
/2003-1223-wm.htm
http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/9A0E2D3
5-B9B6-4BB0-B6D5-
C9727B3F0181/0/2011k1b15p37art.pdf
http://www.cbs.nl/nl-
NL/menu/themas/dossiers/conjunctuur/pu
blicaties/conjunctuurbericht/inhoud/conju
nctuurklok/toelichtingen/ck-03.htm
http://www.cbs.nl/nl-
NL/menu/themas/arbeid-sociale-
zekerheid/cijfers/extra/werkende-
moeders.htm
http://www.ecabo.nl/ict-en-media/trends-
ontwikkelingen/
http://www.trouw.nl/tr/nl/5133/Media-
technologie/article/detail/3573328/2014/
01/07/De-nieuwe-technologische-trend-
wearables.dhtml
http://www.wrbl.nl/
http://www.42bis.nl/2014/01/vijf-
technologische-trends-voor-2014/
http://www.lancelots.nl/marketing/branch
e-en-concurrentie
https://www.ondernemersplein.nl/onderne
men/markt/marktonderzoek/een-
concurrentieanalyse-maken/
http://nl.opitec.com/opitec-
web/st/AboutOpitec
de heer P. van Dort, persoonlijk interview,
22 mei 2014
http://education.lego.com/en-us/about-
us/lego-education-worldwide/our-company
http://shop.heutink.nl/nl/overheutink.aspx
?pid=WieZijnWijAlgemeen
http://www.brickadoo.com/nl/products/br
ickadoo-ghost-house/
http://www.fischertechnik.nl/



Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 27 | P a g i n a
6. TABELLEN
ALGEMENE TABELLEN
Eigenschappen Dimensie Indicator Item
Oer behoeftes Erkenning en
waardering


beloning Wordt de leerling
beloont?
Positieve respons Weet de leerling
wanneer hij/zij iets
goeds doet?
Bevestiging op gedrag Krijgt de leerling een
reactie op het gedrag?
competitief Wordt het duidelijk
voor de leerling
wanneer hij iets beter
doet dan anderen?
Ontwikkeling en
competentie

Nieuwe dingen leren Komt de leerling nieuwe
dingen te weten?
nieuwsgierigheid Wordt de leerling
bevredigt qua nieuwe
informatie over
techniek?
Affectie en
geborgenheid

Lichamelijk contact Voelt de leerling liefde
van anderen?
Genegenheid kunnen
geven
Kan de leerling zijn
bewondering tonen
voor anderen?
samenspel Wordt er een goede
gelegenheid voor
teamwork gecreerd?
Behoefte een goed mens
te zijn
Voldoen aan
verwachtingen
Wordt alles duidelijk
gemaakt aan de
leerling? Zodat de
leerling zich niet dom
voelt.
Normen en regels Is het duidelijk voor de
leerling wat wel en niet
is toegestaan?
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 28 | P a g i n a
TABELLEN RESULTATEN
ik wil graag winnen met mijn vrienden
Frequentie Percentage

ja 21 25,0
nee 63 75,0
Total 84 100,0

ik wil weten of ik het goed doe
Frequentie Percentage

ja 12 14,3
nee 72 85,7
Total 84 100,0

ik wil een beloning voor mijn inzet
Frequentie Percentage

ja 16 19,0
nee 68 81,0
Total 84 100,0

ik wil iets nieuws leren
Frequentie Percentage

ja 23 27,4
nee 61 72,6
Total 84 100,0

ik wil in mijn eentje de beste zijn
Frequentie Percentage

ja 6 7,1
nee 78 92,9
Total 84 100,0

ik wil dat het spel duidelijk is
Frequentie Percentage
ja 24 28,6
nee 60 71,4
Total 84 100,0


ik wil samenwerken
Frequentie Percentage

ja 34 40,5
nee 50 59,5
Total 84 100,0

het spel moet eerlijk verlopen
Frequentie Percentage

ja 50 59,5
nee 34 40,5
Total 84 100,0

iedereen moet plezier hebben
Frequentie Percentage

ja 53 63,1
nee 31 36,9
Total 84 100,0

ik speel het liefst alleen
Frequentie Percentage

ja 6 7,1
nee 78 92,9
Total 84 100,0

speel je graag spelletjes achter de computer?
Frequentie Percentage

ja 74 88,1
nee 10 11,9
Total 84 100,0


Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 29 | P a g i n a
Ik ben een... * vind je het leuk om dingen te
bouwen? Crosstabulation
Count
vind je het leuk om
dingen te bouwen?
Total
ja nee
ik ben
een...
jongen 35 7 42
meisje 30 12 42
Total 65 19 84

ik ben een... * weet je wat een tandwiel is?
Crosstabulation
Count
weet je wat een
tandwiel is?
Total
ja nee
ik ben
een...
jongen 31 11 42
meisje 19 23 42
Total 50 34 84

is het tandwiel correct? * weet je wat een tandwiel
is? Crosstabulation
Count
weet je wat een
tandwiel is?
Total
ja nee
is het tandwiel
correct?
ja 43 4 47
nee 7 30 37
Total 50 34 84

welke spelletjes vind je het leukst?
Frequen
cy
Perce
nt
Valid
Perce
nt
Cumulati
ve
Percent
Vali
d
actie
spelletjes
39 46,4 46,4 46,4
avontuur
spelletjes
14 16,7 16,7 63,1
puzzel
spelletjes
7 8,3 8,3 71,4
sport
spelletjes
10 11,9 11,9 83,3
race
spelletjes
6 7,1 7,1 90,5
behendigh
eid
spelletjes
8 9,5 9,5 100,0
Total 84 100,0 100,0


heb je een mobieltje? * zo ja, speel je daar wel eens
spelletjes op? Crosstabulation
Count
zo ja, speel je daar wel
eens spelletjes op?
Total
ja nee
heb je een
mobieltje?
ja 63 3 66
nee 2 0 2
Total 65 3 68

Crosstab
Count
weet je wat zonne-
energie is?
Total
ja nee
ik ben
een...
jongen 40 2 42
meisje 41 1 42
Total 81 3 84

Crosstab
Count
weet je wat
windenergie is?
Total
ja nee
ik ben
een...
jongen 40 2 42
meisje 40 2 42
Total 80 4 84



Crosstab
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 30 | P a g i n a
Count
weet je wat
kernenergie is?
Total
ja nee
ik ben
een...
jongen 32 10 42
meisje 15 27 42
Total 47 37 84

ik speel het liefst alleen * ik speel het liefst...
Crosstabulation
Count
ik speel het
liefst...
Total
buiten binnen
ik speel het liefst
alleen
ja 3 3 6
nee 52 26 78
Total 55 29 84


Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 31 | P a g i n a
7. FIGUREN
ALGEMENE FIGUREN


Figuur 1: Leeftijdsopbouw Nederland 2024

Figuur 2: Leeftijdsopbouw Nederland 2014

Figuur 3: Evolutie van de gemiddelde uitgaven per jaar, in Belgi



Figuur 4: aantal dyslectische kinderen tussen de 7 en 11 jaar


Figuur 5: Consumentenvertrouwen


Figuur 6: Gunstige tijd voor grote aankopen

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 32 | P a g i n a

Figuur 7: Uitgaven voor speelgoed op een jaar

Figuur 8: Relatief beland van de verkoop per type speelgoed

Figuur 9: Opsplitsing verkoop per type speelgoed
Figuur 10: Voorschrijversrol in de aankoop van speelgoed












Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 33 | P a g i n a
ALGEMENE FIGUREN





Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 34 | P a g i n a
8. BIJLAGE
8. 1 KOERSBEPALING
DESTEP ANALYSE
Met behulp van de DESTEP analyse worden de macro-omgevingsvariabelen geanalyseerd.
Invloed uitoefenen op deze variabelen is niet mogelijk, maar er kan wel effectief op deze
omgevingsvariabelen worden ingespeeld. De macro-omgevingsvariabelen zijn onder te verdelen
in 4 variabelen, namelijk:

Demografisch
Economisch
Sociaal-cultureel
Technologisch

DEMOGRAFISCHE FACTOREN
Op onderstaande tabellen is de huidige leeftijdsopbouw en de leeftijdsopbouw over 10 jaar af te
lezen. Meest opvallend is de toename van mensen ouder dan 65 jaar.

Leeftijdsopbouw in 2014 Leeftijdsopbouw in 2024



BEVOLKINGSSAMENSTELLING
In onderstaand overzicht zijn het totaal aantal inwoners van Nederland weergegeven. Ook is er
hierbij onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen.

Bevolkingsgrootte 12 mei 2014: 16.849.614
Aantal mannen: 8203000
Aantal vrouwen: 8372000


Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 35 | P a g i n a
In onderstaande tabel zijn de leeftijden 4 t/m 12 uitgezet tegen het geslacht.

4 jaar 5jaar 6jaar 7jaar 8jaar 9jaar 10jaar 11jaar 12jaar
Jongen 95.000 95.000 93.000 95.000 96.000 99.000 103.000 103.000 103.000
Meisje 90.000 90.000 89.000 90.000 92.000 95.000 98.000 99.000 99.000

In alle leeftijdscategorie zijn de jongens ongeveer 5% meer vertegenwoordigd.

Verder zijn er enkele gegevens verzameld over het aantal kinderen per vrouw, en de leeftijd van
de vrouw bij haar eerste kind. Ook is er in een tabel aangegeven hoeveel vrouwen er zijn met
0,1,2 en 3 of meer kinderen. Hierover zijn gegevens verzameld van de laatste 70 jaar.

- Aantal kinderen per vrouw: 1.8
- Leeftijd vrouw bij eerste kind: 29.0 (constant)



DYSLEXIE
Hieronder is een tabel te zien met het aantal dyslectische kinderen tussen de 7 en 11 jaar.




Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 36 | P a g i n a
Overige gegevens:
Aantal huishoudens: 7,57 miljoen (1 januari 2013)
Grootte huishoudens: 2.2 personen (2002)

ECONOMISCHE KENMERKEN
Index consumentenvertrouwen
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het
economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis
van de mening van huishoudens over het algemene economisch klimaat en over de eigen
financile situatie.



Uit bovenstaande grafiek is af te lezen dat de consumententevredenheid de laatste maanden
weer is toegenomen. Hieronder zijn de vijf vragen weergegeven die aan de respondenten zijn
gesteld.

Vindt u dat in het algemeen de economische situatie van ons land de afgelopen twaalf
maanden beter is geworden, slechter of hetzelfde gebleven?

En wat denkt u van de komende twaalf maanden? Zal in het algemeen de economische
situatie van Nederland dan beter worden, slechter worden of hetzelfde blijven?

Als het gaat om meubelen, een wasmachine, een televisie en andere duurzame artikelen.
Vindt u dat het nu voor de mensen een gunstige of een ongunstige tijd is om zulke grote
aankopen te doen of noch het een noch het ander.

Is de financile situatie van uw huishouden de laatste twaalf maanden beter geworden,
slechter of ongewijzigd gebleven?

Wat verwacht u van de financile situatie van uw huishouden? Zal deze in de komende
twaalf maanden beter worden, slechter of ongewijzigd blijven?


Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 37 | P a g i n a
Gunstige tijd voor grote aankoop
Op onderstaande grafiek is een toename te zien in de mate van het doen van een grote aankoop.
Mensen zijn dus steeds meer beried tot het doen van een grote aankoop.



Speelgoed uitgaven Belgie
Omdat belgie op veel manieren lijkt op Nederland is nuttige informatie te vinden uit de belgische
markt. Het geeft het beeld van Nederland misschien niet helemaal goed weer, maar het geeft
zeker een indicatie.



Op bovenstaande tabel zijn uitgaves van verschillende groepen af te lezen. Opvallend is dat er
overal een grote toename is vanaf 2005. Kinderen en gezinnen geven dus meer uit aan speelgoed
dan de jaren ervoor. De gemiddelde uitgave van een kind bedraagd 190,- per jaar.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 38 | P a g i n a


Zoals op bovenstaande grafiek is te zien geven de meeste kinderen tussen de 100,- en 300,- uit,
namelijk 57%. Een spreiding van de aankopen gedurende het jaar is hieronder te zien. Opvallend
is dat het meeste speelgoed in de maanden November en December wordt gekocht.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 39 | P a g i n a


Om beter inzicht te krijgen in het type
speelgoed dat de kinderen kopen is hiernaast
een overzicht bijgevoegd. Meest opvallend is
een toename van 0.43% van het
bouwspeelgoed. Daarnaast is er een vlinke
afname in tractoren en accessoires.

Omdat het gaat om cijfers uit 2007 zijn de
statistieken misschien wel een beetje
achterhaalt. Toch zijn het statistieken waarmee
rekening kan worden gehouden bij het
ontwerpen van een technisch product.

Op onderstaande afbeelding is nog een
verdeling gemaakt in verschillende soorten
speelgoed. De videospellen werden in 2005 het
meest gekocht.











Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 40 | P a g i n a
Verhouding speelgoed videospellen
Per leeftijdscategorie is onderscheid gemaakt in speelgoed en videospellen. Tot 13 jaar wordt er
meer geld uitgegeven aan speelgoed, maar vanaf 14 jaar verschuift dit naar videospellen.


SOCIAAL-CULTURELE KENMERKEN

Huwelijk:
Jaarlijks aantal huwelijken: 74.000 (220 per dag)
Gemiddelde leeftijd mannen: 37 jaar
Gemiddelde leeftijd vrouwen: 33 jaar
Percentage echtscheidingen: 34%

Werkende moeders (20 uur of meer):
2012 2002
Geen kinderen 78 % 76%
1 kind 72 % 59%
2 kinderen 62 % 43%
3 of meer kinderen 39 % 27%

kinderen in de kinderopvang:
2006 2007 2008 2009 2010
234.000 293.000 25% 320.000 9% 343.000 7% 376.000 10%

o Groeiende aandacht gezondheid
o Toename milieubewustheid
o mediagebruik
- Opvattingen en normen

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 41 | P a g i n a
TECHNOLOGISCH
Wat zijn huidige trends binnen de technologische wereld in Nederland. Enkele belangrijke
trends worden in dit hoofdstuk besproken.
Het nieuwe werken Mensen hebben steeds minder een vaste werkplek.
Medewerkers werken waar en wanneer ze willen
met behulp van laptops, smartphones en cloud
computing. Het traditionele kantoor wordt verruild
voor thuis of onderweg werken. Dit betekend
minder kantoorruimte, maar de ict helpdesk draait
overuren.

Leven lang leren, iedereen digitaal Door een toenemende snelheid van nieuwe
technologieen raakt bepaalde kennis steeds meer
verouderd. Het streven is om iedere werknemer
een basisiveau technologische kennis aan te leren.
Voldoende vaardigheden van ICT zijn hierbij ook
van belang.

Sociale netwerken De privacy is een gevoelig thema, met de komst van
facebook, twitter en linkedIn. Veel bedrijven
maken tegenwoordig gebruik van deze social
media.

Focus op duurzaamheid Een maatschappelijke trend is de bewustwording
van duurzaamheid. Producten raken op en worden
schaars. Binnen de technologische wereld is dit
onderwerp de laatste jaren veelvuldig genoemd.

Geografische informatiesystemen Bepalen waar je je als persoon bevind wordt de
laatste jaren steeds belangrijker gevonden. Steeds
meer toepassing maken gebruik van dit systeem.

Andere bediening van apparatuur Tegenwoordig worden apparaten op verschillende
manieren bestuurd. Denk hierbij aan een
aanraakscherm, gebaren of stemcommandos.

Minder elektriciteitsverbruik Het is de laatste jaren ook een trend om bij
technische apperaten elektriciteit te besparen. Met
alternatieve koeling is nog veel te winnen.


Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 42 | P a g i n a
TRENDMONITOR

In dit hoofdstuk worden verschillende trend behandeld, die een relatie hebben met de gekozen
doelgroep.

Wearables
Wearables zijn draagbare apparaatjes die je om je arm, lichaam of in je kleding kan dragen.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van de nieuwste wearables.

The Core Houdt bij hoeveel je dagelijks beweegt, en hoeveel calorien je hiermee
verbrandt. The Core wordt bevestigd aan de pols, en staat in contact met
een smartphone.

LG Life Band De LG Life Band richt zich op gezondheid en fitness. Enkele functies van
het apperaat zijn: het aantal stappen tellen, de afgelegde afstand meten en
het weergeven van de verbruikte calorien. Daarnaast kan.de Life Band ook
je hartslag bijhouden.

Martian Notifier De Martian Notifier is een klassiek horloge, maar staat in contact met je
smartphone.Op deze manier bekijk je gemiste oproepjes of emails op je
horloge.

meMini De MeMini is een mini camera die je op je kleding kan clippen. Het
apperaat maakt continu fotos. Opnames langer dan vijf minuten worden
automatisch gewist, tenzij je aan geeft dat je het wil bewaren.

Netatmo June De Netatmo June meet de straling van de zon. De June geeft onder meer
advies wanneer uit de zon te gaan en welk soort zonnebrandcreme te
gebruiken.



Enkele andere belangrijke trends van de laatste paar jaar zijn:

grotere tablets
smartwatches
robots
zelfrijdende autos
3D printers



Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 43 | P a g i n a
CONCURENTEN ANALYSE
VIJF VRAGEN OVER CONCURENTIE VAN PMOT
Vijf vragen over het doen en laten van de concurrenten van het bedrijf PMOT. Deze vragen zullen
gaan over het betreffende concurrerende bedrijf. Door middel van deze vragen proberen wij in
kaart te brengen hoe de concurrentie van PMOT zich in de markt zet.
Wat is de ogenschijnlijke doelgroep van het bedrijf?
Waarmee onderscheid het bedrijf zich?
Waarin is het bedrijf beter en waarin zijn ze minder goed in?
Hoe maakt het bedrijf reclame?
Op welke prijsklasse richt het bedrijf zich?

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 44 | P a g i n a
bedrijf Doelgroep Exclusiviteit Sterke en Zwakke
Punten
Reclame Prijsklasse
Opitec
Hobby-fix
"Kennis
begrijpen en
beleven!
-Alle
onderwijsinstellingen
, pedagogische
inrichtingen en
instellingen voor zorg
& welzijn.

-Klant kan
producten
ontwerpen
-Boeken
-Uitgebreid
Assortiment

Sterk
- Betaling via iDeal
- Internationaal Actief
- Ervaring sinds 1981
- 24/7 bereikbaar
- Gebruiksvriendelijke
website
- Nederlands taal
Zwak
- Sommige Website
elementen werken niet
- Leveren alleen producten
en geen leerervaring
- Nieuwsbrief
- Facebook
- Online
catalogus

60 tot 100
euro
LEGO dacta Alle
onderwijsinstellingen
, pedagogische
inrichtingen en
instellingen voor zorg
& welzijn.

Alleen lego
producten
Sterk
- Bekend merk
- Hoog Vertrouwen
- Sterke marktpositie
- Gebruiksvriendelijke
website
Zwak
- Geen online shop
- Dure producten
- Geen Nederlandse site
- Alleen lego producten
- Leveren alleen producten
en geen leerervaring

Erg veel
manieren, maar
leunt vooral op
reputatie.


Varieert erg,
van 5 tot
enkele
honderden
euros.
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 45 | P a g i n a
Fischertec-
hnik
Alle
onderwijsinstellingen
, pedagogische
inrichtingen en
instellingen voor
Hetzorg & welzijn.

Alleen
fischertechnik
producten
Sterk
- Veel betaalmogelijkheden
- Sterke product
categorisering.
- Nederlandse taal
- Gebruiksvriendelijke
website
Zwak
- Geen uniforme
bekendheid
- Leveren alleen producten
en geen leerervaring
-Alleen fischertechnik
producten
- Nieuwsbrief
- Facebook
- Online
catalogus

Varieert erg,
van 5 tot
enkele
honderden
euros.
Brickadoo Alle
onderwijsinstellingen
, pedagogische
inrichtingen en
instellingen voor zorg
& welzijn.

Alleen
Brickadoo
producte
Sterk
- product specialicering
Zwak
- Geen gebruiksvriendelijke
website
- Geen Nederlandse
website
-Alleen Brickadoo
producten
- Nieuwsbrief


Varieert erg,
van 5 tot
enkele
honderden
euros.
Heutink Alle
onderwijsinstellingen
, pedagogische
inrichtingen en
instellingen voor zorg
& welzijn.

Alleen Heutink
producten
Sterk
- Bekend merk
- Vertrouwen
- Gebruiksvriendelijke
website
- Nederlandse website
Zwak
-Alleen Heutink producten
Erg veel
manieren, maar
leunt vooral op
reputatie.

Varieert erg,
van 5 tot
enkele
honderden
euros.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 46 | P a g i n a
CONCLUSIE CONCURENTENANALYSE
OPITEC
Opitec heeft een website die gebruiksvriendelijk is. Opitec richt zich niet op dezelfde markt als
PMOT. Verder levert OPITEC alleen maar producten en geen totale onderwijssysteem voor
leraren. Een groot verschil met PMOT. Het bedrijf richt zich niet op dezelfde markt als PMOT.
Verder levert OPITEC alleen maar producten en geen lesmateriaal voor de kinderen. Een groot
verschil met PMOT.
LEGO DACTA
Grootste concurrent van PMOT. Lego Dacta heeft als voordeel dat het merk Lego bekend staat
om zijn duurzaamheid en betrouwbaarheid. Verder zijn er veel overeenkomsten in doelgroep,
afnemers, prijs en zwakke en sterke punten. Maar een zwak punt van deze concurrent is dat ze
alleen producten van lego verkopen. En sommige scholen willen geen lego verkopen omdat
kinderen thuis al veel met leg35o spelen (aldus de heer P. van Dort, persoonlijk interview, 22
mei 2014).
FISCHERTECHNIK
Fischertechniek lijkt qua opzet veel op opitec. Ze leveren alleen producten af en geen
lesmateriaal. Een punt waar PMOT dus in uitblinkt. Verder hebben ze veel betaalmogelijkheden
en een gebruiksvriendelijke website. Een zwak punt is wel dat ze geen fysieke winkel hebben en
alleen Fischertechniek producten verkopen.
BRICKADOO
Brickadoo lijkt qua opzet veel op Fischertechniek. Ze leveren alleen producten af en geen
lesmateriaal. Een punt waar PMOT dus in uitblinkt. Een sterk punt van Brickadoo is dat ze een
sterke product specialisatie hebben, waardoor klanten terug blijven komen naar de website.
Nadelen zijn wel dat ze geen gebruiksvriendelijke website hebben, geen Nederlandse site
hebben, geen fysieke winkel hebben en alleen Brickadoo producten verkopen.
HEUTINK
Heutink heeft ook dezelfde opzet als Fischertechniek. Het is een bekend merk waardoor ze bij
consumenten veel vertrouwen hebben. Verder hebben ze een Nederlandse en een
gebruiksvriendelijke website. Nadelen zijn daty ze geen fysieke winkels hebben en alleen
Heutink producten verkopen..


Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 47 | P a g i n a
AFNEMERSANALYSE
Wij zijn precies de afnemers? Volgens de eigenaar van het bedrijf PMOT (Pim van Dort) zelf zijn
het de dealers, scholen en de particulieren. Echter wil meneer van Dort zich vooral meer
particulieren als afnemers. De reden hiervoor is dat er gewoonweg meer
particulieren(1.000.000+) zijn dan scholen (7000). De particulieren zijn dan ook de meest
potentiele afnemers.
Het bedrijf PMOT richt zich momenteel vooral op techniek educatief lesmateriaal. Echter heeft
het bedrijf ook gereedschap in hun assortiment, maar dit is niet de hoofdmarkt. De eigenaar, Pim
van Dort, vindt vooral het educatieve gedeelte belangrijk. Het bedrijf levert een totaal pakket
en niet alleen losse producten. Hierdoor heeft de afnemer aan het pakket genoeg. De kinderen
kunnen gelijk bezig met bouwen. Maar het bouwproces is niet het belangrijkst volgens Pim van
Dort. Het leerproces naar het bouwproces toe is het belangrijkst. Bouwen kan iedereen, maar
het snappen is totaal iets anders.
Waarom kiezen de afnemers eigenlijk voor het bedrijf PMOT. Dit komt vooral door de reclame
van uitgevers. In de reclameboekjes van de uitgevers worden de bedrijven onderverdeeld in
twee groepen. 1. Materiaal van bedrijven dat je moet kopen en 2. Materiaal van bedrijven dat je
mag kopen. Beland je als bedrijf in groep van Dit materiaal moet je kopen! verkoop je volgens
Pim van Dort veel meer en hoef je eigenlijk als bedrijf niks meer te doen. Het product verkoopt
toch wel, dankzij de reclame. Daarnaast zijn de producten van Pim van Dort exclusief. Dit houdt
in dat alleen PMOT de producten verkopen.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 48 | P a g i n a
STERKTES EN ZWAKTES - PMOT
STERKTES - STRENGTH
Adviseren scholen over hoe ze techniek onderwijs kunnen vormgeven
Uitgebreid aanbod van techniek georinteerd onderwijsmateriaal.
Hiermee kunnen de kinderen in de klas experimenten met energie. Het geeft de
kinderen een kans om met spannende en educatieve lesmaterialen te gebruiken om
het thema energie heen. Daarnaast is er de mogelijkheid voor leerkrachten om het
techniek onderwijsmateriaal te gebruiken om het thema energie op een beeldende
en praktische wijze vorm te geven.
Voortdurend opzoek naar innovatie en productvernieuwing om techniek en energie
onderwijs op basisscholen nog verder te versterken.
De ambitie om de marktpositie van het bedrijf verder te versterken en, waar
mogelijk, verder uit te breiden.
Producten waarmee leerlingen & leerkrachten uit zowel de basis- als het voortgezet
onderwijs aan de slag kunnen met ontwerpend leren en lerend ontwerpen.
Eigenaar is actief bezig als adviseur van het platforum beta techniek, een landelijke
organisatie die gericht is op de stimulering van bta- en techniekonderwijs in
Nederland, en op de ontwikkeling en inspireren van talentvolle jongeren. Daarnaast
heeft het bedrijf 25 jaar ervaring met wetenschap en technike in het onderwijs.
De eigenaar kan zijn ervaring die hij opgedaan heeft als adviseur gebruiken bij het
dagelijks werk van het bedrijf. Hierdoor deze ervaring gezien als sterkte van het
bedrijf.
Particulieren zijn ook welkom.
PMOT onderscheid zich van andere leveranciers omdat:
Ze werken nauw samen met onderwijsinstellingen rondom ontwerpend leren,
waardoor zij ook in vakgebieden zoals taal, rekenen, sociale vaardigheden en
wereld orintatie opereren.
ZWAKTES - WEAKNESS
Weinig naamsbekendheid
Out-of-date website
Geen producten voor dyslecten
Weinig promotie
Geen concurrentiestrategie
Geen vestiging voor verkoop, alleen een magazijn
Producten alleen verkrijgbaar via webshop




Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 49 | P a g i n a
SWOT ANALYSE

Hulpvol Schadelijk
Intern Sterktes
Adviseren scholen over hoe ze techniek onderwijs
kunnen vormgeven
Uitgebreid aanbod van techniek georinteerd
onderwijsmateriaal. Hiermee kunnen de kinderen in de
klas experimenten met energie. Het geeft de kinderen
een kans om met spannende en educatieve
lesmaterialen te gebruiken om het thema energie heen.
Daarnaast is er de mogelijkheid voor leerkrachten om
het techniek onderwijsmateriaal te gebruiken om het
thema energie op een beeldende en praktische wijze
vorm te geven.
Voortdurend opzoek naar innovatie en
productvernieuwing om techniek en energie onderwijs
op basisscholen nog verder te versterken.
De ambitie om de marktpositie van het bedrijf verder te
versterken en, waar mogelijk, verder uit te breiden.
Producten waarmee leerlingen & leerkrachten uit
zowel de basis- als het voortgezet onderwijs aan de slag
kunnen met ontwerpend leren en lerend ontwerpen.
Eigenaar is actief bezig als adviseur van het platforum
bta techniek, een landelijke organisatie die gericht is
op de stimulering van bta- en techniekonderwijs in
Nederland, en op de ontwikkeling en inspireren van
talentvolle jongeren. Daarnaast heeft het bedrijf 25 jaar
ervaring met wetenschap en techniek in het onderwijs.
De eigenaar kan zijn ervaring die hij opgedaan heeft als
adviseur gebruiken bij het dagelijks werk van het
bedrijf. Hierdoor deze ervaring gezien als sterkte van
het bedrijf.
Particulieren zijn ook welkom.
Zwaktes
Weinig naamsbekendheid
Out-of-date website
Geen producten voor dyslectici
Weinig promotie
Geen concurrentiestrategie
Geen vestiging voor verkoop, alleen een
magazijn
Producten alleen verkrijgbaar via web shop

Exter
n
Kansen
Meer reclame maken en PR-en. Door bijvoorbeeld
rondgaan langs scholen. Kinderen in contact brengen
met de producten.
Website flink vernieuwen, dit kan gedaan worden door
experts op dit gebied. Dit kost geld maar is op lange
termijn voordelig uit omdat een goed ogende website
klanten trekt en vast houd op de website wat de
verkopen doet stijgen.
Producten gaan ontwikkelen voor mensen met dyslexie.
Dit kan bijvoorbeeld met de hulp van organisaties en
scholen.
Meer promoten. Door bijvoorbeeld scholen bezoeken,
online advertenties plaatsen, naar beurzen gaan,
product zoeken waar vraag naar is.
Websites van concurrenten in de gaten houden. Letten
op de kwaliteit, prijs, service en leveringen.
Uitbreiden naar winkel, wanneer dit uit kan qua kosten.
Bedreigingen
Het adviseren van scholen is relatief
makkelijk om te doen dus ook voor
concurrentie.
Techniek kan niet aanslaan op
basisschool kinderen
Er is veel concurrentie die ook altijd op
zoek is naar innovatie en
productvernieuwing.
Andere bedrijven hebben ook ambities
en op het moment dat een bedrijf wil
groeien dan moet het concurrentie
aangaan en meer geld investeren. Mocht
dit mislukken dan gaat er veel geld
verloren.
Door producten waarmee leerlingen &
leerkrachten uit zowel de basis- als het
voortgezet onderwijs aan de slag
kunnen met ontwerpend leren en lerend
ontwerpen kan specialisatie verloren
gaan en zo de kwaliteit van het product
ook.
Het bedrijf kan een ouderwetse kijk
hebben op de manier van het gebruik
van wetenschap en techniek bij het
lesgeven.
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 50 | P a g i n a



Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 51 | P a g i n a
Tijdens het vooronderzoek is er gekeken naar de sterktes & zwaktes (Intern Het bedrijf PMOT)
en kansen & bedreigingen (Extern De markt). Hierbij zijn een aantal resultaten uit gekomen.
De belangrijkste resultaten worden hieronder kort uitgelegd.
STERKTES PMOT
Voor dit onderzoek is er ook gekeken naar de sterktes van het bedrijf PMOT. Hieronder worden de
belangrijkste sterktes weergegeven.
Adviseren scholen over hoe ze techniek onderwijs kunnen vormgeven
Uitgebreid aanbod van techniek georinteerd onderwijsmateriaal.
Voortdurend opzoek naar innovatie en productvernieuwing om techniek en energie
onderwijs op basisscholen nog verder te versterken.
Producten waarmee leerlingen & leerkrachten uit zowel de basis- als het voortgezet
onderwijs aan de slag kunnen met ontwerpend leren en lerend ontwerpen.
Particulieren zijn ook welkom.
ZWAKTES PMOT
Naast een aantal sterktes die het bedrijf heeft, heeft het bedrijf uiteraard ook een aantal zwaktes.
Hieronder worden ook de belangrijkste zwaktes weergegeven:
Weinig naamsbekendheid
Out-of-date website
Geen vestiging voor verkoop, alleen een magazijn
Producten alleen verkrijgbaar via web shop
KANSEN
Voor het bedrijf PMOT zijn er nog redelijk veel kansen in de markt. Deze kansen zijn tijdens het
vooronderzoek onderzocht. Hieronder ziet u een overzicht van de meest belangrijke kansen voor het
bedrijf PMOT.
Meer reclame maken en PR-en
Producten gaan ontwikkelen voor mensen met dyslexie.
Uitbreiden naar winkel, wanneer dit uit kan qua kosten
BEDREIGINGEN
Als laatste is er gekeken naar de bedreigingen van de markt. Ook hier zijn de belangrijkste bedreigingen
voor het bedrijf PMPT hieronder weergegeven.
Het adviseren van scholen is relatief makkelijk om te doen dus ook voor concurrentie.
Techniek kan niet aanslaan op basisschool kinderen
Er is veel concurrentie die ook altijd op zoek is naar innovatie en productvernieuwing.
Het bedrijf kan een ouderwetse kijk hebben op de manier van het gebruik van wetenschap en
techniek bij het lesgeven.

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 52 | P a g i n a
8. 2 CONCEPTUEEL MODEL
Het conceptueel model is de visuele weergave van datgene wat er onderzocht gaat worden.
Bij de dimensie erkenning en waardering wordt er gekeken of de leerling ervan bewust is als
hij/zij iets goeds of slechts doet. Iedere persoon wil betekenisvol zijn en erkenning krijgen. Er
wordt dus gekeken of de leerlingen hiervan bewust zijn.
Bij ontwikkeling en competenties wordt er gekeken of de leerkracht voldoende kennis aan de
leerlingen overbrengt. Zal de leerkracht de leerlingen laten experimenteren, al doende en al
ondervindend leren? Er zal onderzocht worden wat de leerlingen gaan doen, wat hun motiveert
en waar zij moeite mee hebben.
Kinderen hebben behoefte aan affectie en geborgenheid. Ze hebben lichamelijke aanraking en
liefdevolle benadering nodig en willen ook zelf genegenheid kunnen geven. Er zal onderzocht
worden of deze behoefte bij de kinderen vervuld wordt en dat zij bewondering kunnen tonen
voor anderen.
Elke kind wil graag voldoen aan de verwachtingen, normen en regels die gesteld worden in de
omgeving waarin zij verblijven.
Als er antwoord op de dimensies en indicatoren komen, zal er uiteindelijk een educatief en
innovatief productidee komen voor de kinderen in het energie onderwijs.
















Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 53 | P a g i n a
8. 3 ENQUETE

Je bent ongeveer 15 minuten bezig met het invullen van deze vragenlijst, veel succes!
ALGEMEEN
1. Ik ben een
o Jongen
o Meisje
2. Ik ben .. jaar oud.
ENERGIE
3. Weet jij wat zonne-energie is? Ja / nee
4. Weet jij wat windenergie is? Ja / nee
5. Weet jij wat kernenergie is? Ja / nee
6. Krijg je wel eens les over energie? Ja / nee
Zo ja, vind je dat leuk? Ja / nee
Zo nee, zou je les over energie willen krijgen?
o Nee
o Ja, het liefst zo vaak mogelijk!
o Ja, maar het hoeft niet heel vaak!
o Ja, een keer is wel leuk
TECHNIEK
1. Vind je het leuk om dingen te bouwen? Ja / nee
2. Weet je wat een tandwiel is? Ja / nee
3. Teken een tandwiel.







4. Weet je hoe versnellingen op een fiets werken? Ja / nee

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 54 | P a g i n a
5. Wat zou jij het liefst willen maken?
(kies er 2.)
o Auto
o Gebouw
o Website
o Windmolen
o Poster
o Boot
o Vliegtuig
INTERESSES
1. Wat vind jij belangrijk als jij een bordspel met je vrienden speelt?
(je mag er 3 aankruisen.)
o Ik wil graag winnen met mijn vrienden.
o Ik wil weten of ik het goed doe.
o Ik wil een beloning voor mijn inzet.
o Ik wil iets nieuws leren.
o Ik wil in mijn eentje de beste zijn .
o Ik wil dat het spel duidelijk is.
o Ik wil samenwerken.
o Het spel moet eerlijk verlopen.
o Iedereen moet plezier hebben.
o Ik speel het liefst alleen.

2. Speel je graag spelletjes achter de computer? Ja / nee
3. Welke spelletjes vind je het leukst?
o Actie spelletjes
o Avontuur spelletjes
o Puzzel spelletjes
o Sport spelletjes
o Race spelletjes
o Behendigheid spelletjes
4. Heb je een mobieltje? Ja / nee
5. Zo ja, speel je daar wel eens spelletjes op? Ja / nee
6. Ik speel het liefst
o Buiten
o binnen

Dankjewel voor je deelname!

Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 55 | P a g i n a
8. 4 INTERVIEW
TOPICLIST
Speelwijze
Bij speelwijze wordt gevraagd wat voor speelgoed de kinderen het liefst binnen en
buiten mee spelen en waarom hun voorkeur daar naar gaat.
Eigen belang
Er wordt gevraagd wat de leraar zelf het belangrijkste vind voor de kinderen.
Energiebeleving
Hierin wordt achterhaald wat voor kennis de kinderen hebben met energie onderwijs en
hoe zij dit beleven. De behoeftes van de leerkracht worden hier ook gevraagd.
Erkenning en waardering
Hierin wordt achterhaald op wat voor manieren het goede en slechte gedrag van
kinderen wordt erkend.
Eventuele toevoegingen
INTERVIEW
Beste leraar,
Ten eerste willen wij u heel erg bedanken voor uw deelname aan dit onderzoek.
Wij zijn studenten Human Technology aan de Hanzehogeschool in Groningen. Wij doen
onderzoek naar het speelgedrag van kinderen van groep zes tot en met acht. We zijn benieuwd
naar hoe zij spelen en vooral hoe zij dit beleven. Het doel van het onderzoek is het bedenken van
nieuw innovatief speelgoed.
Onze onderzoeksvraag luidt:
Welke eigenschappen zijn van belang bij het ontwerpen van een educatief, innovatief en
technisch lesmateriaal dat aansluit op de oer behoeftes van scholieren in de groepen zes tot en
met acht?
Speelwijze
1. Wat houdt de kinderen op dit moment bezig in tegenstelling tot vroeger?



2. Met welk speelgoed spelen de leerlingen vooral als zij alleenbinnen spelen? En waarom
juist met dat speelgoed?



3. Met welk speelgoed spelen de leerlingen vooral als zij alleenbuiten spelen? En waarom
juist met dat speelgoed?



Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 56 | P a g i n a
4. Met welk speelgoed spelen de leerlingen vooral als zij samen met vriendjes of
vriendinnetjesbinnen spelen? En waarom juist met dat speelgoed?



5. Met welk speelgoed spelen de leerlingen vooral als zij samen met vriendjes of
vriendinnetjesbuiten spelen? En waarom juist met dat speelgoed?


Eigen Belang
Wat vind u zelf belangrijk aan speelgoed datbinnen wordt
gespeeld?



6. Wat vind u zelf belangrijk aan speelgoed datbuiten wordt gespeeld?



7. Wat vind u het belangrijkste aan speelgoed?
o Actief bewegend spelen
o Veiligheid
o Educatief
o Duurzaamheid
o Gezelschap/Familiespel
o Anders,
namelijk:.
Energiebeleving
8. Wat weten de kinderen van energie? Op wat voor manier?



9. Hoe beleven zij het?



10. Welk lesmateriaal wordt er op dit moment gebruikt voor energie?



Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 57 | P a g i n a
11. Welke behoefte heeft u aan lesmateriaal voor energie onderwijs?


Erkenning en waardering

12. Wordt de leerling beloond als hij/zij iets goeds doet? Zo ja, zoals wat?




13. Op wat voor manier weet de leerling wanneer hij/zij iets goeds heeft gedaan?




14. Krijgt de leerling een reactie op goed of slecht gedrag?




15. Op wat voor manier wordt het duidelijk voor de leerling wanneer hij/zij iets beter doet
dan anderen?



Eventuele toevoegingen

16. Hebt u nog iets toe te voegen, op of aanmerkingen?








Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 58 | P a g i n a
8. 5 OBSERVATIESCHEMA


Basisschool: ............................................................................................................................

Groep: ........................

Leerkracht:............................................................................ Man / vrouw

Datum:..................................................................................

Dimensie

Toelichting
Erkenning en waardering
1. De leerling weet wanneer hij/zij
iets goeds doet.








2. De leerling krijgt een reactie op
zijn/haar gedrag.






Start observatie: ..............

Einde Observatie:..............

Benodigde tijd:..............

Observator:............................................................................................................................
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 59 | P a g i n a




3. Wordt het duidelijk voor de
leerling wanneer hij iets beter
doet dan anderen?









Ontwikkeling en competentie
4. De docent laat de leerlingen
experimenteren, al doende en al
ondervindend leren.








5. Welke activiteit doet de leerling?






6. Is de leerling geconcentreerd
bezig met de activiteit?
o Actief
o Passief
o Negatief
Verdere toelichting:
Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 60 | P a g i n a





7. De leerling ervaart de energie
beleving met interesse en is
gemotiveerd.
o Actief
o Passief
o Negatief
Verdere toelichting:





8. De kinderen weten al veel over
energie.

9 Welke handelingen hadden de
kinderen moeite mee?






Affectie en geborgenheid
10. De docent voorziet interactieve
werkvormen waarin de kinderen
leren samenwerken.




11. De leerling kan bewonderingen
tonen voor anderen.




Onderzoeksrapport Groep 8 Thema 4 61 | P a g i n a


Behoefte om een goed mens te zijn
12. De docent bevordert positieve
omgang tussen de kinderen
onderling






13. Wordt alles duidelijk gemaakt
aan de leerlingen?






14. Is het duidelijk voor de leerling
wat wel en wat niet is
toegestaan?

o Actief
o Passief
o Negatief
Verdere toelichting:

You might also like