You are on page 1of 5

Bedrijfseconomie

Boek .

Wat heeft een bedrijf o.a. nodig:
Gebouw Balans
Meubelen Activa Passiva
Kasten Aanschaffingen Beschikbaar geld
Apparatuur Debet Credit
Voorraad Bestedingen van Bronnen van
Kas het vermogen het vermogen
Bezittingen Geleend geld
Een balans geeft een overzicht van de Kapitaal Vermogen
bezittingen van een onderneming en de Inventaris
wijze waarop deze zijn gefinancierd.

Vermogen heeft betrekking op de beschikking over goederen, al dan niet met de
tussenkomst van geld.

Start onderneming:
Voorlichtingen van KvK, belastingdienst en bank
Software programmas ondernemer, organisatieplan, marketingplan, priv situatie
ondernemer en financile waarden.

Mono-product-onderneming: verhandelt maar n product.
Handelsonderneming: verhandelt kant en klaar ingekochte goederen.

Kas: geld dat nog niet besteed is (spaargeld).
Transacties: verkoop van goederen en diensten.
Crediteuren: vreemd vermogen: van de bank geleend.
Op rekening: later terugbetalen aan leverancier.

Veranderingen eigen vermogen:
1. Verandering van het eigen vermogen als gevolg van transacties die samenhingen met
de in- en verkoop.
2. Verandering van het eigen vermogen als gevolg van transacties die samenhingen met
de priv sfeer.

Bedrijfsuitvoering: in- en verkoop verhogen/verlagen eigen vermogen.

Opbrengsten: activiteiten die het eigen vermogen verhogen / de waarde van de verkochte
goederen of geleverde diensten.
Kosten: activiteiten die het eigen vermogen verlagen / de waarde van de verbruikte
middelen om de opbrengst te realiseren.

Winst: opbrengsten kosten = +
Verlies: opbrengsten kosten= -
Verlies- en winstrekening: overzicht waarop de opbrengsten en kosten van een bepaalde
periode worden vermeld, resulterend in een winst of verlies. Ook wel resultatenrekening.
hoeft niet aan beide kanten gelijk te blijven
Kosten Opbrengsten
Liquiditeitsoverzicht:
moet aan beide kanten gelijk blijven
Overzicht van ontvangsten en uitgaven,
Uitmondend in een kassaldo.

Ontvangsten: transacties die kas verhogen, ingaande geldstroom.
Uitgaven: transacties die de kas verlagen, uitgaande geldstroom.

Liquiditeiten: geldmiddelen Ontvangsten Uitgaven

Relatie tussen opbrengsten en ontvangsten:
1 opbrengsten die tevens ontvangsten zijn;
2 opbrengsten die geen ontvangsten zijn;
3 ontvangsten die geen opbrengsten zijn.

Relatie tussen kosten en uitgaven:
1 kosten die tevens uitgaven zijn;
2 kosten die geen uitgaven zijn;
3 uitgaven die geen kosten zijn.

Voorraadgrootheden: grootheden die we op een bepaald moment meten. balans
Stroomgrootheden: grootheden die we over een bepaalde periode meten. RR + LO

Journaalposten:
We spreken van een debitering als een post op aan de debet-zijde toeneemt f als een post
aan de credit-zijde afneemt.
We spreken van een creditering als een post aan de debet-zijde afneemt f als een post aan
de credit-zijde toeneemt.

Uitgebreide uitleg balans en resultatenrekening
Op een balans is aan de ene kant (debet) het bezit/de vorderingen van een bedrijf vermeld.
Bijv. de waarde van grond, gebouwen, machines, debiteuren, kasgeld, banktegoed. Aan de
andere kant (credit) kun je zien hoe de debetkant gefinancierd is. Die andere kant bevat het
vermogen. Dit vermogen bestaat uit vreemd vermogen (allerlei soorten leningen, maar ook
crediteuren (het geld dat je nog aan leveranciers moet betalen) en eigen vermogen. Het
verschil tussen het totaal van de debetkant en het vreemd vermogen is het eigen vermogen.
De balans is dus altijd in evenwicht, vandaar de naam:-)
In samenvatting: de balans geeft een overzicht van de bezittingen en schulden van een
onderneming op een bepaald moment.
Op de resultatenrekening komen aan de debetkant de kosten terecht. Die zijn
bedrijfsafhankelijk. Bijv. kosten van grond- en hulpstoffen, afschrijvingskosten,
energiekosten, rentekosten, kosten van drukwerk, porti, verzekeringen enz. enz. Aan de
creditkant komt de omzet terecht die het bedrijf maakt.
Als het goed is, is het totaal van de creditkant hoger dan het totaal van de debetkant. Dan is
sprake van winst. De resultatenrekening is in debet en credit gelijk doordat het winstsaldo
wordt bijgeteld aan de debetkant. Zou er een verliessaldo zijn (meer kosten dan
opbrengsten) dan wordt het verliessaldo bijgeteld aan de creditkant.
Een winst leidt tot een verhoging van het eigen vermogen. Dit leidt er dus toe dat hetzelfde
bedrag wat je als saldo winst ziet staan op de resultatenrekening aan de creditkant van de
balans wordt bijgeteld bij het eigen vermogen. Bij een verliessaldo wordt het eigen
vermogen natuurlijk lager. Ieder boekjaar (meestal gelijk aan het kalenderjaar) begin je weer
met een lege resultatenrekening.
In samenvatting: de resultatenrekening geeft een overzicht van de kosten en opbrengsten en
het resultaat t/m een bepaalde periode in het boekjaar.
Die twee horen dus bij elkaar.
In een liquiditeitsbegroting probeer je zo goed mogelijk te schatten wanneer welke
bedragen binnenkomen en wanneer welke bedragen betaald moeten worden zodat je ook in
kunt spelen op verwachte tekorten.

Sheets .

Bedrijfseconomie: de wetenschap die de handel in goederen en diensten door ondernemingen en de
financile kant van de onderneming bestudeert.

3 belangrijkste bedrijfseconomische overzichten:
Balans
Resultatenrekening (winst- en verliesrekening / exploitatierekening)
Liquiditeitsoverzicht

Balans: overzicht van bezittingen, de schulden en het eigen vermogen op een bepaald moment.
Resultatenrekening: overzicht van alles inkomsten en uitgaven van een bedrijf.
Liquiditeitsoverzicht: een weergave van het banksaldo.

Jaarverslag
-Financile overzichten: Balans, winst en verliesrekening, liquiditeitsoverzicht
-Toelichting directie
-Accountantsverklaring

Balans
Resultatenrekening Inkoopwaarden omzet omzet
(personeel)
Winst

Iedere transactie
veroorzaakt minimaal
een debet en een
creditboeking

Activa: goederen die actief voor je werken en geld in het laatje brengen verkoop
Passiva: lasten, ze kosten je geld en leveren je geen inkomsten op hypotheek

Journaalposten: links kosten, rechts hoe gefinancierd





Winst- en verliesrekening Opbrengsten en kosten (verandering EV)

Periode overzicht
Bevat mutaties op het eigen vermogen
Bevat kosten en opbrengsten
Geeft het resultaat weer
Resultaat kan positief en negatief zijn
( winst of verlies )

Liquiditeitsoverzicht Ontvangsten en uitgaven (verandering kas)

Periode overzicht
Bevat de mutaties op de liquide middelen (kas)
Bevat ontvangsten en uitgaven
Geeft de verandering van de Kas/Bank weer(= saldo van
ontvangsten en uitgaven)
Verandering kan positief zijn (toename kas) en negatief
(afname kas).

Als eigenaar geld uit de onderneming neemt voor eigen gebruik noemen we dat priv-opname.
Als een eigenaar geld in de onderneming stort noemen we dat een priv storting.
is wel een mutatie in het EV maar dit komt NIET op de Winst & verliesrekening.

Kosten <> uitgaven
Opbrengsten <> ontvangsten
Rentekosten van 500,= worden maandelijks geboekt. Betaling van 6.000,= aan de bank vindt
aan het einde van het jaar plaats


Rentebedrag in n keer als kosten boeken mutatie op resultatenrekening EN liquiditeitsoverzicht

betalen liquiditeit
voorraad, bank, kas balans liquiditeit staat altijd ook op de balans
kosten resultatenrekening
verkoop = omzet resultatenrekening
voorschot betalen dus liquiditeit
omzet kosten en inkoopwaarde = resultatenrekening

You might also like