Professional Documents
Culture Documents
NAAM STUDENT
Ilse Roest
STUDENTNUMMER
KLAS
1F
STAGESCHOOL
OBS de Klim
STAGEBEGELEIDER
Icia
STAGEGROEP
6/7 B
VAK / ONDERWERP
muziek
DATUM
VOORBEREIDING
Omcirkelen:
De kinderen hebben elke week een muziekles. Deze lessen hebben veel variatie. Ze
leren liedjes, schrijven ze hun eigen rap, gebruiken muziekinstrumenten, enz.
leerlingen al?
De kinderen hebben duidelijke afspraken nodig. Er zitten een aantal kinderen bij die
moeten weten wat de grens is, anders wordt het een ongeorganiseerde boel.
Als je dit lied aanleert in de tijd van moederdag of vaderdag is het erg actueel voor de
kinderen. Dit lied kunnen ze voor hun vader of moeder zingen op die dag.
De powerpoint gebruik ik om de kinderen het lied te laten zien. Zodat ze mee kunnen
lezen en kunnen kijken hoe je de Friese woorden schrijft.
Haverkort, F., Lei, R., van der, Noordam, L. (2010), Eigen-wijs, Muzikale Vorming.
LESOPBOUW
TIJD
-Min
INLEIDING
+ Verwachtingen / doelen
duidelijk maken
ACTIVITEIT
Vorm
ISK
(van der Lei, Haverkort & Noordam, 2010) Het aanleren van een
nieuw lied doe je vanaf groep 3 in drie fasen: introductie, aanleren
en afsluiting.
Ik vertel de leerlingen dat ik ze vandaag een nieuw lied ga
aanleren, een lied in een andere taal. Daarvoor wil ik wel wat
afspraken maken, zodat de les goed verloopt. Samen met de
kinderen bedenk ik afspraken waar we ons aan gaan houden.
Ik vertel dat we het liedje eerst een keer gaan beluisteren en dat ze
dan moeten raden in wat voor taal het liedje wordt gezongen.
KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt
aan bod, in welke
volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof
toegankelijk en
overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en
aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen
wat ik met deze les wil
bereiken?
+ Pendelen tussen
leerstof, leerling en
leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies
ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor
voldoende variatie in
werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve
kenmerken zijn er en hoe
speel ik daar op in?
Het liedje heite/memmedei komt aan bod. Ik laat het liedje eerst
aan de kinderen horen en ze moeten raden in welke taal het wordt
gezongen (KVBmodel: betekenis). Ik laat een aantal kinderen hun
antwoord in de klas zeggen.
Ik laat daarna het liedje zien op het bord en lees het liedje eenmaal
voor. Ik vraag aan de kinderen wat hun opvalt aan de geschreven
tekst die op het bord staat. Ik wijs nu andere kinderen aan. Daarna
lees ik het liedje in het Nederlands voor. Dan vraag ik aan de
kinderen of ze woorden op het bord zien, waarvan ze niet weten
wat het in het Nederlands is. Ik vertaal de woorden die ze niet
begrijpen. Daarna lees ik het lied nogmaals in het Fries voor en
benadruk de uitspraak van de woorden. Ik vraag aan de kinderen
of iemand van hen het alleen durft voor te lezen. Ik laat dit door 3
kinderen doen (als er kinderen zijn die het durven).
Ik zeg dat ik het liedje eerst alleen ga zingen, maar dat ze mogen
meezingen op de woorden: krijt mem fan my, memmedei, no
mar ut. Als dit in n keer goed gaat, mogen ze de tweede keer de
rest van het lied ook meezingen. Als dit helemaal goed gaat, laat ik
de kinderen gezamelijk het lied zingen, ik ben dan stil.
+ Hoe speel ik in op
onderwijsbehoeften?
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
+ Hoe cluster ik de
kinderen in groepen.
+ Hoe stimuleer ik de
motivatie van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback
aan leerlingen?
GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien
en hoe reageer ik daarop
+ Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen
materialen
+ Regels, afspraken
KLAAR / NIET KLAAR
+ Wat kan een leerling
doen als hij klaar / niet
klaar is?
AFSLUITING
Ik controleer het doel in de laatste stap van het zingen van het lied;
de kinderen zingen zelfstandig het lied. Dit 2 3 keer totdat het
goed klinkt.
EVALUATIE STUDENT
Heb ik mijn doelen
bereikt?
+ Indien niet allemaal,
dan per doel
omschrijven wat je
niet bereikt hebt wat
daar een mogelijke
oorzaak van is en wat
je de volgende keer
gaat doen om dat doel
wel te bereiken?
EVALUATIE PRAKTIJKOPLEIDER
KIJKVRAAG
PRAKTIJKOPLEIDER
+ Ik wil mijn
praktijkopleider
vragen om te kijken
naar.
DOELEN LEERLINGEN
+ Zijn de doelen voor
de leerlingen behaald?
+ Is het de student
gelukt om het gedrag
op te roepen dat de
bedoeling was?
HANDELEN STUDENT
+ Werd de lesstof op
een passende manier
aangeboden?
+ Hoe verliepen de
voorbereiding en
organisatie van de
activiteit?
+ Hoe was het contact
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
met de leerlingen?