You are on page 1of 6

LESONTWERP

ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Campus Heverlee
Hertogstraat 178
3001 Heverlee
Tel. 016 375600
www.khleuven.be

Naam: Sarah Labanieh, Wout Geeraerts, Wietse Lemaire, Vincent


Decoster,
Vakkencombinatie:
Stagebegeleider DLO:

School: HHH

Les gegeven door: Bovenstaande namen

Onderwijsvorm: A stroom

Vak: Aardrijkskunde

Richting: verscheidene richtingen

Onderwerp: Het Relif en de landschapselementen vanop


de Heideberg.

Klas: verscheidene klassen (in groepjes)

Vakmentor: Mevr. Verstappen

Lokaal: Kessel-Lo, Heideberg

Datum/Data: 7 oktober 2014

Aantal leerlingen: groepjes

Lesuur/-uren: 9u-12u / 13u-16u

BEGINSITUATIE
Situering in de lessenreeks

Deze les kadert voor het grootste deel in het thema Relif waarin in het totaal 7 lessen worden besteed. (Ook
menselijke en natuurlijke landschapselementen komen aan bod, dit is deel van thema 3 Landschap en kaart.)
In de vorige lessen hebben de leerlingen het thema landschap en kaart behandeld.
In de volgende lessen gaan de leerlingen dieper in op thema 4 Relif.

Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)

Leerlingen
Leerlingen
Leerlingen
Leerlingen

kennen vermoedelijk al een aantal termen zoals horizon en relif.


kunnen reeds werken met een determineerkaart.
zijn nog niet vertrouwd met de verschillende soorten relifvormen.
kennen de topografische kaart en de werking hiervan.

Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit

De meeste leerlingen wonen in de omgeving van Leuven en gaan dus ook een aantal landschapselementen
zoals de AB Inbev, de abdij van Vlierbeek en het St-Maartensdal kennen.
Enkele leerlingen weten wat de heideberg is en hebben deze misschien al bezocht.

Leerniveau van de klasgroep, klassfeer,


/

DIDACTISCHE VERANTWOORDING

Welke (vak)didactische principes en werkvormen komen in je les aan bod? Waarom kies

je voor deze aanpak?

EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN


Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)
ET 1

een reel landschap en beelden ervan met elementaire geografische termen beschrijven en deze op een
overeenstemmende kaart aanwijzen.

ET 12

De leerlingen kunnen in een landschap en op een beeld de belangrijkste elementen van het relif
aanwijzen alsook relifvormen herkennen en benoemen.

Situering in het leerplan:


4.1 Terreinwerk
1. Op het terrein landschapselementen herkennen en benoemen door middel van gerichte waarneming
4.3 Landschap en kaart
1. Op het terrein en op fotos elementen van het landschap waarnemen, beschrijven en rubriceren in
natuurlijke en menselijke elementen.

4.4 Relif
1. Op het terrein en op fotos het relif waarnemen en beschrijven door middel van kenmerken van de 3
visuele relifelementen.
3. Op het terrein (voor de eigen leefruimte) en op foto (voor elders) de belangrijkste relifvormen herkennen
en benoemen.

ALGEMEEN LESDOEL
De leerlingen kunnen een het relif determineren aan de hand van de 3 visuele relifelementen en kunnen de
oorsprong van de landschapselementen benoemen.

SCHOOLAGENDA

(Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de paginas in het werk- en/of handboek.)

Excursie Heideberg W5

BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.)


Delestinne, J., Dereyemaeker, K., Eraly, J., Olaerts, L., Spreutels, K., Vanluyten, I., Van Rompuy, L., (2014). Op
verkenning in het Hageland! leeruitstap naar de heideberg. Heilig-Hartinstituut Heverlee.

LEERMIDDELEN & MEDIA


- uitvergrootte en afgewerkte landschapsschets (+ plastificeren)
- enkele kompassen (vakgroep, lln, lkr, studenten)
- uitvergrootte en geplastificeerde vereenvoudigde determineertabel relifvormen

Didactisch lesontwerp
KRACHTIGE LEEROMGEVING
Leerdoelen

Lesfasen
& timing
Instapfase
Motivatiefase

Onderwijs- en leeractiviteiten

Lesfase 1:
3 min

Leerinhoud

OLG: Instapfase:
-

Probleemstelling

Media

Hebben jullie al in een vorige stand


iets gehoord over het relif?
Heeft het relif overal dezelfde vorm?
Is het overal even steil of effen?

Maar hoe kunnen we nu een relif


indelen/determineren?
OLG : Landschapselementen:
1. Landschapselementen
-

Wat zie je allemaal als je naar het


landschap kijkt?
Welke vier gebouwen herken je?
Wat voor landschapselementen komen
meeste voor in het panorama ?
Zijn deze van menselijke of natuurlijke
oorsprong?
Hoe weet je dat deze van menselijke
oorsprong zijn?

Neem nu in stilte jullie bundel p. 16 en zet de 4


verschillende gebouwen in de juiste cirkel en vul
pagina 14 verder aan.
Helemaal rechts in het panorama bevindt zich de
Kesselberg. Deze mag je ook aanduiden op de
schets.
Indien klaar sluit je de bundel weer.

Extra fotos
gebouwen
Christelijke
mutualiteit, AB
Inbev, Abdij van
Vlierbeek, St.Maartensdal en
de Kesselberg.

Excursiebundel
p.14+ 16

Landschapselementen
=bestanddeel van het landschap

menselijke
= elementen die de
mens heeft aangebracht .
vb. gebouwen, akkers ,tuin..

overheersen

natuurlijke
= voortgebracht door
de natuur zonder
tussenkomst mens.
Vb. bomen

Lesfase 2:
10 min

Men spreekt zowel van menselijke als


natuurlijke landschapselementen. Laten we
nu het landschap eens van naderbij
bestuderen.
OLG : Horizonlijn:

2. Relif

Voor ons zien we een prachtig panorama. Probeer nu


eens met je hand over het panorama heen te bewegen
en op die manier de scheiding tussen hemel en aarde
duidelijk te maken.

I. Horizonlijn

(Naam) duidt deze ingebeelde lijn nu eens grote foto


aan op de panorama-foto ?
panorama
Waarom doe je dit op deze manier ?
Bevinden de bomen zich boven of onder
Rode stift
deze ingebeelde lijn?
Waarom bevinden ze zich boven deze lijn?
Hoe noemt men deze ingebeelde lijn ?
Als je met je hand deze horizonlijn volgt,
welke beweging maak je? Recht, golvend
of getand?

Ingebeelde lijn die de gezichtseinder die de


lucht en het aardoppervlak scheidt.
Beschrijft de vorm van het relif.
II. Horizon
Scheiding aan de gezichtseinder waar de
lucht en de aarde elkaar lijken te raken. De
horizon beschrijft de vorm van het landschap.
Deze kan effen, gegolfd of getand zijn.

DETERMINEREN : Hs
Jullie hebben toch al een kleine wandeling achter de
rug.

Hebben jullie enkele hellingen moeten


beklimmen of was de weg overal even
gelijk ?
Waren deze hellingen eerder steil,
uitsluitend zacht of steil en zacht ? ( W2)

Determinatietabel
Relifvormen

III. Helling
Een op- of aflopend deel in het landschap.
De helling wordt ook in graden uitgedrukt.

Bestudeer nu eens in stilte de gekregen kaart.

Op welke hoogte bevinden we ons op dit


punt ?
Hoe heb je dit afgelezen?
Welke hoogte lees je dan af voor W2 en
W3 ?
Zijn de hellingen dan eerder steil, louter
zacht of steil en zacht ?
Zijn de hoogteverschillen in de regio dan
klein, matig of groot ?

Hoogtelijnenkaart met
verschillende
Ws op
aangeduid.

IV. Hoogte
Aantal meter dat een plaats boven de
zeespiegel ligt. De hoogte kan men aflezen op een
hoogtelijnenkaart.
V. Hoogteverschil
Verschil in hoogte tussen twee punten in een
landschap.

DOCEREN : relif + OLG : relifvorm


-

Heeft het relif een vlakke of puntige


bovenzijde ?
Hoe zou men een relifvorm noemen
met een vlakke bovenzijde?

excursiebundel
p. 15
foto panorama

De hoogtes en laagtes (hoogteverschillen) in het


landschap.

blauwe stift

DOCEREN + OLG : heuvelrug


excursiebundel
-

VI. Relif

Zien jullie nog andere heuvelruggen in het p.15


landschap ?

Benoem deze heuvelruggen met behulp van een


streekkaart.

fotos
Kesselberg en
Lobergen

VII. Heuvelrug
Een relifvorm waarbij de hellingen redelijk steil
zijn en de bovenkant, de rug , vlak.
Vb. Heideberg lage heuvelrug

streekkaart
Opmerkingen i.v.m. bijlagen:
Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek.
Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit).
Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.

BORDSCHEMA

You might also like