Professional Documents
Culture Documents
als
Commandant Informatie Organisatie (CIO)
bij de brandweer
Voorwoord
de aandacht voor het gebruik van ICT binnen de brandweer is van kleuterniveau
Na een werkzame periode van acht jaar in het werkveld van informatiemanagement, besloot
ik in december 2003 het roer om te gooien en mijn jongensdroom van brandweerman te
verwezenlijken. Via de basisopleiding tot brandwacht, onderofficier en officiersopleiding ben
ik uiteindelijk in 2005 aan deze Master of Crisis en Disaster Management begonnen.
Met een binnenlandstage bij drie brandweerkorpsen beoogde ik mijzelf voor te bereiden op
een scriptieonderzoek naar het repressieve optreden van de officier van dienst. Tijdens de
dag- en 24-uursdiensten bleek ook hier de ervaringsverdunning op de loer te liggen.
Gedurende de gehele stageperiode werd mij geen enkele repressieve uitruk gegund. Wel bood
het meelopen met officieren in drie brandweerkorpsen mij een goede gelegenheid in de
keuken van deze organisaties te kijken.
Bij het gebruik van ICT en informatiemanagement zag ik de afgelopen drie jaar binnen de
brandweer nog erg veel ruimte voor verbetering. Toen ik bovenstaande quote tegenkwam in
de Rapportage risicoanalyse domein brandweerzorg 2006 van de Inspectie Openbare Orde
en Veiligheid, stond de keuze voor het onderwerp van mijn scriptie definitief vast:
Informatiemanagement binnen de brandweer.
Omdat deze scriptie een samenspel is van twee van mijn passies, informatiemanagement en
het brandweervak, ben ik dan ook meerdere personen dank verschuldigd. Bob Tasche voor het
bijbrengen van de beginselen van informatiemanagement, steun en hulp in de afgelopen tien
jaar, Hans Varkevisser voor zijn hulp bij de overstap naar en introductie in het brandweerveld
en Frans Schippers voor zijn steun en vertouwen in het afgelopen jaar.
Tot slot dank ik zowel mijn decaan Menno van Duin als mijn vrouw Iris voor het vertrouwen,
geduld en de steun bij het schrijven van deze scriptie.
Steven van de Looij
Amsterdam / Egmond-Binnen, mei 2007
Inhoudsopgave
Voorwoord ................................................................................................................................ 2
1.
1.1.
1.2.
2.
Inleiding......................................................................................................................... 4
Onderzoeksvragen ...................................................................................................... 4
Leeswijzer .................................................................................................................. 5
3.
3.1.
3.2.
3.3.
3.4.
3.5.
3.6.
4.
5.
6.
Conclusies .................................................................................................................... 34
1.
Inleiding
1.1.
Onderzoeksvragen
Centrale vraag
Hoe kan het instellen van een CIO een brandweerorganisatie helpen informatiemanagement
structureel te borgen in de organisatie?
Deelvragen:
Wat wordt verstaan onder informatiemanagement binnen een brandweerorganisatie?
Wat is het domein van informatiemanagement?
Wat is de rol van informatiemanagement binnen het primaire proces van de
brandweer?
Wat is de rol van informatiemanagement monodisciplinair en multidisciplinair?
Wat zijn de kenmerken van de Chief Information Officer (CIO)?
Wat is de historie van de ontwikkeling van de CIO-functie?
Welke rollen kunnen worden onderscheiden voor een CIO?
Wat zijn de ervaringen van de politie bij het werken met een CIO?
Wat is het takenpakket van de CIO binnen een brandweerorganisatie?
Hoe is de positie van de CIO in relatie tot het managementteam van de brandweer?
Welke fasering is mogelijk na invoering van de CIO-functie?
Wat is de relatie met landelijke ontwikkelingen vanuit de NVBR?
1.2.
Leeswijzer
2.
2.1.
Inleiding
Sinds de introductie van computers als hulpmiddel in het arbeidsproces heeft het begrip
informatie zich een belangrijkere plaats verworven in het rijtje productiefactoren naast grond,
arbeid en kapitaal. Ook binnen de hulpverleningsdiensten, dus ook de brandweer, is de inzet
van informatie- en communicatietechnologie (ICT) al jaren niet meer weg te denken. Binnen
iedere brandweerorganisatie zijn dagelijks tientallen kleine en grote informatiesystemen
actief. Hierbij moet gedacht worden aan de ondersteuning van eenvoudige
kantooradministratie tot de ontwikkeling van multidisciplinaire informatie- en
communicatiesystemen voor het ondersteunen van het grootschalig optreden bij ongevallen en
rampen. Het inrichten van het bedrijfsmiddel informatie begint in steeds meer
brandweerorganisaties een belangrijk aandachtsgebied te worden. Hiernaast worden er op
landelijke schaal door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding een veelheid aan
initiatieven gestart en ondersteund om het productiemiddel informatie optimaal in te zetten.
Dit hoofdstuk kijkt naar het domein van informatiemanagement. Het nadenken over de rol
van informatie binnen organisaties heeft zicht immers ontwikkeld tot een eigenstandig
vakgebied; het domein van informatiemanagement. Voor de beschrijving van het domein
informatiemanagement gebruik ik drie invalshoeken:
Een (statische) begripdefinitie:
De scope van informatiemanagement (paragraaf 2.2.).
En twee meer dynamische invalshoeken:
De relatie tussen organisatiedoelen en informatiemanagement (paragraaf 2.3.);
De ontwikkeling van informatiemanagement in organisaties (paragraaf 2.4.).
2.2.
Informatiemanagement de scope
Binnen het domein van informatiemanagement wordt een veelheid aan begrippen en definities
gehanteerd. Hierbij komen de begrippen informatiebeleid, informatieplanning,
informatiesystemen en informatietechnologie veelvuldig langs. Voor een eerste
begripsafbakening worden achtereenvolgens definities van twee veel geciteerde auteurs
besproken: Looijen en Starreveld.
Informatiesystemen
In veel definities spreekt men over geautomatiseerde informatiesystemen. Looijen hanteert
hiervoor de volgende definitie: 2
Een geautomatiseerd informatiesysteem is een geheel van apparatuur met bijbehorende
basisprogrammatuur en toepassingsprogrammatuur, gegevensverzamelingen, procedures en
personen voor het kennen en/of besturen/ondersteunen van de rele systemen of wel
bedrijfsprocessen.
Looijen is vooral bekend om zijn publicaties over het beheer van informatiesystemen. Het
beschrijven van een geautomatiseerd informatiesysteem in bovengenoemde vijf componenten
is de basis voor het verder beschrijven van het beheer van al deze componenten.
De administratieve organisatie
Vanuit het vakgebied accountancy en controlling wordt gekeken naar de administratieve
organisatie (AO). Sinds jaar en dag is het boek Bestuurlijke Informatieverzorging van
Starreveld, De Mare en Jols een begrip binnen dit vakgebied. De auteurs hanteren de
volgende begrippen: 3
Informatiebeleid:
het totaal aan doelstellingen en richtlijnen, op te stellen met betrekking tot het ontwikkelen
en in stand houden van informatiesystemen alsmede de daarbij toe te passen
informatietechnologie.
Informatietechnologie:
de toepassing van moderne computers, datacommunicatiefaciliteiten en programmatuur bij
het tot stand brengen en doen functioneren van bestuurlijke informatieverzorgingssystemen.
Informatieplan:
de concrete vormgeving van het informatiebeleid in een blauwdruk van de toekomstige
bestuurlijke informatieverzorging, bestaande uit vier onderdelen:
- het informatiesysteemmodel: de te ontwikkelen c.q. te verbeteren informatiesystemen;
- de technische infrastructuur: beschrijving van de in te zetten informatietechnologie;
- de organisatie van de informatieverzorging: de organisatorische invulling van de
informatiseringsfunctie;
- een projectplan: concrete plannen om van huidige naar gewenste situatie te gaan.
Samenvattend omvat informatiemanagement in ieder geval:
- het ontwikkelen en beheren van de informatiesystemen;
- de organisatie van de informatiefunctie.
Waarbij informatiesystemen bestaan uit:
- de bedrijfsprocessen;
- technologie bestaande uit apparatuur, programmatuur en gegevens.
Zowel Looijen als Starreveld spreken over het ondersteunen van bedrijfsprocessen door
informatiesystemen. Uitgangspunt hierbij is dat informatiesystemen geen doel op zich zijn
maar afgeleid kunnen worden van de bedrijfsdoelen en processen. Het denken over
informatiemanagement als proces van vertalen van de bedrijfsdoelen wordt besproken in de
volgende paragraaf.
2.2.
2.3.
10
11
Zuurmond, Mulder en Bullinga - De overheid als infrastructuur Essay ten behoeve van BZK, DIIOS november 2005
7
Bemelmans Bestuurlijke informatiesystemen en automatisering 1998 pagina 20
8
Bemelmans Bestuurlijke informatiesystemen en automatisering 1998 pagina 22
12
Vergelijkbaar aan de tweede Nolan fase wordt na bewezen succes de nieuwe technologie
breder in de organisatie toegepast.
Consolidatie
In deze fase moeten organisaties de technologie daadwerkelijk economisch rendabel maken.
De kunst is hierbij niet te snel op zoek te gaan naar nieuwere technologie, maar de gedane
investeringen eerst terug te verdienen.
Integratie of substitutie
In deze fase zal de nieuwe technologie een verouderde geheel vervangen, de substitutie. Ook
is mogelijk dat de technologie integraal onderdeel wordt van de beschikbare hulpmiddelen, in
bijvoorbeeld de toepassing van tekstverwerking of e-mail.
Omdat veel organisaties al een hoge graad van automatisering kennen bevinden veel
technologien zich in de integratiefase. Hiermee verklaart Bemelmans de noodzaak voor het
inrichten van de vier onderstaande infrastructuren die een organisatie gezamenlijk gebruikt:
De technische infrastructuur
De gezamenlijke netwerken, computerapparatuur en databases
De gegevens- en kennisinfrastructuur
De gezamenlijk te gebruiken gegevens en afspraken over standaarden en definities
De applicatie-infrastructuur
De gezamenlijk te gebruiken programmas, zowel generieke toepassingen voor
tekstverwerking, e-mail en rekenprogrammas als gespecialiseerde toepassingen voor
financin, personeelszaken of bedrijfsspecifieke programmas, bijvoorbeeld preventiecontrole
door de brandweer.
De organisatorische-infrastructuur
Het ontwerp, (laten)ontwikkelen en beheren van de informatiesystemen binnen de organisatie.
Beslissingen over bovengenoemde infrastructuren raken alle gebruikers in een organisatie.
Deze besluitvorming zal dus hoog in de organisatie belegd moeten worden. De rol van de
Chief Information Officer hierbij zal in hoofdstuk 4 verder aan de orde komen.
13
2.4.
Samenvatting
In de afgelopen 40 jaar zijn computers een steeds belangrijkere rol gaan spelen in bedrijven en
overheidsorganisaties. Het vakgebied dat zich bezighoudt met de inzet van automatisering
binnen organisaties is daarmee nog relatief jong.
Voor deze scriptie hanteer ik de volgende definitie voor de scope van informatiemanagement:
Informatiemanagement is de verzameling van activiteiten die zich richten op:
De inzet van informatie- en communicatietechnologie bij de uitvoering van de
organisatie doelstellingen;
Het proces van vertaling van organisatiedoelen naar informatiedoelen;
Het ontwikkelen en beheren van de informatiesystemen;
De inrichting van de informatieorganisatie.
Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn:
Verschuiving van de verantwoordelijkheid voor individuele informatiesystemen naar
verantwoordelijkheid voor de bedrijfsbrede infrastructuur en daarna ook sectorbrede
infrastructuur;
Samenwerking tussen de gebruikersorganisatie en informatieorganisatie.
Eind jaren 70 beschreef Nolan al hoe informatiesystemen zich in organisaties ontwikkelde.
Hierbij werd onderscheid gemaakt in 6 fasen. Automatisering begon vaak als een
kostenbesparend, technische georinteerd fenomeen, vooral gedragen door de techneuten. In
de tweede fase, de popularisering, ontstaat een wildgroei aan toepassingen door steeds meer
enthousiaste gebruikers. De wildgroei aan systemen wordt in de derde fase door strakkere
sturing vanuit de centrale ICT hoek beheerst. De gebruikers worden ingedamd in hun
mogelijkheden. In de vierde fase, de integratie, wordt door het maken van informatieplannen
de vraag en aanbod van informatiesystemen beter afgestemd en is er aandacht voor de
effectiviteit van de systemen. In de vijfde fase, wordt het strategische belang van
informatiesystemen onderkend, informatiesystemen worden organisatiebreed gentegreerd en
gebruikers gaan zelf beslissen over het budget. In de laatste fase, de verzadiging, is de inzet
van ICT een strategisch onderwerp, zijn de bedrijfsgegevens en de infrastructuur
bedrijfsbreed opgezet, is het beheer van gegevens een specialistische functie en zijn de
gebruikers gezamenlijk, maar wel zelf verantwoordelijk voor de informatievoorziening.
De meeste organisaties kennen een hoge graad van automatisering met gebruik van vele
soorten moderne technologien en beschikken over een veelheid aan informatiesystemen. Dit
geeft volgens Bemelmans de noodzaak voor vier organisatiebrede infrastructuren.
De technische infrastructuur: De gezamenlijke netwerken, computerapparatuur en
databases. De gegevens- en kennisinfrastructuur: De gezamenlijk te gebruiken gegevens en
afspraken over standaarden en definities. De applicatie-infrastructuur: De gezamenlijk te
gebruiken programmas, zowel generieke toepassingen voor tekstverwerking, e-mail en
rekenprogrammas als gespecialiseerde toepassingen voor financin, personeelszaken of
bedrijfsspecifieke programmas, bijvoorbeeld preventiecontrole door de brandweer. De
organisatorische-infrastructuur: Het ontwerp, (laten)ontwikkelen en beheren van de
informatiesystemen binnen de organisatie.
14
15
3.
3.1.
Inleiding
16
3.2.
Brandweerproces monodisciplinair
10
17
3.3.
Multidisciplinaire processen
De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de informatievoorziening bij het optreden van de hulpverleningsdiensten. In een onderzoek naar melding en
opschaling, informatie en communicatie bij acute rampen van het ministerie van
Binnenlandse Zaken concludeert de inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding in 2001
over informatie management:13
Informatiemanagement is een zaak van iedere rampbestrijder. De spil is het
interdisciplinaire totaalbeeld van de ramp, de effecten en de bestrijding ..Het
ontsluiten van gegevensbestanden bij bevolkingszorg en milieudienst ten behoeve van
het totaalbeeld moet voorbereid zijn.
Voor het efficint samenstellen van het totaalbeeld is een geautomatiseerd
operationeel informatiesysteem noodzakelijk dat is uitgewerkt per ramptype.
11
Frek, Koelmans, Kuipers, Verheul en van der Zwan - De toekomst van ICT & Veiligheidsregios MCDM
reeks Communicatie bij rampen 2002 paginas 88-131
12
Frek, Koelmans, Kuipers, Verheul en van der Zwan - De toekomst van ICT & Veiligheidsregios MCDM
reeks Communicatie bij rampen 2002 pagina 128
13
Melding en opschaling, informatie en communicatie bij acute rampen ministerie van BZK - september 2001
pagina 40
18
planinformatie
bevolkingsinformatie
geo-informatie
rampenplannen
aanvalsplannen /
bereikbaarheidskaarten
plan voor elk
deelproces,
NAW + G
medische gegevens,....
aanrijroutes
objectidentificatie in
risicozone
locaties loodsposten,
gewondennesten, etc,..
t.b.v. evacuatie en
identificatie slachtoffers
ramp
capaciteitsinformatie
beschikbare mensen,
middelen, materieel
o.a. IC-capaciteit
bijstand / aflossing /
vervanging
Semie-statisch: vooraf
effectinformatie
gebied
slachtoffers
soort effecten (gas,
brand, straling, water,
ziekte)
restrisicos
Dynamisch: tijdens
communicatieinfrastructuur
activiteiteninformatie
voorspellingsinformatie
maatregelen
wie doet wat, wanneer
en hoe (voortgang)
logging t.b.v. evaluatie
Figuur 5 Overzicht van informatiecategorien die in ieder geval beschikbaar en toegankelijk dienen te
worden gemaakt (ACIR 2005)
14
19
3.4.
Ondersteunende processen
Naast haar mono- en multidisciplinaire taken hebben de regionale organisaties een aantal
ondersteunende / bedrijfsmatige processen. Meestal aangeduid met de term PIOFACH taken:
personeel, informatie, organisatie, financin, automatisering, communicatie en huisvesting.
In dit kader is vooral de informatie en automatisering interessant. In onderstaande tabel is een
overzicht opgenomen van het aantal (geautomatiseerde) informatiesystemen per onderdeel
van de veiligheidsketen bij de brandweer regios Zuid-Holland Zuid en Amsterdam en
Omstreken:15 16
Zuid-Holland Zuid
Amsterdam en Omstreken
4
2
9
11
5
14
1
20
41
Totaal
38
69
Hierbij valt het grote aantal informatiesystemen bij de twee organisaties op, tussen de 40 en
70. Nadere detailanalyse zal opleveren dat er op gebruikersniveau nog veel meer kleine, door
de gebruiker zelf ontwikkelde systemen, actief zijn. Deze oplossingen zijn meestal ontwikkeld
in kantoorautomatisering toepassingen als MS Word, Excel en Acces.
Pro-actie
Preventie
Preparatie
Repressie
Nazorg
Bedrijfsvoering
3.5.
20
noodzakelijk zijn in de uitvoering van haar primaire taken. Een van de belangrijkste
aandachtspunten voor de brandweer is hierbij het ontwikkelen en in stand houden van een
flexibele structuur voor het koppelen van de eigen informatiesystemen aan
informatiesystemen van andere instanties. Hierdoor wordt inzage en gebruik van de
informatie mogelijk. Op deze wijze maakt de brandweer gebruik van brongegevens die
worden aangeleverd en onderhouden door de partij(en) die hiervoor verantwoordelijk zijn.
2. Toename (digitale) informatie
Informatie wordt steeds makkelijker gecreerd en opgeslagen. De hoeveelheid beschikbare
informatie zal hierdoor steeds verder toenemen, met het gevaar op information overload.
Het wordt daarom steeds belangrijker mensen te ondersteunen in het verwerken van deze
grote hoeveelheid informatie. Aandachtsgebieden hierbij zijn: het presenteren van informatie
uit verschillende systemen op uniforme wijze, ondersteuning van besluitvorming door
systemen, afwijkingen of belangrijke informatie met extra nadruk presenteren etc.
3. Toename informatiestroom in samenwerking met anderen
Bij grootschalige inzet van mensen en materieel bij rampen zal de samenwerking tussen de
verschillende OOV partijen een doorslaggevende factor zijn in het succes. Informatievoorziening moet dan ook voldoende aandacht geven aan een zo open mogelijk koppelvlak
met de andere partijen, zodat communicatie via spraak, beeld en gegevensuitwisseling
optimaal gefaciliteerd wordt. Aandacht moet worden besteed aan: via geaccepteerde
standaarden kunnen koppelen, standaardisatie van gegevens en aandacht voor beveiliging van
informatie.
4. Kaderstelling door Raad Multidisciplinaire Informatie voorziening Veiligheid (Raad
MIV)
De Raad Multidisciplinaire Informatievoorziening speelt een centrale rol in het op elkaar laten
aansluiten van de informatievoorzieningen van alle partijen die in de veiligheidsketen een rol
spelen. Deze raad is kaderstellend over de verschillende ketenpartners heen, dus zal het
brandweer informatiebeleid in lijn moeten zijn met dit kader.
5. Regionalisering brandweer in Veiligheidsregios
Het samengaan van gemeentelijke brandweerkorpsen in 25 regionale brandweer korpsen
betekent het anders inrichten en aansturen van de brandweerkolom. Dit zal leiden tot
uniformering van bedrijfsprocessen en toenemende vraag naar managementinformatie. De
nieuwe regionale schaalgrote biedt kansen voor de inrichting van het informatiemanagement.
Betere afstemming tussen regionale ontwikkelingen en landelijk beleid is gewenst en
mogelijk.
6. Technologische ontwikkelingen vergemakkelijken de communicatie en het primaire
proces van de brandweer
Steeds nieuwere technologische ontwikkelingen bieden nieuwe kansen voor zowel interne- als
externe informatie-uitwisseling. Gedacht moet hierbij worden aan mobiele toepassingen,
driedimensionale visualisatie technieken, grotere bandbreedte, internet diensten met satelliet
en 3D-foto materiaal etc. Het management van de informatievoorziening zal hierbij
ontwikkelingen moeten volgen om mogelijkheden en impact voor het primaire
brandweerproces in te schatten.
21
3.6.
Samenvatting
In dit hoofdstuk is beschreven dat het werkterrein van informatiemanagement een belangrijke
plaats inneemt binnen de brandweerkolom. Zowel monodisciplinair als bij de samenwerking
van de brandweer met haar multidisciplinaire partners en binnen de bedrijfsvoering. Getuige
het grote aantal geautomatiseerde informatiesystemen, speelt ICT en informatiemanagement
een cruciale rol.
Meerdere onderzoeken, soms naar aanleiding van grote incidenten en rampen, hebben
inmiddels ook aangetoond dat informatiemanagement een van de cruciale aspecten is bij het
(grootschalig) multidisciplinair optreden. Daarnaast is aangetoond dat de brandweer en haar
partners op dit terrein nog ernstig te kort schieten.
De NVBR schetst een veelheid aan ontwikkelingen die direct of indirect een grote relatie
hebben met de inrichting van het informatiemanagement binnen de brandweer. In het
volgende hoofdstuk zal gekeken worden naar de inrichting van de informatiemanagementfunctie middels het model van de Chief Information Officer (CIO). Daarna zal gekeken
worden hoe het door de ACIR geadviseerde CIO-model een rol kan spelen bij het managen
van knelpunten en vraagstukken zoals beschreven in dit hoofdstuk.
22
4.
4.1.
Inleiding
Sinds de introductie van het gebruik van computers in het bedrijfsleven en bij de overheid
worstelen deze organisaties al met het beleggen van de eindverantwoordelijkheid voor het
productiemiddel Informatie. Dit hoofdstuk bespreekt de historie van de I-functie en de rol
hierbij van de Chief Information Officer (CIO). In paragraaf 4.3 wordt in gegaan op de
aandachtsgebieden van de CIO en in 4.4 wordt gekeken naar de toekomstige rol van de CIO.
Het gebruik van de CIO-functie binnen de politie wordt in 4.5 besproken en dit hoofdstuk
eindigt met een korte samenvatting.
4.2.
Toen het gebruik van geautomatiseerde informatiesystemen zich nog in de eerste fase van het
Nolan model bevonden werden er veelal hoofden automatiesering aangesteld. Deze
voornamelijk technisch georinteerde functie hield zich bezig met ontwerp, bouw en beheer
van de informatiesystemen, met vooral de focus op de technische aspecten, de computers en
randapparatuur. Vaak werd deze functie ondergebracht bij de financile en ondersteunde
functies in het bedrijf, onder verantwoording van de financieel directeur.
De enorme groei van het gebruik van informatietechnologie in bedrijven heeft geleid tot een
veranderende rol en positie van de automatiseringsfunctie in organisaties. Ross en Feeny van
het gerenommeerde Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology schreven in 1999 een
artikel over deze ontwikkelende rol van de CIO.18
18
19
Ross, Feeny The Evolving Role of the CIO Center for Information systems research
Ross, Feeny The Evolving Role of the CIO Center for Information systems research - pagina 2
23
20
Ross, Feeny The Evolving Role of the CIO Center for Information systems research - pagina 3
24
Portfolio van
applicaties
Mainframe
tijdperk
Enkelvoudige proces
ondersteuning van
order tot bezorging
Gedistribueerde
Tijdperk
Ondersteuning van
de kenniswerker;
procesherontwerp;
systemen over de
organisatie heen
Toenemende
betrokkenheid; Twee
uitersten: IT als
strategisch middel of
focus op minimaliseren van kosten
Desktop systemen:
Microsoft, Intel, ERP
systemen SAP,
Oracle, grote IT
bedrijven IBM,
Andersen, CAP,
ATOS etc
IBM
Web tijdperk
Verkoop via internet;
kennismanagement;
ontstaan van virtuele
organisaties;
herinrichting van
bedrijfskolommen
IT, met name internet
als driver voor
transformatie van
bedrijfsstrategie
Netwerk producten:
Sun, Cisco 3Com;
Internet systemen
Google,
zoekmachines en
Portals, E-business
consultants en
leveranciers
25
De veranderende rol van de CIO per tijdperk is vervolgens in onderstaande tabel te zien.
Mainframe
tijdperk
Rol:
Operationeel
verantwoordelijk
voor IT functie
Gedistribueerde
tijdperk
Rol:
Lid van het
managementteam, IT
architect, IT inkoper
Web tijdperk
Taken:
op tijd leveren
betrouwbare
operatie
Taken:
managen IT
organisatie
afstemmen IT en
business
realiseren IT
architectuur en
infrastructuur
IT vraag
organisatie
inrichten
Samenwerking /
outsourcing
Taken:
ontwikkelen
nieuwe
bedrijfsmodellen
voor het internet
management
processen
ondersteunen via
het intranet
Rol:
Bedrijfsstrategie
visionair
In de bovenstaande tabel is te zien van de rol van de CIO in de afgelopen jaren is veranderd
van functionele manager naar een (potentile) visionair voor de nieuwe bedrijfsstrategie.
Waarbij de IT-systemen zich ontwikkelen van Mainframe systemen tot internet gebaseerde
systemen.
4.3.
In de vorige paragraaf zien we de rol van een CIO in een organisatie veranderen van een
verantwoordelijke voor operationele processen naar een strategische visionair. Belangrijkste
verklaring hiervoor is dat in veel bedrijfstakken en overheidssectoren het verwerken van
informatie een steeds groter deel van het primaire proces is gaan uitmaken. Nieuwe
technologien bieden organisaties, privaat en publiek, mogelijkheden om bestaande processen
fundamenteel te veranderden of soms geheel nieuwe producten en diensten aan te bieden.
Bestaande (markt)partijen gaan samen of verdwijnen zelfs en met de opkomst van het internet
zijn er volledig nieuwe spelers bijgekomen. Contact tussen klanten en bedrijven, burgers en
overheid is door vergaande digitalisering ingrijpend veranderd. Omdat Informatietechnologie
een steeds groter deels is gaan uitmaken van de (primaire) processen van veel organisaties,
krijgt de eindverantwoordelijke hiervoor steeds meer directe invloed op het huidige en
toekomstige functioneren van deze organisaties. Het organisatieadviesbureau McKinsey
beschrijft hiervoor vier nieuwe IT-leidersschapsrollen:21
Rol 1: Head of scale (Hoofd schaalvoordelen)
Deze rol bouwt voort op de traditionele verantwoording van de CIO voor de IT-infrastructuur
en werkt deze verantwoording verder uit. Veel ondernemingen proberen kosten te verlagen
21
26
door bedrijfsprocessen op steeds grotere schaal te organiseren en waar mogelijk ook uit te
besteden. Na het gezamenlijk organiseren van de ICT, worden CIOs nu ook verantwoordelijk
voor processen als financin, inkoop en personeel. Voorbeeld hiervan is Procter and Gamble
waar standaardisatie van processen heeft geleid tot een internationaal shared-service center
dat wordt gerekend tot een van de betere in haar soort.
Rol 2: Business process manager (Bedrijfsproces manager)
Deze rol gaat uit van het principe dat bedrijven eigen bedrijfprocessen slimmer organiseren
dan hun concurrenten. Hiervoor krijgt de CIO naast de ICT ook de verantwoording voor
Operations. Hierdoor ontstaat er binnen organisaties n aanspreekpunt voor het verbeteren
van de bedrijfsprocessen, vaak middels ICT-systemen. Hierbij worden vaak bedrijfsprocessen
van leveranciers en afnemers door inzet van ICT in doorlopende ketens georganiseerd. Deze
organisaties worden gentegreerd met hun klanten en leveranciers. Voorbeeld hiervan is de
koerier Federal Expres, die haar logistieke proces heeft gentegreerd binnen
productieprocessen van haar klanten.
Rol 3: Chief innovator (Hoofd innovatie)
Soms kan de inzet van ICT leiden tot geheel nieuwe producten en/of afzetmarkten, die soms
zelfs ten koste gaan van de bestaande bedrijfsprocessen. In de meeste organisaties heeft de
CIO een van de twee eerder genoemde rollen, maar in sectoren waar de inzet van ICT een
groot verschil kan maken, kan het erg waardevol zijn om de CIO de rol van innovator te
geven. Voorbeeld hiervan is de CIO van computer leverancier Dell. Die kennis van zijn baan
bij supermarkt concern Wall-Mart gebruikte om het build-to-order principe van de
computerfabriek te ontwikkelen.
Rol 4: Strategic technology adviser (Strategisch ICT adviseur)
In deze vierde rol gaat het om de cordinerende rol van alle drie hiervoor genoemde gebieden.
Hierbij geldt al te vaak dat de CIO te druk is met zijn of haar dagelijkse operatie, zodat voor
het strategische advieswerk, te weinig tijd overblijft. McKinsey stelt dat om deze CIO-rol
goed uit te kunnen voeren de CIO in het topmanagement vertegenwoordigd moet zijn.
Daarnaast moet de CIO goede relaties hebben binnen de verschillende functies in het bedrijf
en met de externe partners.
In de afgelopen jaren heeft de eindverantwoordelijke voor automatisering zich ontwikkeld van
de operationele functie hoofd rekencentrum, tot een strategische directiefunctie.
27
4.4.
22
23
28
4.5.
Samenvatting
In dit hoofdstuk is gekeken naar de rol van de CIO in het bedrijfsleven en bij de Nederlandse
politie. Onderzoek naar de invulling van de rol van de CIO onderkent drie belangrijke
invloeden:
- De portfolio van applicaties: het aantal applicaties of systemen
- De houding van het management: de houding van het (bedrijfs)management tegen
over ICT
- De dominante rol van de leveranciers: de beschikbaarheid van betrouwbare
infrastructuren en externe ondersteuning
Deze invloeden zijn afgezet naar de tijdperken waarin de ontwikkeling van
informatiesystemen in de afgelopen 40 jaar kan worden ingedeeld. Ook hierbij wordt gebruik
gemaakt van het fase model van Nolan, zoals dit in hoofdstuk 2 is beschreven. Er worden drie
hoofdfasen onderkend:
- Het mainframe tijdperk: 60-er jaren tot begin 80-er jaren
Informatiesystemen op mainframecomputers
- Het gedistribueerde tijdperk: vanaf begin 70-er jaren
Informatiesystemen op locale computers en gekoppelde netwerken
- Het Web tijdperk: sinds halverwege 90-er jaren
Toepassen van internet standaarden op interne en externe applicaties
Vervolgens blijkt dat de rol van de CIO zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld van de
operationele verantwoordelijke voor de automatisering tot een strategische adviesfunctie op
directie niveau. Het adviesbureau McKinsey beschrijft 4 rollen voor de nieuwe CIO waarbij
het aandachtsgebeid van de CIO zich verder verbreedt naar een verantwoordelijke voor de
brede bedrijfsvoering en/of initiator van strategische innovatie van de organisatie.
24
29
30
5.
5.1.
Inleiding
5.2.
31
5.2.3. Wat is de fasering bij invoering van een CIO-functie bij de brandweer?
De CIO vervult de rol van informatiemanager en is dus verantwoordelijk voor de strategische
inzet van informatiesystemen en technologie in de brandweerorganisatie en tussen de
brandweer en haar partners binnen de hulpverlening. Dagelijks beheer en onderhoud, aanschaf
en vervanging van ICT systemen is een operationele activiteit die op een bedrijfsmatige wijze
binnen een brandweerorganisatie kan worden georganiseerd. Vergelijkbaar met het
organiseren van de huisvesting of facilitaire zaken.
Het is raadzaam om bij de invoering de CIO te positioneren in het deel van de organisatie dat
zich richt op de cordinerende taken in de multidisciplinaire rampenbeheersing. Zoals
beschreven in de rapportage van de ACIR valt hier immers met informatietechnologie een
grote slag te maken.
In een later stadium kan overwogen worden ook de meer operationeel- en technisch
georinteerde activiteiten onder de verantwoording van de CIO te brengen. Gebeurt dit echter
vanaf de eerste werkdag van de nieuwe CIO, dan bestaat het risico dat de CIO het niveau van
beeldschermen, netwerkkabels en printers, door de drukte en waan van alle dag, niet meer
ontstijgt. De brandweer kan hierbij leren van de huidige ervaringen bij de politie zoals
beschreven in hoofdstuk 4.
32
5.3.
Ook het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties onderkent al enige tijd de
groeiende noodzaak voor vernieuwing en innovatie, zo blijkt uit een toespraak van de minister
uit september 2005.25
Het ministerie onderscheid hierbij twee belangrijke sporen:
Het inzichtelijk hebben van zowel vraag als aanbod op het gebied van
informatiesystemen en technologie en het koppelen van de vraag- en
aanbodorganisaties;
Investering in kennisontwikkeling en onderzoek.
Beide sporen zouden door al aanwezige of nieuw aan te stellen CIOs per brandweerregio
opgepakt moeten worden. Aansturing en opdrachtgeverschap zouden hierbij in handen
moeten zijn van de Raad van Regionaal Commandanten. De programmaraad
Informatiemanagement van de NVBR zal hierbij als opdrachtnemer moeten fungeren.
5.4 Conclusie
Door te leren van de ervaringen uit het bedrijfsleven en de Nederlandse politie kan de
brandweer met de invoering van de Commandant Informatie Organisatie een grote slag slaan
bij de verbetering van het informatiemanagement. Hierbij liggen er voor de brandweer CIO
twee belangrijke uitdagingen:
Het samenbrengen van versnipperde kennis door landelijk met de CIOs te werken aan
n informatiearchitectuur. Hierdoor kan optimaal van beschikbare kennis en
capaciteit gebruik worden gemaakt;
Het strategisch inzetten van informatiemanagement zal er toe bijdragen dat de
brandweer een antwoord kan formuleren op de steeds hoger wordende eisen vanuit de
samenleving. Slimme inzet van ICT zal de kwaliteit van het brandweerwerk mono- en
multidisciplinair enorm kunnen verbeteren.
Aandachtspunt bij de invoering van de brandweer CIO is gevaar van te veel focus op de ICT
problemen van alledag. De nieuw aan te stellen CIO moet zich in het begin vooral niet bezig
houden met operationele automatiseringsvraagstukken. Ervaringen van de politie leren
immers dat het hierna moeilijk is de strategische rol alsnog op te pakken. De brandweer CIO
moet dus bij de strategie beginnen en pas in een veel later stadium overwegen zich ook met de
operationele ICT te bemoeien.
De Raad van Regionaal Commandanten zal rechtstreeks aansturing moeten geven aan de
landelijke samenwerking op het gebied van informatiemanagement. De NVBR met haar
programmaraad informatiemanagement is hierbij de aangewezen opdrachtnemer.
25
Toespraak met als thema vernieuwing en innovatie brengt ketens bij elkaar DG Veiligheid namens de
minister dhr. Schoof september 2005
33
6.
Conclusies
Het voorwoord van deze scriptie begint met de quote uit een IOOV rapportage:
de aandacht voor het gebruik van ICT binnen de brandweer is van kleuterniveau
Deze uitspraak van het inspectieorgaan van de brandweer in Nederland was de aanleiding om
te onderzoeken hoe de inzet van informatietechnologie binnen het werkveld van de brandweer
het knip en plak niveau zou kunnen ontstijgen. In hoofdstuk 1 is de volgende centrale vraag
geformuleerd:
Hoe kan het instellen van een CIO een brandweerorganisatie helpen informatiemanagement
structureel te borgen in de organisatie?
Aan de hand van een drietal deelvragen is vervolgens gekeken hoe het model van de Chief
Information Officer een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de het
informatiemanagement binnen de brandweer in Nederland. In dit hoofdstuk worden de
deelvragen nogmaals kort beantwoord.
34
35
36
Gebruikte afkortingen
AO
- Administratieve Organisatie
ACIR
BZK
CIO
GHOR
ICT
IOOV
MCDM
NVBR
OOV
PIOFACH
Raad MIV
37
Gebruikte literatuur
ACIR
Bemelmans
- Managing the Four Stages of EDP Growth Harvard Business Review - 1974
Nolan, R.
NVBR
- Informatie Meester Informatiemanagement voor de brandweer september
2006 (De Informatiegroep)
Ross, W.J. en Feeny, D.F. The Evolving Role of the CIO Center for Information systems
research MITSloan augustus 1999
Projectgroep Visie op de politiefunctie Politie in ontwikkeling Den Haag - mei 2005
Projectgroep Visie op de politiefunctie Wenkend perspectief - Strategische visie op politieel
informatiemanagement & technologie 2006-2010 Driebergen - april 2006
Starreveld
38
39
Fase 2
popularisering
Proliferatie van
toepassingen
(eilanden van
automatisering)
Fase 3
beheersing
Upgrade van
documentatie en
herstructurering
van bestaande
toepassingen
Fase 4
integratie
Herbouw
bestaande
toepassingen met
behulp van
database- en
netwerktechnologie
Fase 5
dataorintatie
Organisatorische
integratie van
toepassingen;
slechts 50% is
nog batch
georinteerd
Management
Accent op
technische
hulpmiddelen
Accent op
toepassingsmogelijkheden
(gebruikers
leren de
mogelijkheden)
Management en
gebruikers gaan
systemen bemeten
naar hun
effectiviteit
Data
administration,
management
wordt zich
bewust dat
informatie
belangrijke
productiefactor
is
Automatisering
planning en
beheer
Gering
(ternauwernood
budgetbeperking)
Gering (doel is
om groei in
automatisering
te stimuleren)
Middle
management
gaat zich
interesseren
voor
automatisering,
met name om de
zaak te
beheersbaar te
maken
Geformaliseerde
planning/beheer
met als doel
explosieve groei
in te dammen
Financiering
en rol
eindgebruikers
Afzijdige
gebruikers en
centrale
financiering
Bovenmatig
enthousiaste
gebruikers en
centrale
financiering
Planning om vraag
naar en aanbod van
automatiseringsfaciliteiten in
evenwicht te
brengen
Eigen budgetten
voor gebruikers om
ze te leren
kostenbewust te
handelen
Toepassing
Ingedamd
enthousiasme
om
automatisering
betaalbaar te
houden
Centrale
financiering
Fase 6
verzadiging
infrastructuur
(databanken,
netwerken) en
personal
computing, realtime en on line
toepassingen
domineren
Data resource
management,
topmanagement
onderkent
informatie als
strategisch
wapen
Strategisch
informatiebeleid
Gebruikers
voelen zich
gezamenlijk
verantwoordelijk
voor de
infrastructuur
van de
informatievoorziening
40