Professional Documents
Culture Documents
Course Content
Level 2
french
Level11
Level
Dutch
Holands
Nerlandais
Niederlndisch
Olandese
Course Content
Contenido del curso
Contenu du cours
Kursinhalt
Contenuto del corso
RosettaStone.com
RosettaStone.co.uk
???????
VERSION 3
Nederlands
Level 2
Dutch
Holands
Nerlandais
Niederlndisch
Olandese
Course Content
Contenido del curso
Contenu du cours
Kursinhalt
Contenuto del corso
VERSION 3
CCB-NED-L2-1.0- 79024
ISBN 978-1-60391-753-7
All information in this document is subject to change without notice. This
document is provided for informational purposes only and Rosetta Stone Ltd.
makes no guarantees, representations or warranties, either express or implied,
about the information contained within the document or about the document
itself. Rosetta Stone, Contextual Formation, Language Learning Success,
Adaptive Recall, Dynamic Immersion, are trademarks of Rosetta Stone Ltd.
Copyright 2008 Rosetta Stone Ltd. All rights reserved.
Printed in the United States of America
Rosetta Stone
Harrisonburg, Virginia USA
T (540) 432-6166 (800) 788-0822 in USA and Canada
F (540) 432-0953
RosettaStone.com
Inhoud
Reizen
1.1.
1.2.
1.3.
1.4.
1.5.
Hoofdles1
Hoofdles3
Hoofdles5
Hoofdles7
Mijlpaal9
Verleden en toekomst
2.1.
2.2.
2.3.
2.4.
2.5.
Hoofdles10
Hoofdles12
Hoofdles14
Hoofdles16
Mijlpaal18
Hoofdles19
Hoofdles21
Hoofdles23
Hoofdles25
Mijlpaal27
Eten en vakantie
4.1.
4.2.
4.3.
4.4.
4.5.
Hoofdles28
Hoofdles30
Hoofdles32
Hoofdles34
Mijlpaal36
Alfabet37
Index38
1.1
Hoofdles
01 een
een
een
een
een
een
11 een
een
een
een
een
een
postkantoor
hotel
bank
museum
terras
bibliotheek
theater
theater
theater
stadion
stadion
benzinestation
vrouw is thuis.
mannen zijn op het werk.
familie is thuis.
kinderen zijn op school.
15 Zij
Zij
Zij
Zij
09 Zij
Zij
Zij
Zij
gaat
gaat
gaat
gaat
naar
naar
naar
naar
benzine nodig.
geld nodig.
een kaart nodig.
koffie nodig.
07 Ik ben thuis.
Ik ben op het werk.
Ik ben op school.
08 De
De
De
De
De
De
heeft
heeft
heeft
heeft
het werk.
school.
de bibliotheek.
het terras.
1.1
Vervolg
28 Waar ben jij?
Ik zit onder de stoel.
Waar ben jij?
Ik sta achter de stoel.
Waar ben jij?
Ik lig onder de auto.
Waar ben jij?
Ik sta achter de auto.
gaan
gaan
gaan
gaan
naar
naar
naar
naar
het museum.
het postkantoor.
het benzinestation.
de bank.
31 Het
Het
Het
Het
dier
dier
dier
dier
dier
dier
1.2
Hoofdles
03 De
De
De
De
13 een
een
een
een
een
een
metro
metro
metro
bus
bus
taxi
1.2
Vervolg
1.3
01 een
een
een
een
een
een
Hoofdles
10 Het
Het
Het
Het
vliegtuig
trein
bus
vliegveld
treinstation
busstation
n uur.
twee uur.
drie uur.
vier uur.
negen uur.
twaalf uur.
09 Het
Het
Het
Het
Het
Het
is
is
is
is
is
is
08 Het
Het
Het
Het
Het
Het
is
is
is
is
vijf.
zes.
n.
twee.
paspoort
paspoort
paspoort
paspoort
ligt
ligt
ligt
ligt
in de koffer.
naast de telefoon.
op de kaart.
naast het vliegticket.
1.3
Vervolg
25 Hoe laat is het?
Het is acht uur vijfentwintig.
Is de trein vertraagd?
Nee, de trein is op tijd. Hij komt aan om half
tien.
19 twee uur
achttien minuten
zevenenveertig seconden
drie uur
negen minuten
zesenvijftig seconden
28 Het
Het
Het
Het
is
is
is
is
33 Deze
Deze
Deze
Deze
1.4
34 Hoeveel kost deze camera?
De camera kost vijfenzeventig euro.
Hoeveel kost deze zonnebril?
De zonnebril kost tachtig pond.
Hoeveel kost deze radio?
De radio kost vierenzestig dollar.
Hoofdles
01 Een
Een
Een
Een
35 Is de vlucht op tijd?
Nee, de vlucht is vertraagd.
Is de vlucht op tijd?
Ja, de vlucht is op tijd.
1.4
Vervolg
10 Het
Het
Het
Het
11 Het
Het
Het
Het
is
is
is
is
16 Het
Het
Het
Het
is
is
is
is
17 In
In
In
In
28 Ik ga tennissen.
Wij gaan zwemmen.
Zij gaan kussen.
1.5
29 Gaan wij morgen naar het strand?
Nee, wij gaan morgen niet naar het strand.
Waarom niet?
Vandaag is het bewolkt. Morgen gaat het
regenen.
Wij kunnen zaterdag gaan.
Mijlpaal
06 Hallo.
Hallo, ik heb een kaart nodig.
07 Waar gaat u naartoe?
Ik ga naar het museum.
08 Dank u.
Alstublieft.
09 Links af of rechts af?
Links af.
10 Rechtdoor of rechts af?
Rechtdoor.
11 Hebben wij benzine nodig?
Nee, wij hebben geen benzine nodig.
12 Sla ik links af of rechts af?
Sla rechts af.
13 Hoe laat is het?
Het is vijf uur.
14 Hallo meneer De Waal.
Hallo.
2.1
Hoofdles
10 Vandaag is het dinsdag. Ik ben op school.
Gisteren heb ik in het meer gezwommen.
Morgen ga ik mijn oma bezoeken.
01 Zij rent.
Hij heeft gerend.
Zij eet.
Hij heeft gegeten.
verkoop kranten.
heb een krant verkocht.
lees een boek.
heb vier boeken gelezen.
05 Ik ga chocola eten.
Ik eet chocola.
Ik heb chocola gegeten.
06 Hij gaat zwemmen.
Hij zwemt.
Hij heeft gezwommen.
Ik ga zwemmen.
Ik zwem.
Ik heb gezwommen.
10
woordenboek
woordenboek
woordenboek
schrijfblok
schrijfblok
bureau
24 postzegels
postzegels
postzegels
een envelop
een envelop
een e-mail
25 postzegels
een envelop
een e-mail
een bureau
een woordenboek
een schrijfblok
34 Ik
Ik
Ik
Ik
11
2.2
Hoofdles
10 Ik heb ontbeten.
Zij heeft ontbeten.
Wij hebben ontbeten.
Zij hebben ontbeten.
01 natuurwetenschappen
natuurwetenschappen
natuurwetenschappen
kunst
kunst
wiskunde
11 Ik heb gerend.
Jij hebt gerend.
Hij heeft gerend.
Zij heeft gerend.
Wij hebben gerend.
Jullie hebben gerend.
Zij hebben gerend.
Zij hebben gerend.
02 Ik geef muziek.
Zij leert geschiedenis.
Hij geeft wiskunde.
03 natuurwetenschappen
kunst
wiskunde
muziek
geschiedenis
Nederlands
06 Hij eet.
Hij heeft gegeten.
Zij eten.
Zij hebben gegeten.
07 Zij
Zij
Zij
Zij
rent.
heeft gerend.
rennen.
hebben gerend.
12
26 Pardon.
Wat betekent dit?
Dit betekent stadion.
Wat is een stadion?
Dit is een stadion.
is n woord.
zijn twee woorden.
zijn drie woorden.
zijn vier woorden.
31 Pardon.
Ja?
Wat betekent dit bord?
Het betekent bibliotheek.
Ik begrijp u niet. Kunt u dat herhalen,
alstublieft?
Ja, het betekent bibliotheek.
Dank u.
Alstublieft.
13
2.2
2.3
Vervolg
Hoofdles
01 Zij is in China.
Zij is in China geweest.
Ik ben in Egypte.
Ik ben in Egypte geweest.
02 Wij zijn in Parijs.
Wij zijn in Parijs geweest.
Zij zijn op het strand.
Zij zijn op het strand geweest.
03 Ik was leerling.
Nu ben ik lerares.
Hij was een kind.
Nu is hij vader.
04 Wij waren jong.
Nu zijn wij oud.
Ik was een kind.
Nu ben ik een volwassene.
05 Jij was een baby.
Nu ben jij een jongen.
Jullie waren jong.
Nu zijn jullie oud.
06 Zijn handen zijn vies.
Zijn handen waren vies.
Het fruit is groen.
Het fruit was groen.
07 De sokken zijn wit.
De sokken waren wit.
Haar haar is blond.
Haar haar was blond.
08 Wij woonden vroeger in een appartement.
Nu wonen wij in een huis.
Ik had vroeger een fiets.
Nu heb ik een auto.
Zij schreef vroeger brieven.
Nu schrijft zij e-mails.
09 Woonde u vroeger met uw vrienden?
Ja, maar nu woon ik met mijn vrouw.
Had u vroeger een hond?
Ja, maar nu hebben wij een kat.
14
19 een
een
een
een
een
een
kantoor
kantoor
kantoor
fabriek
fabriek
winkel
universiteit
universiteit
universiteit
middelbare school
middelbare school
basisschool
22 een
een
een
een
een
23 Ik
Ik
Ik
Ik
kantoor
manager
fabriek
werknemer
winkel
ben
ben
ben
ben
24 Wat doet u?
Ik ben manager op een kantoor.
Wat doet u?
Ik ben manager van een restaurant.
Wat doet u?
Ik ben leraar.
15
2.3
2.4
Vervolg
25 Waar werkt u?
Ik werkte vroeger in een winkel. Nu werk ik
op een basisschool.
Wat doet u?
Ik ben lerares muziek.
Hoofdles
26 Waar werkt u?
Ik werkte vroeger op een kantoor. Nu werk ik
op een middelbare school.
Wat doet u?
Ik ben lerares geschiedenis.
04 Toen
Toen
Toen
Toen
ik
ik
ik
ik
een
een
een
een
16
17 Wilt u koffie?
Nee, dank u.
Wilt u chocola?
Ja, graag.
Wilt u taart?
Ja, graag.
18 Wilt u thee?
Ja, graag.
Wilt u koffie?
Ja, graag.
19 Links of rechts?
Appel of sinaasappel?
Zwart of rood?
20 Wilt u water of sap?
Wil jij taart of chocola?
Wilt u het boek of de krant?
Wilt u koffie of thee?
13 Wie is dit?
Dit is mijn man.
Wanneer zijn jullie naar China geweest?
Wij zijn naar China geweest toen wij student
waren.
15 Wilt u koffie?
Ja, ik wil graag koffie.
Wilt u water?
Ja, ik wil graag water.
17
2.4
2.5
Vervolg
Mijlpaal
25 Hoe heet u?
Ik begrijp u niet. Kunt u dat herhalen,
alstublieft?
Hoe heet u?
Ik heet Robert.
Hoeveel kosten deze schoenen?
Ik begrijp u niet. Kunt u dat herhalen,
alstublieft?
Hoeveel kosten deze schoenen?
Zij kosten dertig dollar.
05 Dank u.
Alstublieft.
18
3.1
Hoofdles
01 De kinderen zingen.
De volwassenen dansen.
De man zingt.
Het meisje danst.
02 De
De
De
De
vrouwen dansen.
vrouwen zingen.
jongens zingen.
jongens dansen.
19
3.1
Vervolg
20 De wedstrijd begint.
De wedstrijd is afgelopen.
Het toneelstuk begint.
Het toneelstuk is afgelopen.
21 De
De
De
De
film begint.
film is afgelopen.
wedstrijd begint.
wedstrijd is afgelopen.
32 januari
februari
maart
april
mei
juni
33 juli
augustus
september
oktober
november
december
34 januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december
20
3.2
Hoofdles
10 Wie bel jij?
Ik bel mijn vrouw.
Met wie praat jij?
Ik praat met mijn vrouw.
19 het
het
het
het
het
het
21
3.2
Vervolg
20 een
een
een
een
een
een
adres
adres
adres
telefoonnummer
telefoonnummer
datum
21 een
een
een
een
een
een
e-mailadres
e-mailadres
e-mailadres
datum
datum
telefoonnummer
22 Dit
Dit
Dit
Dit
is
is
is
is
een
een
een
een
adres.
telefoonnummer.
e-mailadres.
datum.
33 Het
Het
Het
Het
is
is
is
is
vierentwintig december.
vijfentwintig december.
eenendertig december.
n januari.
34 Het
Het
Het
Het
is
is
is
is
veertien juli.
n mei.
donderdag tweentwintig april.
vrijdag vijf mei.
25 Ga zitten, alsjeblieft.
Sla hier links af, alsjeblieft.
Kijken jullie naar mij, alsjeblieft?
Bel jij mij, alsjeblieft?
3.3
Hoofdles
11 Zij maakt een dessert.
Zij eet een dessert.
Hij maakt een salade.
Hij eet een salade.
Zij maken soep.
Zij eten soep.
16 De
De
De
De
08 een dessert
een salade
soep
09 Hij maakt een dessert.
Zij maakt een salade.
Hij maakt een broodje.
Zij maakt soep.
niet
niet
niet
niet
23
3.3
Vervolg
20 Dit
Dit
Dit
Dit
Dit
Dit
is
is
is
is
is
is
Joris.
de auto van Joris.
Laura.
het huis van Laura en Joris.
meneer Smits.
de woonkamer van meneer Smits.
32 Hier is uw soep.
Hier zijn jouw schoenen.
Hier is jouw jas.
33 Met Laura Wegman.
Hallo Laura, je spreekt met Jennifer.
Hallo Jennifer.
Hoe gaat het met jou?
Goed, dank je. Hoe gaat het met jou?
Goed, dank je.
wil
wil
wil
wil
deze jurk.
dat overhemd.
deze spijkerbroek.
die schoenen.
24
3.4
Hoofdles
01 een
een
een
een
een
een
zangeres
zangeres
zangeres
danseres
danseres
muzikant
04 De
De
De
De
15 Ik zing goed.
Zij zingt beter.
Hij zingt het best.
05 De muziek is goed.
De muziek is slecht.
Dit toneelstuk is goed.
Dit toneelstuk is slecht.
18 Zij is bezig.
Ik ben vrij.
Hij is bezig.
Zij is vrij.
25
3.4
Vervolg
29 Wil jij vrijdag naar mijn verjaardag komen?
Het spijt me. Ik wil graag naar jouw
verjaardag komen maar ik ben bezig vrijdag.
Ben jij zaterdag vrij?
Ja, ik ben zaterdag vrij.
Wil jij zaterdag met mij naar het park?
Ja, graag!
30 Met Merel.
Hallo, je spreekt met mevrouw De Graaf. Kan
ik jouw vader spreken?
Het spijt me. Hij is er niet.
Kan ik jouw moeder spreken?
Ja, hier komt zij.
31 Met Jolanda.
Hoi Jolanda, je spreekt met Ryan.
Zijn jullie zaterdag vrij?
Ja, wij zijn zaterdag vrij.
Willen jullie met ons naar de wedstrijd?
Ja, graag!
26
3.5
Mijlpaal
01 Hoi.
Hoi.
03 Leuk om je te ontmoeten.
Leuk om je te ontmoeten.
04 Ben jij vrijdag vrij?
Ja, ik ben vrijdag vrij.
05 Wil jij naar mijn feest komen?
Ja, ik wil graag naar jouw feest komen.
06 Met wie praat jij?
Ik praat met Elena.
07 Hoi Frank!
Hoi Elena!
08 Hoe laat begint het feest?
Het feest begint om 7 uur.
09 Tot ziens!
Tot ziens!
10 Dank je.
Alsjeblieft.
11 Hallo?
Hallo.
12 Bent u vrij vrijdag?
Ja, ik ben vrij vrijdag. Waarom?
13 Wilt u naar mijn feest komen?
Het spijt me. Ik begrijp u niet. Kunt u dat
herhalen, alstublieft?
14 Wilt u naar mijn feest komen?
Wil ik naar uw feest komen? Ik weet het niet.
15 Gaat het regenen vrijdag?
Nee, het gaat niet regenen.
16 Wat ga jij maken voor het feest?
Ik ga een salade maken.
17 Wat neem jij mee naar het feest?
Ik neem een dessert mee naar het feest.
27
4.1
Hoofdles
12 Deze hond is heel klein.
Deze baby is heel jong.
Deze bomen zijn heel groot.
Deze man is heel oud.
Dit sieraad is heel duur.
Deze bal is heel groot.
14 Dit
Dit
Dit
Dit
is
is
is
is
een
een
een
een
heel
heel
heel
heel
kleine deur.
grote klok.
kleine bal.
grote bal.
18 De
De
De
De
20 De
De
De
De
28
21 De
De
De
De
De
De
30 Heeft u zout?
Ja, hier is het zout.
Heeft u peper?
Ja, hier is de peper.
Heb jij boter?
Ja, hier is de boter.
22 Heeft u vragen?
Ja, ik heb een vraag.
Wilt u iets vragen?
Ja, ik wil iets vragen.
23 rundvlees
rundvlees
rundvlees
kip
kip
vis
31 twee citroenen
een kom citroenen
water en limoen
drie limoenen
32 De citroen is zuur.
De limoen is zuur.
De kip is pittig.
De bonen zijn pittig.
Suiker is zoet.
De taart is zoet.
28 bonen
bonen
bonen
boter
boter
peper
29
4.2
Hoofdles
01 een
een
een
een
een
een
standbeeld
standbeeld
standbeeld
schilderij
schilderij
foto
02 Dit
Dit
Dit
Dit
Dit
Dit
is
is
is
is
is
is
een
een
een
een
een
een
12 een gitaar
een trommel
een piano
muziek
instrumenten
een band
03 Wat is dit?
Dit is een foto van mijn opa.
Wat is dat?
Dat is een foto van het huis van mijn oma.
15 een
een
een
een
een
een
standbeeld
foto
schilderij
fontein
trap
heuvel
bioscoop
bioscoop
bioscoop
dierentuin
dierentuin
museum
30
gebouw
gebouw
gebouw
gebouw
staat
staat
staat
staat
in
in
in
in
21 een
een
een
een
oude trap
oud standbeeld
modern schilderij
modern gebouw
22 een
een
een
een
oud stadion
modern stadion
oud standbeeld
modern standbeeld
Moskou.
New York.
Barcelona.
Australi.
32 Zoekt u iets?
Ja, ik zoek de bioscoop.
Zoekt u iets?
Ja, wij zoeken het stadion.
4.3
01 De
De
De
De
Hoofdles
11 Zij is blij omdat zij vandaag jarig is.
Ik ben blij omdat het zonnig is.
Zij zijn blij omdat zij buiten kunnen
voetballen.
Hij is boos omdat hij zijn sleutels niet kan
vinden.
Zij is boos omdat haar bloes vies is.
Hij is boos omdat zijn vrouw laat is.
kinderen lachen.
man glimlacht.
moeder van het meisje glimlacht niet.
jongen lacht niet.
04 De
De
De
De
12 Hij is boos.
Hij is blij.
Hij is verdrietig.
13 Zij is boos omdat de hond haar schoen heeft.
Zij zijn blij omdat zij op het strand zijn.
Het kind is verdrietig omdat zij haar hond
niet kan vinden.
14 Hoelang gaat de band spelen?
De band gaat twee uur spelen.
Hoelang heb ik gerend?
Jij hebt dertig minuten gerend.
moskee
synagoge
tempel
kerk
09 Hij is verdwaald.
Zij is niet verdwaald.
Wij zijn verdwaald.
Ik ben niet verdwaald.
10 Waarom huil jij?
Omdat ik verdwaald ben.
Wij gaan jouw ouders zoeken.
32
33
4.4
Hoofdles
01 De man skiet.
De vrouw zeilt.
Wij zeilen.
De kinderen skin.
15 enkele katten
enkele eilanden
enkele skis
veel vissen
veel fietsen
veel tenten
06 vier tenten
drie zeilboten
twee skis
zes skirs
07 Zij kamperen dicht bij het meer.
Het gezin staat naast de zeilboten.
De skis staan naast de tent.
Het gezin zit in de zeilboot.
08 Deze
Deze
Deze
Deze
09 De
De
De
De
16 veel
veel
veel
veel
zeilboot is snel.
skirs zijn snel.
zeilboot is langzaam.
skirs zijn langzaam.
water
bomen
gras
bloemen
17 enkele zeilboten
veel zeilboten
veel sneeuw
34
rij in de sneeuw.
kampeer in mijn nieuwe tent.
zeil op de zee.
ski in de bergen.
25 Jij
Jij
Jij
Jij
Jij
Jij
mag
mag
mag
mag
mag
mag
26 Hier
Hier
Hier
Hier
Hier
Hier
Hier
Hier
4.4
4.5
Vervolg
Mijlpaal
01 Hoi.
Hoi.
02 Wat heb jij vanochtend gedaan?
Ik heb de krant gelezen.
Alfabet
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
t
u
v
w
x
y
z
Index
In this index, each word is followed by the Core Lesson in which it occurs.
The number of times that the word appears in the lesson is enclosed
in parentheses.
En este ndice, cada palabra est seguida por la Leccin principal en que
aparece. La cantidad de veces que aparece la palabra en cada leccin
est entre parntesis.
In diesem Index steht nach jedem Wort die Hauptlektion, in der das
Wort vorkommt. In Klammern wird angegeben, wie oft ein Wort in einer
Lektion vorkommt.
Dans cet index, chaque mot est suivi de la Leon principale correspondante.
Le nombre de fois o le mot apparat dans chaque leon est indiqu
entre parenthses.
In questo indice, ogni parola seguita dalla Lezione principale
corrispondente. Il numero di volte che la parola appare in ogni lezione
indicato tra parentesi.
. .
begint
begrijp
begrijpen
begrijpt
bel
bellen
belt
ben
s avonds
s middags
s nachts
s ochtends
aan
bent
benzine
benzinestation
berg
bergen
beroemd
beroemde
beroemdste
best
betalen
betekent
beter
Bettina
bewolkt
bezig
bezoeken
bibliotheek
bij
bioscoop
blauw
blauwe
blij
blijf
blijft
blijven
bloemen
bloes
blond
boek
boeken
boekwinkel
bomen
bonen
39
boom
boos
bord
borden
bos
boter
bouwmarkt
Brazili
breng
brengen
brengt
brief
brieven
bril
broek
broeken
broer
brood
broodje
broodjes
brug
buiten
bureau
bureaus
bus
bushalte
buskaartje
busstation
camera
China
chocola
citroen
citroenen
citroentaart
computer
concert
contant
creditcard
daar
daarna
dag
dagen
dank je
dank u
dans
dansen
danseres
dansers
danst
dat
1.1(2), 4.1(1)
4.3(5)
2.2(10), 3.1(2), 4.3(3)
3.1(1), 4.3(1)
1.4(6), 4.2(1), 4.4(2)
4.1(5)
2.4(1)
2.3(1), 3.1(1), 4.2(1)
3.1(3)
3.1(1)
3.1(2), 4.1(2), 4.4(3)
2.1(4), 2.4(2)
2.1(1), 2.2(2), 2.3(1), 2.4(1)
3.2(1), 3.3(3), 4.2(4)
4.4(3)
3.3(1)
2.1(3)
4.1(2)
2.4(2), 3.3(2)
2.1(1)
4.2(2)
1.4(1), 3.1(1), 3.3(2), 4.3(1)
2.1(6), 3.1(2), 3.3(1), 3.4(1)
3.1(1)
1.2(15), 1.3(6), 1.4(2), 2.1(1),
2.3(2), 3.2(1)
1.2(6), 1.4(1)
1.3(1)
1.3(3)
1.3(3), 3.2(1)
2.3(3), 2.4(3), 4.2(1)
2.1(3), 2.2(1), 2.4(4), 2.5(2),
3.3(1), 3.4(2)
4.1(1)
4.1(2)
4.1(1)
2.2(1)
1.4(1), 2.4(1), 3.1(2), 3.2(1),
3.4(5)
1.1(2), 2.4(2), 3.3(1)
1.1(2), 2.4(3)
3.2(1), 3.3(9), 4.1(1), 4.4(2)
4.3(6), 4.4(1)
1.4(2), 3.3(1), 4.1(2), 4.4(7)
3.1(2), 4.3(1), 4.4(1)
3.3 (2)
1.1(1), 1.2(1), 2.4(1), 3.3(1),
3.2(1)
3.1(4), 3.3(1), 3.4(2), 3.5(2),
4.1(3)
3.4(5)
3.4(1)
datum
de
december
De Graaf
De Groot
De Waal
De Wit
deken
derde
dertien
dertig
dessert
desserts
deur
deze
dezelfde
dicht bij
die
dier
dieren
dierentuin
dinsdag
dit
dochter
doe
doen
doet
dokter
dollar
donderdag
dorst
draag
draagt
dragen
40
3.1(1), 3.4(3)
1.4(1), 2.2(5), 2.4(5), 2.5(1),
3.3(6), 3.4(1), 3.5(1), 4.2(2),
4.4(1)
3.2(6)
1.1(65), 1.2(47), 1.3(44), 1.4(17),
1.5(2), 2.1(21), 2.2(23), 2.3(18),
2.4(14), 2.5(1), 3.1(49), 3.2(36),
3.3(21), 3.4(18), 4.1(39), 4.2(26),
4.3(46), 4.4(46), 4.5(4)
3.1(3), 3.2(3)
3.4(1)
3.3(1), 4.3(1)
1.5(1)
4.3(1)
3.2(1)
1.2(4)
3.2(1)
1.3(2), 2.4(1), 3.1(1), 4.3(2),
4.4(1)
3.3(16), 3.5(1), 4.1(1)
3.3(2)
1.2(3), 4.1(1)
1.1(2), 1.2(3), 1.3(7), 1.4(10),
2.2(2), 2.3(6), 2.4(9), 3.1(1),
3.2(16), 3.3(11), 3.4(2), 4.1(13),
4.2(13), 4.3(3), 4.4(5), 4.5(1)
2.3(4), 3.3(1), 4.2(1)
1.2(2), 4.4(7)
3.3(8)
1.1(6), 1.4(2), 4.1(1), 4.2(2)
4.1(2)
4.2(5)
2.1(4), 3.4(1)
1.1(2), 1.3(4), 1.4(4), 2.1(4),
2.2(28), 2.3(2), 2.4(11), 2.5(2),
3.1(6), 3.2(8), 3.3(16), 3.4(11),
4.1(10), 4.2(20), 4.3(2), 4.4(5)
2.3(3), 2.4(1)
1.4(1), 2.1(2)
3.1(1), 3.3(1), 4.4(5)
2.3(6), 3.4(1), 4.5(1)
2.2(2), 2.3(1), 3.2(5), 3.3(1),
4.1(3), 4.3(1)
1.1(1), 1.3(4), 2.4(1), 3.2(1),
4.4(4)
1.4(2), 2.1(1), 2.2(1), 3.2(1),
3.3(1), 3.4(2)
1.2(1)
1.4(2)
1.2(4), 1.3(2), 2.3(1), 4.4(1)
3.2(1), 3.3(2), 4.4(3)
familie
februari
feest
drie
fiets
fietsen
fietst
film
fontein
foto
fotos
Frank
Frankrijk
fruit
ga
gaan
gaat
gaf
gebouw
gedaan
gedronken
geef
geeft
geeft niet
geel
geen
gegaan
gegeten
gegeven
gegolft
gehad
gekocht
gekookt
gekust
geld
geleerd
gelegd
gelezen
geluisterd
41
gemaakt
gereden
gerend
gereserveerd
geschiedenis
geschreven
gesproken
gestudeerd
getal
getennist
geven
gevoetbald
gevonden
gewacht
gewassen
geweest
gewoond
gezet
gezin
gezinnen
gezwommen
ging
gisteravond
gisteren
gistermiddag
gitaar
gitaren
glas
glimlacht
goed
goedemiddag
goedemorgen
goedkoop
golfen
gootsteen
graag
gras
groen
groene
groente
groot
grootste
grote
haar
had
hadden
half
hallo
4.2(5)
3.3(2), 3.4(1)
2.1(4), 2.2(11), 4.3(3)
4.3(4)
2.2(3), 2.3(3)
2.1(3), 2.2(4), 2.4(7), 3.4(2),
4.4(1)
4.3(2)
2.4(2)
1.2(3), 3.2(3)
2.1(2), 2.2(2)
3.1(3), 4.1(1)
2.1(2), 2.2(2)
4.2(11)
2.3(1)
4.3(1)
2.2(17), 2.3(4), 2.4(3), 2.5(2),
4.5(1)
2.3(2)
4.3(3)
4.4(2)
3.1(1)
2.1(8)
2.3(1)
3.4(1)
2.1(8), 2.2(8), 3.4(1), 4.3(1)
4.4(1)
4.2(7), 4.5(1)
4.2(1)
3.2(1)
4.3(6)
3.3(3), 3.4(17)
4.5(2)
1.4(1)
3.3(1)
1.4(1), 2.3(1), 2.4(3)
1.3(2), 3.1(2), 3.2(1)
2.4(14), 2.5(1), 3.1(2), 3.3(2),
3.4(3), 3.5(2), 4.1(2), 4.3(4),
4.4(4), 4.5(2)
4.4(1)
2.2(1), 2.3(2), 3.2(1)
4.4(1)
2.1(1), 3.2(1), 3.3(1), 4.3(1)
4.1(9)
4.2(1)
4.1(2)
1.1(3), 1.2(2), 1.3(3), 2.1(5),
2.2(3), 2.3(2), 3.1(6), 3.2(11),
3.3(2), 3.4(1), 4.1(3), 4.2(5),
4.3(11), 4.4(1)
2.3(4), 2.4(2)
handdoek
handdoeken
handen
heb
hebben
hebt
heeft
heel
heet
help
helpen
helpt
hem
hen
herhalen
het
hetzelfde
heuvel
hier
hij
hoe
hoed
hoelang
hoeveel
hoi
hond
42
2.3(1)
1.3(7), 3.1(1)
1.1(1), 1.3(1), 1.5(6), 3.3(7),
3.4(1), 3.5(2), 4.3(2), 4.4(1)
4.4(2), 4.5(1)
3.1(3), 4.4(1)
2.3(2), 3.2(2)
1.2(1), 1.3(4), 1.5(2), 2.1(41),
2.2(9), 2.3(2), 2.4(27), 3.1(2),
3.3(7), 3.4(5), 4.1(2), 4.2(4),
4.3(5), 4.4(3), 4.5(5)
1.1(6), 1.3(2), 1.5(2), 2.2(26),
2.3(3), 2.4(2), 3.3(1), 4.1(1),
4.2(3), 4.3(3)
1.3(1), 2.1(6), 2.2(1), 4.3(1)
1.1(7), 1.2(3), 1.3(14), 2.1(17),
2.2(13), 2.4(8), 3.1(3), 3.3(3),
3.4(2), 4.1(5), 4.2(9), 4.3(13),
4.4(2)
4.1(20), 4.4(2)
2.4(3), 3.1(1), 3.2(1), 3.5(2)
3.2(1)
3.2(5), 3.4(2), 4.1(2), 4.3(1),
4.4(1), 4.5(1)
3.2(7)
2.2(3), 2.4(6), 3.1(8), 3.4(1),
4.4(2)
2.2(3)
2.2(5), 2.4(4), 2.5(1), 3.5(1)
1.1(52), 1.2(43), 1.3(52), 1.4(65),
1.5(7), 2.1(14), 2.2(28), 2.3(9),
2.4(11), 2.5(5), 3.1(42), 3.2(50),
3.3(13), 3.4(30), 3.5(9), 4.1(11),
4.2(21), 4.3(14), 4.4(36), 4.5(5)
4.2(1)
4.2(3), 4.3(5)
3.1(2), 3.2(2), 3.3(23), 3.4(4),
4.1(12), 4.3(6), 4.4(10)
1.1(11), 1.2(11), 1.3(8), 1.4(6),
2.1(17), 2.2(9), 2.3(11), 2.4(2),
3.1(12), 3.2(8), 3.3(7), 3.4(9),
4.1(7), 4.2(11), 4.3(17), 4.4(15)
1.2(9), 1.3(15), 1.5(3), 2.2(4),
2.4(2), 2.5(1), 3.1(1), 3.2(1),
3.3(3), 3.5(2), 4.3(2)
1.2(1), 2.1(1), 2.2(1), 2.4(3),
2.5(2), 4.1(1)
4.3(9)
1.1(1), 1.3(3), 2.4(2), 4.1(1),
4.3(1), 4.4(1)
3.4(1), 3.5(4), 4.5(2)
1.1(1), 1.4(2), 2.1(1), 2.3(1),
honderd
honderdtwintig
Hoofdstraat
horloge
hotel
huil
huilen
huilt
huis
hun
huren
huurt
iets
ik
in
ingepakt
instrument
instrumenten
is
Itali
ja
jaar
januari
Japan
jarig
jas
je
Jennifer
jij
Jolanda
jong
jongen
jongens
jongere
Joris
jou
jouw
juli
jullie
juni
jurk
jurken
kaart
kaarten
kaartje
kaartjes
kamer
kampeer
kampeert
kamperen
kan
kantoor
kat
katten
kerk
keuken
kijken
kilometer
kind
kinderen
kip
kleding
klein
kleine
43
klok
koffer
koffers
koffie
koken
kom
komen
komt
Koningshof
kook
kookt
koop
koopt
kopen
kopje
korte
kost
kosten
koud
koude
krant
kranten
kun
kunnen
kunst
kunt
kussen
kwart
laat
lachen
lacht
ladder
laken
land
lang
langzaam
las
Laura
leerling
leerlingen
leert
lees
leest
leg
leggen
legt
lente
lepel
leraar
1.3(4), 4.1(1)
1.3(6), 1.4(2), 4.3(9)
1.3(1)
1.1(1), 2.2(2), 2.4(8), 3.1(1),
3.3(1), 3.4(1), 4.1(2), 4.4(1)
1.1(1), 3.1(1)
1.2(5), 2.3(1), 3.1(6), 3.2(4),
3.3(1), 3.4(8), 4.1(2), 4.3(3), 4.4(1)
3.1(5), 3.3(1), 3.4(8), 3.5(5),
4.3(1)
1.3(19), 2.3(1), 3.1(2), 3.3(1),
3.4(1), 4.3(5)
4.3(1)
2.1(1)
1.1(1), 3.1(1), 3.4(2)
1.3(1), 1.4(4), 2.1(1)
1.1(3), 2.1(2), 2.2(2)
1.1(1), 2.1(2), 4.1(4), 4.4(2)
3.1(1), 4.1(1)
4.4(3)
1.1(2), 1.3(12), 3.2(14), 4.1(1),
4.4(7)
1.3(2), 2.4(3), 3.2(2)
1.4(6), 3.1(1), 4.4(2)
3.1(1)
2.1(6), 2.4(2), 3.1(1), 4.5(1)
1.1(1), 2.1(1)
3.3(1), 3.4(4), 4.3(2)
1.4(2), 3.4(2), 4.3(7), 4.4(6)
2.2(4), 2.3(4), 2.4(2), 4.2(2)
1.4(4), 2.2(5), 2.4(4), 2.5(1),
3.4(1), 3.5(1), 4.4(6)
1.4(1)
1.3(9), 1.4(1), 1.5(1), 2.2(2)
1.3(15), 1.5(3), 2.2(4), 2.5(1),
3.2(8), 3.5(1), 4.3(3)
4.3(3)
4.3(3)
2.4(1), 3.1(1)
1.1(2)
4.3(1), 4.4(1)
1.2(1)
4.1(1), 4.4(2)
2.3(1)
3.3(5)
2.1(4), 2.3(5), 3.2(1), 3.3(1)
3.1(1), 3.2(2)
2.2(1)
2.1(4), 2.3(1), 3.1(1), 3.2(1)
1.1(4), 2.1(1), 2.2(1), 3.1(1),
4.2(1), 4.3(1)
3.1(2)
lerares
leren
leuk
lezen
lig
liggen
ligt
limoen
limoenen
linkerhand
linkervoet
links
loop
loopt
lopen
lucht
luister
lunch
lunchen
maak
maakt
maan
maand
maandag
maanden
maar
maart
mag
maken
mama
man
manager
mannen
Marijke
me
medicijnen
mee
44
3.1(1)
3.1(1)
3.1(2)
4.1(2)
2.1(5), 2.2(1), 2.3(2), 3.2(1),
4.1(2)
2.1(1), 2.2(2), 2.3(4), 3.2(2),
4.3(1)
1.4(2), 4.1(2)
2.3(6), 3.5(2)
1.1(3), 1.4(4), 2.1(2), 3.1(1),
4.1(1)
1.1(1)
1.4(1), 2.1(1), 3.1(2)
1.1(2), 1.3(6), 2.1(3), 3.1(2),
3.2(2), 4.1(4)
4.1(2), 4.5(1)
4.1(1)
1.1(1)
1.1(1)
1.1(4), 1.2(8), 1.5(3), 2.4(1),
3.1(3), 3.2(1), 3.3(1), 4.1(1), 4.3(1)
1.2(2), 3.2(1)
1.1(1), 1.4(1), 4.3(4)
1.4(9), 3.1(2), 3.3(2), 4.1(1),
4.2(1), 4.3(2), 4.4(1)
4.2(1)
3.2(1)
3.3(5), 4.1(1)
1.4(3), 4.2(1), 4.4(1)
3.3(1), 4.5(1)
3.3(6), 4.2(8), 4.5(1)
4.1(1)
2.1(1), 3.1(5), 3.4(3)
2.1(4), 3.4(1), 4.4(1)
3.1(1), 4.3(1)
1.4(3), 2.1(1), 2.3(6), 3.2(1),
3.3(1), 3.4(1)
3.1(3), 3.2(3), 3.4(1)
3.1(8), 3.3(8), 4.1(4), 4.4(10)
3.3(3), 3.5(2), 4.2(2), 4.5(2)
2.2(2)
1.1(15), 1.3(2), 1.4(4), 2.1(2),
2.4(2), 3.1(3), 3.2(10), 4.1(6),
4.2(5), 4.3(9), 4.4(2)
2.3(11), 3.2(5), 4.1(1)
1.1(3), 1.2(1), 1.3(1), 4.2(1),
4.4(2)
4.3(1)
3.4(13), 3.5(1)
1.1(1), 2.2(2), 2.4(1)
3.1(5), 3.5(2)
meegenomen
meenemen
meer
3.3(6)
3.3(1), 4.4(2)
1.4(5), 2.1(2), 2.2(1), 3.1(2),
4.1(3), 4.4(1)
mei
3.1(3), 3.2(2), 3.4(1), 4.2(1)
meisje
1.1(3), 1.4(1), 2.1(2), 2.4(3),
3.1(1), 3.2(4), 4.1(3), 4.3(3)
meisjes
2.1(1), 3.1(1)
melk
1.1(1), 2.4(2), 4.1(1)
meneer
1.5(1), 3.3(2), 4.3(1)
mensen
1.1(1), 1.2(3), 1.3(1), 3.1(2),
3.2(1), 4.2(4), 4.3(2), 4.4(1)
Merel
3.4(1)
mes
4.1(4)
met
1.1(4), 2.3(4), 2.4(3), 3.2(11),
3.3(12), 3.4(7), 3.5(2), 4.1(16),
4.2(3), 4.3(6), 4.4(2), 4.5(1)
metro
1.2(9)
1.2(5)
metrostation
mevrouw
3.4(1)
2.3(9)
middelbare
mij
2.2(3), 2.4(4), 3.1(2), 3.2(7),
3.3(2), 3.4(3), 4.1(5)
mijn
1.2(4), 1.3(7), 1.4(2), 2.1(14),
2.2(1), 2.3(5), 2.4(4), 2.5(1),
3.1(2), 3.2(3), 3.3(5), 3.4(4),
3.5(3), 4.2(7), 4.3(1), 4.4(2)
minuten
1.3(4), 1.4(2), 4.3(3)
mobiele
3.3(1)
modern
4.2(4)
moeder
2.1(2), 2.3(1), 2.4(1), 3.2(2),
3.4(1), 4.3(1)
moet
3.3(10), 3.4(1), 4.3(1), 4.4(1)
moeten
4.4(1)
mogen
3.1(4), 4.4(4)
mooi
1.5(4), 2.4(2)
morgen
1.4(15), 2.1(2), 2.2(2), 4.1(5),
4.4(7)
morgenavond
4.4(1)
morgenochtend 4.4(1)
4.3(3), 4.4(1)
moskee
Moskou
4.2(1), 4.3(2)
1.1(7), 1.2(5), 1.4(2), 1.5(1),
museum
3.2(3), 4.2(3), 4.3(1), 4.5(1)
muziek
2.2(4), 2.3(3), 2.5(1), 3.4(2),
4.2(1)
muzikant
3.4(3), 4.1(1)
3.4(2), 4.4(1), 4.5(1)
muzikante
muzikanten
3.4(2)
na
1.4(2), 4.1(2), 4.4(3)
naar
1.1(29), 1.2(23), 1.3(5), 1.4(9),
1.5(1), 2.1(6), 2.2(22), 2.3(2),
45
onder
ons
ontbeten
ontbijt
ontmoet
ontmoeten
onze
ooit
op
opa
oud
oude
ouders
oudste
over
overhemd
paard
pak
pakken
pakt
paraplu
pardon
Parijs
park
paspoort
Peking
pen
peper
piano
pianos
pittig
politie
politieagent
pond
postkantoor
postzegels
praat
Prinsenhof
radio
rechtdoor
rechterhand
rechtervoet
rechts
1.1(4), 2.1(1)
2.2(3), 3.1(1), 3.4(2), 4.1(1),
4.2(1), 4.5(1)
2.2(4)
3.1(1), 3.3(1), 4.1(1)
3.2(9)
3.2(1), 3.4(1), 3.5(2)
2.1(1), 2.2(2)
4.1(11), 4.2(2)
1.1(13), 1.2(10), 1.3(21), 1.4(5),
2.1(5), 2.2(2), 2.3(22), 2.4(6),
3.1(14), 3.2(5), 3.3(4), 3.4(5),
4.1(3), 4.2(5), 4.3(12), 4.4(11),
4.5(2)
2.1(3), 2.2(1), 3.2(1), 4.2(2)
1.3(2), 2.3(2), 2.4(1), 3.3(2),
4.1(1), 4.2(3)
3.2(1), 4.2(2), 4.5(1)
2.1(1), 2.2(1), 3.1(2), 4.3(1)
2.1(1)
1.3(8), 1.5(1), 2.2(2), 4.1(1)
3.3(1)
1.1(2), 1.4(1), 3.2(1), 4.4(2)
3.2(1), 4.3(1)
2.3(1), 4.3(1)
4.3(4)
1.4(1), 3.1(2)
1.2(8), 1.3(4), 2.2(8), 2.5(1),
4.1(4), 4.3(1)
1.3(1), 1.4(2), 2.1(1), 2.2(2),
2.3(4), 2.4(1), 4.2(1),
4.3(2)
1.1(1), 1.2(3), 1.4(1), 2.2(2),
2.3(1), 2.4(1), 3.1(2), 3.2(2),
3.4(1), 4.1(1), 4.2(3), 4.3(1),
4.4(3)
1.3(7), 3.3(1)
2.4(1), 3.1(1)
2.1(2), 2.4(1), 3.1(2), 3.3(2)
4.1(5)
3.4(4), 4.1(1), 4.2(3), 4.5(1)
4.2(1)
4.1(3)
3.2(1)
3.2(1), 3.3(1), 4.1(3)
1.3(2), 3.2(1), 4.4(2)
1.1(8), 1.2(1), 2.4 (1), 3.1(1)
2.1(7)
3.2(10), 3.5(2)
4.3(1)
1.3(2), 2.4(1)
1.2(5), 1.5(2), 3.1(1), 3.3(1)
regen
regende
regenen
regent
ren
rennen
rent
reserveren
restaurant
rij
rijden
rijdt
Robert
rode
rok
rokken
Rome
rood
rundvlees
Rusland
Ryan
salade
salades
sap
Sara
schilderij
schilderijen
schoen
schoenen
school
schooldag
schreef
schrijf
schrijfblok
schrijft
seconden
september
serveerster
servet
sieraad
sinaasappel
46
1.1(1), 4.1(1)
1.1(1)
1.1(4), 1.2(7), 1.5(4), 2.2(1),
2.4(1), 3.1(1), 3.2(1), 3.3(1),
4.1(1)
4.4(3)
2.3(1)
1.4(6), 3.5(2), 4.4(2)
1.4(8), 3.1(1)
4.3(1)
1.4(3), 2.2(1), 3.3(1), 4.3(2),
4.4(2)
2.1(2), 2.2(1), 4.3(3)
4.3(4)
1.1(1), 1.2(1), 1.3(1), 1.4(2),
2.1(2), 2.2 (1), 2.3(2), 3.2(3),
3.4(5), 4.1(5), 4.3(4)
1.2(12), 1.4(1), 4.4(2)
1.4(2), 3.3(1), 4.4(4)
1.1(1), 3.4(2), 4.4(2)
2.4(1)
1.1(1), 1.2(2)
1.2(1), 1.5(2)
3.3(1)
1.3(1), 1.4(1), 2.3(2), 4.2(1)
1.3(1), 2.4(1), 3.3(3), 3.4(1)
4.1(6)
1.4(1), 2.4(2), 3.1(1)
3.4(1)
3.3(13), 3.5(1), 4.1(1)
3.3(1)
2.4(1), 3.4(2)
1.2(1)
4.2(10)
4.2(1)
4.2(2), 4.3(1)
1.3(1), 1.5(2), 2.1(1), 2.4(2),
3.2(1), 3.3(5), 3.4(2)
1.1(7), 1.2(5), 2.1(1), 2.2(2),
2.3(9), 3.1(1), 3.2(1), 3.3(1)
3.2(1)
2.3(1)
2.1(2), 3.1(1)
2.1(6), 2.2(1), 3.1(2)
2.1(3), 2.3(1), 4.1(1)
1.3(2)
3.1(3), 3.2(1)
4.1(7)
4.1(4)
2.1(1), 2.2(2), 3.1(1), 3.2(1),
4.1(1)
2.4(1)
sinaasappels
sinaasappelsap
ski
skis
skin
skirs
skiet
sla
slaapt
slaat
slecht
slechte
slechter
slechtere
slechtst
slechtste
sleutels
sliep
slippers
Smits
sneeuw
sneeuwen
sneeuwt
snel
soep
sok
sokken
soort
speel
speelden
speelgoed
speelt
spel
spelen
spijkerbroek
spijt me
spreek
spreekt
spreken
sta
staan
staat
stad
stadion
stadions
standbeeld
standbeelden
stap
1.2(1), 1.3(1)
1.2(7)
3.3(2)
4.1(6)
1.1(3), 1.2(6), 1.3(3), 3.1(3)
2.1(1)
1.2(2), 3.4(1)
1.4(7), 2.1(1), 2.2(4), 2.3(2),
2.4(4), 2.5(2), 3.1(2), 3.2(1),
3.4(2), 4.2(1), 4.3(1), 4.4(2), 4.5(2)
strandfeest
3.3(2)
studeer
2.3(2)
studeerde
2.4(1)
studeert
2.3(5)
student
2.3(5), 2.4(1), 2.5(2), 3.1(1),
4.1(1)
studeren
2.3(3), 2.5(3), 4.1(1)
4.1(5)
suiker
1.1(1), 2.2(4), 2.4(3)
supermarkt
Suzanne
3.1(1)
synagoge
4.3(3), 4.4(1)
T-shirt
1.2(1)
2.3(1)
T-shirts
taart
2.2(1), 2.4(2), 3.1(2), 3.3(2),
4.1(1)
1.3(1)
tachtig
1.1(1), 1.3(2), 2.1(1), 3.1(3),
tafel
3.2(1), 3.3(1), 4.1(1), 4.3(7)
taxi
1.2(7)
3.1(4), 3.3(1), 3.5(4), 4.4(5),
te
4.5(2)
1.3(2), 3.3(1)
telefoon
telefoonnummer 3.2(8)
1.4(1), 3.2(1), 3.3(1)
televisie
tempel
4.3(4), 4.4(1), 4.5(1)
tempels
4.3(1)
4.3(3)
ten slotte
tennissen
1.4(1), 2.1(1), 2.4(2)
tenniste
2.3(1), 2.4(3)
4.4(2)
tent
tenten
4.4(2)
terras
1.1(6), 1.3(1), 4.2(2)
4.4(3)
terug
terugbrengen
4.4(3)
4.4(4)
teruggebracht
theater
1.1(7), 1.2(4)
thee
2.4(3), 3.1(1), 4.1(1)
thuis
1.1(7), 1.2(3), 4.1(1),
4.3(1)
tien
1.3(3), 1.4(3), 2.1(1), 2.4(1),
4.1(1), 4.4(1)
tiende
3.1(1)
stappen
stapt
Stefan
stelt
stoel
stoelen
straat
strand
3.3(1)
2.4(4)
4.4(1)
4.4(10)
4.4(6)
4.4(3)
4.4(3)
1.2(5), 1.5(2), 3.1(1), 3.2(2)
1.3(1), 1.4(1)
1.2(4), 4.3(1)
3.4(14)
3.4(1)
3.4(2)
3.4(1)
3.4(2)
3.4(1)
2.2(2), 3.1(1), 4.2(2), 4.3(1)
2.4(1)
4.4(4)
3.3(4)
4.4(7)
1.4(3), 4.4(1)
1.4(7)
4.1(1), 4.4(2)
3.3(9), 4.1(3)
3.2(1), 4.2(2)
2.3(2), 3.2(1)
3.3(7)
4.5(3)
3.4(3)
1.1(1), 3.1(2), 4.1(1)
3.4(4), 4.2(6), 4.5(3)
3.1(1), 3.3(1)
3.1(1), 3.4(2), 4.1(4), 4.2(9),
4.3(2), 4.4(7), 4.5(2)
3.2(1), 3.3(1), 4.1(1)
3.4(13), 3.5(1)
2.4(2), 2.5(1)
2.5(1), 3.3(4), 3.4(2), 4.3(2)
3.3(2), 3.4(2)
1.1(2)
1.1(2), 1.2(4), 2.2(1), 4.3(3),
4.4(1)
1.1(19), 1.3(2), 2.2(1), 3.1(2),
4.2(11), 4.3(1), 4.4(7)
1.2(1), 1.4(2), 4.2(10), 4.4(4),
4.5(1)
1.1(5), 1.2(1), 2.2(3), 4.2(4)
4.2(1)
4.2(20), 4.4(1)
4.3(2)
1.2(1)
47
3.2(1)
4.4(1)
1.2(1)
4.3(2)
4.3(6)
2.4(1), 2.5(1), 3.1(1), 3.2(1)
3.3(5), 3.4(2), 4.3(1)
3.3(2)
2.1(4)
2.1(1)
1.1(2), 2.1(1), 2.2(1)
3.1(2)
3.1(2)
4.2(1)
1.3(4), 1.4(3)
1.3(14), 1.4(1)
2.4(1)
1.3(3), 1.5(1), 2.1(1), 2.2(1),
4.3(1), 4.4(1)
vierde
1.2(4), 3.1(1)
vierendertig
3.2(1)
vierentwintig
3.2(1)
1.3(1)
vierenveertig
vierenvijftig
1.3(1)
vierenzestig
1.3(2)
1.3(1)
vierenzeventig
3.2(1), 4.4(1)
vierhonderd
vierhonderdtwintig
3.2(1)
2.3(2), 4.3(1)
vies
vijf
1.1(1), 1.3(4), 1.5(1), 3.2(7)
3.2(1)
vijfduizend
vijfentachtig
1.3(1)
1.3(2), 3.2(1)
vijfentwintig
vijfentwintigduizend
4.4(1)
4.3(1)
vijfenveertig
vijfenvijftig
1.3(1), 1.4(1)
vijfenzeventig
1.3(2)
3.2(1)
vijfhonderd
vijftiende
3.3(1)
vijftig
3.3(1)
1.5(4), 2.4(2)
vind
vinden
4.3(2)
2.3(5)
vindt
vis
1.4(1), 4.1(3), 4.5(1)
vissen
3.1(1), 4.4(1)
vlees
2.1(1), 3.2(1), 4.1(1)
vliegticket
1.3(4)
vliegtuig
1.3(6), 2.4(1), 3.3(1)
vliegveld
1.3(5), 2.2(1), 2.4(2), 3.1(2)
vlucht
1.3(18), 1.4(4), 3.2(1)
veertien
veertig
ver
verdrietig
verdwaald
Verenigde Staten
verjaardag
verkleedfeest
verkocht
verkoop
verkoopt
verlaat
verlaten
verschillend
vertraagd
vertrekt
vertrokken
vier
tijd
toen
toilet
toneelstuk
tot ziens
trap
trein
48
voetbal
voetbalde
voetbalden
voetballen
voetbalt
volgend
volgende
volwassene
volwassenen
vond
voor
vorige
vork
vraag
vragen
vriend
vrienden
vriendin
vrij
vrijdag
vroeg
vroeger
vrouw
vrouwen
waar
waarom
wacht
wachten
wachtten
wanneer
waren
warm
was
wassen
wat
water
3.1(5), 3.4(3)
1.4(2), 2.1(10), 2.2(1), 3.1(1),
3.4(1), 4.3(2), 4.4(1)
weer
1.4(5), 3.4(5), 4.4(1)
weet
3.2(10), 3.4(2), 3.5(1)
Wegman
3.3(3)
weken
4.3(2)
welk
2.2(3), 2.3(2), 2.5(2)
welke
1.2(1), 1.3(1), 1.5(2), 2.2(2),
3.2(2)
werk
1.1(4), 1.2(10), 1.4(1), 2.2(2),
2.3(3), 2.4(1), 3.1(3), 3.2(1),
4.1(1)
werken
1.1(2), 3.4(1), 4.1(2)
werknemer
2.3(4), 3.2(2)
werknemers
2.3(1), 3.2(1), 4.3(1)
werkt
1.1(5), 1.2(1), 2.3(6)
2.3(3), 2.4(2)
werkte
2.4(1), 3.2(4), 3.4(2), 3.5(1)
wie
wij
1.1(14), 1.2(2), 1.3(2), 1.4(10),
1.5(2), 2.1(3), 2.2(17), 2.3(12),
2.4(5), 2.5(1), 3.1(3), 3.2(3),
3.3(3), 3.4(2), 3.5(1), 4.1(8),
4.2(5), 4.3(13), 4.4(13), 4.5(2)
wil
1.1(2), 1.2(2), 2.4(10), 2.5(1),
3.1(6), 3.2(5), 3.3(7), 3.4(4),
3.5(5), 4.1(12), 4.3(5), 4.4(2),
4.5(3)
willen
1.1(1), 1.2(1), 3.4(1), 4.1(2),
4.4(3), 4.5(2)
wilt
1.1(2), 1.2(4), 2.4(20), 2.5(1),
3.1(3), 3.3(2), 3.5(2), 4.1(3),
4.2(1), 4.5(3)
4.4(8), 4.5(2)
winderig
winderige
4.4(1)
winkel
2.3(6), 3.1(1)
1.4(2), 3.1(1)
winter
wiskunde
2.2(4), 2.3(1), 2.5(2), 4.1(1)
wit
2.3(2), 3.3(1), 3.4(1), 4.4(1)
4.4(1)
witte
woensdag
1.4(2), 2.1(1), 3.4(1), 4.3(1), 4.4(1)
woensdagavond 3.4(2)
2.3(1), 4.1(2), 4.2(3)
wonen
woon
2.3(1)
2.3(3)
woonde
woonden
2.3(2), 4.1(1)
woonkamer
3.3(1)
woont
4.2(1)
woord
2.2(5), 2.4(2)
woorden
2.2(5)
woordenboek
2.1(10), 2.2(1), 2.4(1)
worden
4.2(1)
wedstrijd
week
4.1(1)
2.3(2), 2.4(3), 4.1(1)
2.3(1)
1.4(5), 2.1(1), 3.4(1), 4.1(1),
4.3(1), 4.4(1)
2.1(1)
4.1(1)
2.1(9), 4.4(1)
2.3(1)
3.1(1)
2.3(1)
1.1(6), 1.2(1), 1.3(3), 1.4(7),
2.1(1), 2.2(9), 2.4(2), 3.1(1),
3.2(10), 3.3(5), 3.4(3), 3.5(1),
4.1(2), 4.3(3), 4.4(12)
2.1(12), 2.2(1), 3.4(2)
4.1(2)
4.1(13)
4.1(9)
2.1(2)
2.1(1), 2.3(1), 3.2(2), 4.2(1)
3.1(1), 3.2(3)
3.4(14), 3.5(4), 4.1(1)
2.1(1), 2.2(2), 3.1(2), 3.2(1),
3.4(5), 3.5(5), 4.4(2)
3.2(4), 3.5(2)
2.3(17), 2.4(3), 4.1(2)
1.1(11), 1.3(4), 1.4(1), 2.1(4),
2.3(1), 3.1(2), 3.2(10), 3.3(2),
4.1(6), 4.3(6), 4.4(3)
1.1(1), 1.2(1), 3.1(2), 4.3(1),
4.4(2)
1.1(17), 1.2(11), 1.5(1), 2.2(5),
2.3(2), 3.1(2), 3.2(3), 3.3(1),
4.3(1), 4.4(1)
1.4(6), 2.5(1), 3.5(1), 4.3(1),
4.4(2)
1.3(7), 3.2(1)
1.3(3)
2.3(1)
1.3(1), 1.4(2), 2.1(2), 2.2(1),
2.4(5), 3.1(4), 4.3(2)
2.3(4), 2.4(6)
1.4(7)
2.3(16), 2.4(25), 2.5(1), 3.2(1),
3.3(2), 3.4(7), 4.4(1)
1.4(1), 3.2(1)
1.4(6), 2.1(2), 2.2(12), 2.3(8),
2.4(2), 2.5(1), 3.3(5), 3.4(3),
3.5(2), 4.1(3), 4.2(2), 4.3(4),
4.4(7), 4.5(8)
2.4(3), 3.1(1), 4.1(3), 4.4(1)
49
wordt
wortels
yen
zal
zanger
zangeres
zat
zaten
zaterdag
ze
zee
zeep
zeil
zeilboot
zeilboten
zeilen
zeilt
zes
zesduizend
zesennegentig
zesentachtig
zesenvijftig
zesenzeventig
zeshonderd
zestig
zet
zeven
zevenduizend
zevenendertig
zevenentachtig
zevenenveertig
zevenhonderd
zeventien
zie
ziekenhuis
zien
1.4(6), 4.4(5)
2.1(2), 2.4(2)
3.2(12)
4.1(7), 4.2(2)
4.1(2)
3.4(4)
2.3(2), 2.4(1)
2.3(3)
1.4(1), 2.2(1),
3.1(1), 4.4(1)
4.4(10)
3.2(1)
4.4(1)
4.4(5), 4.5(1)
4.4(4)
4.4(8), 4.5(6)
4.4(3)
1.3(4), 2.1(2),
3.2(1)
1.3(1)
1.3(1)
1.3(1)
1.3(1)
3.2(1)
1.3(1), 1.4(2)
3.1(2), 3.2(2),
1.2(1), 1.3(5),
3.2(1), 4.3(1)
3.2(1)
1.3(1)
1.3(1)
1.3(1)
3.2(3)
3.2(1)
4.3(4)
1.1(1), 2.4(1),
4.3(6)
zij
zijn
3.4(5)
zing
zingen
zingt
zit
zitten
zoek
zoeken
zoekt
zoet
zomer
zonnebril
zonnig
4.4(2)
zoon
zout
zul
zullen
zus
zuur
zwart
zwarte
zwem
zwemkleding
zwemmen
3.3(2)
1.4(1), 3.1(1),
3.1(2), 4.3(1)
zwemt
50