You are on page 1of 36

Duurzame bedrijventerreinen in strategisch

perspectief: een springplank

Handleiding voor een


strategische analyse
PREAMBULE

Deze handleiding is bedoeld voor diegenen die


op een bedrijventerrein een proces van duurza-
me ontwikkeling willen initiëren en in gang
houden. De handleiding is geen blauwdruk of
stappenplan waarin staat hoe duurzaamheid
kan worden bereikt op een bedrijventerrein. De
handleiding bevat:
• concepten en inzichten die richting kunnen
geven aan de discussie tussen betrokkenen op
een bedrijventerrein;
• instrumenten die bij het op gang brengen en
houden van deze discussie kunnen worden
gebruikt.

2
Inhoudsopgave
1 Inleiding 5
1.2 Leeswijzer 5

2 De strategische aanpak samengevat 7

3 Duurzame ontwikkeling en bedrijventerreinen: de volgende fase 9


3.1. Duurzame ontwikkeling en bedrijventerreinen 9
3.2. Fasen in de duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen 9
3.3. Het duurzaamheidsweb 10

4 Drie fasen van duurzame ontwikkeling 13


4.1. Fase I regionale efficiëntie 13
4.2. Fase II regionaal leren 14
4.3. Fase III duurzame regio 15

5 Hoe kan de sprong worden gemaakt? 17


5.1. Duurzame ontwikkeling: actie en reflectie 17
5.2. Instrumenten in het proces van duurzame ontwikkeling 19
5.2.1. Informatieverzameling en terugkoppeling van resultaten 19
5.2.2. Het managen van partnerships 20
5.2.3. Reflectie op systeemniveau: leren te leren 22

6 Werkbladen 25
Werkblad 1 – levenscyclus 27
Werkblad 2 – stadium van duurzame ontwikkeling 28
Werkblad 3 – definitie van duurzaamheidsaspecten 29
Werkblad 4 – levenscyclus en stadium duurzame ontwikkeling 30
Werkblad 5 – duurzaamheidsaspecten, levenscyclus en stadium 31
Werkblad 5 – duurzame ontwikkeling
Werkblad 6 – beoordelen samenwerkingsvormen 32
Werkblad 7 – evaluatie leertraject 33

7. Verantwoording 35

3
4
1 Inleiding

1.1 INLEIDING beschrijft een wijze waarop men die sprong


In de afgelopen jaren is een grote verscheiden- kan maken. Om een en ander concreet te
heid aan initiatieven ontplooid om bedrijven- kunnen toepassen is een aantal werkbladen
terreinen duurzamer te maken. ontwikkeld die in hoofdstuk 6 worden gepre-
Bedrijvenverenigingen, lokale, provinciale senteerd.
overheden en ook de nationale overheid zijn
projecten gestart om economische, ecologi-
sche en sociale doelstellingen in samenhang
te realiseren. Daarbij staat samenwerking tus-
sen de bedrijven op het terrein centraal.
De eerste ervaringen wijzen erop dat het
vormgeven van die samenwerking niet een-
voudig is, zeker als het gaat om het realiseren
van strategische doelstellingen op (middel-)
lange termijn. Dit beeld strookt met ervarin-
gen die in het buitenland zijn opgedaan.
Deze brochure schetst een benadering waar-
mee een strategisch perspectief kan worden
vormgegeven. De inhoud is samengesteld
door de vakgroep Milieukunde van de
Erasmus Universiteit Rotterdam. Als basis is
onderzoek gebruikt dat samen met de
Technische Universiteit Eindhoven is uitge-
voerd. Het gepresenteerde materiaal is geba-
seerd op onderzoek dat is uitgevoerd door de
Erasmus Universiteit Vakgroep Milieukunde
Rotterdam in samenwerking met de
Technische Universiteit Eindhoven. In een
workshop is de benadering door ervaringsdes-
kundigen kritisch beoordeeld. Het materiaal is
hierop aangepast. Doel van de brochure is om
deze benadering voor betrokkenen bij ver-
duurzaming van bedrijventerreinen toeganke-
lijk te maken, zodat zij een basis hebben om
te komen tot een meer strategische aanpak.

1.2 LEESWIJZER
Hoofdstuk 2 vat de strategische benadering
samen. Vervolgens wordt kort gedefinieerd
wat een duurzaam bedrijventerrein is en op
welke wijze duurzaamheid moet worden
gezien (hoofdstuk 3). In hoofdstuk 4 worden
drie fasen van duurzame ontwikkeling uitge-
werkt. Kern van de benadering is dat veel
bedrijventerreinen zich in de eerste fase
(regionale efficiëntie) bevinden en moeite
hebben om de sprong naar de tweede fase
(regionaal leren) te maken. Hoofdstuk 5

5
6
2 De strategische aanpak
samengevat

1. Duurzame ontwikkeling is een proces relaties. Afhankelijk van hun specifieke


waarin partijen de sociale, economische en aard (mate van conflict en relevantie voor
ecologische aspecten van hun beslissingen de betrokken partijen) vergen die relaties
op een geïntegreerde wijze beschouwen. een specifieke aanpak en organisatorische
Op een bedrijventerrein kan duurzame ont- inbedding.
wikkeling gestalte krijgen in verschillende 7. Bij alle activiteiten dient voortdurend de
fasen van de levenscyclus: inrichting, verbinding te worden gelegd met de doel-
selectie van bedrijven, beheer en functie- stelling en ontwikkeling op het niveau van
verandering/verlies/revitalisering. het totale bedrijventerrein/de regio: het
2. Voor bedrijventerreinen kent het proces systeemniveau.
van duurzame ontwikkeling drie stadia:
regionale efficiëntie, regionaal leren en
duurzame regio. Deze drie stadia geven
aan dat in de loop van het proces van
duurzame ontwikkeling het aantal en de
diversiteit van betrokken partijen toe-
neemt, het geografisch gebied waarover
wordt gesproken groter wordt en de visie
die wordt gehanteerd meer strategisch
(lange termijn) is.
3. De voortgang van het proces van duurza-
me ontwikkeling kan in kaart worden
gebracht met behulp van een duurzaam-
heidsweb. Dit duurzaamheidsweb is geen
universele graadmeter maar een verbeter-
instrument dat voor elk bedrijventerrein
uniek is.
4. Duurzame ontwikkeling is een cyclisch
proces waarin actie en reflectie elkaar
afwisselen. In de reflectiefase staat het
formuleren van ambities en doelstellingen
over het bedrijventerrein/de regio als
geheel centraal. In de actiefase worden
concrete projecten met meetbare doelen
geformuleerd, uitgevoerd en geëvalueerd.
5. In het proces van actie en reflectie kan
men een grote variëteit aan instrumenten
inzetten. In deze brochure zijn werkbladen
opgenomen die bruikbaar zijn in de reflec-
tiefase. Deze werkbladen kan men aanvul-
len met instrumenten, methoden en
mechanismen die door anderen zijn ont-
wikkeld. Het uitgangspunt is maatwerk:
elk bedrijventerrein vergt een specifieke set
van instrumenten om het proces optimaal
te laten verlopen.
6. Het proces van duurzame ontwikkeling is
een aaneenschakeling van samenwerkings-

7
8
3 Duurzame ontwikkeling en bedrijven-
terreinen: de volgende fase

3.1 DUURZAME ONTWIKKELING EN BEDRIJVEN- voordelen. In deze fase leren de bedrijven


TERREINEN elkaar kennen en bouwen zij een coördina-
De meest bekende definitie van duurzame tiestructuur en vertrouwensbasis op.
ontwikkeling is die uit het zogenaamde Andere partijen kunnen bij die samenwer-
Brundtland-rapport1: een ontwikkeling die king betrokken zijn maar dat gebeurt
voorziet in de behoefte van huidige generaties meestal op initiatief van de bedrijven. Zij
zonder dat de mogelijkheid om te voorzien in vormen de spil van het netwerk.
de behoeften van toekomstige generaties • Regionaal leren: bedrijven gaan samen met
wordt geschaad. Deze definitie is betrekkelijk andere lokale belanghebbenden een leer-
abstract en laat ruimte voor verschillende proces in waarin men op meer strategisch
interpretaties. niveau naar duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling is een continu proces streeft. De projecten in deze fase hebben
waarin verschillende maatschappelijke acto- een meer strategisch en meer integraal
ren de ecologische, economische en sociale karakter (in termen van de drie duurzaam-
aspecten van hun beslissingen op een geïnte- heidsaspecten). Er groeit expliciete aan-
greerde wijze beschouwen. Dit vergt een leer- dacht voor de regio als systeem. Binnen
proces dat alleen op lokaal niveau gestalte lokale overheden gaan verschillende afde-
kan krijgen, bijvoorbeeld op een bedrijventer- lingen/diensten hun activiteiten op strate-
rein. In Nederland hanteert men vooral de gisch niveau op elkaar afstemmen. De ver-
definitie die voorkomt in de zogenaamde schillende betrokken partijen (bedrijven,
Handreiking2: “samenwerking tussen bedrij- overheden, lokale belangengroepen) vor-
ven onderling en met overheden op bedrij- men een netwerk waarin het initiatief in
venterreinen, gericht op het verbeteren van verschillende fasen bij verschillende partij-
het (bedrijfs-)economisch resultaat, de ver- en kan liggen.
mindering van de milieubelasting en een effi- • Duurzame regio: Actoren in de regio
ciënter ruimtegebruik”. Deze definitie geeft komen op basis van een integrale afweging
ruimte voor toepassing op diverse typen van sociale, economische en ecologische
bedrijventerreinen. aspecten van hun beslissingen tot aanpas-
Partijen op het terrein zetten dus een leerpro- singen in hun individuele strategie en mis-
ces in gang dat uiteindelijk leidt tot een duur- sie met het oog op de ontwikkeling van de voetnoot1
zaam bedrijventerrein. Bij dat proces zijn totale regio. World Commission on
naast de bedrijven ook andere partijen Environment and
betrokken: gemeentelijke, provinciale en soms Deze fasering is gebaseerd op ervaringen die Development (WCED). Our
landelijke overheidsinstanties, lokale en regio- in verschillende landen zijn opgedaan rond Common Future. Oxford
nale belangengroepen, etc. de – duurzame – ontwikkeling van regio’s. In University Press, 1987.
deze brochure staat de ‘sprong’ van de eerste
3.2. FASEN IN DE DUURZAME ONTWIKKELING naar de tweede fase centraal. Veel van de nu
VAN BEDRIJVENTERREINEN lopende initiatieven bevinden zich in fase I. voetnoot2
In het proces van duurzame ontwikkeling van Bij de projecten die al enkele jaren lopen (in Stuurgroep Boegbeeld
bedrijventerreinen kan men drie fasen onder- Nederland bijvoorbeeld het INES-project in de Duurzame
scheiden: Rotterdamse haven en de revitalisering van Bedrijventerreinen.
• Regionale efficiëntie: bedrijven zoeken op het bedrijventerrein De Rietvelden/De Vutter Duurzame bedrijventerrei-
basis van hun eigen belangen naar samen- in Den Bosch) blijkt dat de betrokkenen op nen: Handreiking voor het
werkingsmogelijkheden om zogenaamde een bepaald moment tegen barrières aanlo- management van bedrijven
‘win-win’ situaties te realiseren. Dergelijke pen. De belemmeringen uiten zich bijvoor- en overheid. Rapport in
situaties hebben meestal betrekking op de beeld in de situatie dat opties worden gegene- opdracht van het Ministerie
combinatie van ecologische of sociale reerd waarover iedereen enthousiast is maar van Economische Zaken,
aspecten met economische korte termijn- die om allerlei redenen toch moeilijk reali- 1998.

9
seerbaar blijken. De sprong naar de tweede Het grijze deel geeft de uitgangssituatie aan.
fase geeft aan dat die belemmeringen kunnen De stippellijn geeft een situatie aan bijvoor-
worden aangepakt door het perspectief te ver- beeld drie jaar later. Op het ecologische
breden: naar een meer strategische visie op aspect is de score identiek maar economisch
duurzame ontwikkeling, met meer partijen en en sociaal scoort het bedrijventerrein beter.
met meer oog voor de lange termijn. De duurzaamheid van het terrein is in de
periode van drie jaar dus toegenomen.
3.3. HET DUURZAAMHEIDSWEB Uitgangspunt van het duurzaamheidsweb is,
Centraal in het proces van duurzame ontwik- dat de drie aspecten worden gedefinieerd in
keling staat het duurzaamheidsweb. Dit con- relatie tot het specifieke bedrijventerrein
cept is gebaseerd op de definitie van duurza- waarop de methodiek wordt toegepast. Dit
me ontwikkeling als een continu proces van betekent dat het niet mogelijk is om bedrij-
verbetering van het bedrijventerrein, afgeme- venterreinen onderling te vergelijken; ze han-
ten aan sociale, ecologische en economische teren elk hun eigen definitie van de drie
criteria. Elk criterium is afgezet op één as en aspecten.
de score van het bedrijventerrein op elk crite- Die definities kunnen bovendien in de loop
rium wordt op de betreffende as uitgezet. Als van het proces van duurzame ontwikkeling
men de lijnen op de drie assen met elkaar worden bijgesteld. Het is goed denkbaar dat,
verbindt, wordt het web afgebakend. De op het moment dat een bedrijventerrein de
duurzaamheid van het bedrijventerrein is gro- sprong maakt van fase I naar fase II, het
ter naarmate de oppervlakte van het web toe- inzicht ontstaat dat de definitie van de aspec-
neemt. In de meest eenvoudige vorm ziet het ten teveel op de korte termijn is gericht. De
web er uit als figuur 3.1. sprong naar fase II impliceert dan een nieuwe
definitie van de drie aspecten en de wijze
waarop zij worden gemeten. Dit hoeft geen
probleem op te leveren omdat de meting en
gehanteerde meetlatten uniek zijn voor het
bedrijventerrein.
Sociaal aspect Samengevat: het duurzaamheidsweb is geen
instrument om bedrijventerreinen onderling
te vergelijken; het is een instrument waarmee
de veranderingen op een bepaald bedrijventer-
rein in beeld kunnen worden gebracht.

De drie aspecten van het duurzaamheidsweb


staan in elk van de drie duurzaamheidstadia
voor verschillende zaken. De volgende tabel
geeft indicatieve voorbeelden.

Ecologisch aspect Economisch aspect

Figuur 3.1. Het duurzaamheidsweb.

10
Tabel 3.1. Invulling van de economische, ecologische en sociale dimensie in de
verschillende fasen van duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen

Sociaal Economisch Ecologisch

Regionale efficiëntie - verkeersveiligheid - imago - gescheiden


- kinderopvang - kostenreductie afvalinzameling
- afstemmen - schaalvoordelen benutten - restwarmte uitwisselen
personeelsbeleid - hergebruik afvalstoffen
- gezamelijke brandweer - utility sharing
- bereikbaarheid

Regionaal leren - ontwikkeling scholing - visie op economische - ontwikkelen van een


in interactie met bedrijven ontwikkeling regio met integrale visie op plaats
aandacht voor sociale en van lokale activiteiten in
ecologische het ecologisch systeem
randvoorwaarden (ecological footprint)

Duurzame regio Ontwikkelen van de lokale gemeenschap


en economie
en ecologie, binnen verantwoorde ecologische grenzen

11
12
4 Drie fasen van duurzame ontwikkeling

In het vorige hoofdstuk zijn drie fasen van venterrein door aanpassingen in de groen-
duurzame ontwikkeling van bedrijventerrei- voorziening
nen onderscheiden. Hieronder wordt elk van
de fasen uitgewerkt. Daarbij ligt de nadruk op We beschrijven deze fase nader voor bestaan-
de eerste twee fasen omdat de handleiding is de en nieuwe bedrijventerreinen.
toegespitst op de sprong van de eerste naar
de tweede fase. NIEUWE BEDRIJVENTERREINEN

4.1. FASE I REGIONALE EFFICIËNTIE - kern-actor is (een onderdeel van) de lokale


De eerste fase in het proces van duurzame overheid, die het initiatief neemt tot duur-
ontwikkeling is het bevorderen van de regio- zame ontwikkeling
nale efficiëntie van het bedrijventerrein. - aandacht is gericht op zeer operationele
Bedrijven zoeken op basis van hun eigen invulling van één of enkele duurzaam-
belangen naar samenwerkingsmogelijkheden heidsaspecten
om ‘win-win’ situaties te creëren. Dergelijke - primair probleem is de afstemming met
situaties hebben meestal betrekking op de andere onderdelen van de lokale over-
combinatie van ecologische of sociale aspec- heidsinstantie
ten met economische korte termijnvoordelen. - aandachtspunt is de betrokkenheid van
Vaak is een concrete gebeurtenis of “opportu- potentiële gebruikers van het terrein
nity” de aanleiding om deze efficiëntieslag in - expertise ten aanzien van samenwerking
te zetten. Dit kan bijvoorbeeld een groot wordt extern ingehuurd
bedrijf op het terrein zijn dat de noodzaak
ziet om de grondwatervoorziening op het
bedrijventerrein meer duurzaam aan te pak- BESTAANDE BEDRIJVENTERREINEN
ken. Of een gemeente die een omvangrijk
project op een bedrijventerrein wil realiseren, - kern-actoren zijn ondernemingen en soms
in reactie waarop ondernemers zich organise- (een onderdeel van) een lokale overheid
ren om invloed op dat project uit te oefenen. - opbouw van samenwerkingsrelaties tussen
Deze fase is een noodzakelijke stap in het ondernemingen c.q. opnieuw definïéren
proces van duurzame ontwikkeling. Door het van de rol van de al bestaande bedrijven-
realiseren van een aantal ‘win-win’-situaties vereniging
worden de mogelijkheden van samenwerking - aandacht is gericht op zeer operationele
verkend en wordt een vertrouwensbasis opge- invulling van een of enkele duurzaam-
bouwd die noodzakelijk is voor het ingaan heidsaspecten
van de volgende fase. - integratie van delen van de overheid leidt
tot enige mate van samenwerking tussen
Karakteristieke projecten voor deze fase zijn: bedrijven, of vice versa
• opbouw van een sociale infrastructuur voor - expertise ten aanzien van samenwerking
het uitvoeren van concrete projecten wordt extern ingehuurd
• gemeenschappelijk verzorgen van de bevei-
liging van het bedrijventerrein
• uitvoeren van een informerende milieuscan
voor nieuw te vestigen bedrijven
• organiseren van gemeenschappelijke afval-
verwijdering
• verbeteren van de verkeersveiligheid, met
nadruk ook die van fietsers en voetgangers
• verbeteren van de uitstraling van het bedrij-

13
4.2. FASE II REGIONAAL LEREN BESTAANDE BEDRIJVENTERREINEN
In de tweede fase van het proces van duurza-
me ontwikkeling, regionaal leren, gaan bedrij- - kern-actoren zijn ondernemingen in
ven samen met andere lokale belanghebben- samenwerking met de centrale partijen van
den een leerproces in waarin op meer strate- de lokale gemeenschap
gisch niveau naar duurzame ontwikkeling - opbouw van een netwerk van samenwer-
wordt gestreefd. De projecten in deze fase kingsrelaties binnen de lokale gemeen-
hebben een meer strategisch en meer inte- schap (ondernemingen en andere lokale
graal karakter, in termen van de drie duur- actoren)
zaamheidsaspecten. Er groeit expliciete aan- - ontwikkeling van een gemeenschappelijk
dacht voor de regio als systeem. Binnen loka- gedragen strategische visie op duurzame
le overheden gaan verschillende afdelingen/ ontwikkeling
diensten hun activiteiten op strategisch - binnen de verschillende partijen ontwikke-
niveau op elkaar afstemmen. len medewerkers/afdelingen een strategi-
Op bestaande terreinen zijn de betrokken sche visie op duurzame ontwikkeling en
actoren de bedrijven op het terrein. Andere consequenties voor de organisatie
partijen, zoals de lokale overheid, worden - ontwikkelen van projecten met een meer
sterk betrokken als gesprekspartner rond con- integrale focus op de drie duurzaamheids-
crete onderwerpen. aspecten
- expertise ten aanzien van samenwerking
wordt deels extern ingehuurd maar tegelij-
NIEUWE BEDRIJVENTERREINEN kertijd is er aandacht voor het ontwikkelen
van eigen leervermogen
- kern-actor is de lokale overheid als spil
van de lokale gemeenschap die het initia-
tief neemt tot duurzame ontwikkeling Karakteristieke projecten voor deze fase zijn:
- ontwikkeling van een gemeenschappelijk • ontwikkelen van een strategische visie voor
gedragen strategische visie op duurzame de regio door alle betrokken partijen
ontwikkeling • strategische allianties tussen bedrijven rond
- aandacht is gericht op het realiseren van milieu-innovaties (groene producten)
duurzame ontwikkeling onder meer in de • samenwerking van regionale kennisinstitu-
ontwikkeling van nieuwe economische ten en bedrijven in R&D-projecten
activiteiten • ontwikkelen van een adequate economische
- binnen de verschillende partijen ontwikke- basisstructuur door regionale overheden in
len medewerkers/afdelingen een strategi- samenspraak met andere partijen
sche visie op duurzame ontwikkeling en • ontwikkelen van training- scholingspro-
consequenties voor de organisatie gramma’s die zijn toegesneden op de lokale
- expertise ten aanzien van samenwerking bevolking en bedrijvigheid
wordt deels extern ingehuurd, maar tegelij- • aantrekken van culturele voorzieningen
kertijd is er aandacht voor het ontwikkelen voor de regio
van eigen leervermogen

14
4.3. FASE III DUURZAME REGIO
Deze fase is te definiëren als het doorlopende
proces waarin actoren in de regio komen tot
aanpassingen in hun individuele strategie en
missie met het oog op de duurzame ontwik-
keling van de gehele regio. Zij doen dit op
basis van een integrale afweging van sociale,
economische en ecologische aspecten van
hun beslissingen.
Alhoewel deze fase logisch volgt uit de voor-
afgaande, zijn er in de praktijk ook internatio-
naal geen voorbeelden van bekend.
Weliswaar zijn er regio’s die zich als zodanig
presenteren (bijvoorbeeld Silicon Valley in de
Verenigde Staten) maar dergelijke cases blij-
ken vaak in een van de twee voorgaande
fasen te vallen. Het feit dat deze fase in de
praktijk nog niet is gerealiseerd betekent niet
dat hij geen richting kan geven aan processen
van duurzame ontwikkeling zoals die door
middel van deze handleiding kunnen worden
geïnitieerd.

15
16
5 Hoe kan de sprong worden gemaakt?

Duurzame ontwikkeling is een proces van De cyclus is opgebouwd als een logisch pro-
afstemming en samenwerking tussen partijen ces dat start met het vaststellen van doelstel-
die bij een bedrijventerrein zijn betrokken. De lingen en ambities ten aanzien van het bedrij-
precieze invulling van dat proces is specifiek venterrein. Die doelstellingen vertaalt men
voor elk bedrijventerrein. Tegelijkertijd kent vervolgens in systeemeisen: de kenmerken
het proces een aantal algemene fasen die hier- waaraan het bedrijventerrein en de betrokken
onder worden toegelicht. partijen moeten voldoen wil de doelstelling
Het bewust doorlopen van dit proces is nood- worden bereikt (zie tabel 5.1).
zakelijk om de sprong te kunnen maken naar Vervolgens kunnen projecten worden gefor-
een volgende fase van duurzame ontwikke- muleerd die worden uitgevoerd. Na het vast-
ling. Bij de invulling van dit proces kunnen stellen van de resultaten kan terugkoppeling
verschillende instrumenten, mechanismen en plaatsvinden naar de ambities en doelstellin-
methoden worden gebruikt (zie paragraaf gen, die mogelijk moeten worden aangepast.
5.2). Zij vormen de basis voor de werkbladen In de cyclus is met opzet geen startpunt aan-
die in hoofdstuk 6 worden gepresenteerd. gegeven omdat er verschillende momenten
zijn waarop de cyclus kan worden ingezet.
5.1. DUURZAME ONTWIKKELING: ACTIE EN Soms is de start een concreet project dat bij
REFLECTIE evaluatie niet aan de verwachtingen voldoet.
Het proces van duurzame ontwikkeling is een Dit kan dan de aanleiding vormen tot een
cyclus van actie en reflectie. De basisstappen strategische bezinning die leidt tot het for-
zijn in onderstaande figuur weergegeven. muleren van doelstellingen en ambities op

uitvoeren
van
projecten
vaststellen
selectie van resultaten
projecten
Actie

Reflectie
vertalen ambitieniveau vaststellen, toetsen en
in systeemeisen herijken van doelstellin-
gen en ambitieniveau

Figuur 5.1 Het cyclisch proces van duurzame ontwikkeling

17
een meer algemeen niveau. Een andere moge- om nieuwe ideeën in te brengen (zie ook
lijkheid is dat een set van projecten wordt tekstblok op pagina 19).
geformuleerd die worden uitgevoerd, zonder Interviews en enquête dienen als input voor
dat er een echte strategische visie (ambities de eigenlijke formulering van het ambitie-
en doelstellingen, vertaald in systeemeisen) niveau (een coherente visie op het bedrijven-
aan ten grondslag ligt. terrein). Een bruikbaar instrument hiervoor is
de strategische conferentie waar alle betrok-
In deze handleiding staat de idee centraal dat kenen een inbreng hebben.
de reflectie noodzakelijk is om de actiefase tot Zowel in de strategische conferentie als in de
succesvolle resultaten te doen leiden. voorbereiding daarvan kan gebruik worden
gemaakt van de werkbladen die in hoofdstuk
De reflectie is noodzakelijk om verder te 6 van deze handleiding zijn te vinden. Het is
komen in het proces van duurzame ontwik- de bedoeling dat de verschillende partijen
keling; dit is de sprong van regionale effi- deze werkbladen afzonderlijk invullen en dat
ciëntie maar regionaal leren.

Tabel. 5.1 Voorbeeld van de vertaling van doelstellingen in systeemeisen

Doelstelling Systeemeisen

Lagere milieubelasting van de groep - adequate informatievoorziening milieueffecten


van bedrijven door samenwerking individuele bedrijven
- vertrouwensbasis tussen bedrijven en overheden en
bedrijven onderling

Vergroting economische groei van de regio - aanwezigheid van partijen die concurrentie en
samenwerking kunnen stimuleren
- strategische oriëntatie van betrokken partijen op de regio

Hogere arbeidsparticipatie - aansluiting van training en scholing op behoeften


bedrijven en instellingen
- diversiteit in banen-aanbod

De actiefase van de cyclus vergt adequaat zij vervolgens door middel van discussie con-
projectmanagement. Er zijn verschillende sensus bereiken over de beantwoording van
handleidingen (zowel algemeen als specifiek de richtinggevende vragen. De inzichten die
voor duurzame bedrijventerreinen) die aange- op deze manier worden verworven kunnen
ven op welke wijze dit kan worden georgani- worden benut voor het formuleren dan wel
seerd. Deze handleiding gaat met name in op bijstellen van de doelstellingen en het ambi-
de wijze waarop de reflectiefase vorm kan tieniveau.
worden gegeven. De vertaling van het ambitieniveau naar sys-
In de stap vaststellen, toetsen en herijken van teemeisen combineert algemene inzichten en
doelstellingen en ambitieniveau staat reflectie ervaringen op het gebied van duurzame ont-
centraal als de meest abstracte manier om het wikkeling met de specifieke situatie van het
ambitieniveau in te kaderen. Het is echter van bedrijventerrein, zodanig dat het ambitie-
groot belang dat dit ambitieniveau wordt niveau wordt vertaald in een set van concrete
opgebouwd uit de visies en doelstellingen van projectdoelstellingen. De input van externe
alle betrokken partijen. adviseurs wordt hier gecombineerd met de
Na een eventuele uitbreiding van actoren ideeën van de strategische werkgroep.
dient dan ook een inventarisatie plaats te vin-
den van hun visies en doelstellingen. Dit kan
door middel van interviews en enquêtes,
waarbij de enquête de ruimte moet bieden

18
INTERVIEW EN ENQUÊTE
Interviews en enquête zijn in de reflectiefase niet bedoeld om gedetailleerde informatie over
productieprocessen e.d. te verzamelen. In plaats daarvan is het de bedoeling inzicht te krij-
gen in de volgende zaken:
- de historie van het bedrijventerrein/de regio
- de partijen die zichzelf als belanghebbend zien en de mate waarin andere partijen
dat bevestigen
- de visie en doelstellingen die partijen hebben ten aanzien van (a) zichzelf en (b) de regio
- de ‘trekkers’ en ‘remmers’
- de externe ontwikkelingen die van invloed zijn

5.2. INSTRUMENTEN IN HET PROCES VAN 5.2.1. Informatieverzameling en terugkop-


DUURZAME ONTWIKKELING peling van resultaten
Het hierboven beschreven proces moet voor • de smeerolie van het proces van duurzame
elk bedrijventerrein specifiek worden inge- ontwikkeling is informatieverzameling en voetnoot3
vuld. Daarbij zijn de volgende aspecten van terugkoppeling van resultaten. Klein Woolthuis R., Winnen
belang: De informatieverzameling en –verwerking kan ook samen.
• informatieverzameling en terugkoppeling heeft in de verschillende processtappen een Handleiding voor samen-
van resultaten specifieke achtergrond en er moeten dan ook werking. Projectgroep
• het managen van partnerships verschillende mechanismen, instrumenten en Pionier!, Ministerie van
• reflectie op systeemniveau; leren te leren methoden worden ingezet. Economische Zaken, 1999.

Tabel. 5.2 Suggesties voor methodieken per processtap

Proces-stap Doel informatieverzameling Mechanismen, instrumenten, methoden

Voorbereiden vaststellen - inzicht in posities (denkbeelden, - interviews


ambitieniveau doelen) betrokken actoren - werkbladen (zie hoofdstuk 6)
- inzicht in mogelijkheden - vragenlijst
- inzicht in behaalde resultaten - duurzaamheidsweb
- experts raadplegen

Bepalen ambitieniveau - informeren/consulteren - strategische conferentie


betrokken actoren - werkbladen (zie hoofdstuk 6)
- creëren van draagvlak - Workshops

Vertalen ambitie in - concretiseren ambitie in set - bilaterale gesprekken betrokkenen


systeem-eisen van projecten - werkbladen vertrouwen3
- inventariseren haalbaarheid projecten

Selectie van projecten - informeren/consulteren betrokken - strategische conferentie


actoren
- creëren van draagvlak

Uitvoering projecten - bewaken projectvoortgang - projectorganisatie


- experts raadplegen

Evaluatie projecten - vaststellen resultaten - duurzaamheidsweb


- werkbladen vertrouwen3

19
Bij de uitvoering van individuele projecten is de samenwerking verschilt per project, en
het van belang om op operationeel niveau de de posities van partijen ten opzichte van
doelgerichtheid vast te houden door het toet- elkaar is daarin bepalend.
sen van activiteiten aan de projectdoelstellin- Het proces van duurzame ontwikkeling van
gen. Het vaststellen van de projectresultaten een bedrijventerrein omvat in de actiefase het
vormt de basis voor het actualiseren van het ontwikkelen en uitvoeren van een aantal pro-
duurzaamheidsweb. Hiervoor kunnen ver- jecten. In diverse handreikingen wordt uitvoe-
schillende indicatoren4 worden gehanteerd; er rig ingegaan op de manier waarop dergelijke
zijn algemene operationalisaties voorhanden projecten kunnen worden gemanaged. Hier
die, na aanpassing aan de lokale situatie, willen we de aandacht vestigen op de ver-
kunnen worden gebruikt. schillende vormen van samenwerking die aan
deze projecten verbonden kunnen zijn en de
5.2.2. het managen van partnerships consequenties die dat heeft voor het project-
• in het proces van duurzame ontwikkeling management.
gaat het uiteindelijk om het samenwerken
rond concrete projecten. De organisatie van

DE STRATEGISCHE CONFERENTIE

Een strategische conferentie heeft als doel het bij elkaar brengen van stakeholders bij het
bedrijventerrein en hen te laten nadenken over doelstellingen die zij gezamenlijk wenselijk
en haalbaar achten. Op die manier wordt een draagvlak gecreërd voor toekomstige activitei-
ten. De strategische conferentie vormt een voor iedereen (betrokkenen en omgeving) duide-
lijk zichtbaar startpunt van een nieuwe cyclus in het proces van duurzame ontwikkeling.

Voorbereiding – de voorbereiding van de strategische conferentie is cruciaal. Dat begint met


een analyse van de situatie: wie zijn de stakeholders, en welke positie (denkbeelden, ver-
wachtingen) nemen zij in? Deze analyse is gebaseerd op interviews, kleinere workshops en
mogelijk enquêtes bij de betrokkenen. Deze analyse vormt de basis voor de inrichting van de
strategische conferentie.

Uitvoering – de strategische conferentie kan verschillende vormen aannemen; meestal is een


externe facilitator betrokken die op de dag zelf het proces coördineert.

DE WORKSHOP

Een workshop kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de precieze doelstelling
die wordt nagestreefd. Uitgangspunt is dat betrokken actoren in kleine groepen (niet meer
dan 10 personen) door middel van interactie (discussie, brainstorm, rollenspel) komen tot
nieuwe inzichten over de situatie waarin zij zich bevinden en de mogelijke alternatieven die
in die situatie bestaan om hun doelstellingen te realiseren.

Voorbereiding - in zijn meest eenvoudige vorm (discussie aan de hand van stellingen) vergt
voetnoot4 een workshop weinig voorbereiding. Vormen als rollenspel en simulatie vergen een nauwge-
Simons, L. en J. van der zette langdurige voorbereiding die is gebaseerd op een goede analyse van de situatie. Vaak
Vlies. Ontwikkeling indica- zijn hierbij externe facilitators betrokken.
toren voor strategisch
milieumanagement. STB/ Uitvoering – een (set van) workshop(s) is gebaat bij een goede introductie en nadiscussie.
TNO-rapport STB-99-43,
1999.

20
In figuur 5.2 worden vier verschillende vor- De vier kenmerkende samenwerkingsvormen
men van samenwerking weergegeven. Deze zijn:
samenwerkingsvormen zijn geordend langs Win-win situaties
twee assen, relevantie en conflict. De relevan- De samenwerking is gericht op het realise-
tie geeft de mate aan waarin het doel van de ren van voordelen van elk van de betrok-
samenwerking van invloed is op de kerndoel- kenen. Er is geen sprake van discussie over
stelling van de betrokkenen. Als een samen- de doelstellingen; centraal staat het organi-
werkingsverband van de grond komt moet er seren van de afstemming die nodig is om
minimaal één partij zijn die het als relevant de voordelen te realiseren.
ervaart en de voordelen ziet van samenwer- Win-win situaties richten zich op een con-
king. Deze partij kan in dat geval proberen creet nauw omschreven doel, waarbij elk van
andere partijen te overtuigen van het voor- de betrokkenen verwacht dat het resultaat
deel. Die andere partijen kunnen besluiten van de samenwerking winst (niet alleen
mee te werken omdat het hen voordelen ople- financieel) zal opleveren. Gezien de betrekke-
vert, alhoewel die niet rechtstreeks verbonden lijk lage prioriteit die het project heeft drijft
zijn met de kernactiviteiten van hun organisa- het vaak op de persoonlijke wil van individu-
tie. Aan het andere uiterste van deze as en die de organisaties vertegenwoordigen.
bevindt zich de situatie waarin elk van de Deze samenwerkingsvorm is voornamelijk
partijen het samenwerkingsverband ziet als van belang omdat ze de weg kan bereiden
cruciaal voor het bereiken van de centrale voor andere vormen van samenwerking die
doelstelling van de organisatie. aansluiten bij meer centrale doelstellingen
Het aspect conflict heeft betrekking op de van de betrokken organisaties.
mate waarin partijen die bij het samenwer-
kingsverband zijn betrokken in het verleden Explorerende samenwerking
met elkaar in conflict zijn geweest. Het gaat Samenwerking rond een gemeenschappe-
hier met name om de mate waarin een lijk belang tussen actoren die voorheen
bepaald onderwerp al eerder inzet is geweest niet of nauwelijks met elkaar hebben
van discussies, beleidsplannen, e.d. en de samengewerkt.
mate waarin betrokkenen daarin ‘tegenover
elkaar’ hebben gestaan.

voor alle voor één van de


deelnemers hoog deelnemers hoog

relevantie

hoog

conflictbeheersing

coalitie
conflict

explorerend

win-win
partnership

laag

V. Figuur 5.2 Samenwerkingsvormen bij duurzame ontwikkeling

21
Deze vorm van samenwerking is sterk inhou- teit naar anderen te kunnen luisteren.
delijk gericht. De partijen hebben geen Onderhandelingsvaardigheden zijn minstens
gemeenschappelijke ‘geschiedenis’ en de zo belangrijk als inhoudelijke kennis.
doelstelling, het onderzoeken van de moge- Bovendien moeten de vertegenwoordigers van
lijkheden van samenwerking, laat voldoende organisaties beschikken over een krachtig
ruimte om zich niet aangetast te voelen in mandaat. Conflictbeheersing vindt niet zelden
eigen visie en autonomie. Om deze samen- plaats in relatieve openheid en media kunnen
werking gestalte te geven is het noodzakelijk sterk betrokken zijn bij het verloop van het
dat een of enkele bevlogen individuen zich proces. Transparantie en publieke aandacht
sterk maken voor het initiatief en hun net- kunnen positief werken, omdat ze de partijen
werk inschakelen om partijen (en dan vooral dwingen tot een op zijn minst acceptabel
eveneens enthousiaste vertegenwoordigers resultaat te komen.
van partijen) te activeren.
5.2.3. Reflectie op systeemniveau: leren te
Coalities leren
Samenwerking tussen partijen die elkaar Overzicht over het totale proces is van groot
nodig hebben, maar niet volledig gelijkge- belang voor duurzame ontwikkeling. Dit
stemde doelen hebben. Er is enige mate betekent dat het hele systeem (het bedrij-
van onenigheid, maar die kan worden venterrein en betrokken partijen) moet wor-
overwonnen door het creëren van een den beschouwd.
gemeenschappelijke visie. Naast de voorbereiding, uitvoering en evalu-
Deze vorm van samenwerking kenmerkt zich atie van individuele projecten staat of valt het
vaak door een sterke taakgerichtheid. De par- proces van duurzame ontwikkeling met
tijen weten dat ze elkaar voor het bereiken reflectie op de wijze waarop het totale sys-
van een doelstelling nodig hebben en teem zich ontwikkelt. Deze reflectie kan wor-
beschikken over de gemeenschappelijke visie den gezien als een collectief leertraject dat
en vertrouwen om dat met elkaar te doen. De wordt doorlopen door de betrokkenen. Het is
aandacht kan zich dan ook richten op de uit- van groot belang dat dit leertraject wordt
voering van de taak. Tegelijkertijd brengt de ingebed in de organisatie die het proces van
samenwerking een gedeeltelijk verlies aan duurzame ontwikkeling ondersteunt. In de
autonomie met zich mee, gekoppeld aan het verschillende stadia van duurzame ontwikke-
besef dat hun doelstellingen en strategie niet ling heeft dit leertraject en de inbedding daar-
volledig samenvallen. Dit brengt een zekere van specifieke kenmerken.
emotionele lading in de samenwerking. Als
partijen er in slagen de voordelen van samen-
werking als belangrijker te ervaren dan deze
emoties en het verlies aan autonomie, dan is
sprake van vooruitgang. Hiertoe is het onder
meer van belang dat de bijdrage van elke
betrokkene gelijke waardering krijgt. Als dit
lukt, dan kan een aaneenschakeling van der-
gelijke samenwerkingsverbanden leiden tot
het opbouwen van meer structureel netwerk
van samenwerking in de regio.

Conflictbeheersing
Er is een – potentieel – conflict tussen par-
tijen en dit moet worden opgelost voordat
zij tot samenwerking kunnen komen.
Deze vorm van samenwerking begint beschei-
den, en bouwt voort op kleine initiële succes-
sen. De personen die de betrokken organisa-
ties vertegenwoordigen dienen te beschikken
over diplomatieke vaardigheden en de capaci-

22
Tabel. 5.3 De drie stadia van duurzame ontwikkeling en hun specifieke kenmerken.

Stadium van duurzame ontwikkeling Kenmerken leertraject

Regionale efficiëntie - startpunt leertraject


- partijen zoeken naar medestanders met gelijke ideeën
- organisatie reageert ad hoc op problemen
- parkmanagement richt zich op uitvoerende problemen
- experts worden benut om de organisatie te bemensen en
sturen het proces in belangrijke mate

Regionaal leren - partijen zoeken naar diversiteit in ideeën


- organisatie wordt professioneler en krijgt zicht op het
leerproces dat wordt doorlopen
- experts worden ingezet in deelprojecten
- sturing van het proces van duurzame ontwikkeling
wordt onderdeel van parkmanagement

Naar een duurzame regio - er is een gemeenschappelijke visie op een strategie van
duurzame ontwikkeling van de regio
- het leerproces vindt plaats in een netwerk waarvan een of
meerdere bedrijventerreinen onderdeel zijn

De drie stadia zijn bedoeld als een aankno-


pingspunt voor discussie. Door met de
betrokkenen rond een bedrijventerrein/regio
de werkbladen uit het volgende hoofdstuk te
gebruiken wordt een proces in gang gezet
waarin deze stadia periodiek aan de orde
komen. De concrete activiteiten - projecten
om meetbare doelstellingen ten aanzien van
sociale, economische en ecologische presta-
ties van het bedrijventerrein/de regio/te reali-
seren - worden ingekaderd in het ontwikke-
lingsproces van deze drie stadia.

23
24
6 Werkbladen

In de voorgaande hoofdstukken zijn concepten


gepresenteerd die richting kunnen geven aan de
strategische discussie die nodig is om te komen
van de fase van regionale efficiëntie naar de fase
van regionaal leren. In de werkbladen zijn vra-
gen geformuleerd aan de hand waarvan de dis-
cussie over deze concepten kan worden gevoerd.
Op die manier geeft men richting aan de reflec-
tie-stappen in het proces van duurzame ontwik-
keling.
Het doorwerken van de werkbladen zal ver-
schillende bijeenkomsten vergen. En alhoewel
het mogelijk is om vooraf informatie te verza-
melen om een eerste beeld te vormen (dit geldt
bijvoorbeeld voor de werkbladen 1 en 2), is het
van belang dat de verschillende partijen worden
betrokken bij het ontwikkelen van de visie op
de volgende fase van duurzame ontwikkeling.
Het vertrouwen dat is opgebouwd in eerdere
projecten moet voor partijen de basis vormen
om deze tijdsinvestering te doen.

Een belangrijke vraag is welke partij de strate-


gische discussie het best kan initiëren en in
hoeverre externe partijen betrokken moeten
zijn bij het faciliteren van de strategische dis-
cussie. De eerste vraag is situatiegebonden.
Afhankelijk van de voorgeschiedenis van het
bedrijventerrein en het vertrouwen dat partijen
in elkaar hebben, kan de initiator een bedrij-
venvereniging, een gemeente, een individuele
onderneming, of een provincie zijn.
Uiteindelijk telt alleen het vermogen van de
initiator om partijen te inspireren een actieve
bijdrage te leveren. De discussie moet dusda-
nig open zijn dat alle betrokkenen hun agenda
voor de toekomst op tafel kunnen leggen.

Voor wat betreft de facilitering van de strategi-


sche discussie verdient het aanbeveling een
externe partij te belasten met de voorbereiding
en leiding van de discussie. In lijn met het leer-
proces op het bedrijventerrein c.q. de regio
moet die partij zich echter terughoudend opstel-
len. Uiteindelijk is het doel dat partijen zelf in
staat zijn de strategische discussie te voeren en
de resultaten daarvan te implementeren.

25
26
Werkblad 1 – levenscyclus

A: inrichting; definitie van


A B C D de bestemming van het
bedrijventerrein
B: selectie van bedrijven
C: beheer, vervanging van
vertrekkende bedrijven
D: afbouw, het terrein
raakt in verval, krijgt
een andere functie, of
wordt gerevitaliseerd

RICHTINGGEVENDE VRAGEN:
• In welke fase van de levenscyclus bevindt het bedrijventerrein/de regio zich momenteel?
• Op welke termijn is de overgang naar een volgende fase te verwachten?
• Welke mogelijkheden zijn er om die overgang te versnellen/vertragen?
• Is het mogelijk/wenselijk om een nieuwe levenscyclus in gang te zetten?

27
Werkblad 2 – stadium van duurzame ontwikkeling

Regionale efficiëntie: bedrijven zoeken op basis van hun eigen belangen naar samenwer-
kingsmogelijkheden om ‘win-win’ situaties te realiseren. Dergelijke situaties hebben meestal
betrekking op de combinatie van het ecologische of sociale aspect met economische korte
termijnvoordelen. In deze fase leren de bedrijven elkaar kennen en kunnen zij een coördina-
tiestructuur en vertrouwensbasis opbouwen

Regionaal leren: bedrijven gaan samen met andere lokale belanghebbenden een leerproces
in waarin op meer strategisch niveau naar duurzame ontwikkeling wordt gestreefd. De pro-
jecten in deze fase hebben een meer strategisch en meer integraal karakter (in termen van
de drie duurzaamheidsaspecten). Er groeit expliciete aandacht voor de regio als systeem.
Binnen lokale overheden gaan verschillende afdelingen/diensten hun activiteiten op strate-
gisch niveau op elkaar afstemmen

Naar een duurzame regio: Actoren in de regio komen op basis van een integrale afweging
van sociale, economische en ecologische aspecten van hun beslissingen tot aanpassingen in
hun individuele strategie en missie met het oog op de ontwikkeling van de totale regio.

RICHTINGGEVENDE VRAGEN:
• In welk stadium van duurzame ontwikkeling bevindt het bedrijventerrein/de regio zich op
dit moment?
• Welke stakeholders zien het bereiken van een volgend stadium als wenselijk?
• Hoe zou dit volgende stadium er voor het bedrijventerrein/de regio concreet eruit zien (visie)?
• Welke acties moeten worden ondernomen om die visie te realiseren?

28
Werkblad 3 – definitie van duurzaamheidsaspecten

Sociale aspect Economische aspect Ecologische aspect

RICHTINGGEVENDE VRAGEN:
• Welke doelstellingen aangaande het bedrijventerrein/de regio bestaan er ten aanzien van de
drie duurzaamheidsaspecten?
• Worden deze doelstellingen gedeeld door alle betrokkenen of verschillen stakeholders over
het belang van verschillende doelstellingen?
• In welke mate vullen de doelstellingen elkaar aan en in welke mate zijn ze in conflict?
• Zijn doelstellingen aan te passen zodanig dat:
- meerdere stakeholders zich erin kunnen vinden?
- conflicterende doelstellingen worden overstegen?

29
Werkblad 4 – levenscyclus en stadium duurzame ontwikkeling

A B C D

Regionale
efficiëntie

Regionaal
leren

Duurzame
regio

In deze tabel kunnen de resultaten van werkblad 1 en 2 worden gecombineerd

RICHTINGGEVENDE VRAGEN:
• ‘Past’ het stadium van duurzame ontwikkeling bij de levenscyclusfase waarin het bedrijven-
terrein/de regio zich momenteel bevindt?
• Welke consequenties heeft de levenscyclusfase voor de mogelijkheden om in een volgend
stadium van duurzame ontwikkeling te komen?
• In welke mate vergt het bereiken van een volgend stadium van duurzame ontwikkeling het
versnellen/vertragen van de levenscyclus?

30
Werkblad 5 – duurzaamheidsaspecten, levenscyclus en stadium duurzame ontwikkeling

A B C D

Regionale
efficiëntie

Regionaal
leren

Duurzame
regio

In deze tabel kunnen de resultaten van werkblad 1 en 2 worden gecombineerd


Vervolgens kunnen de duurzaamheidsaspecten hierin worden ingevuld

RICHTINGGEVENDE VRAGEN:
• Welke consequenties hebben de duurzaamheidsaspecten (= doelstellingen) voor de positie
van het bedrijventerrein/de regio in deze matrix?
• Vergt de positionering van het bedrijventerrein/de regio in de matrix een aanpassing van de
duurzaamheidsaspecten?

31
Werkblad 6 – beoordelen samenwerkingsvormen

Voor alle deelnemers hoog Voor een deelnemer hoog


relevantie
hoog

conflictbeheersing
coalitie
conflict
explorerend

win-win partnership

laag

• Win-win partnerships: de samenwerking is gericht op het realiseren van voordelen


van elk van de betrokkenen. Er is geen sprake van discussie over de doelstellingen;
centraal staat het organiseren van de afstemming die nodig is om de voordelen te
realiseren.
• Exploreren: samenwerking rond een gemeenschappelijk belang tussen actoren die
voorheen niet of nauwelijks met elkaar hebben samengewerkt.
• Coalitie: samenwerking tussen partijen die elkaar nodig hebben, maar niet volledig
gelijkgestemde doelen hebben. Er is enige mate van onenigheid, maar die kan wor-
den overwonnen door het creëren van een gemeenschappelijke visie.
• Conflictbeheersing: er is een – potentieel – conflict tussen partijen en dit moet wor-
den opgelost voordat zij tot samenwerking kunnen komen.

RICHTINGGEVENDE VRAGEN:
• Op welke wijze kunnen de verschillende samenwerkingsrelaties (projecten, relaties in stuur-
groep e.d.) in het proces van duurzame ontwikkeling worden gekarakteriseerd?
• Is bij de uitvoering van activiteiten rekening gehouden met de specifieke eisen die aan het
samenwerkingstype worden gesteld (zie hoofdstuk 5)?
• Wat zijn de resultaten van de verschillende samenwerkingsrelaties?
• Zijn tegenvallende resultaten verbonden met het niet nakomen van de eisen die aan de
samenwerkingsvorm worden gesteld?

32
Werkblad 7 – evaluatie leertraject

Stadium van Kenmerken leertraject


duurzame ontwikkeling

Regionale efficiëntie - startpunt leertraject


- partijen zoeken naar medestanders met gelijke ideeën
- organisatie reageert ad hoc op problemen
- parkmanagement richt zich op uitvoerende problemen
- experts worden benut om de organisatie te bemensen
en sturen het proces in belangrijke mate

Regionaal leren - partijen zoeken naar diversiteit in ideeën


- organisatie wordt professioneler en krijgt zicht op het
leerproces dat wordt doorlopen
- experts worden ingezet in deelprojecten
- sturing van het proces van duurzame ontwikkeling
wordt onderdeel van parkmanagement

Naar een duurzame regio - er is een gemeenschappelijke visie op een strategie


van duurzame ontwikkeling van de regio
- het leerproces vindt plaats in een netwerk waarvan
een of meerdere bedrijventerreinen onderdeel zijn

RICHTINGGEVENDE VRAGEN:
• In welke fase van het leertraject bevindt het proces van duurzame ontwikkeling zich momen-
teel?
• Zijn de alle belanghebbenden betrokken bij dit proces?
• Is de organisatie en de betrokkenheid van externe experts toegesneden op deze fase?
• Passen de samenwerkingsvormen (werkblad 6) in deze fase?
• Wat zijn de voorwaarden om in een volgende fase van dit traject te komen?
• Biedt de gekozen vorm van parkmanagement mogelijkheden om dit leertraject te vervolgen?

33
34
7 Verantwoording

Deze handleiding is het resultaat van een


onderzoeksproject met als doelstelling het ont-
wikkelen van een methodiek om de ontwikke-
ling van duurzame bedrijventerreinen een meer
strategisch karakter te geven. Deze doelstelling
is gebaseerd op de constatering dat veel van de
initiatieven die in de afgelopen jaren rond dit
thema zijn ondernomen, projecten betreffen die
op relatief korte termijn duidelijk herkenbare
resultaten op te leveren op deelaspecten van
duurzame ontwikkeling. Alhoewel dit een
belangrijke eerste stap is, blijkt in verschillende
gevallen dat een opschaling naar een meer stra-
tegische aanpak (meer lange termijn georiën-
teerd, meer dan een bedrijventerrein
betreffend) moeilijk is. De handleiding heeft tot
doel die stap te vergemakkelijken.
Een eerste versie van de handleiding is gefor-
muleerd op basis van case studies en literatuur-
onderzoek. Vervolgens is de handleiding in een
workshop getest door experts uit het veld:
beleidsmakers, ondernemers en consultants.
Deze workshop gaf aanleiding om enkele pun-
ten in de handleiding aan te scherpen.

Zoals in de preambule al is vermeld bevat de


handleiding geen statisch stappenplan. De
reden hiervoor is dat naarmate bedrijventerrei-
nen zich ontwikkelen rond het thema duur-
zaamheid, zij daarin een eigen aanpak zullen
ontwikkelen. De handleiding bevat een aantal
instrumenten, waarmee die eigen aanpak kan
worden ingevuld zodat de strategische dimen-
sie van duurzame ontwikkeling in beeld komt.

Een volgende stap in de ontwikkeling van de


handleiding is de toets van de praktijk. Naast
gericht onderzoek zal die toets ook bestaan
uit het gebruik van - delen van de - handlei-
ding door geïnteresseerden. Wij verzoeken
iedereen die op enige manier gebruik maakt
van de ideeën uit de handleiding zijn of haar
ervaringen met ons te delen.

35
Duurzame Bedrijventerreinen
Van 1999 tot en met 2003 is door Novem in Novem hopen en verwachten dat die boeg-
opdracht van het ministerie van beelden andere initiatiefnemers op goede
Economische Zaken uitvoering gegeven aan ideeën kunnen brengen. Ze laten namelijk
het programma Duurzame op een overtuigende manier zien dat gerich-
Bedrijventerreinen. Dit programma heeft te samenwerking mogelijkheden biedt en
kennis en ervaring opgeleverd over de moge- voordelen oplevert. Over deze boegbeelden
lijkheden om bedrijventerreinen duurzaam te verschijnt een serie projectbladen.
(her)ontwikkelen. Samenwerking is daarbij
het sleutelwoord. Door samenwerking tussen Meer informatie programma Duurzame
bedrijven onderling en tussen bedrijven en Bedrijventerreinen
de overheid is het mogelijk het bedrijfseco- • helpdesk: 030 - 239 35 33
nomisch resultaat te verbeteren, de milieube- • e-mail: dbt@novem.nl
lasting te verminderen en ruimte te winnen. • website: www.dbt.novem.nl
De vraag is alleen steeds: hoe kan die • adres: postbus 8242, 3503 RE Utrecht
samenwerking het best worden opgezet en
wat zijn de valkuilen waardoor ambities
soms toch niet worden gehaald?

In de loop van het programma is een groot


aantal inspirerende initiatieven voor duurza- Het programma Duurzame Bedrijventerreinen
me bedrijventerreinen aan het licht gebracht. is een programma van het ministerie van
Zes ervan zijn aangemerkt als ‘boegbeeld’. Economische Zaken. Novem voert dit pro-
Het ministerie van Economische Zaken en gramma uit.

Zes boegbeelden duurzame bedrijventerreinen

Bedrijventerrein Gemeente

Industrieterrein Zwartewater Zwartewaterland


Bedrijventerreinen in de Stedendriehoek Deventer, Zutphen, Apeldoorn,
Voorst en Gorssel
Bedrijventerrein De Trompet Heemskerk
Bedrijventerrein Buitenvaart/Riegmeer Hoogeveen
Bedrijventerrein De Rietvelden/De Vutter ’s-Hertogenbosch
Bedrijventerreinen in Uden Uden

Swentiboldstraat 21 Catharijnesingel 59 Novem op internet: Brochure nummer


Postbus 17 Postbus 8242 www.novem.nl 3DBT-03.09 Novem©
6130 AA Sittard 3503 RE Utrecht Themabrochure 2
Tel.: 046 420 22 02 Tel.: 030 239 34 93 juni 2003
Fax: 046 452 82 60 Fax: 030 231 64 91 Aan deze brochure kunnen
geen rechten worden ontleend

Novem • Is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken • Voert beleid uit voor verschillende overheden
• Draagt hiermee bij aan de ontwikkeling naar een duurzame samenleving

You might also like