You are on page 1of 12

Aanpassing van diverse BES-onderwijswetten inzake het vervallen van de RMCfunctie met betrekking tot voortijdig schoolverlaten in Caribisch

Nederland

Voorstel van wet

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in de Wet educatie en
beroepsonderwijs BES en de Wet voortgezet onderwijs BES de regeling van de regionale
meld- en cordinatiefunctie - behalve de meldplicht - te schrappen, om te voorkomen
dat voor voortijdige schoolverlaters in Caribisch Nederland twee gelijksoortige
voorzieningen gelden; dat het in verband daarmee tevens wenselijk is om de bepaling
over de melding van voortijdig schoolverlaten in voornoemde wetten alsmede de Wet
sociale kanstrajecten jongeren BES aan te passen; en dat het tot slot wenselijk is de
BES-onderwijswetten op diverse punten technisch en redactioneel aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
De Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 2.3.7 komt te luiden:
Artikel 2.3.7. Gebruik persoonsgebonden nummer door openbaar lichaam
Onverminderd het overigens bij of krachtens de wet bepaalde omtrent het gebruik van
het persoonsgebonden nummer BES door het openbaar lichaam, gebruikt het openbaar
lichaam het persoonsgebonden nummer BES van een leerplichtige en kwalificatie
plichtige deelnemer of een persoon als bedoeld in artikel 8.1.8, eerste lid, uitsluitend ten
behoeve van:
a.
b.

het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet BES;


de uitvoering van de Wet sociale kanstrajecten jongeren BES;

W10329.K-2

c.

de verwerking van de gegevens, bedoeld in 24f, derde en vierde lid, van de Wet
op het onderwijstoezicht.

B
Aan artikel 3.4, zesde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Artikel 52 van de Wet
voortgezet onderwijs BES is op deze regeling van overeenkomstige toepassing.
C
In artikel 5.1, derde lid, wordt artikel 18 van die wet vervangen door: artikel 57 van die
wet.
D
In het opschrift van hoofdstuk 8 wordt voortijdig schoolverlaten vervangen door:
melding voortijdig schoolverlaten.
E
In artikel 8.1.8, eerste lid, onderdeel a, wordt en die de leeftijd van 23 jaren nog niet
heeft bereikt vervangen door: en die de leeftijd van 25 jaren nog niet heeft bereikt.
F
Hoofdstuk 8, titel 3, vervalt.
G
Artikel 11.6 vervalt.
Artikel II
In artikel 25, derde lid, van de Wet primair onderwijs BES wordt de zinsnede de
artikelen 31, vijfde lid, 37, 39, 40, 64, de Wet materieel ambtenarenrecht BES en de
daarmee verband houdende wettelijke bepalingen vervangen door: de artikelen 31,
vijfde lid, 37, 39, 40 en 64 van deze wet, de Ambtenarenwet BES en de daarmee
verband houdende wettelijke bepalingen.
Artikel III

De Wet sociale kanstrajecten jongeren BES wordt gewijzigd als volgt:


A
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1. De aanduiding 1 voor het eerste lid vervalt alsmede het tweede lid.
2. De begripsbepalingen jongere en persoonsbestand vervallen.
3. In de begripsbepaling van deelnemer wordt jongere vervangen door: voortijdig
schoolverlater.
4. De begripsbepaling deelnemersregister wordt vervangen door:
deelnemersregister: het register, bedoeld in artikel 6;.
De begripsbepaling inspecteur wordt vervangen door:
Inspectie: de Inspectie van het onderwijs, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht;.
5. De begripsbepaling startkwalificatie WSKJ wordt vervangen door:
startkwalificatie: startkwalificatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de
Leerplichtwet BES;.
6. De begripsbepaling voortijdige schoolverlater WSKJ wordt vervangen door:

W10329.K-2

voortijdig schoolverlater: ingezetene van een openbaar lichaam, die:


a. de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, maar nog niet de leeftijd van 25 jaren,
b. niet beschikt over een startkwalificatie,
c. niet werkzaam is op grond van een aanstelling of arbeidsovereenkomst, en
d. die:
1 het onderwijs aan de school waaraan hij is ingeschreven gedurende een
aaneengesloten periode van ten minste een maand of een door het bevoegd
gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt, of
2 niet meer aan een school als bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs BES is
ingeschreven en evenmin is ingeschreven aan een instelling als bedoeld in de
Wet educatie en beroepsonderwijs BES.
B
De artikelen 2 tot en met 4 komen te luiden:
Artikel 2. Doelgroep sociaal kanstraject
Voor een sociaal kanstraject komt in aanmerking een voortijdig schoolverlater.
Artikel 3. Aanmelding
Een voortijdig schoolverlater wordt onverwijld door het bestuurscollege aangemeld bij
het projectbureau.
Artikel 4. Doorverwijzing; intake; aanbod sociale kanstraject
1. Het projectbureau nodigt een aangemelde voortijdig schoolverlater uit voor een
gesprek om te onderzoeken of de betrokkene kan worden doorverwezen naar onderwijs
of arbeidsmarkt. Indien dit het geval is, begeleidt het projectbureau de betrokkene naar
het desbetreffende onderwijs of de desbetreffende arbeid.
2. Indien de betrokkene niet kan worden doorverwezen, voert het projectbureau een
educatieve intake uit, om te onderzoeken of de betrokkene in aanmerking komt voor
een sociaal kanstraject en, indien dit het geval is, over welke kennis en vaardigheden de
betrokkene beschikt.
3. Op basis van de kennis en vaardigheden wordt de betrokkene door de
uitvoeringsinstantie een passend sociaal kanstraject aangeboden.
4. De betrokkene en de uitvoeringsinstantie sluiten bij aanvaarding van het aanbod een
overeenkomst waarin afspraken worden neergelegd over de inhoud van het sociaal
kanstraject en de deelname daaraan door de betrokkene.
5. De betrokkene legt bij het sluiten van de overeenkomst zijn persoonsgegevens over.
C
Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt, onder verlettering van de onderdelen a tot en met d tot c tot
en met f, twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidend:
a. het zo mogelijk doorverwijzen naar onderwijs of arbeidsmarkt,.
b. het registeren van voortijdig schoolverlaters,.
2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt sociale kanstraject vervangen door sociaal
kanstraject en vervalt: een jongere.
D
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6 Deelnemersregister
1. Het projectbureau houdt een register bij waarin iedere deelnemer wordt
ingeschreven.
2. In het deelnemersregister worden vermeld:

W10329.K-2

a.
b.
c.
d.
e.

de persoonsgegevens van de deelnemer, bedoeld in artikel 5, vijfde lid;


de inhoud van het sociaal kanstraject van de deelnemer, alsmede de eventuele
aangebrachte wijzigingen;
de door de deelnemer met succes afgeronde modules, bedoeld in artikel 9;
het behaalde certificaat of diploma, bedoeld in artikel 10; en
de doorverwijzing naar onderwijs of arbeidsmarkt.

E
Artikel 8, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. In de onderdelen e en h wordt jongere telkens vervangen door: deelnemer.
2. In onderdeel k wordt artikel 3.2. van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES
vervangen door: artikel 3.4. van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.
F
Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt zijn individuele situatie vervangen door de individuele
situatie en wordt jongere vervangen door: deelnemer.
2. In het tweede en derde lid wordt kanstraject telkens vervangen door: sociaal
kanstraject.
3. In het vierde lid wordt jongere vervangen door: deelnemer.
G
In artikel 11, tweede lid, wordt jongere vervangen door: deelnemer.
H
In artikel 12a, tweede lid, wordt De artikelen 3.2 tot en met 3.7 van de Wet educatie
en beroepsonderwijs BES vervangen door: De artikelen 3.2 en 3.3 van de Wet educatie
en beroepsonderwijs BES.
I
Het tweede lid van artikel 13 komt te luiden:
2. Bij ministerile regeling kan worden bepaald dat de kosten van een sociaal
kanstraject niet meer bedragen dan een in die regeling vast te stellen bedrag.
J
Artikel 14 komt te luiden:
Artikel 14 Verslaglegging
Het projectbureau zendt binnen drie maanden na afloop van het jaar aan het betrokken
bestuurscollege en Onze Minister:
a. een overzicht van de geregistreerde voortijdig schoolverlaters en van het aantal van
hen dat zonder voorafgaand sociaal kanstraject is doorverwezen naar onderwijs of
arbeidsmarkt; en
b. een verslag over de uitgevoerde sociale kanstrajecten.
K
Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het derde lid komt te luiden:
3.
Aan Onze Minister wordt op diens verzoek inzicht wordt geboden in de
controlerapporten van de deskundige.
L

W10329.K-2

In artikel 17a, tweede lid, wordt regelen vervangen door regels en besteding door:
de besteding.
M
In artikel 18, onderdeel d, wordt voor de uitkering ingevoegd: indien.
N
Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid wordt inspecteur vervangen door: inspectie.
2. In het derde lid wordt De artikelen 5:12, 5.15, 5:16 en 5:20 van de Algemene wet
bestuursrecht vervangen door: De artikelen 5:12, 5:13, 5:15, 5:16, 5:17 en 5:20 van
de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel IV
De Wet voortgezet onderwijs BES wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 56, derde lid, wordt de artikelen 90, 92, 93, 107, de Wet materieel
ambtenarenrecht BES en de daarmee verband houdende wettelijke bepalingen
vervangen door: de artikelen 90, 92, 93 en 107 van deze wet, de Ambtenarenwet BES
en de daarmee verband houdende wettelijke bepalingen.
B
In het opschrift van artikel 153 wordt Wet materieel ambtenarenrecht BES vervangen
door: Ambtenarenwet BES.
C
Artikel 182 komt te luiden:
Artikel 182. Gebruik persoonsgebonden nummer BES door openbaar lichaam
Onverminderd het overigens bij of krachtens de wet bepaalde omtrent het gebruik van
het burgerservicenummer door het openbaar lichaam, gebruikt het openbaar lichaam
het persoonsgebonden nummer BES van een leerplichtige of kwalificatieplichtige leerling
of een persoon als bedoeld in artikel 66, eerste lid, uitsluitend ten behoeve van:
a. het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet BES;
b. de uitvoering van de Wet sociale kanstrajecten;
c. de verwerking van de gegevens, bedoeld in 24f, derde en vierde lid, van de Wet op
het onderwijstoezicht.
D
Titel IV vervalt.
E
Artikel 214 vervalt.
Artikel V
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de
verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

W10329.K-2

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle
ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige
uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

W10329.K-2

Memorie van toelichting


ALGEMEEN DEEL
1.
2.
3.
4.
5.

Inleiding
Gevolgen voor de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid
Financile gevolgen voor de rijksbegroting
Administratieve lasten
Overleg

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL
1. Inleiding
Met ingang van 1 januari 2011 is Europees-Nederlandse en Antilliaanse wet- en
regelgeving omgezet in aparte wet- en regelgeving voor de BES-eilanden Bonaire, St.
Eustatius en Saba, die op 1 oktober 2010 tezamen Caribisch Nederland zijn gaan
vormen. Als gevolg van deze omzetting bevatten de Wet voortgezet onderwijs BES
(WVO BES) en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES (WEB BES) bepalingen op
grond waarvan het openbaar lichaam, om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan, een
Regionale Meld- en Cordinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten (RMC-functie) moet
instellen. Die bepalingen stemmen overeen met de bepalingen ten aanzien van de RMCfunctie in de Wet voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs. Scholen
moeten voortijdig schoolverlaters melden bij de RMC-functie, die hen registreert en actie
onderneemt om de jongeren terug te plaatsen in het onderwijs of te begeleiden naar
werk. Aan de bedoelde bepalingen is tot op heden geen uitvoering gegeven. De reden
daarvan is dat deze bepalingen minder goed passen bij de kleinschaligheid van de
eilanden. Een overkoepelend contacteiland dat een jaarlijkse RMC-effectrapportage zou
moeten verzorgen, zou bovendien de bestuurlijke verhoudingen tussen de eilanden
kunnen verstoren.
Bij nader inzien kunnen de RMC-bepalingen in de BES-wetten vervallen omdat in
Caribisch Nederland, in aanvulling op de leerplicht en kwalificatieplicht, al een
voorziening is getroffen met hetzelfde oogmerk als de RMC-functie. Het betreft de Wet
Sociale Kanstrajecten BES (WSKJ BES). De WSKJ BES is gebaseerd op de Antilliaanse
Wet sociale vormingsplicht. Volgens de WSKJ BES is een kanstraject gericht op:
a. de persoonlijke ontplooiing;
b. het leggen van een brede basis van algemene kennis en algemene en sociale
vaardigheden;
c. het leggen van een basis voor de bereidheid tot voortdurende persoonlijke
ontwikkeling en uitbreiding van beroepsvaardigheden;
d. het ontwikkelen van de nodige attitudes en vaardigheden om zich in een werkkring
te kunnen handhaven;
e. het verwerven van kennis van Papiaments of Engels, Nederlands, Spaans,
rekenen, en het verwerven van computervaardigheden en praktische vaardigheden.
Volgens de huidige wettelijke systematiek komt een jongere in aanmerking voor een
sociaal kanstraject nadat de RMC-functie heeft geprobeerd om door te verwijzen naar
onderwijs of arbeidsmarkt. Doordat de RMC-functie niet wordt uitgevoerd, komt een
jongere zonder startkwalificatie in de praktijk direct in aanmerking voor een sociaal
kanstraject. Met de wijzigingen die zijn opgenomen in dit wetsvoorstel wordt de taak om
indien mogelijk door te verwijzen naar onderwijs of arbeidsmarkt overgeheveld van de
RMC-functie naar de uitvoeringsinstantie van de sociale kanstrajecten. Op die manier
krijgt deze bepaling alsnog zijn bedoelde functie.

W10329.K-2

Ten opzichte van de RMC-functie bieden de sociale kanstrajecten extra mogelijkheden:


een kanstrajecttoelage van USD 188 per maand om het onderwijs te kunnen volgen en
zo nodig ook een bijdrage in de kosten van kinderopvang van USD 140 per kind per
maand.
Met het onderhavige wetsvoorstel wordt een inefficinte verdubbeling van voorzieningen
voor een en dezelfde doelgroep weggenomen. De meldplicht van de scholen aan de
openbare lichamen blijft gehandhaafd, ook van leerlingen die de school verlaten met een
diploma praktijkonderwijs en een mbo-1-diploma zonder betaald werk. Deze groep
leerlingen, die in de bestaande wetgeving voor de BES eveneens onder de definitie van
voortijdige schoolverlater valt, komt met onderhavige wijziging, naast dat zij kunnen
worden doorverwezen naar onderwijs of arbeidsmarkt, nu in aanmerking voor een
sociaal kanstraject. Daarmee wordt het systeem van doorverwijzen sluitend gemaakt.
Ook de registratie van voortijdig schoolverlaters blijft gehandhaafd. Deze is in de WSKJ
BES geborgd bij het projectbureau, zodat een overzicht van voortijdige schoolverlaters
blijft bestaan. Dit overzicht is van belang voor de uitvoering van de WSKJ BES en de
vormgeving van het VSV-beleid.
De gewenste wijzigingen van de BES-wetten op het vlak van de RMC-functie zijn
eveneens aangegrepen om enkele technische verbeteringen in de WSKJ BES door te
voeren en enkele definitiekwesties op te lossen.
Belangrijkste overweging om dit wetsvoorstel in te dienen, is dat de overheid helder
moet zijn over het beleid ten aanzien van jongeren zonder startkwalificatie in Caribisch
Nederland. Dit is mogelijk door de eilanden, ook uit overwegingen van doelmatigheid, in
de WSKJ BES n wettelijk kader te bieden dat scholen en openbare lichamen niet
onnodig belast. Met dit doel voor ogen blijven de nuttige elementen uit de RMC-functie
behouden, maar worden de onnodige dubbelingen geschrapt.
In relatie tot de afgesproken legislatieve terughoudendheid wordt opgemerkt dat deze
wetswijzigingen weliswaar gemplementeerd zullen moeten worden, maar dat zij juist
bedoeld zijn om beter aan te sluiten bij de huidige uitvoeringspraktijk van de sociale
kanstrajecten en bovendien meer duidelijkheid scheppen. Het is dan ook geen wijziging
die gelet op de specifieke situatie op de eilanden vooralsnog achterwege zou moeten
blijven of waarvan de inwerkingtreding opgeschort zou moeten worden.
2. Gevolgen voor de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid
Het wetsvoorstel is door DUO onderworpen aan een uitvoerings- en
handhaafbaarheidstoets. Geconcludeerd is dat het wetsvoorstel uitvoerbaar en
handhaafbaar is. De opmerkingen van DUO bij het voorstel zijn verwerkt.
3. Financile gevolgen voor de rijksbegroting
Er zijn geen financile gevolgen voor de rijksbegroting.
4. Administratieve lasten
Aangezien een bepaling vervalt waaraan nog geen uitvoering is gegeven, zijn er geen
gevolgen voor de administratieve lasten. Zoals in het algemene deel van de memorie
van toelichting is aangegeven, wordt met het wetsvoorstel voorkomen dat deze lasten
zouden toenemen bij toepassing van wettelijke voorschriften die elkaar overlappen.
5. Overleg
Nadat zij in een eerder stadium genformeerd waren over het voorgenomen wetsvoorstel
en daarvoor alle begrip konden opbrengen, is de tekst hiervan door de Rijksdienst
Caribisch Nederland voorgelegd aan de openbare lichamen Bonaire, St. Eustatius en
Saba, en via hen aan de Uitvoeringsorganisaties Sociale Kanstrajecten Jongeren van de
drie eilanden. Dit heeft niet geleid tot aanvullende opmerkingen.

W10329.K-2

ARTIKELSGEWIJS
Artikel I, onderdeel A (artikel 2.3.7 WEB BES) - technisch
In artikel 2.3.7 WEB BES worden de verwijzingen naar de geschrapte artikelen 8.3.1 en
8.3.2 WEB BES en de daarin opgenomen begrippen vervangen door een verwijzing naar
het gehandhaafde artikel 8.1.8 WEB BES en de WSKJ BES. Zo kunnen de gegevens uit
het basisregister onderwijs worden benut voor de registratie van vsvers bij de
uitvoering van de WSKJ BES.
Artikel 2.3.7 is nog niet in werking getreden en treedt ook met deze wijziging niet in
werking. Het basisregister onderwijs is op de BES nog niet operationeel dus het
persoonsgebonden nummer BES is ook nog niet in gebruik.
Artikel I, onderdelen B en C (de artikelen 3.4 en 5.1 WEB BES)- technisch
Deze wijzigingen houdt verband met de inwerkingtreding van de
medezeggenschapsbepalingen en klachtenregeling voor scholen op de BES per 1
augustus 2014 (Stb 2014, 104). Met deze inwerkingtreding gaat voor de expertisecentra
onderwijszorg (EOZs) een uitgebreidere set eisen gelden voor de klachtenregeling. De
regels die voor de scholen gelden zijn in de verschillende onderwijswetten BES van
overeenkomstige toepassing verklaard op de EOZs. De WEB BES kent echter geen
verplichte klachtenregeling. De EOZs hebben voor de WEB BES dezelfde betekenis als in
andere sectoren. Daarom worden de inhoudelijke eisen, zoals die zijn opgenomen in
artikel 52 van de WVO BES van overeenkomstige toepassing verklaard op de
klachtenregeling van de EOZs WEB BES.
De technische aanpassing van artikel 5.1 WEB BES betreft een incorrecte verwijzing.
Artikel 5.1 WEB BES en artikel 57 van de WVO BES zijn eveneens in werking getreden
op 1 augustus 2014.
Artikel I, onderdeel D (opschrift hoofdstuk 8 WEB BES) - redactioneel
In het opschrift van hoofdstuk 8 wordt tot uitdrukking gebracht dat de in dat hoofdstuk
opgenomen regeling voor voortijdig schoolverlaten alleen betrekking heeft op de
melding daarvan.
Artikel I, onderdeel E (artikel 8.1.8 WEB BES) - inhoudelijk
De incongruentie tussen de WEB BES en de WVO BES op het vlak van de leeftijd wordt
met deze wijziging opgelost. Jongeren van 18 tot en met 24 jaar komen in aanmerking
voor een sociaal kanstraject en moeten daarom gemeld worden als bekend is dat zij op
school zijn uitgevallen.
Artikel I, onderdeel F (titel 8.3 WEB BES) - inhoudelijk
Hoofdstuk 8, titel 3, van de WEB BES (Bestrijding voortijdig schoolverlaten nietleerplichtigen; artikelen 8.3.1 tot en met 8.3.3) vervalt. Enkel de taak om te
onderzoeken of een jongere kan worden doorverwezen naar onderwijs of arbeidsmarkt,
alvorens een sociaal kanstraject aan te bieden, wordt overgeheveld naar de WSKJ BES.
De overige verplichtingen vervallen.
Artikel I, onderdeel G (artikel 11.6 WEB BES) - technisch
Artikel 11.6 WEB BES, bepalende hoe de artikelen 8.3.2 en 8.3.3 tot een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip luiden, wordt geschrapt omdat laatstgenoemde artikelen
vervallen.
Artikel II (artikel 25 WPO BES) en artikel IV, onderdelen A en B (de artikelen
56 en 153 WVO BES) - technisch
De Wet materieel ambtenarenrecht BES heeft sinds de wijziging bij Regeling van de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 oktober 2011, nr. 20112000437015, tot herstructurering van het materile ambtenarenrecht BES (Stcrt. 2011,
18097) een nieuwe citeertitel: de Ambtenarenwet BES. Als gevolg daarvan is in diverse

W10329.K-2

wetten de gewijzigde citeertitel doorgevoerd, maar abusievelijk nog niet in de artikelen


25 van de WPO BES en 56 en 153 van de WVO BES. Dat wordt met deze wijziging
gecorrigeerd, waarbij tevens een redactionele verbetering wordt aangebracht.
Artikel III, onderdeel A (artikel 1 WSKJ BES) - redactioneel
De begripsbepalingen jongere vervalt en het tweede lid wordt geschrapt omdat zij elk
afzonderlijk onvoldoende aangeven welke personen in aanmerking komen voor een
sociaal kanstraject. Er is gekozen voor een samenvoeging van deze bepalingen tot een
nieuw begrip voortijdig schoolverlater, welke is ontleend aan de begripsomschrijvingen
zoals die in de overeenkomstige vervallen bepalingen artikel 8.3.1.WEB BES en artikel
193 WVO BES werden omschreven. Alle vereisten om in aanmerking te kunnen komen
voor een sociaal kanstraject zijn daarin ondergebracht, waaronder eveneens het vereiste
dat betrokkene geen betaalde arbeid verricht (zie het huidige artikel 2, onderdeel b, van
de WSKJ). Een voortijdig schoolverlater die aan een sociaal kanstraject deelneemt is
deelnemer.
De begripsbepaling van inspecteur is vervangen door een begripsbepaling van
Inspectie. Hiermee wordt aangesloten bij de begripsbepaling van Inspectie in artikel 1
WVO BES en artikel 1.1.1 WEB BES.
Omdat nu iedereen die niet ten minste een MBO-2 diploma heeft en dus geen
startkwalificatie heeft in aanmerking komt voor een sociaal kanstraject is geen aparte
begripsbepaling startkwalificatie WSKJ meer nodig. Het begrip startkwalificatie
verwijst daarom nu naar het begrip startkwalificatie zoals dat in de Leerplichtwet BES
wordt gehanteerd.
Artikel III, onderdeel B (artikel 2 tot en met 4 WSKJ BES) technisch en
redactioneel
Zoals in de toelichting op artikel III, onderdeel A, al is opgemerkt, zijn in het begrip
voortijdig schoolverlater nu alle instapeisen opgenomen. In artikel 2 WSKJ BES is
daarom nu alleen nog bepaald dat iemand voortijdig schoolverlater moet zijn om in
aanmerking te kunnen komen voor een sociaal kanstraject.
De aanmelding van een voortijdig schoolverlater door het bestuurscollege opgenomen is
opgenomen in het nieuwe artikel 3 WSKJ BES. Voortaan moet het projectbureau voordat
een educatieve intake kan worden uitgevoerd nagaan of betrokkene kan worden
doorverwezen naar onderwijs of arbeidsmarkt. Dit is de voormalig RMC functie. Het
gesprek omvat dus voortaan meer dan alleen de educatieve intake. De gang van zaken
na aanmelding is opgenomen in het nieuw artikel 4, eerste lid, WSKJ BES.
Het nieuwe tweede lid van artikel 4 regelt de educatieve intake. Bepaald is dat hiertoe
alleen wordt overgegaan als betrokkene niet kan worden doorverwezen.
Het nieuwe derde, vierde en vijfde lid van artikel 4 komen inhoudelijk overeen met
respectievelijk het huidige tweede, vierde en derde lid van dat artikel en zijn
redactioneel verbeterd. Het bepaalde in het huidige derde cq. nieuwe vijfde lid dat de
persoonsgegevens moeten worden overlegd is gehandhaafd. Het gaat dan met name om
de zogeheten NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats). Het projectbureau beschikt
weliswaar in beginsel over die gegevens na aanmelding door het bestuurscollege, maar
in de praktijk blijkt dat de adresgegevens van betrokkenen tussen de aanmelding door
het bestuurscollege en het starten van het sociaal kanstraject nog wel eens wijzigen. De
opgegeven persoonsgegevens worden tevens gebruikt voor de registratie van voortijdig
schoolverlaters en voor het deelnemersregister.
Artikel III, onderdeel C (artikel 5 WSKJ BES) inhoudelijk en redactioneel
In artikel 5, eerste lid, wordt tot uitdrukking gebracht dat het projectbureau tevens tot
taak heeft om aangemelde voortijdig schoolverlaters te registeren en de betrokkene,
indien mogelijk, door te verwijzen naar onderwijs of arbeidsmarkt.

W10329.K-2

10

In artikel 5, tweede lid, onderdeel a, is geredigeerd. wordt de term een jongere


geschrapt. Onderdeel a komt daardoor te luiden als volgt: a. het vaststellen van het
sociaal kanstraject dat op basis van de educatieve intake wordt aangeboden. Dit is
voldoende duidelijk.
Artikel III, onderdelen D, E, F en G (artikelen 6, 8, 9 en 11 WSKJ BES) technisch
Deze onderdelen bevatten uitsluitend technische wijzigingen. De term jongere wordt
telkens vervangen door deelnemer (laatstgenoemde term is gedefinieerd als: de
persoon die aan het voor hem vastgestelde sociaal kanstraject deelneemt). Verder
worden enige verwijzingen verbeterd en wordt kanstraject telkens vervangen door
sociaal kanstraject.
Artikel III, onderdeel H (artikel 12a WSKJ BES) - technisch
Het van overeenkomstige toepassing verklaren van de artikelen 3.4 tot en met 3.7 van
de WEB BES vervalt. Deze artikelen bevatten een regeling voor een expertisecentrum
onderwijszorg (aanwijzing, subsidiring, toezicht en taakverwaarlozing). Er is echter al
een regeling voor bekostiging van en toezicht op de uitvoeringsorganisatie opgenomen
in de artikelen 5 en 13 tot en met 16 van de WSKJ BES. Ook hiermee wordt dus een
dubbeling opgeheven.
Artikel III, onderdeel I (artikel 13 WSKJ BES) - inhoudelijk
De verplichting om bij ministerile regeling een maximum te stellen aan de kosten van
een sociaal kanstraject is veranderd in de mogelijkheid om een ministerile regeling met
een dergelijk maximum tot stand te brengen. Van deze mogelijkheid zal gebruik worden
gemaakt als blijkt dat de kosten onverantwoord hoog zijn.
Artikel III, onderdeel J (artikel 14 WSKJ BES)
Het projectbureau registreert aangemelde voortijdig schoolverlaters. Dat is nieuw in
artikel 5 geregeld. In artikel 14 is bepaald dat de uitvoeringsinstantie een verslag
uitbrengt over de uitgevoerde sociale kanstrajecten. Nu ook de RMC-functie onder de
WSKJ is gebracht zou zonder nadere regeling een incompleet beeld van de werking van
de WSKJ BES ontstaan. Om volledig inzicht te krijgen in waar deze voortijdig
schoolverlaters naartoe stromen is in artikel 14 daarom bepaald dat het projectbureau
een overzicht zendt aan het bestuurscollege en aan de minister van alle geregistreerde
voortijdig schoolverlaters en van die voortijdig schoolverlaters die zonder deelname aan
een sociaal kanstraject naar het onderwijs of de arbeidsmarkt zijn doorverwezen.
Artikel III, onderdeel K (artikel 15 WSKJ BES) - inhoudelijk
In artikel 15, derde lid, is imperatief bepaald dat een controleprotocol moet worden
vastgesteld. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Teven is in dit artikellid opgenomen dat de
uitvoeringsinstantie van de deskundige bedingt dat deze het controleprotocol hanteert
bij de controle. Bij nader inzien is het niet nodig dat er vanuit het Rijk voorschriften
worden gegeven ten aanzien van de financile verantwoording tussen het
bestuurscollege en de uitvoeringsinstantie. Het is aan het bestuurscollege die
verantwoording vorm te geven. Wel is van belang dat de minister inzage kan krijgen in
de controlerapporten. De bepaling dat de minister op diens verzoek inzage wordt
geboden in de controlerapporten, blijft daarom in stand.
Ter verkrijging van advies over de wijze waarop de controle geregeld moet worden, kan
het bestuurscollege desgewenst een concept-controleprotocol of ander concept-besluit
om de middelen toe te kennen en de verantwoording daarover af te leggen voorleggen
aan de Rijksdienst Caribisch Nederland/ OCW.
Artikel III, onderdelen L en M (artikel 17a en 18 WSKJ BES) - technisch
Ook deze onderdelen bevatten uitsluitend technische wijzigingen.
Artikel III, onderdeel N (artikel 20 WSKJ BES) - inhoudelijk

W10329.K-2

11

In artikel 20 (over het toezicht) wordt inspecteur vervangen door Inspectie en worden
twee extra artikelen van de Algemene wet bestuursrecht op het gebied van het toezicht
van toepassing verklaard (artikel 5:13 over het noodzakelijkheidsvereiste en artikel 5:17
over het inzagerecht). De reden daarvan is dat deze bepalingen mogelijk ook relevantie
kunnen hebben voor de toezichtspraktijk.
Artikel IV, onderdeel C (artikel 182 WVO BES) - technisch
De toelichting op artikel I, onderdeel A, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel IV, onderdeel D (titel IV WVO BES) - inhoudelijk
De toelichting op artikel I, onderdeel E, is ook hierop van toepassing.
Artikel IV, onderdeel E (artikel 214 WVO BES) - technisch
De artikelen 194 en 195 WVO BES zijn vervallen. Artikel 214 WVO BES, bepalende hoe
de artikelen 194 en 195 WVO BES tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip luiden,
kan daarom eveneens vervallen.
Artikel V
Bepaald is, dat de wet in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden
vastgesteld. Dit houdt verband met het feit dat verschillende bepalingen die met deze
wet gewijzigd worden nog, niet in werking zijn getreden.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sander Dekker

W10329.K-2

12

You might also like