Professional Documents
Culture Documents
Lesdoel(en):
De leerlingen werken aan hun schrijfvaardigheid, door het schrijven van het
opstel. Zij werken hierbij aan de volgende kerndoelen (tule.slo.nl):
- Kerndoel 5: De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te
schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren,
overtuigen of plezier verschaffen. Waarbij in deze opdracht gericht
is op informeren en het schrijven van informerende teksten;
- Kerndoel 8: De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen
bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een
werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte
spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel
beeldende elementen en kleur.
- Kerndoel 9: De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven
van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve
teksten. In deze opdracht gaat dat dan om het schrijven van
informatieve teksten.
Daarnaast werken de leerlingen aan hun samenwerkingsvaardigheden door
het werken en overleggen in groepjes in het eerste deel van de les.
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Dit lesdoel wordt gevalueerd door de leerlingen aan het einde van de les te vragen hoe
zij het samenwerken vonden gaan en hoe het de volgende keer beter zou kunnen.
Lesverloop
Materialen / Organisatie
Materialen:
- Woordenweb voor
elke leerling (zie
bijlage 1);
- Lijntjespapier voor
elke leerling;
- Elke leerling heeft
een pen/potlood;
- Digibord met
Prowise
presentatie.
De groepjes zijn al
gemaakt (zie bijlage 2).
Inleiding
5 min.
Klassikaal
De leerlingen zitten
allemaal aan hun eigen
tafel.
De leerlingen gaan in de
groepjes zitten. Zij hoeven
hier geen tafels voor te
verplaatsen, alleen hun
stoel. Ze nemen hun pen
mee.
Kern:
Uitleg +
Groepsoverleg
5 + 10 min.
Klassikaal +
Groepjes
van 4/5
Ideen
spuien en
woordenweb
(invullen in mindmap);
Acht onderdelen/ideen voor de
uitvinding (invullen in mindmap);
Ca. 10 minuten de tijd;
Vragen/eerder klaar? Vinger omhoog,
ik loop rond.
Klassikaal +
Individueel
De leerlingen zitten in
groepjes.
Afsluiting
5 min.
Klassikaal
Persoonlijke reflectie
Wat ging er goed?
- De leerlingen vonden de les leuk, ondanks het feit dat de meesten stellen niet zo leuk vinden;
- Het werken in groepjes ging goed. Ik kon voldoende overzicht houden en rondlopen om de leerlingen aan te sturen;
- De groepjes stonden in de presentatie, waardoor het voor de leerlingen makkelijk te zien was in welke groep zij
zaten;
- De onderwerpen waren helder en na een aantal voorbeelden konden alle groepjes goed vooruit, de leerlingen
vonden de onderwerpen leuk om mee te werken en gingen er enthousiast mee aan de slag;
- De presentatie maakte de opdracht duidelijker en overzichtelijker voor de leerlingen (dit vertelde leerling (d) me na
Wat
-
de les);
Orde houden ging goed en de leerlingen luisterden naar mijn uitleg;
De leerlingen zijn de rest van de dag, wanneer ze wat tijd over hadden, enthousiast doorgegaan met het schrijven
van het opstel (sommigen hadden het zelfs al af aan het einde van de dag);
De optie om een tekening te maken bij het opstel sprak veel leerlingen aan. Ik heb gedurende de rest van de dag
ook veel tekeningen voorbij zien komen.
ging er minder goed?
De leerlingen vonden het niet helemaal duidelijk waar ze moesten gaan zitten bij het verdelen in groepjes, dit zou ik
de volgende keer anders moeten doen;
De tijd die de leerlingen hadden om in groepjes te werken (10 min.) bleek te kort te zijn en heb ik uiteindelijk
verlengd met 3,5 min;
De leerlingen hadden bij het groepswerk duidelijk nog veel sturing nodig en begrepen niet meteen wat de opdracht
was;
Ik moet mijn stem nog verheffen om de klas stil te krijgen en ik wil hier een andere manier voor vinden;
Een A4tje bleek voor veel leerlingen erg veel. Sommigen hadden hier weer minder moeite mee. De volgende keer
kan ik de leerlingen een korter opstel laten schrijven.
Bijlage 1: Woordenweb
Bijlage 2: Groepjes
(t)
(a)
(k)
(m)
(b)
(e)
(p)
(v)
(f)
(i)
(d)
(l)
(q)
(n)
(r)
(c)
(g)
(h)
(o)
(s)
(j)
(u)
Bij het samenstellen van de groepjes heb ik rekening gehouden met het volgende:
- Ik heb de sterkere leerlingen ieder in een groep geplaatst (leerling (a), (p), (r), (j) en (v));
- In het sociogram hebben leerling (p) en leerling (l) niets over elkaar gezegd op werkgerelateerd gebied, op sociaal gebied
kozen zij negatief voor elkaar. Ik heb ervoor gekozen om deze leerlingen toch bij elkaar te zetten, zodat ze leren
samenwerken met iemand waarmee ze normaal niet omgaan;
- Leerling (j) en leerling (i) kozen positief voor elkaar, deze heb ik dus bij elkaar gezet, net als bij leerling (v) en leerling (k);
- Leerling (b) en leerling (d) kozen positief voor elkaar, maar beide negatief voor leerling (l), ik heb leerling (b) en leerling (d)
dus bij elkaar gezet, maar niet bij leerling (l) in het groepje;
- Leerling (b) koos negatief voor leerling (p) en leerling (r), daarom heb ik leerling (b) niet bij leerling (p) en leerling (r) gezet.
Omdat mij opvalt dat leerling (b) en leerling (i) elkaar afleiden in de klas, heb ik deze ook niet bij elkaar gezet;
- Leerling (e) en leerling (g) kozen positief voor elkaar, dus ik heb deze bij elkaar gezet.
- Leerling (e) koos negatief voor leerling (l), dus heb ik hen niet bij elkaar gezet.
Leerling (h) heeft op werkgerelateerd gebied niks gezegd over leerling (v), (k), (b) en (d) en andersom ook niet, daarom
heb ik hen bij elkaar gezet;
Leerling (n) en leerling (o) kozen positief voor elkaar en zeiden beide niks over leerling (p) en leerling (l). Leerling (p) en
leerling (l) zeiden beide ook niets over leerling (n) en leerling (o), daarom heb ik hen bij elkaar gezet;
Leerling (c) en leerling (r) kozen negatief voor elkaar, daarom heb ik hen niet bij elkaar gezet;
Als laatste groepje bleven over: leerling (r), leerling (m), leerling (u) en leerling (f). Leerling (f) en (m) kiezen negatief voor
leerling (r), maar leerling (r) koos geen van hen negatief. Daarom heb ik hen toch bij elkaar gezet.
Leerling (t) en leerling (u) hadden het sociogram nog niet ingevuld en ik heb dus geen rekening gehouden met hun
keuzes.
Verantwoording
Instructie, strategien en vaardigheden
Ik heb ervoor gekozen om de les op te delen in twee onderdelen en daarbij de instructie per onderdeel te geven, omdat de
leerlingen dan gerichter aan de slag konden en er minder verwarring zou ontstaan. Verder heb ik ervoor gekozen om de uitleg te
geven aan de hand van een Prowise-presentatie op het Digibord, omdat de leerlingen hier dan tijdens het werken op terug
konden grijpen. Dit maakte het duidelijker en zorgde voor minder verwarring tijdens het werken. Ik heb ook een timer aangezet
op het Digibord, zodat de leerlingen zelf konden zien hoe lang ze nog hadden om aan de opdrachten te werken, dit zorgde voor
extra motivatie.
Werk- en groeperingsvormen en activiteiten
Ik heb ervoor gekozen om de leerlingen eerst in groepjes te laten werken, zodat zij samen een uitvinding konden bedenken. Zo
hadden zij de mogelijkheid om te overleggen en konden zij hun ideen meteen bij een ander kwijt. Daarnaast bevordert het
werken in groepjes de samenwerkingsvaardigheden van de leerlingen en leren zij hoe zij op een juiste manier samen kunnen
werken.
De groepjes heb ik in eerste instantie niet gevormd naar aanleiding van een sociogram, deze heb ik namelijk pas later
afgenomen. Ik zou de groepjes nu anders hebben gevormd, naar aanleiding van mijn sociogram. De stappen die ik hiervoor heb
genomen staan in bijlage 2 van mijn lesvoorbereiding.
Ik heb bij het werken in groepjes gekozen voor twee verschillende werkvormen, namelijk: woordenweb en ideen spuien. Deze
twee werkvormen pasten naar mijn mening het beste bij de opdracht die ze kregen in combinatie met het groepswerk.
Ik heb er, na het groepswerk voor gekozen om de leerlingen het opstel individueel te laten schrijven, omdat het opstel moeilijk te
beoordelen is wanneer het in een groep is gemaakt. Er is dan niet duidelijk te onderscheiden welke leerling er goed is in het
schrijven van een opstel en welke leerling daar minder goed in is. Daarnaast bestaat er dan de kans dat sommige leerlingen zich
er makkelijk vanaf maken door rest van de groep het opstel te laten schrijven. Verder vond ik het leuk om van eenzelfde
uitvinding verschillende resultaten te zien en deze met elkaar te kunnen vergelijken.
Evaluatievorm(en)
Ik heb ervoor gekozen om de evaluatie van de kerndoelen en het schrijven van het opstel niet meteen na de les te doen, omdat
de leerlingen dan te weinig tijd hadden om hun opstel te schrijven. De leerlingen hebben hier nu een week voor gekregen en dan
gaan we klassikaal een aantal van de opstellen bespreken. Verder ga ik de opstellen beoordelen met een
onvoldoende/voldoende/goed.
Het lesdoel over de samenwerking heb ik meteen na de les gevalueerd door de leerlingen te vragen hoe zij de samenwerking
vonden gaan en hoe het de volgende keer beter zou kunnen gaan. Zo denken de leerlingen meteen na over wat zij fijn en
minder fijn vinden bij het samenwerken en kunnen zij dit aangeven.