You are on page 1of 3

gezag

Relatie

themas Wat heeft jou geraakt waardoor je op


pabo 1 deze wijze lesgeeft, les wil geven?
en 2
Relatie opbouwen met elk unieke kind.
Het belonen en straffen; elk kind heeft
dit nodig, en als leerkracht ben je
hierin de spil van de klas.
Relatie is nodig om op te bouwen,
zonder relatie kun je communiceren op
het oppervlak, maar kun je niet dieper
doordringen tot het kind.
Als de relatie tussen leerkracht en
leerling, leerling en leerlingen
onderling, goed is, zorgt dit voor een
positief klasseklimaat.
Het klasseklimaat wordt is dan ook
gebaseerd op de relatie.

De juiste afweging vinden tussen


relatie en gezag.
Wanneer heb je gezag?
In hoeverre is is gezag noodzakelijk in
de klas?

pedagogen, theologen,vakdidactici, vakspecialisten,


pedagogische doelen, principes, idealen
-

invulling, concretisering

Belonen en straffen- Blaauwendraat


Wat is een goede groep Schermer, K.
http://www.bijzonderwijsnet.nl/upload/files/Achtsprong/ 20120620_Artikel_zonder_relatie_geen_prestatie.pdf Ellen Emonds.
-

De regels worden in samenwerking met


de kinderen gemaakt.
Er wordt gewerkt aan een goede
klassensfeer.
Er wordt gewerkt aan een relatie tussen
leerlingen onderling, bijvoorbeeld door
samenwerken.

Concrete handelingen, wat doe je dan? gewenste effecten,waar zie je het


aan?
-

Orde houden zonder woorden van Tartwijk. J.,


Brekelmans, M. en Wubbels T.
http://www.drs-online.nl/artikel.php?ID=218 prof.
Velema
http://www.drs-online.nl/artikel.php?ID=868 Baruch
Bakker
Palmer, P.J. De bezieling van een leraar.

Er heerst orde en regelmaat in de klas.


Er wordt geluisterd als de leerkracht iets
zegt.
De kinderen zijn open over het gezag en
erkennen dit.
De leerkracht is open en duidelijk. Staat
naast de kinderen, maar ook zeker boven
de kinderen.
School en thuisfront zijn een geheel, en
werken samen.

ngmgeviLeero

Hoe waardevol het is om een rijke


leeromgeving te creeren en hoe
betekenisvol dit voor de kinderen is
Ieder kind heeft behoefte aan een
veilige leeromgeving waarin het zich
kan ontwikkelen en ontplooien
Wanneer is een leeromgeving
veilig?
Kinderen zijn verschillend en
hebben dus ook behoefte aan
verschillende leeromgevingen. Het
is aan de leerkracht om per les een
leeromgeving te maken die aansluit
bij alle leerlingen.

Leeromgevingen- Arja Kerpel (http://wijleren.nl/leeromgevingen.php)


Kenmerken en aanpak veilige en zorgzame
leeromgeving- Nederlands Jeugd Instituut
(http://www.nji.nl/nl/Passend-onderwijs-enjeugdhulp/Kenmerken-en-aanpak-veilige-enzorgzame-leeromgeving)
(http://www.stapprogramma.nl/nl/Veilige
leeromgeving_nji.pdf)
De leeromgeving als bron van inspiratie- Kalkman, B.
(2003) De leeromgeving als bron van inspiratie.
Studiedag Anders Adaptief

Duidelijk geldende regels in de klas


waar ieder kind zich aan houdt.
(We pesten niet, we zijn aardig voor
elkaar, we zijn stil als de leerkracht
praat etc.)
Ieder kind kan optimaal werken en
wordt niet geremd of afgeleid. Dit
betekend dat het bij zelfstandig
werken stil is en er bij samenwerken
gefluisterd mag worden. Er wordt
alleen door de klas gelopen als dat
nodig is en er mag per keer maar 1
jongen en 1 meisje naar het toilet.
De voorkennis van de kinderen wordt
iedere les geactiveerd (beginsituatie).

Regels in overleg met de kinderen


opstellen en veel uit de kinderen laten
komen. Wel zorgen dat de regels ook
binnen jouw grenzen passen.
Goede klassensfeer, bijv tijdens
Kanjertraining. Dit gebeurt echter ook
tijdens voorvallen die je niet voor kunt
bereiden; ruzies uitzoeken bijvoorbeeld.
Je werkt aan een relatie met een kind
door bijvoorbeeld de momenten dat je
even een gesprekje met een kind kunt
voeren.
Je investeert in de relatie met een kind;
je laat aan het kind zien dat je aan de
relatie wilt werken, door belonen en
straffen, maar ook door een plan van
aanpak te maken als de relatie even
verstoord is.
Overleg met het kind.
Duidelijkheid naar de kinderen toe.
Dagplanning.
Iets dat beloofd wordt, wordt
nagekomen, zowel door de leerkracht
als door de leerlingen.
Iedereen is in staat zijn/haar fouten toe
te geven en sorry te zeggen.
De kinderen weten dat er sancties
volgen als ze niet luisteren. Dit wordt
door de leerkracht duidelijk en
consequent toegepast.
Er vinden regelmatig oudergesprekken
plaats, en de deur staat altijd open voor
ouders.
Er vind overleg plaats wat betreft
aanpak van het kind. Event. is die
aanpak thuis en op school over het
algemeen gelijk.
Regels opstellen (eventueel samen
met de kinderen) en deze op een
duidelijke plek in de klas hangen.
Vaak op deze regels wijzen en ze
erbij halen als er een probleem is.
Consequent zijn, waarschuwingen
geven maar ook de grens aangeven.
De grens kan bijvoorbeeld zijn: 3
waarschuwingen en anders je naam
op het bord. Kruisje achter je naam?
Dan straf.
Onder de uitleg niet naar de toilet,
onder het zelfstandig werken wel.
Beginnen met een woordweb, een
klassengesprek of wat inleidende
vragen.

De kinderen zijn
medeverantwoordelijk omdat ze ook
meebeslist hebben. Hierdoor weten ze
de regels goed en kunnen ze zich
hieraan houden.
De sfeer is onderling goed. Er is weinig
ruzie, in de zin van erge ruzie. De
kleine ruzietjes of meningsverschillen,
die er altijd zijn, worden direct
opgelost.
De kinderen weespiegelen als het ware de
houding van de leerkracht, open en eerlijk.

De kinderen houding zich net als de


leerkracht aan de planning en beloftes.
Feedback wordt naar beide kanten
gegeven.
Fouten worden vergeven, door leerling
en door leerkracht.
De kinderen weten wat de
concequenties zijn en volgen die op.
De kinderen weten dat de ouders en de
school op een lijn staan en een eenheid
vormen. Dit zorgt voor duidelijkheid en
de kinderen weten naar wie ze moeten
luisteren. Dit is gezag.

De kinderen houden zich aan de


regels, weten een probleem
(bijvoorbeeld een ruzie) goed op te
lossen aan de hand van de regels
(helpen de leerkracht hierbij).
Problemen worden voorkomen door
de regels die zijn opgesteld (minder
pesterijen etc.)
Er wordt niet eindeloos
gewaarschuwd in de klas. De
kinderen weten dat het geen zin
meer heeft om uit te proberen. Ze
weten de consequenties en
gedragen zich goed.
De kinderen voelen zich meteen
aangesproken en hebben een
kapstok waar ze nieuwe informatie
aan op kunnen hangen.

satieOrgani

Het is belangrijk om structuur te


hebben in je lessen en in het
lesgeven. Kinderen willen weten
waar ze aan toe zijn en vinden het
fijn om duidelijkheid te hebben.
Tijdens het geven van de lessen is
het heel belangrijk om de tijd in de
gaten te houden omdat je snel de
neiging hebt te lang door te gaan
waardoor je in de knel komt bij
andere lessen.
Het is goed om na te denken over
de leswisselingen in een dagdeel,
zodat dit op een vloeiende en
gestructureerde manier gaat.
Het is belangrijk om goed na te
denken over de organisatie van je
les als er materialen of
instrumenten gebruikt worden.
Coperatief leren/werken

gkkelinOntwi

themas Wat heeft jou geraakt waardoor je op


pabo 1 deze wijze lesgeeft, les wil geven?
en 2

Ieder kind werkt op eigen niveau


Probleemkinderen
Achterstanden
Sociale ontwikkeling
Emotionele ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Fysieke ontwikkeling
Perioden

Structuur en duidelijkheid- SLO handreiking J/M


(http://handreikingjongensmeisjes.slo.nl/handreiking/
rol-docent/structuur/)
Coperatief leren in de praktijk- Kagan
(document van Leraar 24)
Klassenmanagement- Arja Kerpel (http://wijleren.nl/klassenmanagement-artikel.php)
Orde en (les)organisatie- Duizend jaar voor de klas
(www.duizendjaarvoordeklas.nl)

pedagogen, theologen,vakdidactici, vakspecialisten,


pedagogische doelen, principes, idealen

Fases van Kolberg Kolberg


Fases van Piaget Piaget
- Ontwikkelingsfaseshttp://www.ontwikkelingsachterstand.nl/
normale_ontwikkeling/8_tot_12_maanden/

Het gebruik van de time-timer


Het gebruik van het stoplicht (rood,
oranje, groen, blauw)
Het gebruik van vragenkaartjes zodat
de kinderen het probleem even
parkeren en verder gaan werken met
wat ze wel kunnen i.p.v. blijven
wachten.
Een klok in het lokaal, achterin en
voorin, zodat zowel leerkracht als
leerling de tijd bij kan houden.
De voorkennis van de kinderen wordt
iedere les geactiveerd.
Kinderen laten samenwerken bij
bepaalde vakken (in groepjes of in
tweetallen).

invulling, concretisering

Regels maken met de kinderen , evt.


speciale regels met de
probleemkinderen.
Goede indeling van de klas maken,
bijv. rust in de klas qua materiaal,
groepjes, rijen enz.
Sova hanteren. Gedragsregels.
Observeren van kinderen, om zo hun
ontwikkeling bij te houden.
Activiteiten om ontwikkeling te
bevorderen.

Consequent het stoplicht gebruiken.


De time-timer inzetten om kinderen
snel goed te laten zitten, te
stimuleren om snel op te ruimen of
om een wedstrijdje te maken van het
afmaken van het werk.
Bij rekenen vragenkaartjes gebruiken
zodat kinderen niet de heletijd hun
vinger in de lucht houden en niet
werken, maar hun vragenkaartje
neerleggen en alvast verder gaan
met een vraag die ze wel snappen,
totdat ze geholpen worden.
Beginnen met een woordweb, een
klassengesprek of wat inleidende
vragen.
Bij rekenen de betere kinderen
inzetten om de zwakkere rekenaars
te helpen. Bij Gs en Ak een soort
hoekenles doen waarbij kinderen in
groepjes werken.
Groepswerkstukjes laten maken.

Kinderen weten wat de kleuren van


het stoplicht betekenen en wat er
van hen wordt verwacht bij elke
kleur (rood, oranje, groen en
blauw)
Als de time-timer aanstaat doen de
kinderen wat er gevraagd wordt. Dit
zo snel mogelijk om binnen de tijd
van de time-timer klaar te zijn.
Bij rekenen zijn er geen vingers in
de lucht. Iedereen is aan het werk,
kan aan het werk zijn. Vragen
worden beantwoord maar het kind
heeft geen oponthoud.
De kinderen voelen zich meteen
aangesproken en hebben een
kapstok waar ze nieuwe informatie
aan op kunnen hangen.
Bij rekenen de kinderen zo van
plaats laten verwisselen dat goede
en minder goede rekenaars een
tweetal vormen. Benoemen dat de
kinderen elkaar mogen helpen.
Bij Ak en Gs groepsopdrachten
maken en de kinderen in groepjes
laten zitten en werken. (daarna
bijvoorbeeld laten presenteren).
Concrete handelingen, wat doe je dan? gewenste effecten,waar zie je het
aan?

Uitleggen aan de kinderen dat we in


verschillende niveaus werken en
waarom.
Bij bijv. rekenen werken op eigen
niveau. De leerling die meer moeite
met rekenen heeft maakt minder dan
iemand die rekenen heel makkelijk
vindt, die maakt plus taken.
Speciale regels hanteren bij kinderen
die problemen hebben in hun
ontwikkeling of probleemkind zijn.
Speciale spelletjes met kinderen
doen om zo de ontwikkeling te
bevorderen.

itunicite

Elk kind is knap


Talenten
Zorg voor het kind
Differentiatie
Achtergrond kind
Gesprekken met ieder kind
Tijd nemen voor elkaar
Begrip tonen
Luisteren, aandacht geven

Meervoudige Intelligentie - Gardner


Complimenten geven aan ieder kind -Onderwijs
project afstemming
Meervoudige intelligentie (Het complete MI boek)
-Spencer Kagan &Miguel Kagan

Leercentra met hoeken:

verbaal/lingustische intelligentie
(taalslim)
logisch/mathematische intelligentie
(rekenslim)
visueel/ruimtelijke intelligentie
(beeldslim)
muzikaal/ritmische intelligentie
(muziekslim)
lichamelijke/kinesthetische
intelligentie (beweegslim)
interpersoonlijke intelligentie
(samenslim)
intrapersoonlijke intelligentie
(zelfslim)
natuurgerichte intelligentie
(natuurslim).
Methodes gebruiken met mogelijkheid
tot differentiatie.

Met de kinderen bespreken wat


Meervoudige Intelligentie is.
Een enquete laten invulen om te
achterhalen wie, welke intelligenties
heeft.
6 hoeken maken, waarvan keuze uit
minimaal 4 in de klas uitDe kwerken.

Kinderen werken op hun eigen


niveau en hebben genoeg
uitdaging.
Kinderen vervelen zich niet en
voelen zich geaccepteerd zoals ze
zijn.
Kinderen accepteren elkaar.
Kinderen helpen elkaar
Er is rust in de klas
Er is mogelijkheid tot ontwikkelen
Iedereen houdt zich aan de regels
en voelt zich veilig in de klas
Er hangt een goede sfeer
Er is extra aandacht voor
probleemkinderen.

Kinderen werken met verschillende


didactische structuren, bijv, :
tweepraat, rondpraat, binnen- en
buitenkring of in groepjes werken.
Werken in hoeken a.d.h.v. MI.
Werken op eigen niveau

dInhou idelijkhewoordVerant

Meer betrokkenheid kind


Worden sneller groot
Willen meer
Waardering van het kind
Kindbeeld
Kinderen zijn tot veel in staat
Zelfstandigheid
Op eigen benen staan
Voorbereiding maatschappij
Bevorderen van ontwikkeling
Zorg dragen (voor elkaar)
Vertrouwen

Je identiteit moet zichtbaar zijn in


alle lessen die gegeven worden.
Niet alleen bij de dagopening o.i.d.
De christelijke identiteit wordt
zichbaar in de houding bij het
belonen en straffen
Voordbeeldfunctie voor de kinderen
Niet alleen horizontaal lesgeven,
maar ook een verticale dimensie
Kinderen leren hoe ze met elkaar
om moeten gaan
Kinderen voorbereiden op hun plek
als christen in de maatschappij
Geduld hebben
Elkaar helpen
Samenwerken

Leren op eigen benen te staan- Drs. Tamar de Vos van der Hoeven
http://www.opvoedadvies.nl/zelfstandigheid.htm
Tea adema- kindercoach
http://www.tym.nl/kindercoach-tea-adema-kinderenvroeg-verantwoordelijkheid-leren/
Ad Kappen in gesprek met Martine DelfosDeskundigheid zit in het kind (boek)

Taken verdelen
Spreken over verantwoordelijkheid
Vertrouwen in kinderen hebben en ze
dat laten zien, kinderen merken heel
snel als je vertrouwen in ze hebt en
dat zullen ze dan ook laten zien. Ze
krijgen dan ook meer zelfvertrouwen.

Ieder kind taken geven, bijvoorbeeld


een leerling die klassendienst heeft,
klaarover moet zijn, de kasten moet
controleren, materialen moet
uitdelen enz.
Klassengesprek over
verantwoordelijkheid voor elkaar

How do we shape the curriculum?


Bavinck, H. De nieuwe opvoeding
Kalkman, B. (2003). De leeromgeving als bron van
inspiratie. Studiedag Anders Adaptief
dRS. Vragen uit de onderwijspraktijk. Arry Kraaij,
docent Pedagogiek
Blaauwendraat. E. Belonen en straffen

Kinderen na laten denken over wat de


Bijbel zegt (bij bijvoorbeeld
aardrijkskunde of geschiedenis)
Kinderen duidelijkheid geven bij
beloningen of straffen. Een duidelijke
reden geven (eventueel uitleg)
Kinderen voorhouden hoe ze zich wel
moeten gedragen
Kinderen laten samenwerken
Kinderen verantwoordelijkheden
geven in de klas (planten verzorgen,
ramen dicht/open doen, zonnescherm
etc.)
Kinderen die ergens goed in zijn naast
kinderen laten zitten die ergens slecht
in zijn: elkaar helpen
Kinderen helpen als ze vragen hebben

Vragen aan de kinderen hoe de Bijbel


erover denkt, wat God erover heeft
gezegd of hoe wij ons zouden
moeten gedragen als we kijken naar
de Bijbel
Gedragsregels opstellen bij een
Bijbelles (dus naast de Bijbel)
Duidelijk aangeven hoeveel er
gewaarschuwt wordt en wat de
consequenties zijn bij straf
Kinderen in groepjes laten zitten of
in tweetallen
Kinderen van plek laten ruilen bij
bepaalde vakken
Kinderen
groespswerkstukken/verslagen laten
maken (verantwoordelijkheid)
Kinderen leren elkaar te helpen maar
ook zelf helpen.
Net zo vaak uitleggen tot iedereen
het snapt (geduld)
Een vriendelijk woord/compliment
voor ieder kind

De weektaken zijn verdeeld over de


kinderen , kinderen weten welke
taak ze op welke dag ze hebben.
Kinderen hebben meer
zelfverantwoordelijkheid, en zullen
de taken goed aankunnen.
Kinderen dragen zorg voor elkaar
Kinderen houden zich aan de
klassenregels.
Leerkracht geeft vertrouwen en
verantwoordelijkheid aan kinderen.
Kinderen worden zelfstandig.
Kinderen lossen kleine problemen
zelf op.
De kinderen weten hoe ze zich
moeten gedragen volgens de Bijben
en kunnen dit omzetten in
gedragsregels die gebruikt kunnen
worden in de klas.
De leerkracht houdt zich aan het
aantal waarschuwingen (consequent
zijn!)
De leerkracht legt tijdens de lessen
vaak een link naar de Bijbel
De kinderen vragen eerst elkaar om
hulp bij een probleem, als ze er dan
niet uitkomen de leerkracht
De leerkracht is geduldig in het
uitleggen, gebruikt verschillende
manieren of werkt met
niveaugroepen bij de uitleg
Ieder kind heeft een
verantwoordelijkheid, iets waar
hij/zij zorg voor draagt.
De leerkracht geeft complimenten
of een vriendelijk woord

You might also like