You are on page 1of 5

De nieuwe forten zijn opgetrokken uit beton (niet gewapend) en beschikken over

verschillende pantserkoepels. Volgens hun ligging behoren zij tot de 1ste of 2de orde. Het
verschil zit in het aantal koepels:
1ste Orde:

Twee koepels voor twee 15 cm kanonnen


Twee koepels voor n 12 cm houwitser
Zes koepels voor n 7,5 cm kanon

Deze forten bevinden zich in de vermoedelijke aanvalszone. Het zijn de forten van s
Gravenwezel, Oelegem, Koningshooikt en St.-Katelijne-Waver.
2de Orde:

En koepel voor twee 15 cm kanonnen


Twee koepels voor n 12 cm houwitser
Vier koepels voor n 7,5 cm kanon

Dit zijn de forten Stabroek, Ertbrand, Brasschaat, Broechem, Kessel, Breendonk, Liezele,
Bornem en Haasdonk.
Het volgend verschil is hoe men de grachten onder vuur houd Daarvoor bouwt men
verschillende caponnires.
1. Fort met gedetacheerde reverscaponnire:

De forten s Gravenwezel, Stabroek en St.-Katelijne-Waver zijn van dit type.

2. Fort met aangehechte reverscaponnire:


De forten
Brasschaat en
Kessel zijn van
dit type.

3. Forten met samengevoegde caponnires:


Dit is het meest
voorkomende
type dat we
terugvinden bij
de forten van
Ertbrand,
Oelegem,
Broechem,
Koningshooikt,
Breendonk,
Liezele en
Haasdonk.

Fort Bornem is een uitzondering, het is asymmetrisch en beschikt over koepels op de


caponnires.

Uitzicht van een fort (Oelegem)


Fort heeft een vorm van een rechthoek. In deze rechthoek liggen 2 gebouwenblokken,
dat van het keelfront (is de zijde afgewend van de vijand) en het hoofdfront (zijde het
dichtst naar de vijand gelegen).
Fort is omgeven door een gracht. Deze gracht varieert van een maximumbreedte van 50
meter tot een minimum van 40 meter en een diepte van ca. 2,5 meter.
De enige ingang van het fort bevindt zich langs de Keelzijde (achterzijde). Over de gracht
is er een betonnen brug waarvan het laatste gedeelte gevormd wordt door houten balken
(deze kunnen in geval van een belegering eventueel weggenomen worden).
A. Keelfront en Traditorebatterij
In de ingangspoterne is er een rolbrug die bij een eventuele aanval door enkele soldaten
kan weggetrokken worden. Deze rolbrug en de normale brug kunnen onder vuur worden
genomen door schietgaten in de muur en de toegangspoort.

Het gebouw van de traditorebatterij bestaat uit twee verdiepingen. De benedenverdieping was uitgerust met 2 kanonnen van 57 mm (langs beide zijden) en
embrassures (schietgaten) voor geweren om de gracht onder vuur te houden.
De bovenverdieping was uitgerust met 2 kanonnen van 120mm en 2 kanonnen van 75
mm (langs beide zijde) om de tussenruimt met de naburige schans of fort onder vuur te
houden. Verder was er langs elke kant een 90 mm schijnwerper om de tussenliggende
ruimtes te beschijnen.
Het laatste lokaal (op de 2 verdiepingen) was de machinekamer voor de productie van
elektriciteit. Of deze machines bij het uitbreken van de oorlog reeds geplaatst waren is
zeer twijfelachtig.
De lokalen van het keelfrontgebouw waren voornamelijk gemeenschapslokalen zoals:
douchezaal, waszaal, bakkerij, keuken onderofficieren, WCs enz. Hier bevindt zich
langs beide zijden ook een infanterie uitgang waardoor de soldaten de borstweringen
bovenop de traditorebatterij konden bemannen.
B. Centraal gedeelte poterne
De lokalen die zich langs beide zijden van de poterne bevonden waren voornamelijk
munitie- en kruitmagazijnen. Ook de logementen voor de officieren en
keuronderofficieren bevonden zich hier. Aan het einde van de gang waren er ook twee
uitgangen (onder betongewelf) voorzien die uitgaven op de binnenplaats.
C. Hoofdfrontgebouw
In het hoofdfrontgebouw bevind zich het verblijf van de commandant, schietbureel,
cachot, keuken troep en de kwartieren voor de soldaten.
In het hoofdfrontgebouw was ook de toegang naar de koepels voor de verdediging op
verre afstand als de verdediging van de tussenruimtes.

You might also like