Professional Documents
Culture Documents
Casus 9
Casus 9
Histogenese
Bot kan zich op twee manieren vormen:
- Endesmaal: hierbij wordt bot direct vanuit het bindweefsel aan het bot
gevormd.
- Chondraal: eerst een kraakbeenmal gevormd die later vervangen wordt
door bot.
Chondrale botvorming: Kan perichondraal zijn ( om het kraakbeen ) en
enchondraal ( in het kraakbeen ). Kan opgedeeld worden in stadia:
- Vorming van een kraakbenig skelet
In het embryo wordt eerst een kraakbeenstuk aangelegd dat een verkleinde
versie van het uiteindelijk te vormen bot is.
Bestaat uit twee epifysen aan een diafyse.
- Perichondrale botvorming rondom de diafyse van het kraakbenige
pijpbeen
Het perichondrium is een laag bindweefsel dat de diafyse omgeeft. Hier wordt het
eerste bot gevormd. Hierbij differentiren cellen tegen het kraakbeen aan tot
osteoblasten die bot af gaan zetten tegen het kraakbeen aan. (omdat direct uit
bindweefsel is endesmaal.
- Enchondrale botvorming centraal in de kraakbenige diafyse: het
primaire botvormingscentrum
Zodra een holle mal om het kraakbeen is gevormd (botmanchet), begint de
enchondrale botvorming in het primaire botvormingscentrum.
Deze botvorming wordt gekenmerkt door de volgende processen:
- Hypertrofie van de kraakbeencellen: ze nemen omringend matrix op en
worden zo groter.
- Verkalking van de kraakbeenmatrix destructie kraakbeencellen. Grote
lacunes blijven over gescheiden door verkalkt kraakbeen.