You are on page 1of 3

Inleiding recht

Recht:
Recht heeft als doel het creren en het ordenen van de samenleving. Ook hoort het
handhaven van regels bij recht.
Rechtsgebieden
Privaatrecht:
Burgers/bedrijven onderling
Burgerlijk recht
Publiekrecht:
Burger/bedrijf tegen overheid
Strafrecht
Staatsrecht
Bestuursrecht
Strafrecht:
Betreft verboden gedragingen waarop straf staat
De rechter beslist over strafoplegging
Geregeld in bijvoorbeeld Wetboek van Strafrecht en Opiumwet
Staatsrecht:
Grondregels voor de organisatie van de staat
Beschrijving organen van de staat, onderlinge verhouding en relatie burger en
overheid
Met name geregeld in Grondwet
Bestuursrecht:
Overheid in actie; nemen van besluiten
Bijv. vergunning voor bouwen huis, handhaving van milieuregels
Geregeld in bijv. Algemene wet bestuursrecht en Woningwet
Burgerlijk recht:
Regelt rechtsverhoudingen tussen burgers en bedrijven en bedrijven of burgers
onderling.
Bijv. personen - en familierecht en vermogensrecht
Civiel recht en privaatrecht zijn synoniemen
Geregeld bijvoorbeeld in Burgerlijk Wetboek
Rechtsbronnen:
De wet
Jurisprudentie
Verdragen
Gewoonte

Materieel en formeel recht/wet


Materieel recht: beschrijft rechten en plichten
Formeel recht: beschrijft hoe het materieel recht gehandhaafd kan worden
Wet in materile zin: algemeen verbindend voorschrift
Wet in formele zin: door Staten-Generaal en regering gezamenlijk volgens procedure van art.
81 GW
Voorrang van wetgeving/ hirarchie
1. Verdragen/EU-recht = tussen verschillende landen, vb. het EU recht.
2. Grondwet = Hier is het ooit mee begonnen.
3. Wetten in formele zin = Wetten die onder de grondwet hangen maar die ze in de tijd toen
de grondwet werd gemaakt nog niet hadden gemaakt.
4. AMvBs = Algemene maatregelen van bestuur, maken ambtenaren.
5. Ministeriele regelingen
6. Verordeningen van provincie
7. Verordeningen van gemeente/waterschap
Je kunt aan de naam van een wet zien, wie die wet heeft gemaakt:
wet: door regering en SG (=w.i.f.z.)
besluit: door regering (=a.m.v.b)
verordening: door lagere overheid (prov./gem.) of waterschap
Grondrechten
Vanaf het moment dat je geboren wordt heb je grondrechten. Niemand kan het jou afnemen,
maar jij kan er zelf ook niet vanaf komen.
Grondrechten zijn nationaal en internationaal.
Klassieke grondrechten:
- Vereisen terughoudendheid van de staat
- Bescherming van de burger
- Verticale en horizontale werking
- Rechtsbescherming
Sociale grondrechten:
- Vereisen optreden van de staat
- Ontwikkeling van de burger
- Alleen verticale werking
- Opdracht aan regering
Rechtsfeiten: feiten
met een
rechtsgevolg

Menselijke
handelingen

Rechtsfeiten:
Feiten met een
rechtsgevolg

Rechtshandelingen

Blote rechtsfeiten

Feitelijke
handelingen

Eenzijdig

Onrechtmatige daad

Meerzijdig

Wanprestatie

Rechtmatige daad

Verbintenis: vermogensrechtelijke band


Bronnen van verbintenissen:
- De overeenkomst
- De wet
- De eenzijdige rechtshandeling
- Het ongeschreven recht

recht op
prestatie
schuldeise
r

schuldena
ar

verplichtin
g tot
prestatie
Rechtsspraak (Functie)
Geschillenbeslechting: De rechter lost een meningsverschil of problem op.
Wet niet altijd duidelijk:
Rechter legt de wet in zijn uitspraken uit.
Wet geeft niet altijd een antwoord:
Rechter moet toch uitspaken doen. Rechter moet altijd rechtspreken, hij mag niet zeggen dat
hij er niet uitkomt. Dat heeft te maken met de scheiding der machten.
Rechtbank
- Lagere rechter / eerste aanleg
- De rechtbank heeft verschillende kamers (straf-, familie-, handel-,bestuurs-)
- Kantongerechten maakt onderdeel uit van de rechtbanken
Gerechtshof
In hoger beroep tegen uitspraak lagere rechter.
Hoge Raad
- Hoogste rechtscollege
- Beroep in cassatie. Er word een nieuw onderzoek gedaan.
Absolute competentie:
- Eerste aanleg >> Rechtbank, inclusief kantongerecht (Art 42 v. Wet RO)
- Hoger beroep >> Gerechtshof (Art. 60 Wet RO)
- Cassatie
>> Hoge Raad (Art. 78 v. Wet RO)
Relatieve competentie:
Burgerlijk recht >> Woonplaats gedaagde (Art. 99 Rv) /(Art. 262 Rv))
Gedaagde: gene die wordt aangeklaagd
Strafrecht
>> Plaats waar het delict is gepleegd (Art. 2 Sv)
Bestuursrecht >> Centrale overheid: woonplaats belanghebbende,
Lagere overheid: waar de zetel van het bestuursorgaan is
(Art. 8:7 lid 1 Awb)

You might also like