You are on page 1of 1

Substantie P

Lokalisatie:
Substantie P komt ongelijk verdeeld voor in het volledige autonome zenuwstelsel. De grootste
dichtheid aan SP wordt teruggevonden in de oppervlakkige dorsale hoorn van het ruggenmerg, in
de substantia nigra, substantia gelatinosa en in de mediale amygdalode nucleus.
In het perifeer zenuwstelsel komt SP voornamelijk voor in primaire sensorische vezels (met kleine
diameter), ook in het enterisch zenuwstelsel wordt SP teruggevonden.
Uitgaande van de afstand die SP moet afleggen om bij zijn receptor te geraken worden er
verschillende zones teruggevonden. In het ruggenmerg bevinden SP immunoreactive axonale
knopen zich presynaptisch van neuronen met een SP receptor (korte afstand). Perifeer in de
autonome ganglia worden targets dan weer rechtstreeks gennerveerd door SP. In de periferie
moet SP doorheen bindweefsel diffunderen om structuren te bereiken die zijn receptor tot
expressie brengen.
Rollen:
Neuronen betrokken bij de pijngeleiding (nociceptie) bevatten SP, uit recente experimenten bleek
dat synaptische transmissie gemedieerd door substance P nodig is om milde tot intense pijn te
ervaren.
SP is betrokken bij hyperalgesie, bij bijvoorbeeld beschadiging van de huid wordt SP
gesynthetiseerd door nocireceptoren: SP veroorzaakt vasodillatatie (SP = vasodilatator) en zorgt
zo voor de vrijgave van histamine door mast cellen. Het draagt ook bij aan de ontwikkeling van
secundaire hyperalgesie doordat het andere nocireceptoren in de buurt van de weefselbeschadiging
gevoeliger gaat maken weefsel rond beschadigd gebied wordt gevoeliger.
SP inhibeert zowel basale en gestimuleerde ductulaire HCO 3- secretie in de pancreas, de second
messenger die dit effect medieert is nog onbekend.
Bij depressie, angst en PTSD (post traumatic stress disorder) worden verhoogde concentraties van
SP in het bloed en CSV waargenomen, er wordt verondersteld dat de pathway die door de SP-NK1
receptor getriggerd wordt een rol speelt bij pathopsychologische toestanden. Het gebruik van NK1
receptor antagonisten heeft een antidepressieve werking.
Receptoren:
Substantie P kan binden op de NK1 (neurokinine 1), NK2 en NK3 receptoren, maar vertoont de
hoogste affiniteit voor de NK1-receptor. Deze receptoren behoren tot de tachykinine subfamilie. Ze
zijn G-gekoppeld en hebben 7 transmembranaire domeinen. NK1 bindt aan de G q protene.
Substantie P en de NK1-receptor zijn verspreid over de hersenen, vnl. in hypothalamus, amygdala
en periaqueductal gray (PAG).
De NK1-receptor heeft vele agonisten en antagonisten. Enkele voorbeelden van agonisten zijn:
substantie P, neurokinine A en B, septide en neuropeptide K. Enkele voorbeelden van antagonisten
zijn: spantide I en II, aprepitant, lanepitant, ezlopitant, casopitant, vestipitant en netupitant.
Enkele van deze agonisten, o.a. aprepitant en netupitant, kunnen gebruikt worden bij behandeling
van pijn.
Afbraak/wegnemen van de synaptische spleet:
Substantie P wordt genactiveerd door peptidasen, ze kunnen de verbinding tussen 2 AZ
hydrolyseren. Enkele van deze peptidasen zijn chymotrypsine, tryspine, thermolysine.
Substantie P kan worden genactiveerd door het verbreken van de binding tussen Gln 6 en Phe7,
Phe7 en Phe8, en Gly9 en Leu10. Het kan ook genactiveerd worden door oxidatie van de methionine
op positie 11.

You might also like