Professional Documents
Culture Documents
De Waterfee en de Zonnekoning
De Waterfee en de Zonnekoning
en
De Zonnekoning
de geheim gebleven
oorzaak van de klimaatverandering
Voor: Hugo, Arthur en Sam
de parels van onze liefde
oplage: 50
22 oktober 2009
tekst: Erik van de Poel
tekeningen: Heleen van der Bas
©: kijker-van-verre.nl
2
Proloog
1. In het onderwaterpaleis
3
een loom peddelende schildpad in. De Waterfee lacht haar
prachtige glimlach als de doktersvis als bij toverslag omdraait.
De kleuren fonkelen als een regenboog door het half gebroken
licht dat door het water schijnt.
Hier diep onder water is het zonlicht magisch. De Waterfee
voelt een vreemde aantrekkingskracht tot het licht. Het lijkt wel
of het zonlicht haar wenkt, haar kietelt, haar streelt... De
Waterfee laat haar gedachten de vrije loop, terwijl het
onderwaterleven en het zonlicht dansend om elkaar heen
wentelen.
4
om zich heen, haar paleis is prachtig en opgeruimd. De mensen
zijn aardig en ze heeft tijd genoeg om aan haar werk, haar
vrienden en haar tekeningen te besteden.
Als het bezoek weg is, gaat de Waterfee de administratie van
het paleis bij werken. Ze is graag bezig met cijfers. Ze heeft er
kijk op en vindt het fijn werk om te doen. Al snel gaat ze er
helemaal in op. Toch wordt ze afgeleid. De Waterfee heeft zin
om naar de oppervlakte te zwemmen. Ze is daar nog nooit
geweest en vermoedt dat het haar niets nieuws zal brengen.
Waarom blijft het avontuur dan zo in haar buik kriebelen?
2. In de woestijn
5
graag het gevoel willen ervaren om helemaal door water
omgeven te zijn. ‘Waarom ben ik daar eigenlijk nog niet aan toe
gekomen?’ vraagt hij zich plots af.
De Zonnekoning is al op veel plaatsen geweest. Het reizen zit
hem in het bloed. De Zonnekoning is zeer nieuwsgierig van aard
en het komt hem dan ook goed uit dat mensen van over de hele
wereld met enige regelmaat om zijn warme hulp vragen. Maar
vanuit het water heeft hij nooit zulke hulpverzoeken gekregen.
Integendeel, het water lijkt hem tegen te werken. Vooral de
wolken, boordevol met water, die hem het zicht belemmeren en
die bovendien zoveel klagende mensen opleveren. Hoe leg je dat
nu uit aan iemand, dat het niet de schuld is van de Zonnekoning
als er regen, sneeuw of storm ontstaat. ‘Dan moet je maar
harder schijnen’, zeggen de mensen. ‘Dat is nog eens makkelijk
redeneren’, denkt de Zonnekoning.
Hij vermoedt dat de meeste mensen niet door hebben hoe
fragiel het evenwicht in de natuur is. De Zonnekoning is zich
bewust van zijn verantwoordelijkheid en probeert dan ook het
klimaat zorgvuldig te reguleren. Maar ook hij heeft natuurlijk
niet alles in de hand…
Langzaam laat de Zonnekoning het donker worden in de
woestijn. ‘Zonder zon geen leven’, denkt hij. ‘Zonder water
trouwens ook niet’, voegt hij er al filosoferend aan toe. ‘Dus als
ik met pensioen ga, dan koop ik een onderzeeboot en ga eens
diep naar de zeebodem duiken.’ De Zonnekoning grinnikt.
‘Waarom zou ik eigenlijk wachten tot mijn pensioen? De
onderwaterwereld zit misschien nu al op mijn komst te
wachten…’ De Zonnekoning weet dat zijn warmte de basis is
voor het leven op de aarde. Er zomaar tussenuit knijpen voor
een onderwateravontuur, dat kan dus niet zomaar. ‘Hoewel er is
vast wel iemand anders die mijn rol tijdelijk kan vervullen.’
Het is inmiddels donker in de woestijn. Het wordt snel frisser.
En ja, de Zonnekoning kan het wel koud hebben. Hij maakt een
vuurtje en kijkt zoals altijd gefascineerd naar de iele vlammen,
die lijken te dansen op het droge hout. Zo zit hij uren te staren,
terwijl hij zo af en toe het vuurtje opport. Hoog boven hem ziet
de Zonnekoning de sterren en planeten voortbewegen door het
eindeloze heelal. Langzaam vallen de ogen van de Zonnekoning
dicht en valt hij in een diepe slaap.
3. De onverwachte ontmoeting
6
De Waterfee steekt haar hoofd boven water en schudt de
waterdruppels uit haar haren. Heel graag had ze iemand
meegenomen op deze tocht naar het strand, maar niemand uit
haar onderwaterpaleis wil mee op avontuur. Eigenlijk is ze
verbaasd dat ze al niet eerder naar het oppervlak is gaan
zwemmen. Het is een heerlijke zwemtocht. Heel veel vissen,
waaronder prachtige zeepaardjes zijn met haar meege-
zwommen. Een kreeft wees haar een mooie route door een rif
met prachtige zeesterren. Al met al heeft ze zich geen seconde
verveeld. Hoe dichter ze bij de kust komt, des te krachtiger is de
getijdenstroom. Behendig laat de Waterfee zich meevoeren naar
de kust.
Als ze boven water komt, wordt ze bijna verblind door het felle
zonlicht. Terwijl ze met haar ogen knippert om aan het scherpe
licht te wennen, ziet ze voor het eerst de prachtige tinteling van
het zonlicht op de golven. Hoog in de blauwe lucht vliegt een
zeemeeuw. De zee lijkt haar eindeloos toe.
Verderop op het strand ziet ze een eenzame figuur die in diep
gepeins verzonken lijkt. Het hele tafereel straalt een enorme rust
uit. In euforie over het welslagen van haar avontuur besluit ze de
eenzame jongeman op het strand aan te spreken. Door de
branding zwemt ze naar hem toe. De jongeman bekijkt haar
nieuwsgierig.
Wie ben jij en wat doe je hier?’ vraagt de Waterfee. De
jongeman antwoordt verbaasd: ‘Ik ben de Zonnekoning, ken je
me niet? En wat ik hier doe, dat weet ik eigenlijk niet. Ik voelde
een vreemde drang om naar hier te komen. En wie ben jij?’
De Waterfee voelt zich opeens warm van binnen. ‘Eh, ik ben
de Waterfee’, antwoordt ze ietwat verlegen. ‘Zo, zo, de Waterfee,
kun je dan toveren en dansen op het water?’
De Waterfee is van haar stuk gebracht door die directe vraag.
Ze lacht haar brede glimlach en antwoordt: ‘Ja’. De jongeman
kijkt haar vrolijk aan en zegt een hele tijd niets. Zonder de stilte
te verbreken, verzamelen ze samen een paar mooie schelpen. Ze
bewonderen de gladde, door de eeuwen heen geslepen, ronde
vormen. De haren van de Waterfee wapperen in de wind. Ze
vraagt zich af of ze iets moet zeggen. Het kriebelt weer zo in haar
buik. Haar eerste avontuur boven water en meteen ontmoet ze
een Zonnekoning…
‘Waarom noemen ze jou de Zonnekoning?’ vraagt ze tenslotte.
De jongeman ontwijkt wederom een direct antwoord: ‘Water en
zon, samen kunnen we voor een heleboel leven zorgen, wil je
voor me dansen?’. ‘Ik moet nu terug, maar ik zal morgen bij
7
zonsopgang hier weer zijn. Als jij mij vertelt, waar je naam
vandaan komt, dan zal ik voor je dansen’.
8
De Zonnekoning ziet de leuke watervrouw onder water
verdwijnen en de regenboog verschijnen. Een zeemeeuw bootst
de sierlijke duik van de Waterfee na, terwijl het zonlicht glinstert
op de golven van de zee. De Zonnekoning is van zijn stuk
gebracht door deze onverwachte ontmoeting op het strand. Hij
is gehecht aan zijn genoeglijk leven vol warmte, overvloed en
afwisseling. Tot zijn eigen verbazing sloeg zijn hart echter over
op het moment dat de watervrouw zo leuk naar hem lachte...
Die nacht slaapt de Zonnekoning onrustig. Ruim voor zijn
eigen zonsopgang is hij al op het strand te vinden, hopend dat
de watervrouw weer zal verschijnen. In de lucht ziet hij een
zeemeeuw die moeizaam tegen de aanwakkerende zeewind in
vliegt. Grijze wolken beginnen langzaam de blauwe lucht te
bezetten.
Tot zijn opluchting ziet hij de Waterfee even later langzaam uit
het water rijzen. Ze is nog mooier dan de vorige keer. Met haar
mooie glimlach, brengt ze zijn hoofd op hol. Zonder iets te
zeggen begint de Waterfee sierlijk te dansen in de branding. De
Zonnekoning volgt haar met zijn ogen. ‘Wat is ze lekker nat.’
De watervrouw lijkt helemaal op te gaan in haar dans. De witte
toppen op de golven bewegen met haar mee op de maat. Het
zachte donderende geluid van de branding zorgt voor een
geruststellend ritme. Als de dans afgelopen is, volgt er een
prettige stilte. Zowel de Zonnekoning als de Waterfee lijken van
dit moment te genieten.
De Zonnekoning wenkt de watervrouw. Als de Waterfee aan
komt glijden, weet de Zonnekoning niets anders te doen dan
zachtjes haar armen te masseren en haar te kussen op haar volle
lippen. Gelukkig beantwoord de Waterfee de kus hartstochtelijk.
Zo blijft de Zonnekoning lange tijd met de schone waterdame in
zijn armen staan, terwijl de ontketende zonne- en waterenergie
langzaam wegebt in een aanzwellende tyfoon. Hun lippen
vinden elkaar nog eens en met hun handen tasten ze elkaar
voorzichtig af. Ondertussen knettert de lucht van de bliksem.
‘Dit smaakt naar meer, naar veel meer’ denkt de Zonnekoning.
Toch laat de Zonnekoning de Waterfee los. De snel opkomende
storm baart hem zorgen. Daar wil hij eerst eens rustig over
nadenken.
‘Ik moet echt aan het werk. Zie ik je vanavond weer?’ Met
moeite neemt hij afscheid. Hij zou graag meer willen weten over
de Waterfee en de onderwaterwereld.
9
Terug in de woestijn merkt de Zonnekoning tot zijn verbazing
dat het er geregend heeft. De Zonnekoning bakt een kabeljauw
op een klein vuurtje. Na het eten stookt hij zijn kampvuur flink
op. De geelblauwe vlammen verlichten de nacht. De vuurvonken
waaien als sterren de woestijn in. De Zonnekoning vraagt zich af
of de regen in de woestijn toeval is. Hij kent de complexe
chaotische principes die ten grondslag liggen aan het weer op
aarde. Een kleine verandering in de omstandigheden kan soms
onverwacht grote gevolgen hebben. De complexiteit van de
natuur is, zelfs met alle kennis van nu, haast niet te ontrafelen.
Toeval of niet, de Zonnekoning weet dat hij uiterst voorzichtig
moet zijn met zijn ontmoetingen met de knappe watervrouw.
Dan begint het opnieuw te regenen en het restant van zijn
kampvuur knettert uit.
10
5. Overspoelt mijn hart
11
ziet ze de Zonnekoning. Hij staat tot zijn knieën in de branding
te peinzen en verwarmt het water. De Zonnekoning lacht vrolijk
als hij de Waterfee ziet verschijnen.
Tot haar verrassing pakt hij haar hand en leidt haar op een
wandeling langs het strand. Ondertussen vertelt hij haar over
zijn avonturen, zijn mijmeringen en zijn eigengereide kijk op de
wereld. De Waterfee laat zich graag meevoeren, terwijl ze
luistert naar het uitgebreide relaas van de jongeman. Ze geniet
van alles om haar heen. Haar hart is vol van avontuur en een
ongekende passie. Haar interne muziek jubelt van plezier. Zo af
en toe kijkt de Waterfee naar de Zonnekoning. Het voelt goed
om bij hem te zijn. Het strand is verlaten, op een paar wuivende
palmbomen en een enkele zeemeeuw na. Een paar keer kijkt de
Zonnekoning haar recht aan, klaarblijkelijk om te checken of ze
wel luistert. Steeds ziet ze zijn ogen twinkelen. Ze voelt zijn
warme hand om de hare en de rest van de wereld houdt
langzaam op te bestaan. Ze weet dat ze verliefd is, hopeloos
verliefd. Ze voelt dat de wind aanwakkert en ze ziet dat de
golven in de branding aanzwellen.
De hoornschelp laat ze vallen. Van afscheid nemen kan nog
even geen sprake zijn. Nu is het tijd om te genieten.
12
fragiele evenwicht heeft toen eeuwen geduurd. Dat zal hem niet
nog een keer overkomen.
’s Middags is er een langdurige bijeenkomst van de
sterrenraad geweest. Helaas onderkent de sterrenraad de
verstoring van het natuurlijke evenwicht van het klimaat nog
niet, ondanks een vurig pleidooi van de Zonnekoning. Na afloop
van de bijeenkomst is hij met een paar planeten gaan
windsurfen. Vermoeiend, erg leuk en ook ontspannend. Als de
afspraak met de Waterfee nadert, zet de Zonnekoning alles van
zich af en voelt zich weer helemaal vol energie. Hij ziet er naar
uit om haar weer te zien.
De Zonnekoning loopt de zee in, om de Waterfee op te
wachten. Hij voelt de frisse zeewind op zijn huid. Als hij tot zijn
knieën in de golven staat, vraagt hij zich af of dit wel
verantwoord is. Zijn aanwezigheid in het water zal
onherroepelijk tot opwarming van de zee gaan leiden. En de
opwarming van het water zal ongetwijfeld ook weer
consequenties hebben...
Op dat moment verschijnt de Waterfee stralend in de
branding. De Zonnekoning weet dat hij verloren is. Haar
borsten komen echt prachtig uit in de jurk die ze draagt. Allerlei
gevoelens dringen zich gelijktijdig aan hem op. Toch heeft hij
allereerst behoefte om haar beter te leren kennen. Het meest
ontwapenend is vaak om eerst iets over jezelf te vertellen. Dus
pakt hij de koele hand van de Waterfee en voert haar mee langs
de kustlijn. Terwijl de Zonnekoning over zichzelf, zijn gevoelens
en zijn kijk op het leven vertelt, laat hij de wolken langzaam
dieproze kleuren.
Tijdens de wandeling voelt de Zonnekoning hoe de Waterfee
langzaam ontspant. Dan begint de Zonnekoning geraffineerd
vragen te stellen. Eerst antwoord de Waterfee aarzelend, maar al
snel wordt ze losser. Hij leert veel over het leven onderwater en
het leven van de Waterfee. Haar passie voor zwemmen en
tekenen en dat ze eigenlijk normaal nogal zwijgzaam is… Hun
woordenspel wordt al snel prikkelender en plagender. De
Zonnekoning weeft zijn roze web om de Waterfee, maar hij wil
haar niet te vroeg vangen. De Waterfee boeit hem zeer. Dus
houdt de Zonnekoning haar hand stevig vast en geniet hij van
het samenzijn. Het voelt goed om haar hand in de zijne te
voelen. Stap voor stap maken ze kennis met elkaar, voelen
elkaars aura en leren elkaars wereld kennen.
13
De Zonnekoning blijft zich echter afvragen waar een mogelijke
vereniging van hun werelden toe zou kunnen leiden. ‘Moeten
zon en water niet gescheiden blijven?’
14
7. De zeemeeuw vertelt over ringen
15
De zeemeeuw kijkt op een vreemde intelligente wijze naar
haar. Zijn gele ogen lijken al haar bewegingen te volgen. Dan
ziet ze dat de zeemeeuw met zijn klauwen iets in de muur aan
het kerven is. Langzaam maar zeker verschijnen er op de kanteel
een aantal ringen die deels in elkaar overvloeien. De Waterfee
vraagt zich af wat de zeemeeuw hier doet, zo diep onder water.
‘Heeft ze hem trouwens niet eerder gezien gisteravond op het
strand?’
Tot haar verbazing begint de zeemeeuw zangerig te krijsen.
Als ze goed luistert, begrijpt ze van de zeemeeuw: “Kijk naar
deze ringen die ik in de muur aan het kerven ben. Eentje
daarvan is de jouwe. Je ziet dat die deels is samengevloeid met
de andere ringen. De andere ringen komen van andere mensen
uit het onderwaterpaleis. Als je ring teveel samenvloeit,
verdwijnt je eigen identiteit. Als ringen elkaar overlappen dan
kun je iets van iemand anders leven meepikken. Iedereen heeft
zijn eigen levensring en kan daar vrijelijk op bewegen of
anderen er op toelaten. Verandering in je leven krijg je door je
ring te laten kruisen met andere ringen. Zorg echter wel dat je
voldoende op je eigen levensring blijft, anders vervreemd je van
jezelf en val je er vanaf”. De zeemeeuw kijkt naar de Waterfee
alsof hij een antwoord verwacht. De Waterfee weet echter niet
16
direct wat ze hier mee aan moet. Ze bedankt de zeemeeuw
vriendelijk voor zijn advies en vraagt hem om binnenkort terug
te komen. De zeemeeuw kijkt haar begrijpend aan en beweegt
dan weer snel naar boven naar het wateroppervlak.
Als de zeemeeuw weg is, blijft de Waterfee nog lang kijken
naar de gekerfde aaneengeschakelde ringen die met een
vreemde kronkel aan elkaar vastzitten.
De Waterfee keert terug om zaken te regelen in het
onderwaterpaleis. Die nacht droomt de Waterfee dat ze op een
roze wolk gitaar zit te spelen, terwijl de Zonnekoning lachend in
een helikopter voorbij vliegt. Ze zwaait en lacht terug, totdat ze
pardoes van de roze wolk valt en te pletter lijkt te gaan slaan op
haar onderwaterpaleis. Ze schreeuwt. Gelukkig is er het prachtig
roze web, dat haar opvangt. Het web voelt aan als een hangmat.
Ze blijft er uren in dommelen. De Waterfee wordt lachend
wakker en merkt dat haar lippen nog natter zijn dan normaal.
17
sturen waarin hij haar aantrekkingskracht vergelijkt met de
natuurlijke onweerstaanbaarheid van de bergen. Hij geeft het
bericht mee aan een toevallig passerende zeemeeuw. Nog even
denkt hij aan de Waterfee, de fraaie dame is belangrijk voor hem
geworden. Hij vindt het fijn om bij haar te zijn en samen van het
leven te genieten. De moeilijke vragen zal hij wel doorspreken
met zijn wijze vriend naar wie hij onderweg is.
Opgevrolijkt stapt hij door en bekijkt op zijn gemak hoe in de
bergen het samenspel van zon en water tot een wonderbaarlijk
natuurschoon leidt. Bij een kleine waterval drinkt hij koud
verfrissend water en rust hij even uit.
Hij fantaseert dat hij samen met de Waterfee een herberg
hoog in bergen begint. Bij een kabbelende beek onder een
fruitboom genieten ze samen van het weidse uitzicht. Een weids
uitzicht verruimt immers het denken. ‘Een herberg in de bergen,
als ik met pensioen ga, klinkt goed’, lacht de Zonnekoning. Dan
denkt hij aan de lippen en de borsten van de Waterfee en
dommelt langzaam in.
Het is dan ook al laat in de middag als hij bij het Sequoia bos
arriveert waar Oeroud verblijft. Oeroud is de grootste en wijste
boom die hij kent. De boom straalt een enorme rust uit. Hij is
nog groter dan de andere woudreuzen om hem heen. De boom is
zo oud, dat hij niet meer beweegt. Oeroud bekijkt de wereld op
zijn gemak door een kijker-van-verre.
Bij de boom aangekomen vraagt de Zonnekoning zich af of
Oeroud vandaag een gesprek met hem wil aangaan. De oude
boom wil alleen praten als je je voldoende bewust bent van jezelf
en de consequenties van je daden. Om eerlijk te zeggen is de
Zonnekoning daar voor zichzelf nu niet zo zeker van. Hij verspilt
regelmatig aardig wat energie voor zijn eigen genot en zijn
omgang met de Waterfee kan zomaar tot een natuurramp
leiden...
De statige Sequoia blijft hem zwijgend aankijken. De
Zonnekoning besluit eerst zijn geest leeg te maken en Oeroud
nog eens goed te bekijken. In zoverre hij kan zien, is de oude
boom niet veranderd sinds zijn laatste ontmoeting met de
Zonnekoning. De stam is ruim tien meter hoog, daarboven ziet
hij knoestige, relatief dunne takken en de eerste groene
bladeren. Alle andere bomen zijn klein vergeleken met de
enorme omvang van de Sequoia. Door het gebladerte heen
verlichten strepen ondergaand zonlicht de nauwelijks begroeide
bosgrond. De stam van de Sequoia is een ribbelige, grijsbruine
pilaar. De Zonnekoning weet dat de brede stam vuurbestendig is
18
en dat dat de voornaamste reden is dat deze boom zo groot en
oud kan worden.
19
‘Dit geeft jullie en de aarde hopelijk voldoende tijd’, ruist
Oeroud.
De Zonnekoning glimlacht, hij weet dat Oeroud niet van snelle
beslissingen houdt en vaak veel meer weet dan hij vertelt. Die
nacht slaapt de Zonnekoning aan de voet van de
indrukwekkende, duizenden jaren oude, boom. Verlicht wordt
hij wakker. Nog een laatste keer kijkt hij met ontzag naar de
statige boom die zijn vriend is. Neuriënd loopt hij door de frisse
bergen, terwijl hij aan zijn dagtaak begint. De watervallen die hij
passeert ruisen met geweld naar beneden. De Zonnekoning
vraagt zich af of er nog even veel water naar beneden stort als
die dag daarvoor. ‘Is de invloed van de Waterfee al te merken?’
Terug in de woestijn bekijkt hij opnieuw de rode roos. De
rozenblaadjes zijn roodoranje en een beetje geel. Als een
flakkerende vlam. De doornen van de roos zijn stevig en scherp.
Een uitzonderlijk stukje leven in de droge woestijn. De creatieve
kracht en pracht van de natuur ten top. Het onmogelijke
mogelijk gemaakt. Die avond creëert de Zonnekoning zijn eerste
parallelle wereld. Hij ziet daardoor niet hoe de vuurrode roos
langzaam bevriest onder de nachtelijke sterren.
9. De parallelle wereld
20
In de loop van de ochtend durft ze het aan om aan de
aanwezigen in het paleis te vertellen dat ze weg wil. Gek genoeg
lijkt niemand haar te willen horen. Opnieuw spreekt ze die
middag enkele paleisbewoners aan dat ze op avontuur wil gaan.
De paleisbewoners worden echter boos en zeggen haar dat ze in
de war is. Treurig trekt ze zich terug en speelt enkele droeve
noten op haar gitaar. De Waterfee voelt zich verlaten en begint
zich af te vragen of ze inderdaad in de war is. Het avontuur lijkt
verder weg dan ooit. Ze heeft het gevoel dat haar eens zo
ontspannen onderwaterpaleis in een vesting veranderd is.
Misschien is dat ook wel zo. Er wordt op haar gelet en er
zwemmen extra zwaardvissen als een soort wachters bij de
ingang van het paleis. De Waterfee kan niet meer stiekem
wegkomen. Tranen springen in haar ogen. Ze weet dat ze om
hulp zou moeten vragen. Ze heeft vrienden genoeg die haar vast
zullen helpen. De Waterfee wil echter eerst haar eigen hoofd
helder hebben voordat ze haar hart gaat luchten. ‘Was de
Zonnekoning maar hier.’
Ze beklimt de wenteltrap met tweeduizend-en-één treden.
Boven op de toren ziet de Waterfee dat de oranjewitte
anemoonvisjes haar alweer op zitten te wachten. Het lijkt haar
toe dat er meer spanning staat op de ringen die de eigenaardige
zeemeeuw in de muur gekerfd heeft. Met haar vinger begint ze
nieuwe ringen te tekenen. Ze lacht droevig naar de visjes, die
vrolijk rond haar dartelen.
Dan gebeurt er iets wel heel ongewoons: een oeroude
magische kracht trekt haar naar een parallelle wereld.
Opeens staat ze voor een wigwam in traditionele
indianenkleren, terwijl een klein meisje naar haar zwaait. Ze
weet dat in deze wereld het meisje haar dochter is en Tatum
heet. Samen met haar dochter plukt ze passievruchten. Ze
proberen een paar fragiele oranje vlinders te vangen en lachen
samen luid om de vrolijke capriolen van twee jonge
eekhoorntjes. De Waterfee geniet van de ongereptheid van dit
kleine paradijs. Haar dochter heeft dezelfde prachtige zwijgende
glimlach als zij zelf. De Waterfee gaat gezellig met Tatum eten
en brengt haar dan naar bed. Even later komt de jongeman-met-
één-veer van de jacht terug. De simpele, kleurrijke tatoeages van
de indianenstam zijn op zijn armen en gezicht gekerfd. De
Waterfee ziet vooral zijn twinkelende bruine ogen. Samen
duiken ze in de nabij gelegen waterval en bedrijven uren de
liefde. Het water is helder, de lucht is fris en haar hart is licht.
Na afloop bekijken ze de nachtelijke sterrenhemel, bespreken de
21
onbegrijpelijke afstanden tussen de sterren en proberen hun
eigen sterrenbeelden te ontdekken tussen de miljoenen
lichtpuntjes van de Melkweg. De Waterfee valt verzadigd in de
armen van haar indianenkrijger in slaap.
22
10. IJsvuur
23
Elke dag opnieuw kijkt hij weer uit naar een ontmoeting met
de Waterfee, maar vooralsnog moet hij ook door met zijn
dagelijkse werkzaamheden. Soms gaat de Zonnekoning naar een
plaats, die hij ‘het-einde-van-de-wereld’ gedoopt heeft, om na te
denken over zijn leven.
Hij is flink op zijn vingers getikt door de sterrenraad omdat
zijn ontmoetingen met de Waterfee tot een gat in de ozonlaag
hebben geleid. Hij kan de sterrenraad geen ongelijk geven. De
Zonnekoning weet dat het volgende kruispunt in zijn leven nabij
is en dat vanaf hier alle paden bergop zijn.
De belangrijkste keuzes in het leven maak je uiteindelijk met
je hart, maar je moet ook je hart voldoende tijd en rust gunnen
om zich te oriënteren. Uren zit de Zonnekoning te mediteren en
te luisteren naar zijn interne muziek.
De komende keuzes wil en moet de Zonnekoning samen met
de Waterfee nemen. Dus begint de Zonnekoning een lange
tunnel te graven naar het onderwaterpaleis. De ontmoeting met
de Waterfee in het onderwaterpaleis is stiekem en intens. Nog
meer dan in de parallelle wereld genieten ze van elkaars
aanwezigheid. Het afscheid valt zwaar.
Bij het verlaten van de tunnel, vindt de Zonnekoning een
prachtige hoornschelp. Als hij de schelp tegen zijn oor legt hoort
hij het mystieke ruizen van de zee. ‘Een mooi aandenken’, denkt
de Zonnekoning.
24
Dan ziet hij dat er een oase is ontstaan op het plekje, dat hij
‘het-einde-van-de-wereld’ noemt, aan het einde van de tunnel.
Snel ontzout hij het water en gooit de tunnel dicht. Hij geniet
van de rust van de oase, eet een paar rijpe passievruchten en
denkt na over de vruchtbaarheid van de grond als gevolg van
water en zon. ‘De natuur zal altijd gebruik maken van de
mogelijkheden om nieuw leven te creëren.’
De Zonnekoning valt vermoeid in een onrustige slaap. Hij
droomt over de Waterfee.
25
De dag daarna maakt de Zonnekoning een lange wandeling
over het strand. Hij weet zich op het belangrijkste kruispunt in
zijn leven en wil zich goed voorbereiden op het pad dat voor
hem ligt. Over zijn schouder voelt hij hoe Oeroud meekijkt via
zijn kijker-van-verre. De Zonnekoning voelt zijn zwijgende
instemming.
De lucht is bewolkt, de eerste vlagen van een aanzwellende
storm zwiepen de golven op. De Zonnekoning is mooie
wolkenluchten gaan waarderen. Hij kijkt dan ook uren naar de
vormen van de donkergrijze wolken. Het toenemende geluid van
de branding doet hem rillen. Hagel en wind klateren op het
strand. IJsvuur. De Zonnekoning voelt zich warm en koud
tegelijk.
Een paar dagen later vertelt hij aan de planeten, dat hij zijn
post als Zonnekoning gaat verlaten. Zijn vrienden en de
sterrenraad zijn ontdaan, maar respecteren zijn keuze. Er zal
snel gezocht worden naar een opvolger. De sterrenraad is
bezorgd over de zeespiegelstijging en het broeikaseffect. De
sterrenraad probeert dan ook maatregelen te verzinnen om dit
te voorkomen. De Zonnekoning vermoedt echter dat het te laat
is. Er lijken mechanismen in werking te zijn, die niet meer te
stuiten zijn.
26
hem nodig heeft. Op het strand aangekomen ziet hij dat de
Waterfee verward is. Het bericht dat ze weggaat, is niet goed
gevallen in het onderwaterpaleis. Er is ruzie geweest en veel
wederzijds onbegrip. Op het laatst is de Waterfee weggevlucht,
zonder goed afscheid te kunnen nemen.
Een heftige tsunami is het gevolg van de woede aanvallen in
het onderwaterpaleis. De Waterfee is verdrietig, niet alleen om
haar eigen malaise, maar ook omdat er veel niets vermoedende
mensen zijn getroffen door de zware onderwaterbeving.
De volgende dag komen de Waterfee en de Zonnekoning tot
rust. Samen kijken ze naar de ondergaande zon in het blauwe
water. Ze voelen het ritme en de kracht van de opkomende en
wegebbende golven. Luisterend naar de geluiden van de zee
stemmen ze opnieuw hun eigen interne muziek. Ze kussen
elkaar, liefde overspoelt hun hart. Ze pakken elkaars hand stevig
beet. Eindelijk samen.
De Zonnekoning vertelt over de bevroren vuurrode roos. Het
wonder van de woestijn, de onverwachte vrucht van de liefde
tussen de Zonnekoning en de Waterfee. ‘Hoe zullen we de roos
noemen?’ De Zonnekoning en de Waterfee kussen elkaar vol
passie. Hun lippen lijken een onweerstaanbare
aantrekkingskracht op elkaar te hebben. Ze voelen zich warm en
koud tegelijk. ‘Hoe zullen we de roos noemen?’ Op hun lippen
vormt zich dat éne woord, waarvan ze niet weten dat ze het niet
mogen uitspreken: ‘IJsvuur’. Opnieuw kussen ze elkaar.
Ver weg op een ijsvlakte, ontstaat spontaan een prachtige
vuurzuil. IJsvuur is geboren. Zijn gekrijs gaat langzaam over in
een warme lach. Vuurvonken waaien uit over de donkere
ijsvlakte...
Het leven van de Zonnekoning en de Waterfee is definitief
voorbij. De consequenties zijn moeilijk te overzien. Ze besluiten
om hun verleden onder het zand te begraven. Niet iedereen zal
immers hun keuze kunnen begrijpen. Zeker gezien het
stormachtige weer wat de wereld de komende jaren te wachten
staat. Als het verhaal diep onder het zand begraven is, tekenen
ze op een kaart de cirkels die hun geheime bergplaats markeren.
Alleen een paar goede schatgravers kunnen hun geheim daar
ontdekken.
27
Een nieuw onbekend werelds avontuur staat op het punt om te
beginnen. Stap voor stap zullen ze er samen aan beginnen. Hun
hart vol liefde, hun geest een tikje bezorgd, maar vol vertrouwen
dat ze samen wel een goede oplossing zullen vinden.
28
Sommige beslissingen zijn niet te meten met de menselijke
maat.
Op het strand van Blauw Baai bekronen ze hun liefde met een
prachtig trouwfeest. Beide dragen ze hun eigen ring met daarin
beklonken de hartslag van hun ware liefde. Lang en gelukkig
zullen ze nog samen leven met hun drie parels van kinderen.
29