You are on page 1of 29

De Waterfee

en
De Zonnekoning

de geheim gebleven
oorzaak van de klimaatverandering
Voor: Hugo, Arthur en Sam
de parels van onze liefde

Voor: onze ouders voor hun


altijd aanwezige steun en liefde

Voor: Gera & Matthijs Aalders


onze lieve vrienden en de voogden van onze kinderen

Voor: allen die samen met ons


dit geheim ontrafeld hebben

oplage: 50
22 oktober 2009
tekst: Erik van de Poel
tekeningen: Heleen van der Bas
©: kijker-van-verre.nl

2
Proloog

Zijn tijd is nog niet aangebroken. De tijd waarin warm en koud


samenvloeien. Toch ligt hij op de loer. Hij sluipt rond, wachtend
op een kans. Hij sluipt rond door onherbergzame gebieden. Hij
sluipt rond in donkere tunnels en in glinsterende ijsgrotten. Nu
is hij nog een schim. IJsvuur is zijn naam. In dit klimaat zal hij
langzaam gedood worden, doven, smelten en jammerlijk
wegkwijnen. Maar hij voelt dat er verandering op komst is. Hij
loert op een kans.
IJsvuur is zijn naam. Hij is niet warm en hij is niet koud. Hij is
warm en koud tegelijk. IJsvuur maakt het onmogelijke mogelijk.

1. In het onderwaterpaleis

De Waterfee klimt naar de hoogste toren van haar waterpaleis.


Ze telt de ronde treden van de wenteltrap niet meer. Ze weet dat
het er precies tweeduizend-en-één zijn. Hoog op de toren, is
haar plekje, waar ze uren in stilte kan genieten. Hier neemt ze
even afstand van de drukte in het onderwaterpaleis.
De Waterfee kijkt uit over het prachtige onderwaterlandschap
om haar heen. Blij verwonderd volgt ze met haar groene ogen
een school anemoonvisjes die vlak langs haar zwemmen. De
altijd aanwezige oranjewitte anemoonvisjes vindt ze prachtig.
Ondanks hun felle kleur lijkt het wel of je door hen heen kan
kijken.
‘Kijken jullie ook dwars door mij heen?’ vraagt de Waterfee.
De anemoonvisjes zwemmen alweer verder en laten de Waterfee
alleen met haar gedachten. De Waterfee weet eigenlijk niet of ze
dat wel prettig vindt. Het woelt al enige tijd in haar binnenste.
De dartelende visjes en haar tuimelende gedachten geven haar
een onrustig, gejaagd gevoel. Snel verplaatst ze haar aandacht
naar de zeebaarzen in het koraal. Het blauwroze koraal zwiert
zachtjes heen en weer op de onderstroom van het getij. Er
glijden blauwe keizervissen voorbij, even sierlijk als de
hamerhaaien een eindje verderop. Een witborst doktersvis haalt

3
een loom peddelende schildpad in. De Waterfee lacht haar
prachtige glimlach als de doktersvis als bij toverslag omdraait.
De kleuren fonkelen als een regenboog door het half gebroken
licht dat door het water schijnt.
Hier diep onder water is het zonlicht magisch. De Waterfee
voelt een vreemde aantrekkingskracht tot het licht. Het lijkt wel
of het zonlicht haar wenkt, haar kietelt, haar streelt... De
Waterfee laat haar gedachten de vrije loop, terwijl het
onderwaterleven en het zonlicht dansend om elkaar heen
wentelen.

De Waterfee wordt wreed gestoord in haar dagdromerij. In de


verte hoort ze een bel. Bezoek. Altijd weer bezoek. Het wonen in
het paleis heeft veel voordelen, maar de verplichting om altijd
bezoek te moeten ontvangen en vriendelijk te moeten zijn hoort
daar niet bij. Nog één keer kijkt de Waterfee naar de visjes, de
haaien, de schildpad en de zonnestralen. Een windvlaag maakt
een golf. ‘Kom…’, lijkt de stroming tegen haar te zeggen.
De Waterfee aarzelt, het avontuur lonkt, dan schudt ze het van
zich af en snelt ze van de toren naar beneden. Tevreden kijkt ze

4
om zich heen, haar paleis is prachtig en opgeruimd. De mensen
zijn aardig en ze heeft tijd genoeg om aan haar werk, haar
vrienden en haar tekeningen te besteden.
Als het bezoek weg is, gaat de Waterfee de administratie van
het paleis bij werken. Ze is graag bezig met cijfers. Ze heeft er
kijk op en vindt het fijn werk om te doen. Al snel gaat ze er
helemaal in op. Toch wordt ze afgeleid. De Waterfee heeft zin
om naar de oppervlakte te zwemmen. Ze is daar nog nooit
geweest en vermoedt dat het haar niets nieuws zal brengen.
Waarom blijft het avontuur dan zo in haar buik kriebelen?

2. In de woestijn

‘Heeft een Zonnekoning het wel eens warm?’ In de woestijn,


waar de Zonnekoning op een grote steen gaat zitten, is het erg
heet. Hier kan de zon vrijelijk zijn gang gaan. Bij gebrek aan
water, doet de Zonnekoning de afwas met het flinterdunne zand.
Hij heeft zich zojuist een eenvoudige maaltijd goed laten
smaken.
‘Ach, als Zonnekoning lijkt je taak eenvoudig. Je schijnt wat
hier en daar en je helpt een paar mensen bij hun oriëntatie en
bij hun tijdwaarneming.’ De Zonnekoning grinnikt. ‘Is de zon
niet overbodig in deze moderne tijd?’ Een vraag om eens rustig
over na te denken.
Het is stil in de woestijn. De Zonnekoning houdt van stilte. Hij
vindt het fijn om het leven intens te leven. Te veel lawaai
verstoort je interne muziek. Dus geniet de Zonnekoning van de
rust en begint te filosoferen. Tijdens zijn mijmeringen maakt hij
prachtige kleuren met zijn stralen in het nog warme
woestijnzand.
De Zonnekoning stelt zich een mooie krantenkop voor: ‘De
zon met vervroegd pensioen’. Dan zou hij vakantie kunnen gaan
vieren, ergens aan het strand. Een duik in de zee, dat lijkt de
Zonnekoning wel wat. Veel mensen gaan speciaal naar het
strand, om de zon in de zee te zien zakken. De Zonnekoning is
vooral nieuwsgierig naar wat er onderwater te vinden is. Hij
weet dat zijn stralen onder water doordringen, maar hij zou

5
graag het gevoel willen ervaren om helemaal door water
omgeven te zijn. ‘Waarom ben ik daar eigenlijk nog niet aan toe
gekomen?’ vraagt hij zich plots af.
De Zonnekoning is al op veel plaatsen geweest. Het reizen zit
hem in het bloed. De Zonnekoning is zeer nieuwsgierig van aard
en het komt hem dan ook goed uit dat mensen van over de hele
wereld met enige regelmaat om zijn warme hulp vragen. Maar
vanuit het water heeft hij nooit zulke hulpverzoeken gekregen.
Integendeel, het water lijkt hem tegen te werken. Vooral de
wolken, boordevol met water, die hem het zicht belemmeren en
die bovendien zoveel klagende mensen opleveren. Hoe leg je dat
nu uit aan iemand, dat het niet de schuld is van de Zonnekoning
als er regen, sneeuw of storm ontstaat. ‘Dan moet je maar
harder schijnen’, zeggen de mensen. ‘Dat is nog eens makkelijk
redeneren’, denkt de Zonnekoning.
Hij vermoedt dat de meeste mensen niet door hebben hoe
fragiel het evenwicht in de natuur is. De Zonnekoning is zich
bewust van zijn verantwoordelijkheid en probeert dan ook het
klimaat zorgvuldig te reguleren. Maar ook hij heeft natuurlijk
niet alles in de hand…
Langzaam laat de Zonnekoning het donker worden in de
woestijn. ‘Zonder zon geen leven’, denkt hij. ‘Zonder water
trouwens ook niet’, voegt hij er al filosoferend aan toe. ‘Dus als
ik met pensioen ga, dan koop ik een onderzeeboot en ga eens
diep naar de zeebodem duiken.’ De Zonnekoning grinnikt.
‘Waarom zou ik eigenlijk wachten tot mijn pensioen? De
onderwaterwereld zit misschien nu al op mijn komst te
wachten…’ De Zonnekoning weet dat zijn warmte de basis is
voor het leven op de aarde. Er zomaar tussenuit knijpen voor
een onderwateravontuur, dat kan dus niet zomaar. ‘Hoewel er is
vast wel iemand anders die mijn rol tijdelijk kan vervullen.’
Het is inmiddels donker in de woestijn. Het wordt snel frisser.
En ja, de Zonnekoning kan het wel koud hebben. Hij maakt een
vuurtje en kijkt zoals altijd gefascineerd naar de iele vlammen,
die lijken te dansen op het droge hout. Zo zit hij uren te staren,
terwijl hij zo af en toe het vuurtje opport. Hoog boven hem ziet
de Zonnekoning de sterren en planeten voortbewegen door het
eindeloze heelal. Langzaam vallen de ogen van de Zonnekoning
dicht en valt hij in een diepe slaap.

3. De onverwachte ontmoeting

6
De Waterfee steekt haar hoofd boven water en schudt de
waterdruppels uit haar haren. Heel graag had ze iemand
meegenomen op deze tocht naar het strand, maar niemand uit
haar onderwaterpaleis wil mee op avontuur. Eigenlijk is ze
verbaasd dat ze al niet eerder naar het oppervlak is gaan
zwemmen. Het is een heerlijke zwemtocht. Heel veel vissen,
waaronder prachtige zeepaardjes zijn met haar meege-
zwommen. Een kreeft wees haar een mooie route door een rif
met prachtige zeesterren. Al met al heeft ze zich geen seconde
verveeld. Hoe dichter ze bij de kust komt, des te krachtiger is de
getijdenstroom. Behendig laat de Waterfee zich meevoeren naar
de kust.
Als ze boven water komt, wordt ze bijna verblind door het felle
zonlicht. Terwijl ze met haar ogen knippert om aan het scherpe
licht te wennen, ziet ze voor het eerst de prachtige tinteling van
het zonlicht op de golven. Hoog in de blauwe lucht vliegt een
zeemeeuw. De zee lijkt haar eindeloos toe.
Verderop op het strand ziet ze een eenzame figuur die in diep
gepeins verzonken lijkt. Het hele tafereel straalt een enorme rust
uit. In euforie over het welslagen van haar avontuur besluit ze de
eenzame jongeman op het strand aan te spreken. Door de
branding zwemt ze naar hem toe. De jongeman bekijkt haar
nieuwsgierig.
Wie ben jij en wat doe je hier?’ vraagt de Waterfee. De
jongeman antwoordt verbaasd: ‘Ik ben de Zonnekoning, ken je
me niet? En wat ik hier doe, dat weet ik eigenlijk niet. Ik voelde
een vreemde drang om naar hier te komen. En wie ben jij?’
De Waterfee voelt zich opeens warm van binnen. ‘Eh, ik ben
de Waterfee’, antwoordt ze ietwat verlegen. ‘Zo, zo, de Waterfee,
kun je dan toveren en dansen op het water?’
De Waterfee is van haar stuk gebracht door die directe vraag.
Ze lacht haar brede glimlach en antwoordt: ‘Ja’. De jongeman
kijkt haar vrolijk aan en zegt een hele tijd niets. Zonder de stilte
te verbreken, verzamelen ze samen een paar mooie schelpen. Ze
bewonderen de gladde, door de eeuwen heen geslepen, ronde
vormen. De haren van de Waterfee wapperen in de wind. Ze
vraagt zich af of ze iets moet zeggen. Het kriebelt weer zo in haar
buik. Haar eerste avontuur boven water en meteen ontmoet ze
een Zonnekoning…
‘Waarom noemen ze jou de Zonnekoning?’ vraagt ze tenslotte.
De jongeman ontwijkt wederom een direct antwoord: ‘Water en
zon, samen kunnen we voor een heleboel leven zorgen, wil je
voor me dansen?’. ‘Ik moet nu terug, maar ik zal morgen bij

7
zonsopgang hier weer zijn. Als jij mij vertelt, waar je naam
vandaan komt, dan zal ik voor je dansen’.

Snel duikt ze onder water, daar voelt ze zich veiliger. De


stroming onderwater is beduidend sterker geworden. De
Waterfee aarzelt, ‘zal ze nog even bij de vreemde jongeman
blijven?’ De plicht roept echter. De Waterfee zwemt weer terug
naar haar onderwaterpaleis met haar hoofd vol Zonnekoning,
strand en avontuur. Op de plaats waar de Waterfee
ondergedoken is verschijnt een fraaie regenboog.

4. De kus op het strand

8
De Zonnekoning ziet de leuke watervrouw onder water
verdwijnen en de regenboog verschijnen. Een zeemeeuw bootst
de sierlijke duik van de Waterfee na, terwijl het zonlicht glinstert
op de golven van de zee. De Zonnekoning is van zijn stuk
gebracht door deze onverwachte ontmoeting op het strand. Hij
is gehecht aan zijn genoeglijk leven vol warmte, overvloed en
afwisseling. Tot zijn eigen verbazing sloeg zijn hart echter over
op het moment dat de watervrouw zo leuk naar hem lachte...
Die nacht slaapt de Zonnekoning onrustig. Ruim voor zijn
eigen zonsopgang is hij al op het strand te vinden, hopend dat
de watervrouw weer zal verschijnen. In de lucht ziet hij een
zeemeeuw die moeizaam tegen de aanwakkerende zeewind in
vliegt. Grijze wolken beginnen langzaam de blauwe lucht te
bezetten.
Tot zijn opluchting ziet hij de Waterfee even later langzaam uit
het water rijzen. Ze is nog mooier dan de vorige keer. Met haar
mooie glimlach, brengt ze zijn hoofd op hol. Zonder iets te
zeggen begint de Waterfee sierlijk te dansen in de branding. De
Zonnekoning volgt haar met zijn ogen. ‘Wat is ze lekker nat.’
De watervrouw lijkt helemaal op te gaan in haar dans. De witte
toppen op de golven bewegen met haar mee op de maat. Het
zachte donderende geluid van de branding zorgt voor een
geruststellend ritme. Als de dans afgelopen is, volgt er een
prettige stilte. Zowel de Zonnekoning als de Waterfee lijken van
dit moment te genieten.
De Zonnekoning wenkt de watervrouw. Als de Waterfee aan
komt glijden, weet de Zonnekoning niets anders te doen dan
zachtjes haar armen te masseren en haar te kussen op haar volle
lippen. Gelukkig beantwoord de Waterfee de kus hartstochtelijk.
Zo blijft de Zonnekoning lange tijd met de schone waterdame in
zijn armen staan, terwijl de ontketende zonne- en waterenergie
langzaam wegebt in een aanzwellende tyfoon. Hun lippen
vinden elkaar nog eens en met hun handen tasten ze elkaar
voorzichtig af. Ondertussen knettert de lucht van de bliksem.
‘Dit smaakt naar meer, naar veel meer’ denkt de Zonnekoning.
Toch laat de Zonnekoning de Waterfee los. De snel opkomende
storm baart hem zorgen. Daar wil hij eerst eens rustig over
nadenken.
‘Ik moet echt aan het werk. Zie ik je vanavond weer?’ Met
moeite neemt hij afscheid. Hij zou graag meer willen weten over
de Waterfee en de onderwaterwereld.

9
Terug in de woestijn merkt de Zonnekoning tot zijn verbazing
dat het er geregend heeft. De Zonnekoning bakt een kabeljauw
op een klein vuurtje. Na het eten stookt hij zijn kampvuur flink
op. De geelblauwe vlammen verlichten de nacht. De vuurvonken
waaien als sterren de woestijn in. De Zonnekoning vraagt zich af
of de regen in de woestijn toeval is. Hij kent de complexe
chaotische principes die ten grondslag liggen aan het weer op
aarde. Een kleine verandering in de omstandigheden kan soms
onverwacht grote gevolgen hebben. De complexiteit van de
natuur is, zelfs met alle kennis van nu, haast niet te ontrafelen.
Toeval of niet, de Zonnekoning weet dat hij uiterst voorzichtig
moet zijn met zijn ontmoetingen met de knappe watervrouw.
Dan begint het opnieuw te regenen en het restant van zijn
kampvuur knettert uit.

10
5. Overspoelt mijn hart

De dag lijkt eindeloos voor de Waterfee te duren. Oh ja, er is


veel te doen in het onderwaterpaleis. Iedereen praat tegen haar
aan en lijkt iets van haar te verwachten. De Waterfee is geliefd in
het paleis. Ze wil graag iedereen bijstaan met haar advies. Ze
weet dat men op haar vertrouwt en ze wil dit vertrouwen niet
beschamen. Ze helpt een paar kreeften om de getijden in kaart
te brengen. Daarna luistert ze geduldig naar de zorgen van een
koraalduivel. De financiële controles moeten die dag uitgevoerd
worden en er is weer veel bezoek.
De Waterfee had graag even tijd voor zichzelf gehad. Ze kan de
ogen van de jongeman niet vergeten. Die ogen die haar volgden,
tijdens die heerlijke dans in het vroege morgenlicht. Die ogen
die zich in de hare boorden, vlak voordat hij zijn lippen op de
hare drukten.
De tijd tikt voorbij, seconden worden minuten en minuten
worden uren. Eigenlijk kan ze die avond niet weg, maar ze
verzint een smoes om toch op stap te kunnen gaan. ‘Ik wil nu
wel eens antwoord op mijn vragen, of nee, ik wil nog wel zo’n
zoen, of nee ik ga hem zeggen dat dit alles ongepast is’, mijmert
de Waterfee. Om te ontspannen pakt ze haar gitaar. De tonen uit
de klankkast brengen rust in haar hoofd. De afwisselende
klanken die ze speelt, vertolken goed haar gemoed. Tot rust
gekomen gaat ze zich omkleden. Die avond doet ze een jurk aan
waarin haar borsten goed uitkomen.
De Waterfee heeft voor zichzelf besloten deze avond te
genieten en dan definitief afscheid te nemen van de vreemde
jongeman. Snel werkt ze haar laatste zaken in haar paleis af en
zwemt dan, vol verwachting, naar de oppervlakte.
Deze keer wordt ze op haar tocht vergezeld door een school
vlindervisjes. Een dolfijn biedt haar een ritje op zijn rug aan.
Een aanbod wat de Waterfee maar wat graag aanneemt. Ze is
dol op dolfijnen. Het kennelijke plezier wat ze uitstralen, hun
levendigheid en hun kalme intelligentie spreken de Waterfee
enorm aan. De dolfijn wijst haar op een grote hoornschelp half
verborgen in een waaierkoraal. ‘Een mooi aandenken voor de
jongeman, dan kan hij naar het ruisen van de zee luisteren’. De
Waterfee pakt de schelp op en meet hem mee: ‘een mooi
aandenken’.
De Waterfee voelt zich vrij en vrolijk. Ze maakt een buiteling
en de lichtgele vlindervisjes volgen haar koprol. Zo zwiert ze
naar het wateroppervlak en komt stralend uit het water. Meteen

11
ziet ze de Zonnekoning. Hij staat tot zijn knieën in de branding
te peinzen en verwarmt het water. De Zonnekoning lacht vrolijk
als hij de Waterfee ziet verschijnen.
Tot haar verrassing pakt hij haar hand en leidt haar op een
wandeling langs het strand. Ondertussen vertelt hij haar over
zijn avonturen, zijn mijmeringen en zijn eigengereide kijk op de
wereld. De Waterfee laat zich graag meevoeren, terwijl ze
luistert naar het uitgebreide relaas van de jongeman. Ze geniet
van alles om haar heen. Haar hart is vol van avontuur en een
ongekende passie. Haar interne muziek jubelt van plezier. Zo af
en toe kijkt de Waterfee naar de Zonnekoning. Het voelt goed
om bij hem te zijn. Het strand is verlaten, op een paar wuivende
palmbomen en een enkele zeemeeuw na. Een paar keer kijkt de
Zonnekoning haar recht aan, klaarblijkelijk om te checken of ze
wel luistert. Steeds ziet ze zijn ogen twinkelen. Ze voelt zijn
warme hand om de hare en de rest van de wereld houdt
langzaam op te bestaan. Ze weet dat ze verliefd is, hopeloos
verliefd. Ze voelt dat de wind aanwakkert en ze ziet dat de
golven in de branding aanzwellen.
De hoornschelp laat ze vallen. Van afscheid nemen kan nog
even geen sprake zijn. Nu is het tijd om te genieten.

6. Ik pak je hand, wat ons bindt

Ook de Zonnekoning heeft een drukke dag achter de rug. ’s


Morgens heeft hij ontdekt dat er een vuurrode roos in de
woestijn is gaan bloeien. Hij heeft echter geen tijd gehad om
zich er over te verbazen, want op een aantal plekken werd
dringend om extra zonneschijn gevraagd. De Zonnekoning had
zich geroepen gevoeld om daar gehoor aan te geven. Het is
precisiewerk om exact voldoende zonlicht te geven.
De Zonnekoning weet door zijn jarenlange ervaring dat te
weinig of juist te intens schijnen de hele flora en fauna kan
ontregelen. In het verleden is het al een keer misgegaan en heeft
hij per ongeluk een ijstijd veroorzaakt. Het herstellen van het

12
fragiele evenwicht heeft toen eeuwen geduurd. Dat zal hem niet
nog een keer overkomen.
’s Middags is er een langdurige bijeenkomst van de
sterrenraad geweest. Helaas onderkent de sterrenraad de
verstoring van het natuurlijke evenwicht van het klimaat nog
niet, ondanks een vurig pleidooi van de Zonnekoning. Na afloop
van de bijeenkomst is hij met een paar planeten gaan
windsurfen. Vermoeiend, erg leuk en ook ontspannend. Als de
afspraak met de Waterfee nadert, zet de Zonnekoning alles van
zich af en voelt zich weer helemaal vol energie. Hij ziet er naar
uit om haar weer te zien.
De Zonnekoning loopt de zee in, om de Waterfee op te
wachten. Hij voelt de frisse zeewind op zijn huid. Als hij tot zijn
knieën in de golven staat, vraagt hij zich af of dit wel
verantwoord is. Zijn aanwezigheid in het water zal
onherroepelijk tot opwarming van de zee gaan leiden. En de
opwarming van het water zal ongetwijfeld ook weer
consequenties hebben...
Op dat moment verschijnt de Waterfee stralend in de
branding. De Zonnekoning weet dat hij verloren is. Haar
borsten komen echt prachtig uit in de jurk die ze draagt. Allerlei
gevoelens dringen zich gelijktijdig aan hem op. Toch heeft hij
allereerst behoefte om haar beter te leren kennen. Het meest
ontwapenend is vaak om eerst iets over jezelf te vertellen. Dus
pakt hij de koele hand van de Waterfee en voert haar mee langs
de kustlijn. Terwijl de Zonnekoning over zichzelf, zijn gevoelens
en zijn kijk op het leven vertelt, laat hij de wolken langzaam
dieproze kleuren.
Tijdens de wandeling voelt de Zonnekoning hoe de Waterfee
langzaam ontspant. Dan begint de Zonnekoning geraffineerd
vragen te stellen. Eerst antwoord de Waterfee aarzelend, maar al
snel wordt ze losser. Hij leert veel over het leven onderwater en
het leven van de Waterfee. Haar passie voor zwemmen en
tekenen en dat ze eigenlijk normaal nogal zwijgzaam is… Hun
woordenspel wordt al snel prikkelender en plagender. De
Zonnekoning weeft zijn roze web om de Waterfee, maar hij wil
haar niet te vroeg vangen. De Waterfee boeit hem zeer. Dus
houdt de Zonnekoning haar hand stevig vast en geniet hij van
het samenzijn. Het voelt goed om haar hand in de zijne te
voelen. Stap voor stap maken ze kennis met elkaar, voelen
elkaars aura en leren elkaars wereld kennen.

13
De Zonnekoning blijft zich echter afvragen waar een mogelijke
vereniging van hun werelden toe zou kunnen leiden. ‘Moeten
zon en water niet gescheiden blijven?’

Hun kus aan het einde avond is intens, hartstochtelijk en met


een vleugje twijfel. Er volgt nog zo’n heerlijke kus. Dan zijn ze
niet meer te remmen. De handen van de Zonnekoning glijden
over de ronde vormen van de Waterfee. Hun lichamen
versmelten en ze worden één met elkaar en één met hun
omgeving. Een heftig rondtollende orkaan steekt op. In het oog
van de orkaan staat voor de Waterfee en de Zonnekoning de tijd
stil.

14
7. De zeemeeuw vertelt over ringen

De Waterfee had zich ongemakkelijk gevoeld bij het spervuur


van vragen van de jongeman, van wie ze nu begrijpt dat hij de
Zonnekoning is. Later, toen de lucht roze begon te kleuren,
voelde zij zich echter als op een roze wolk. Ja, ze weet zich
gevangen in zijn roze web. En graag ook.
Voor haar gevoel heeft die nacht de tijd stilgestaan. Haar
lippen hadden keer op keer zijn lippen gezocht en ze hadden pas
op het allerlaatste moment afscheid genomen.
Terug in het onderwaterpaleis voelt ze zich ontredderd. In het
paleis gaat het gewone leven gewoon door en niemand schijnt
iets gemerkt te hebben van haar avontuur. Er is flinke schade
aan het paleis ontstaan door de onverwachte turbulentie van
vannacht. Met een paar handige zaagvissen bespreekt de
Waterfee wat er moet gebeuren om de schade te herstellen.
De nieuwsgierige Zonnekoning is echter voortdurend in haar
hoofd. Als ze haar ogen sluit, ziet ze hem voor zich en voelt ze
zijn lippen weer. De Waterfee zal hem een aantal dagen niet
ontmoeten, omdat hij zo gezegd op reis is. ‘Snik. Lummel, zo
maar in mijn leven binnenkomen en haar dan meteen enkele
dagen verlaten.’ Direct spreekt ze zichzelf bestraffend toe. Dit
soort gedoe past niet bij haar. Ze weet dat ze voorlopig nog in de
emotionele achtbaan zal zitten. Zelfs haar gitaar kan haar geen
rust geven.
De Waterfee klimt naar haar toren over de wenteltrap met
tweeduizend-en-één treden. Op de toren begroeten de
anemoonvisjes haar. Als altijd zwemmen de visjes zwierend
rond de toren. De Waterfee bekijkt de grote wolken plankton
onder water. ‘Het belangrijke voedsel voor veel zeedieren.
Plankton ontleent energie aan de zon. Zonder zon zou hier geen
leven zijn’, denkt ze. ‘Voelt het water nu echt warmer of is dat
een illusie?’ De Waterfee weet het niet en wil aan de vrolijke
anemoonvissen vragen of zij de temperatuursverandering
gemerkt hebben.
Dan ziet de Waterfee tot haar verwondering een zeemeeuw
zitten op een kanteel van de toren. Met zijn rechte witte nek
kijkt de zeemeeuw haar een tikje arrogant aan. De Waterfee
vindt de zeemeeuw maar saai van kleur: wit, grijs, zwart. Als ze
nog eens goed kijkt dan ziet ze dat de zeemeeuw een rood
geheimzinnig puntje op zijn scherpe snavel heeft. ‘Zo valt er
altijd iets te ontdekken’, denkt de Waterfee, ‘ik ben benieuwd
waarom dat rode puntje er is’.

15
De zeemeeuw kijkt op een vreemde intelligente wijze naar
haar. Zijn gele ogen lijken al haar bewegingen te volgen. Dan
ziet ze dat de zeemeeuw met zijn klauwen iets in de muur aan
het kerven is. Langzaam maar zeker verschijnen er op de kanteel
een aantal ringen die deels in elkaar overvloeien. De Waterfee
vraagt zich af wat de zeemeeuw hier doet, zo diep onder water.
‘Heeft ze hem trouwens niet eerder gezien gisteravond op het
strand?’
Tot haar verbazing begint de zeemeeuw zangerig te krijsen.
Als ze goed luistert, begrijpt ze van de zeemeeuw: “Kijk naar
deze ringen die ik in de muur aan het kerven ben. Eentje
daarvan is de jouwe. Je ziet dat die deels is samengevloeid met
de andere ringen. De andere ringen komen van andere mensen
uit het onderwaterpaleis. Als je ring teveel samenvloeit,
verdwijnt je eigen identiteit. Als ringen elkaar overlappen dan
kun je iets van iemand anders leven meepikken. Iedereen heeft
zijn eigen levensring en kan daar vrijelijk op bewegen of
anderen er op toelaten. Verandering in je leven krijg je door je
ring te laten kruisen met andere ringen. Zorg echter wel dat je
voldoende op je eigen levensring blijft, anders vervreemd je van
jezelf en val je er vanaf”. De zeemeeuw kijkt naar de Waterfee
alsof hij een antwoord verwacht. De Waterfee weet echter niet

16
direct wat ze hier mee aan moet. Ze bedankt de zeemeeuw
vriendelijk voor zijn advies en vraagt hem om binnenkort terug
te komen. De zeemeeuw kijkt haar begrijpend aan en beweegt
dan weer snel naar boven naar het wateroppervlak.
Als de zeemeeuw weg is, blijft de Waterfee nog lang kijken
naar de gekerfde aaneengeschakelde ringen die met een
vreemde kronkel aan elkaar vastzitten.
De Waterfee keert terug om zaken te regelen in het
onderwaterpaleis. Die nacht droomt de Waterfee dat ze op een
roze wolk gitaar zit te spelen, terwijl de Zonnekoning lachend in
een helikopter voorbij vliegt. Ze zwaait en lacht terug, totdat ze
pardoes van de roze wolk valt en te pletter lijkt te gaan slaan op
haar onderwaterpaleis. Ze schreeuwt. Gelukkig is er het prachtig
roze web, dat haar opvangt. Het web voelt aan als een hangmat.
Ze blijft er uren in dommelen. De Waterfee wordt lachend
wakker en merkt dat haar lippen nog natter zijn dan normaal.

8. Op bezoek bij Oeroud

De Zonnekoning is ondertussen op pad naar een oude vriend.


Hij wil niet alleen advies over zijn eigen leven, maar hij wil ook
advies over hoe hij de mensheid kan overtuigen dat ontbossing
en verontreiniging zal leiden tot een natuurramp. De
Zonnekoning vreest dat hij de eerste signalen van het verstoorde
evenwicht al ziet.
Het pad leidt de Zonnekoning door weilanden en bossen
richting het hooggebergte. Hij vindt het heerlijk om door de
bergen te wandelen. De Zonnekoning vergelijkt graag zijn leven
met een bergwandeling. ‘Je moet door een dal gaan om op een
top te komen… Zonder inspanning bereik je de top niet… Elke
kruising is weer een keuze in het leven…’ De geest van de
Zonnekoning klaart op, terwijl hij aan het lopen en het
mijmeren is. Dan begint het zachtjes te motregenen.
De Zonnekoning denkt meteen aan de Waterfee. ‘Zou dat haar
invloed zijn?’ Hij kan zich niet herinneren dat het ooit heeft
geregend op één van zijn vele wandelingen. ‘Tsja…’ De
Zonnekoning besluit de Waterfee een uitgebreid bericht te

17
sturen waarin hij haar aantrekkingskracht vergelijkt met de
natuurlijke onweerstaanbaarheid van de bergen. Hij geeft het
bericht mee aan een toevallig passerende zeemeeuw. Nog even
denkt hij aan de Waterfee, de fraaie dame is belangrijk voor hem
geworden. Hij vindt het fijn om bij haar te zijn en samen van het
leven te genieten. De moeilijke vragen zal hij wel doorspreken
met zijn wijze vriend naar wie hij onderweg is.
Opgevrolijkt stapt hij door en bekijkt op zijn gemak hoe in de
bergen het samenspel van zon en water tot een wonderbaarlijk
natuurschoon leidt. Bij een kleine waterval drinkt hij koud
verfrissend water en rust hij even uit.
Hij fantaseert dat hij samen met de Waterfee een herberg
hoog in bergen begint. Bij een kabbelende beek onder een
fruitboom genieten ze samen van het weidse uitzicht. Een weids
uitzicht verruimt immers het denken. ‘Een herberg in de bergen,
als ik met pensioen ga, klinkt goed’, lacht de Zonnekoning. Dan
denkt hij aan de lippen en de borsten van de Waterfee en
dommelt langzaam in.
Het is dan ook al laat in de middag als hij bij het Sequoia bos
arriveert waar Oeroud verblijft. Oeroud is de grootste en wijste
boom die hij kent. De boom straalt een enorme rust uit. Hij is
nog groter dan de andere woudreuzen om hem heen. De boom is
zo oud, dat hij niet meer beweegt. Oeroud bekijkt de wereld op
zijn gemak door een kijker-van-verre.
Bij de boom aangekomen vraagt de Zonnekoning zich af of
Oeroud vandaag een gesprek met hem wil aangaan. De oude
boom wil alleen praten als je je voldoende bewust bent van jezelf
en de consequenties van je daden. Om eerlijk te zeggen is de
Zonnekoning daar voor zichzelf nu niet zo zeker van. Hij verspilt
regelmatig aardig wat energie voor zijn eigen genot en zijn
omgang met de Waterfee kan zomaar tot een natuurramp
leiden...
De statige Sequoia blijft hem zwijgend aankijken. De
Zonnekoning besluit eerst zijn geest leeg te maken en Oeroud
nog eens goed te bekijken. In zoverre hij kan zien, is de oude
boom niet veranderd sinds zijn laatste ontmoeting met de
Zonnekoning. De stam is ruim tien meter hoog, daarboven ziet
hij knoestige, relatief dunne takken en de eerste groene
bladeren. Alle andere bomen zijn klein vergeleken met de
enorme omvang van de Sequoia. Door het gebladerte heen
verlichten strepen ondergaand zonlicht de nauwelijks begroeide
bosgrond. De stam van de Sequoia is een ribbelige, grijsbruine
pilaar. De Zonnekoning weet dat de brede stam vuurbestendig is

18
en dat dat de voornaamste reden is dat deze boom zo groot en
oud kan worden.

Oeroud begint zachtjes brommend en licht ruisend te spreken:


‘Ik heb je mooie avontuur met de Waterfee gevolgd via mijn
kijker-van-verre. Jij komt mij om advies vragen of je je rol als
Zonnekoning moet opgeven om je leven te kunnen delen met je
ware liefde, de Waterfee. Daarnaast ben je bezorgd over het
evenwicht in de natuur. Klopt dat?’
De Zonnekoning knikt instemmend en luistert aandachtig
naar de adviezen van zijn wijze vriend. Oeroud vermoedt dat de
meeste klimatologische veranderingen onomkeerbaar zullen
zijn. Hij adviseert de Zonnekoning om zich zoveel mogelijk in te
blijven zetten om het evenwicht in de natuur in stand te houden.
Met een gezamenlijke inspanning zullen de gevolgen
waarschijnlijk minder desastreus zijn. Ook vindt Oeroud dat de
Zonnekoning zijn liefde met de Waterfee verder moet
beproeven. Hij stelt de Zonnekoning voor om een parallelle
wereld te creëren waarin hij samen kan zijn met de Waterfee.

19
‘Dit geeft jullie en de aarde hopelijk voldoende tijd’, ruist
Oeroud.
De Zonnekoning glimlacht, hij weet dat Oeroud niet van snelle
beslissingen houdt en vaak veel meer weet dan hij vertelt. Die
nacht slaapt de Zonnekoning aan de voet van de
indrukwekkende, duizenden jaren oude, boom. Verlicht wordt
hij wakker. Nog een laatste keer kijkt hij met ontzag naar de
statige boom die zijn vriend is. Neuriënd loopt hij door de frisse
bergen, terwijl hij aan zijn dagtaak begint. De watervallen die hij
passeert ruisen met geweld naar beneden. De Zonnekoning
vraagt zich af of er nog even veel water naar beneden stort als
die dag daarvoor. ‘Is de invloed van de Waterfee al te merken?’
Terug in de woestijn bekijkt hij opnieuw de rode roos. De
rozenblaadjes zijn roodoranje en een beetje geel. Als een
flakkerende vlam. De doornen van de roos zijn stevig en scherp.
Een uitzonderlijk stukje leven in de droge woestijn. De creatieve
kracht en pracht van de natuur ten top. Het onmogelijke
mogelijk gemaakt. Die avond creëert de Zonnekoning zijn eerste
parallelle wereld. Hij ziet daardoor niet hoe de vuurrode roos
langzaam bevriest onder de nachtelijke sterren.

9. De parallelle wereld

De Waterfee is verbaasd als de zeemeeuw haar het bericht


brengt, waarin de Zonnekoning haar uitstraling vergelijkt met
de natuurlijke onweerstaanbaarheid van de bergen. Het bericht
verwarmt haar hart, ze weet dat ze eigenlijk alleen nog bij de
Zonnekoning wil zijn. Ze was graag met de Zonnekoning
meegegaan op zijn tocht door de ruige bergen en bij zijn bezoek
aan Oeroud.
Voorlopig is haar plek nog in het onderwaterpaleis. Iedereen
lijkt verwachtingen van haar te hebben. De Waterfee heeft een
natuurlijke neiging om zich te schikken naar de wensen van
anderen. Door alle drukte om haar heen, lijkt haar interne
muziek te verstommen. De verstoring van haar interne ritme,
brengt de Waterfee het meest van de wijs. Ze weet dat ze haar
eigen cadans hoognodig moet herstellen.

20
In de loop van de ochtend durft ze het aan om aan de
aanwezigen in het paleis te vertellen dat ze weg wil. Gek genoeg
lijkt niemand haar te willen horen. Opnieuw spreekt ze die
middag enkele paleisbewoners aan dat ze op avontuur wil gaan.
De paleisbewoners worden echter boos en zeggen haar dat ze in
de war is. Treurig trekt ze zich terug en speelt enkele droeve
noten op haar gitaar. De Waterfee voelt zich verlaten en begint
zich af te vragen of ze inderdaad in de war is. Het avontuur lijkt
verder weg dan ooit. Ze heeft het gevoel dat haar eens zo
ontspannen onderwaterpaleis in een vesting veranderd is.
Misschien is dat ook wel zo. Er wordt op haar gelet en er
zwemmen extra zwaardvissen als een soort wachters bij de
ingang van het paleis. De Waterfee kan niet meer stiekem
wegkomen. Tranen springen in haar ogen. Ze weet dat ze om
hulp zou moeten vragen. Ze heeft vrienden genoeg die haar vast
zullen helpen. De Waterfee wil echter eerst haar eigen hoofd
helder hebben voordat ze haar hart gaat luchten. ‘Was de
Zonnekoning maar hier.’
Ze beklimt de wenteltrap met tweeduizend-en-één treden.
Boven op de toren ziet de Waterfee dat de oranjewitte
anemoonvisjes haar alweer op zitten te wachten. Het lijkt haar
toe dat er meer spanning staat op de ringen die de eigenaardige
zeemeeuw in de muur gekerfd heeft. Met haar vinger begint ze
nieuwe ringen te tekenen. Ze lacht droevig naar de visjes, die
vrolijk rond haar dartelen.
Dan gebeurt er iets wel heel ongewoons: een oeroude
magische kracht trekt haar naar een parallelle wereld.
Opeens staat ze voor een wigwam in traditionele
indianenkleren, terwijl een klein meisje naar haar zwaait. Ze
weet dat in deze wereld het meisje haar dochter is en Tatum
heet. Samen met haar dochter plukt ze passievruchten. Ze
proberen een paar fragiele oranje vlinders te vangen en lachen
samen luid om de vrolijke capriolen van twee jonge
eekhoorntjes. De Waterfee geniet van de ongereptheid van dit
kleine paradijs. Haar dochter heeft dezelfde prachtige zwijgende
glimlach als zij zelf. De Waterfee gaat gezellig met Tatum eten
en brengt haar dan naar bed. Even later komt de jongeman-met-
één-veer van de jacht terug. De simpele, kleurrijke tatoeages van
de indianenstam zijn op zijn armen en gezicht gekerfd. De
Waterfee ziet vooral zijn twinkelende bruine ogen. Samen
duiken ze in de nabij gelegen waterval en bedrijven uren de
liefde. Het water is helder, de lucht is fris en haar hart is licht.
Na afloop bekijken ze de nachtelijke sterrenhemel, bespreken de

21
onbegrijpelijke afstanden tussen de sterren en proberen hun
eigen sterrenbeelden te ontdekken tussen de miljoenen
lichtpuntjes van de Melkweg. De Waterfee valt verzadigd in de
armen van haar indianenkrijger in slaap.

Als de Waterfee de volgende ochtend in haar onderwaterpaleis


wakker wordt, weet ze niet meer wat fantasie en wat
werkelijkheid is. Ze kan zich herinneren dat de Zonnekoning
haar eens iets verteld heeft over de mogelijkheden van de
kwantummechanica. Wekenlang leeft ze in twee werelden.
Overdag in het afgesloten paleis en ’s nachts in de parallelle
werelden die ze samen met de Zonnekoning schept. Keer op
keer laat de Waterfee zich in de parallelle wereld vangen in het
roze web van de Zonnekoning. Ze bezoeken samen steeds
andere plekjes en proberen hun eigen gevoelens te ontrafelen.
Vaak eindigen hun avonturen kussend op het strand. Het strand
waar ze elkaar ontmoet hebben.
Zo leren de Waterfee en de Zonnekoning elkaar steeds beter
kennen. Hun liefde verdiept zich. Toch blijven hun dagelijkse
werelden gescheiden. Ze weten dat er een moment gaat komen
waarop ze moeilijke keuzes moeten maken voor de langere
termijn.

22
10. IJsvuur

De avonturen in de parallelle wereld met de Waterfee vindt de


Zonnekoning heerlijk. Het creëren van parallelle werelden geeft
hem energie. Toen Oeroud hem vertelde hoe je zo’n wereld
creëert, snapte de Zonnekoning niet dat hij daar niet eerder op
gekomen was. Een beetje kwantummechanica en hup, je staat in
een nieuwe onbekende wereld die nog heerlijk onvoorspelbaar
is.
De Zonnekoning denkt graag aan zijn laatste bezoek aan de
parallelle wereld. ‘Een witte wereld van dwarrellende
sneeuwvlokken en ijskristallen aan de bomen. De Zonnekoning
en de Waterfee binden een paar latten onder en glijden uren
door de betoverende witte wereld. De lucht tintelt van de
vrieskou. Zijn zonnestralen zetten echter alles in een prachtige
gouden gloed. Het zonlicht fonkelt in de ijskristallen, die aan de
bomen hangen, als een reusachtige diamant. Als ijsvuur.
IJsvuur, een combinatie die nu niet mogelijk is in de aardse
wereld. Maar wie weet…’ De Zonnekoning weet als geen ander
dat er meer tussen hemel en aarde is en hij voelt dat de tijd gaat
veranderen.

23
Elke dag opnieuw kijkt hij weer uit naar een ontmoeting met
de Waterfee, maar vooralsnog moet hij ook door met zijn
dagelijkse werkzaamheden. Soms gaat de Zonnekoning naar een
plaats, die hij ‘het-einde-van-de-wereld’ gedoopt heeft, om na te
denken over zijn leven.
Hij is flink op zijn vingers getikt door de sterrenraad omdat
zijn ontmoetingen met de Waterfee tot een gat in de ozonlaag
hebben geleid. Hij kan de sterrenraad geen ongelijk geven. De
Zonnekoning weet dat het volgende kruispunt in zijn leven nabij
is en dat vanaf hier alle paden bergop zijn.
De belangrijkste keuzes in het leven maak je uiteindelijk met
je hart, maar je moet ook je hart voldoende tijd en rust gunnen
om zich te oriënteren. Uren zit de Zonnekoning te mediteren en
te luisteren naar zijn interne muziek.
De komende keuzes wil en moet de Zonnekoning samen met
de Waterfee nemen. Dus begint de Zonnekoning een lange
tunnel te graven naar het onderwaterpaleis. De ontmoeting met
de Waterfee in het onderwaterpaleis is stiekem en intens. Nog
meer dan in de parallelle wereld genieten ze van elkaars
aanwezigheid. Het afscheid valt zwaar.
Bij het verlaten van de tunnel, vindt de Zonnekoning een
prachtige hoornschelp. Als hij de schelp tegen zijn oor legt hoort
hij het mystieke ruizen van de zee. ‘Een mooi aandenken’, denkt
de Zonnekoning.

24
Dan ziet hij dat er een oase is ontstaan op het plekje, dat hij
‘het-einde-van-de-wereld’ noemt, aan het einde van de tunnel.
Snel ontzout hij het water en gooit de tunnel dicht. Hij geniet
van de rust van de oase, eet een paar rijpe passievruchten en
denkt na over de vruchtbaarheid van de grond als gevolg van
water en zon. ‘De natuur zal altijd gebruik maken van de
mogelijkheden om nieuw leven te creëren.’
De Zonnekoning valt vermoeid in een onrustige slaap. Hij
droomt over de Waterfee.

Stilletjes baant IJsvuur zich een weg door de half gesloten


tunnel. Bijna was hij opgesloten geweest. IJsvuur weet nu dat hij
alert moet blijven. Een kleine fout en al zijn plannen kunnen
niet doorgaan. IJsvuur sluipt op de Zonnekoning toe en krast:
‘fluister mijn naam’. De Zonnekoning rilt, hij voelt zich warm en
koud tegelijk. Hij droomt over de natte lippen van de Waterfee.
IJsvuur weet dat zijn tijd bijna gekomen is. ‘Fluister mijn naam’,
zegt hij wederom dringend tegen de Zonnekoning. IJsvuur’s
gedaante neemt weer langzaam de tijdelijke vormen aan van een
zeemeeuw. Pas als iemand zijn naam hardop uitspreekt, zal zijn
komst definitief zijn. Hij weet dat het niet lang meer zal duren.
‘Fluister mijn naam!’, zegt hij ten derde male tegen de
Zonnekoning. Dan vliegt IJsvuur weg. Nog even…

11. Onweerstaanbare krachten

De dagen daarna duren eindeloos. Noch de Waterfee, noch de


Zonnekoning durft een knoop door te hakken. De wederzijdse
aantrekkingskracht is ondragelijk.
Op de verjaardag van de Zonnekoning komt de zeemeeuw
aanvliegen. De Zonnekoning herkent de zeemeeuw van zijn
tocht door de bergen. ‘Dat is wel erg toevallig’, denkt de
Zonnekoning. Hij heeft echter geen tijd om er over na te denken,
want de zeemeeuw krast dat hij een belangrijk bericht heeft van
de Waterfee: ‘Het is tijd om ons eiland in de tijd te verlaten. Ik
kies voor jou. Jouw volgende verjaardag brengen we samen door
in de echte wereld’.

25
De dag daarna maakt de Zonnekoning een lange wandeling
over het strand. Hij weet zich op het belangrijkste kruispunt in
zijn leven en wil zich goed voorbereiden op het pad dat voor
hem ligt. Over zijn schouder voelt hij hoe Oeroud meekijkt via
zijn kijker-van-verre. De Zonnekoning voelt zijn zwijgende
instemming.
De lucht is bewolkt, de eerste vlagen van een aanzwellende
storm zwiepen de golven op. De Zonnekoning is mooie
wolkenluchten gaan waarderen. Hij kijkt dan ook uren naar de
vormen van de donkergrijze wolken. Het toenemende geluid van
de branding doet hem rillen. Hagel en wind klateren op het
strand. IJsvuur. De Zonnekoning voelt zich warm en koud
tegelijk.
Een paar dagen later vertelt hij aan de planeten, dat hij zijn
post als Zonnekoning gaat verlaten. Zijn vrienden en de
sterrenraad zijn ontdaan, maar respecteren zijn keuze. Er zal
snel gezocht worden naar een opvolger. De sterrenraad is
bezorgd over de zeespiegelstijging en het broeikaseffect. De
sterrenraad probeert dan ook maatregelen te verzinnen om dit
te voorkomen. De Zonnekoning vermoedt echter dat het te laat
is. Er lijken mechanismen in werking te zijn, die niet meer te
stuiten zijn.

Aan het eind van de week krijgt de Zonnekoning een urgent


bericht van de zeemeeuw dat de Waterfee op het strand is en

26
hem nodig heeft. Op het strand aangekomen ziet hij dat de
Waterfee verward is. Het bericht dat ze weggaat, is niet goed
gevallen in het onderwaterpaleis. Er is ruzie geweest en veel
wederzijds onbegrip. Op het laatst is de Waterfee weggevlucht,
zonder goed afscheid te kunnen nemen.
Een heftige tsunami is het gevolg van de woede aanvallen in
het onderwaterpaleis. De Waterfee is verdrietig, niet alleen om
haar eigen malaise, maar ook omdat er veel niets vermoedende
mensen zijn getroffen door de zware onderwaterbeving.
De volgende dag komen de Waterfee en de Zonnekoning tot
rust. Samen kijken ze naar de ondergaande zon in het blauwe
water. Ze voelen het ritme en de kracht van de opkomende en
wegebbende golven. Luisterend naar de geluiden van de zee
stemmen ze opnieuw hun eigen interne muziek. Ze kussen
elkaar, liefde overspoelt hun hart. Ze pakken elkaars hand stevig
beet. Eindelijk samen.
De Zonnekoning vertelt over de bevroren vuurrode roos. Het
wonder van de woestijn, de onverwachte vrucht van de liefde
tussen de Zonnekoning en de Waterfee. ‘Hoe zullen we de roos
noemen?’ De Zonnekoning en de Waterfee kussen elkaar vol
passie. Hun lippen lijken een onweerstaanbare
aantrekkingskracht op elkaar te hebben. Ze voelen zich warm en
koud tegelijk. ‘Hoe zullen we de roos noemen?’ Op hun lippen
vormt zich dat éne woord, waarvan ze niet weten dat ze het niet
mogen uitspreken: ‘IJsvuur’. Opnieuw kussen ze elkaar.
Ver weg op een ijsvlakte, ontstaat spontaan een prachtige
vuurzuil. IJsvuur is geboren. Zijn gekrijs gaat langzaam over in
een warme lach. Vuurvonken waaien uit over de donkere
ijsvlakte...
Het leven van de Zonnekoning en de Waterfee is definitief
voorbij. De consequenties zijn moeilijk te overzien. Ze besluiten
om hun verleden onder het zand te begraven. Niet iedereen zal
immers hun keuze kunnen begrijpen. Zeker gezien het
stormachtige weer wat de wereld de komende jaren te wachten
staat. Als het verhaal diep onder het zand begraven is, tekenen
ze op een kaart de cirkels die hun geheime bergplaats markeren.
Alleen een paar goede schatgravers kunnen hun geheim daar
ontdekken.

27
Een nieuw onbekend werelds avontuur staat op het punt om te
beginnen. Stap voor stap zullen ze er samen aan beginnen. Hun
hart vol liefde, hun geest een tikje bezorgd, maar vol vertrouwen
dat ze samen wel een goede oplossing zullen vinden.

12. En ze leefden nog lang en


gelukkig

Acht jaar later zijn de gevolgen van de wereldwijde


klimaatverandering onomkeerbaar. De ijskappen beginnen te
smelten, het broeikaseffect is een feit. Onstuimige stormen
teisteren de wereld. De sterrenraad is verdeeld over mogelijke
maatregelen. In het onderwaterpaleis is een opvolgster
aangesteld. In onherbergzame gebieden ontstaat ondertussen
nieuw, wonderbaarlijk leven. Evolutie komt met schokken. Een
ander evenwicht in de natuur is aan het ontstaan. Een nieuwe
tijd breekt aan. De era van IJsvuur. IJsvuur die het onmogelijke
mogelijk zal maken...
Kun je de veranderingen al voelen in je diepste binnenste?
Weet jij al hoe je omgaat met de onvermijdelijke veranderingen?
De liefde tussen de Zonnekoning en de Waterfee heeft stand
gehouden. Ze hebben een nieuw leven opgebouwd. De
Zonnekoning en de Waterfee hebben geen spijt van hun keuze.

28
Sommige beslissingen zijn niet te meten met de menselijke
maat.
Op het strand van Blauw Baai bekronen ze hun liefde met een
prachtig trouwfeest. Beide dragen ze hun eigen ring met daarin
beklonken de hartslag van hun ware liefde. Lang en gelukkig
zullen ze nog samen leven met hun drie parels van kinderen.

29

You might also like