Professional Documents
Culture Documents
Milzo PDF
Milzo PDF
Inleiding milieutechnologie
In/eiding mi/ieutechnologie
Deel I
1.1.1
Duurzame samenleving
wereldbevol king
grondstof- en energieverbruik
mi/ieubelasting
/
/
1800
Figuur /.1
1900
2000
jaar na Chr.
Toename milieube/asting
Er zijn grenzen aan de groei, grenzen aan de voorraden grondstoffen, grenzen aan de
voorraden fossiele brandstoffen en grenzen aan de ruimte.
Raakt de aarde na het jaar 2050 uitgeput, wordt de milieudraagkracht van deze planeet
overschreden?
Ook de 'natuur' kent haar milieubelasting. Denk aan:
afvalproducten van fauna en flora;
bosbranden;
. vulkaanuitbarstingen (waarbij wolken stof, 802 en soms kwik in de atmosfeer terechtkomen);
natuurlijke verontreinigingen die in oppervlaktewater kunnen voorkomen, zoals fluor;
aardolie, ertsen met zware metalen en radioactieve stoffen die in de aardbodem voorkomen.
Bij een natuurlijk evenwicht is de kringloop van het ecosysteem, waarin mensen, dieren en
planten leven, gesloten. De natuur heeft voldoende 'zelfreinigend' vermogen om optredende milieubelasting onschadelijk te maken.
I- 1
""",,1/1111
11",,1 I
,II".,,,Iflie 'Ul,'
'111110'
'11,,,/,11111} I "lIlrlllltt<
Deell
1I1I lUll 1lIIIIlllrlliko OV911Wlchlzlch in een voor ons ongunstlge rlulllillU Vlllril,llIllvllll'l
Re/kwl}dte
situatie gebracht.
11111
ulvoorwaartfe bij aile te gebruiken technologie zou moeten zijn dat deze een duurzame
,','IIIIIIII/I)villg en een duurzame ontwikkeling niet verstoort. De stofkringlopen moeten weer
11(11111)11111
worden. Wij moeten
11)(llllllllkilllid ontnemen
nu
niet de toekomstige
generaties
de
Mondiale milieuproblemen
Effecten van verbranding
van fossiele
ozonlaag
in de stratosfeer
(CFK's).
Effecten van energievoorziening
Nfl/IIII IlIlklllcl tnenseliike activiteiten die kunnen leiden tot onomkeerbare
trales).
Uitputting
situaties.
van aardolie,
landschappen
- Ontbossing,
Milleubelasting
via:
WIliar (opgeloste
vloeistoffen);
met de
aantasting
grondstoffen.
van
Het winnen
waterschaarste,
verdroging.
uit-
stoffen,
rivieren en kustzeeen,
Regionale milieuproblemen
Overbemesting.
- Dalend grondwaterpeil.
-- Grondwaterverontreiniging
nlllllill[l,
Fluviale milieuproblemen
- Waterverontreiniging
via lozingen in grensoverschrijdende
1II111111'IIrlge
verbanden tussen de milieucompartimenten.
Er is immers een voortdurende
WlliHllllrlg van stoffen tussen lucht, water en bodem (kringlopen).
I )11I11111111SI
is er fysische milieubelasting,
mineralen,
.... Oorlogsactiviteiten.
1)11111111(lri61e
milieubelasting
en sommige
steenkool
verwoestijning.
Continentale milieuproblemen
Lucht- en bodemverontreiniging
1111:111
(qassen, stot, rook, aerosolen, stank, zwevende druppeltjes);
van
ten gevolge
(milieueffecten
aardgas,
door de winning
van grondstoffen
1.1.2
(broeikaseffect
()I'IlIIVII 1.1
brandstoffen
virus-
bij stortplaatsen.
Verzilting.
i.oksle milieuproblemen
Lokale emissies door industrie, verkeer, huishoudens,
rokers; geluidhinder.
zoals:
radioactiviteit;
thornuscho verontreiniging;
Illilligingen.
1lIIIIIiei un trtlllnqhlnder:
1llllklt(lIllIlgl18tisctle
golven;
1)1II III invurvuillnq;
1.2
NIHIIII mtlleubelastende
(JII!/IIVO
11<:1111111"I<lr
voor ustronomen.
aspecten
van elektriciteitsopwekking
cen-
centrale.
/'(lfl/
/"/""/'"11
I, ./i
Verontrelnlgingsbronnen
1.1.3
,.1/1 It)
1lllllnl/fnl
'1"
/'(lfl/
nu elqenlijk van-
1111
1"'"''"'''''''
If III If}frJ
1,lllg 10 houden,
(1111111
on is die bron Ie beslrijden?
I nkule voorbeelden
inoustriele veronlreinigingsbronnen
zullen hier-
II
I1lhlllll 11111
IIClllrllik van stolten als benzeen of cadmium
lil'"
VI"I
"f'/I/lllh
1.,,1111\
11111I111111111,rC)lllornon
loldon, maar ook het gebruik van een lamelijk vluchlige,
v"",lllkll ,.rIIIIIIISI:11I1slot ln oon warm klimaat. (Bhopal
IIrtnl, kl".k,lllfil :III"C.)
u . V(lr(lamping
I uohtverontreiniqlnq
kan optreden
door verdamping
van koolwaterstoffen
voor koolwaterstoffen
(uit verfoplos-
(aardolie, aardgas,
steen-
'/'I)Ilv,J
I.'
Vfilllf,lllk
,1" uullouhyqlentsche
k')(II) ontstaat in ieder geval CO2 (broeikaseffect), maar ook NOx uit N2 + 02 en CO.
I1IIIIrl1<]astkunnen - afhankelijk van de verontreiniging in de brandstof - S02' S03' HCI,
11",1 IlIlvlli
'/'I)/IV,'
van verbrandingsprocessen
1/
die uit het huishouden afkomstig zijn,
delfsloffen
'/'1/111'1'
voor.
Ook in fosfaaterts
/ .'.
consequenties
V,"I 111I1
"llIiyillgsbronnen
11011"11
c. vurontreiniqae
Vcorbeelden:
en bij lekkage).
II I Ilorgieopwekking
Ilii onergieopwekking
gIl
en Ie centrifugeren.
De 'moederloog'
van de centrifuge
wordt
""
II/I ,1111
'"111 spul nodig is als het zout van nature een weinig Na2S0
bevat.
4
derd?
d. Bijproducten
en stoichiometrie
I , 11
Voorbeelden:
- Bij de NaCI-elektrolyse
chiometrische
(J.
als NaOH, H2 en CI2 gevormd in een stoibalans. Ais de afzet van CI2 afneemt ten gevolge van een lagere afzet
Zorgsystemen
worden producten
11 .h. """IIIIlilr(lzorgsystemen
van PVC (C12--> VCM --> PVC), terwijl aan de andere kant NaOH goed wordt verkocht,
dan ontstaat er een onbalans. Wordt CI2 dan geloosd (als HCI bijvoorbeeld)?
Ais bij de zwavelzuurfabricage
vloeibare zwavel met droge lucht wordt verbrand, ont-
Iolv{III/III/";/'Jrll,~ysleem
staat naast het gewenste S02 ook NOx' Waar blijft dit?
"rI/I,"I/c',!/,"ysleem,
Gebruik
kleurstoffen,
zijn onder
brandvertragers,
deze hulpstoffen
I. Milie(jonvriende/ijk
katalysatoren,
bactericiden,
inhibitoren,
emulgatoren,
.ul '/C)I.',"'y.'ilnOlll,
andere
(ISO 9000-certificering,
behoren:
van hulpstoffen
Hulpstoffen
oplosmiddelen,
antioxidanten.
pH-buffers,
Waar
blijven
(BIMZ) genoemd
voor de veiligheid,
van de werknemer
II,. Arbuldsomstandlqherfenwst
en de Wet Terugdringing
V,III
"""11
NI'II
soo r:
Organization
lor
(volgalls
de gezondheid,
hot
(volgens (ICI
1,." 1111
,hll(llllIlk 1II1Idat er aen kClflf)olirlg is van dele zorqsystamen
mot de tochnoloqlo
Eon proeesontwerp dient v66r de realisalie aan een risicoanalyso (11l(1(IIWCIIIHIIIIII W(lrdon. Welke veiligheidsrisico's en welke milieubelastingen kunnon (lfllllHlllIl 1I11
"IIJrlll(IOII,
w'"11i IluIll,rllllsl
/If' IIllllIlI 1.:0>.
,I
Nor
iii (1(1produclloprocosson.
clicl
(,'(JIII/JI/cIIIJ.
Villi (lOll
oeet t
tn!..I.IIIIU 111//10111,,,'I"'(llogio
00011
..-
....
in
productieproces
- kwaliteitszorg
- milieuzorg
- arbozorg
Combizorgsysteem
111111,,,
It,It:I" lof< 'IJ/"
/.,/ol.I/IIU
! il""
Ontwerpen/realiseren
il"I'
II
Milieubeheersing
'11"1'
II
! .1111 1(1
'
uit
milieutechnische
en interne milieurapportage
Evaluatie
Externe milieurapportage
geintegreerd
maatregelen
onderzoek
door onafhankelijke
1\111,11111
vnn een ton grondstof:
111 "IIHllllien
Milieuzorgsysteem
zijn
al in vele gevallen
de
van een massabalans over het gehele bedrijf of per proces is van groot be-
111"11
hl] hel opzetten van een milieuzorgsysteem.
111.1011.
met
kg in = kg uit
als in organisatorische.
In Ned~rland
naar het
Energiebeheer
Meten en registreren ('monitoring')
Figuur 1.2
deskundigen
invoer + productie
'
I II
grondstoffen
= uitvoer + ophoping
+ hulpstoffen
= product
+ afval + emissies
emissies of afvalslromen
zijn.
a. een milieubeleidsverklaring;
b. een milieuprogramma;
1.6
W,.lk, I van de lien stappen bij het opzetten van een bedrijfsintern
II/',}IIVII
milieuzorgsysteem
Stap
Milieudoorlichting,
Stall
Formuleren
SIOI)
,l
4
SIIIII
SIIIII
!i
II
Opstellan
'nul meting'
bedrijfs(milieu)beleid
mllleuactieprogramma
Onlwarpon/lmplomonteron
AIJ(I" Illllloll/(lrrJS YSIOOlll
muleuzorosystesrn
zal de
1IIIIIIHI(1tijd vergen?
Arbozorgsysteem
dienen de volgende tien sta
e
pp n
Stap
milieuzorgsysteem
de gezondheid
"""11,
De Arbeidsinspeclie
geeft publicatiebladen
I<I:llrlll(lll.
111"lrllv(1I1(111111(111
IIIII1QI1KI()lcIII 10 lijl1 bl] eon (lOcorllllceerde
Arbodienst,
Deel I
Inleiding milieutechnologie
Inleiding milieutechnologie
Deell
Elk bedrijf dient een risico-inventarisatie en -evaluatie te maken, die moeten leiden tot een
regelgevi ng;
vergunningverlening;
bedrijtsinterne milieuzorg, naast kwalitelts- en arbozorg.
arbeidshyqienisch
en ergonomisch
verantwoord
drijfsmilieuplan (BMP) maken. Deze bedrijven moeten vervolgens jaarlijks een voortgangs-
Veiligheidsmiddelen
en machineonderdelen
Het Nederlandse milieubeleid wordt internationaal afgestemd op dat van de Europese Unie
en op wereldwijde afspraken. Het milieubeleid wordt voortdurend aangepast aan verande-
1.1.5
Milieubeleid,milieurechten milieunormen
Milieubeleid
Milieurecht
Het Nederlandse milieubeleid wordt door de overheid via vele nota's uitgedragen; een
daarvan is het NMP, opgesteld door de ministeries van VROM, LNV, V&W en EZ.
Het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP-2 van 1993) zet de koers uit voor het milieubeleid tot
In het milieurecht zijn de activiteiten die invloed kunnen hebben op het milieu, aan regels
gebonden.
2010. Het kent acht thema's ('8 V's') die ten behoeve van een duurzame samenleving dienen te worden aangepakt:
(Zie 'Literatuur'.)
verbindingen).
- Broeikasgassen: CO2, CH4, N20, CFK's, HCFK's.
2. Verzuring
3. Vermesting
4. Verspreiding
5. Verwijdering
stoften (VOS), vluchtige organische halogenen (VOX), bestrijdingsmiddelen, zware metalen, PAK, dioxine; radioactieve stotten.
- Atvalstromen.
6. Verstoring
7. Verdroging
8. Verspilling
- Grondwater, waterbesparing.
- Grondstotfenbesparing, voorraadbeheer,
Milieuwetten die voor de milieutechnoloog van belang zijn, zijn onder andere:
Wet Milieubeheer (WM, 1993) met hootdstuk Afvalstoffen (1994);
Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren
energiebesparing.
(WVO, 1970);
Arbeidsomstandighedenwet
(Arbowet, 1994);
duurzame groei;
inzake de Luchtverontreiniging (WLV), de Afvalstoffenwet (AW), de Wet Chemische Atvalstoften (WCA) en de Wet Geluidhinder (WGH) gei'ntegreerd.
ook die
kunnen
1-9
Deell
In/eiding milieutechnologie
best beschikbare
Deell
Inleiding milieutechnologie
tech-
niek (BUT, ook 'best practicabJe means'), waarbij de kosteneffectiviteit wordt meegewogen.
De WM kan ook een zuiniger gebruik van grondstoffen en energie afdwingen.
Er kunnen milieusubsidies
Opgave 1.7
Wat wordt bedoeld met 'het sluiten van stofkringlopen ten behoeve van duurzame
keling'? Kunnen stofkringlopen gesloten worden zonder enerqleverbrulk?
ontwik-
is een WM-vergunning
nodig
met een 'melding'; voor kleinere, gelijksoortige bedrijven kunnen de vergunningsvoorwaarden worden geregeld in een Aigemene Maatregel van Bestuur (AMvB).
De Aigemene Wet Bestuursrecht regelt de procedures
bedrijven op een eenduidige en herdere wijze.
1.1.6
Een milieugerichte
productontwikkeling
van
de
gen (zoals
'Afvalstoffenverordening'),
nen
('KWS-2000',
'Sestrijdingspran
brandstoffen'),
convenanten
In het milieubeleid
richtlijnen CNederlandse
Verzuring'),
besluiten
(,Convenant Verpakkingen'),
80-
verordenin-
circulaires
en verdragen.
kent men lijsten van 'zwarte' stoffen, 'grijze' stoffen, prioritaire stoffen en
aandachtsstoffen.
Hiervan wiJ men de verspreiding maximaal tegengaan. Voor deze stotfen geldt bij emissies het ALARA-principe Cas low as reasonably achievable'), dus afhankelijk van de stand van techniek.
Zwarte-lijststoffen
waterstoften,
dioxinen
en benzeen.
streeft
In het verleden werd bij milieuproblemen te vaak naar deeloplossingen gekeken die in de
totale keten nauwelijks een verbetering betekenden, soms zelfs een verslechtering.
De milieubelasting
van een product wordt vastgesteld met behulp van een
clusanalyse (LeA). Aspecten die daarbij worden beoordeeld zijn onder andere:
uitputting van grondstoffen;
energieverbruik, uitputting van niet-hernieuwbare
energiedragers;
in de procesketen;
Milieunormen
levenscy-
repareerbaarheid,
recyclebaarheid;
in het afvalstadium.
(delfstoffen)
te voldoen.
Van be-
voor
etc.
Er zijn productnormen,
procesnormen,
concentratie aan stoffen op leefniveau).
risiconormen
Deze aspecten worden ook gewogen bij het verlenen van een milieu- of ecokeur.
Voor een duurzame
en immissienormen
(immissie
is de
.
samenleving
in het at-
~ proces ~ pro-
het energieverbruik)
te minimaliseren.
van grondstof
risico op en bedraagt
dienen de stofkringlopen
ketenbeheer
kent technische,
organisatorische
en administratieve
guur 1.3.
,
de interventiewaarde:
overschrijden
van nor-
Opgave I.B
Wat is het verschil tussen recycling, hergebruik en nuttige toepassing?
1-10
1 -
11
Deel l
Inleiding mitioutecnnoloqie
oeell
Inleiding milieutechnologie
1-----------------------_
milieu
PROCES-=:::;:::::=--_
energie
emissie
milieu
1.2.1
ruwe
grondstof
Technologieen milieutechnologle
Technologie
GRONDSTOFFEN
hergebruik
PRODUCT
Bij technologie
van technische
fabricageprocessen,
processen.
waarbij grond-
recycling
nuttige
toepassing
proces
1
delfstoffen
grondstoffen
halffabrikaten
proces
2
proces
3
producten
milieu
storten!
verwijderen
Figuur /.4
Proces
Figuur /.3
Hetgeen in tiguur 1.4 is atgebeeld, is een onderdeel van een langere keten. Basisgrondstoffen ontstaan uit delfstoffen (aardolle, aardgas, steenkool, mineralen); ook water en
in
andere producten
aardolie
kraakproducten
steenzout (NaCI)
etheen
____________
~t
,
vinylchloride_-_
monomeer
andere producten
Figuur /.5
alvaI
afvaltechnologie,
zoals chemische
biotechnologie,
"
polyvinylchloride
polymeertechnologie,
membraantech-
1-13
Deell
Inleiding milieutechnologie
Fysische bewerkingen
Milieutechnologie
Milieutechnologie kan worden gezien als een milieuspecialisme
niet een aparte vakdiscipline.
coalesceren (= samenvloeien),
floteren (= schuimscheiden);
V~~r de mllieutechnologie
van 100%
uitblazen), adsorberen
mengen, roeren;
opslaan;
warmtewisseling, verwarmen, koelen, condenseren.
Microbiologische bewerklngen
(,Het molecule verandert van samenstelling onder biochemische invloed')
Chemische bewerkingen
(,Het molecule verandert van samenstelling')
Verbranden, oxideren of pyrolyseren (= ontleden met ondermaat
destillatie) van organische stoffen.
2, vercooksen, droge
mistvangen;
membraanfiltratie;
magnetische scheiding, elektrostatische scheiding;
pompen, doseren;
In de procestechnologie
1.2.2
Deell
Inleiding milieutechnologie
Oit zijn biochemische of biokatalytische omzettingen die met behulp van micro-organismen
(bacterien, schimmels, gisten en dergelijke) of plantaardige organismen tot stand komen,
bijvoorbeeld:
aerobe (met 02) omzetting van:
- afbreekbare organische stoffen tot CO2, H20, HCI, minerale zouten (mineralisatie);
- ammoniakiammonium via nitriet tot nitraat (nitrificatie);
anaerobe (zonder 02) omzetting van:
- afbreekbare organische stoffen tot biogas (CH4 en CO2);
- nitraat tot N2 (denitrificatie);
- sulfaat tot sulfide en sulfide tot vaste zwavel.
Ook zijn er micro-organismen die slecht oplosbare verbindingen kunnen omzetten in goed
oplosbare verbindingen, bijvoorbeeld CuS in CuS04
terstoffen, CO en NOx oxidatief respectlevelljk reductief omzet tot CO2, H20 en N2.
Complexeren van zware metalen in ionvorm, bljvoorbeeld ten behoeve van terugwinning.
Oesinfectie, doden van bacteriologische verontreinfging.
/-15
/-14
Deell
Inleiding milieutechnologie
koolwater-
voor het binden aan het micro-organisme van zware metalen, zwavel en fosfaten uit afvalwater.
De microbiologische bewerkingen zijn in de milieutechnologie
in het algemeen 'milieuvriendelijk' zijn.
1.2.3
in de bodem
tot keu-
grondstolfen
ten halen, milieubelastend en risicovol zijn en/of eindproducten leveren die in het afvalstadium een probleem vormen, dienen te worden vervangen door milieuvriendeliJkere processen. Veelal wordt een nieuwe technologie afgedwongen doordat niet meer aan bepaalde
milieunormen uit het milieurecht wordt voldaan.
Schone tecnnotoqi
Bij het ontwerpen van nieuwe processen of bij het saneren van bestaande
zouden
de stofkringlopen
volledig gesloten
grondstollen
en duurzame
ener-
logie.
processen is
minimale milieubelasting door het proces zelf en door het product als afval;
minimaal grondstol- en energieverbruik;
zijn en/ol
Het is duidelijk dat een echt schone technologie niet kan bestaan. Elk menselijk handelen
heelt zijn consequenties voor het milieu. Het is dus beter te spreken van schonere techno-
het toepassen van schone technologie gewenst. Daarbij gaat het om een procesgei'ntegreerde aanpak.
ten' ,
moeten
De positieve effecten van schone technologie zijn meestal niet beperkt tot een milieucompartiment.
Opgave 1.9
Deell
Inleiding milieutechnologie
(lager oplosmid-
bij
hoog omzettingsrendement;
gebruik van stoflen en energie, geen vsrbrulk:
hergebruik van reststoffen;
minimale risico's;
duurzame eindproducten.
1-16
1-17
Inleiding milieutechnologie
Deell
Deell
Inleiding milieutechnologie
Schoonmsekteohnoloqie
Maar al te vaak worden
technologie,
nologie
milieubelastende
processen
genoemd.
emissiegerichte
of toegevoegde
aanpak
maar de optredende
met schoonmaak-
echter gesaneerd
tech-
bewerking
of
proces
" < 100%
(tussen)product
milieubelasting, onder andere
lucht-, water-, bodemverontreiniging, alva I (boven de milieunorm)
milieubelasting
bestreden.
scbone technologie
Schoonmaaktechnologie
heeft de volgende
Een nageschakelde
technologie
schoonmaaktechnologie
kenmerken:
effect
op het eindpro~
nieuwe hulpstoffen
Dit nieu-
en extra energie.
worden
Schoonmaaktechnologie
blijft ongewijzigd.
aangescherpt
zijn opnieuw
Schoonmaaktechnologie
hulpstoffen
energie -
is meestal
additionele
nodig.
rest-milieubelasting lozen,
emitteren, storten (onder de
milieunorm)
van milieuproblemen.
oplossing
gericht op slechts
voorzieningen
reststol (product)
toegevoegd
proces
een aspect:
of geluid.
Er kan compartimentverschuiving
optreden:
Opgave 1.11
Geef voorbeelden
de verontreiniging
terecht (voorbeeld:
in het andere
bij schoonmaaktechnologie
er verontreinigd
Figuur 1.6
Reduceren
van milieubelasting
schoonmaaktechnologie
technologie
is preventief.
van compartimentverschuiving
van water ~
Opties
(1 .....8 minder preventief)
Voorbeelden
1. Productalternatiel
Kwikvrije thermometer
Ultrasonoor reinigen
2. Verandering grondstol
in figuur 1.6.
3. Verandering brandstol
mogelijkheden
fabricage
4. Proceswijziging
Lawaaiarme pompen
Laag-NO x-branders
5. Intern hergebruik
6. Extem hergebruik
Kolenvliegas in cement
Biogasproductie uit alvalvergisting naar aardgasnei
7. Emissiemaatregelen
8. Alvalverwijdering
Milieubeleidsplan
effectgerichte
reinigingen,
maatregelen,
aantastingen
brongerichte
milieubelasting
onderscheidt
en uitputting
maatregelen,
gericht op de nadellge
effecten
wordt verminderd
gericht op de veroorzakers
veront-
bodemsanering);
van de milieubelasting,
door:
waarbij
de
- 'end-of-pipe'-technologieen;
- procesge'integreerde
-
lagere productie,
technologieen;
hogere
van producten.
Figuur 1.7
1-18
technologie
is curatief.
Schoonmaaktechnologle
van schone
afvalwater).
Schone
met behulp
proces
1-19
en
Inleiding milieutechnologie
Deell
Deell
Inleiding milieutechnologie
1.2.4
Productveiligheid
Productveiligheid
hulpstoffen,
tussenpro-
opgenomen
in mg/m3,
een.
(=
geurdrempel') is de concentra-
tie van een stol 01 m~ngsel van stoffen die door de helft van een groep waarnemers (panel) wO,rdt onderschelden van geurvrije lucht); de verdunningsfactor om de geurdrempel
te berelken heet de geurconcentratie in Ge/m3;
LCso (leta Ie concent~atie in lucht of water, in g/m3, concentratie waarbij 500/0 van de hieraan blootgestelde dlersn stertt);
LDso (Ie~ale dosis, in mg/kg lichaamsgewicht, dosis waarbij 50% van de hieraan bloot
stelde dieren stertt);
ge
: ADI (~cceptable ~~il~ intake, in mg/kg lichaamsgewicht; TDI: tolerable daily intake);~:~mlsche reactivitelt ten opzichte van constructiematerialen (corrosie) en ten opzichte
, andere stoffen In lucht, water en bodem respectievelijk chemische instabiliteit:
bloloqlsche afbreekbaarheid/persistentie;
,
: deeltjeSgro,otte van poeders (kans op stofexplosie, inademing);
van aile
elek~rostatlsche oplaadbaarheid,
vloeistof laadt meer op;
soortelijke
geleiding
(p8/m),
een slecht
stoot- en wrijvingsgevoeligheid;
handling. In deze bladen zijn gegevens ten aanzien van veiligheid en milieu opgenomen.
gebruikte en ontstane stotfen te worden opgesteld, ten behoeve van vervoer, opslag en
geleidende
teratogene
(vruchtbeschadigen-
834
schok en
spanning 1 bar;
log P octanol/water (P is de partltlecoetflclent (= vardeltnqscoettlcient) van de stet over
octanol (Iipofiel) en water (hydrofiel); octanol is onmengbaar met water; log P is een maat
voor het vermogen van een stof in biologische materialen op te lossen; een polaire stot
zal goed in water oplossen, een apolaire stol in octanol; water staat voor de waterlase in
ons lichaam, octanol voor het vetweefsel); als log Polw > 3, dan lost de stof duidelijk beter
op in vet dan in water;
vlampunt (temperatuur
zelfontbrandingstemperatuur
(OC);
onderste en bovenste explosiegrenzen
of
(mJ);
MAC-waarde (maximaal aanvaarde concentratie van de stol in lucht, als damp, gas, stol
3
in ppm 01 mg/m );
1-20
1 -
21
oeell
Inleiding milieutechnologie
Oeet !
Inleiding mllleutecnnotoqie
Kookpunt, DC
Srneltpunt. DC
4
DC
535
0.9
3.2
1.06
29
met
1 2-7
1
92.1
2.5
Log P cctenorwater
ppm
BELANGRIJKE GEGEVENS
111
-1)5
geen perslucht
0,1
0,1
375 mglm3H
WIJze van opname: de Itof kan worden opgenomen In hel Ilohasm door Inademlng
en In~Ukken. Een voor de gezondhald flchedelfjke concentratte in de lucnt kan door
verdamping van deze Siof blj circa. 20C vrlj snel worden berelkt; blJ vernevelen nog
sneller.
Dlreete gevalgen: de ataf war1ct prlkkalend op de ogen. de huld en de ademhallngsorganan. De vloelltof ontvat da huld. De 1101 warkl op hat zenuwstelsel.
In emstlge
gavellen kanl op bewuttalooth.ld.
NI InIUkkan van de vloelstof kunnen druppeltjes
In de longan larecht kamen ( plr.tie), w88r(1oor een langontsteklng
kan optreden.
OIRECTE GEVARENI
VERSCHIJNSELEN
(H)
10
100 ppm
MAC-waarde
mg/m3
(C)
Huidopnarne
C7H3
Brutoformule:
Ceiling
TGG
TOLUEEN
FYSISCHE EIGENSCHAPPEN
vtemount. DC
Zalfontbrandingstemperatuur,
MAC-waarde
CAS-nr: [108-88-3J
methylbenzeen
toluol
PREVENTIE
BLUSSTOFFENI
EERSTE HULP
Thioglycolzuur
Thiram
Tinoxide 2)
2
0,1
Titaandioxide 2)
Brand: zeer brandgevaarlijk
gean
vonken
an nlal
token
tnademen:
sufheid
hoofdpijn,
duizellgheid,
missalilkheid,
Hulo: roodheid
Insllkken:
sulheld
vantllatle,
exploapparatuur
en
ventl181le,
pl.al lljka
ademhallngsbeschermlng
tfzulglng
01
handsehoenen
Ogen: roodheid
hoofdpijn.
duizellgheid,
OPRUIMING
OPSLAG/AFVALCOOES
Lekvtoelstct
opvanqen in atsluttbere
vaten. marsvioaietof opnemen in zand of Inert abscrpttemlodel
en naar vellige pleats afvoeren (extra persoonllJke
beschermlng; persluchtmasker)
(halo-
brandveilig,
middelen
Tolueen 20)
koel houden
geschelden
van
oxlde!le-
Tolueendiisocyanaat
KCA III
Transport
Emergency
Trichloorazijnzuur
ETIKETTERING/NFPA
A: 11-20
[i]
1-22
40
200
1080
1,1,2-Trichloorethaan
10
45
Trichloorethyleen
35
190
1,2,4- Trichloorbenzeen
20)
27)
2,4,5- Trichloorfenoxy-azijnzuur
3
l&l
Trichloormethaan
(Chloroform)
22
10
20)21)
25
120
Schadelljk
Figuur 1.9
Card TEC(R)-31
. Chemiekaarten
0,14
Tributylfosfaat
P145, 1989)
de schadellJke werking.
Besleleads
Figuur 1.8
0,02
0- Toluidine
OPMERKINGEN
dranken versterkt
(TOI) 28)
0,5
Licht
ontvlambaar
375
5; 1625-2Q..33
WCA, C 3080
100
door
verontrelnlgde
kledlng
ulttrekken,
huld
spoelen met vee! water of afdouchen, en
zonodlg arts waarsehuwen
vefllgheldsbrll
buikkrampen.
schulm, koolzuur,
nen)
aeetcten apparatuur,
slevelilge
eleklrlsehe
verllchting, Barden
poeder, A.F.F.F.,
881
C-0041
(Bran: NVVV/V/NNCI,
1294
1991)
1-23
Inleiding milieutechnologie
Deell
FLUOSILICATE.
Small with crystals
in alcohol. (C,H3NH,CH3),
H,SiF"
mp: 269.
fluosilicates and o-tolidlne.
[3]
THR = MOD via oral, inhal and ip routes; LOW via
dermal route. Toluene is derived from coal tar,
and commercial grades usually contain small
amounts of benzene as an Impurity. Acute
poisoning, resulting from exposures to high
conc of the vapors, are rare with toluene. Inhal
of 200 ppm of toluene for 8 hrs may cause
impairment of coordinalion and reaction time;
with higher conc (up to 800 ppm) these effects
are increased and are observed In a shorter
time. In Ihe few cases of acute toluene poisoning reported, the effect has been that of a
narcotic, the workman passing through a stage
of intoxication
into one of coma. Recovery
following removal from exposure has been the
rule. An occasional report of chronic poisoning
describes an anemia and leucopenia,
with
biopsy showing a bone marrow hypoplasia.
These effects, however, are less common In
people working with toluene, and they are not
as severe.
Exposure to cone up to 200 ppm produces
few symptoms. At 200-500 ppm, headache,
nausea, loss of appetite, a bad taste, lassitude,
impairment of coordination and reaction time
are reported, but are not usually accompanied
by any laboratory or physical findings of significance. Wllh higher cone, the above complains
are Increased and in addition, anemia, leucopenia and enlarged liver may be found In rare
cases.
A common air contaminant.
Fire Hazard: Slight, when exposed 10 heat, flame
or oxidizers.
Explosion Hazard: Mod, when exposed to flame
or reacted with (H2SO, + HN03), N,O" AgCIO,.
[ 19]
AZONAPHTHYLAMINE-2.
See yel-
2,4-TOLUENEDIAMINE.
Syn:
tolylenediamine.
Prisms. CH3C,H3(NH')2' mw: 122.17, mp: 99, bp:
280, vap. press: 1 mm @ 106.5.
Acute tox data: Oral LDLO (rat) = 500 mg/kg; sc
LOLa (dog) = 200 mglkg, [3]
THR = MOD via sc and MOD via oral routes. An
exper care via oral route. [ 3J This material has a
marked toxic action upon the liver and can
cause fatty degeneration of that organ. It Is also
Ihought to be an Irr. When solutions of It come
In contact with the skin, It can cause Irr and blisters, particularly to Individuals who are sensitive
10It.
Disaster Hazard: Mod dangerous; when heated,
emits toxic fumes.
Syns: 2,5-tolylenedlamlne, 2,5-dlamlnotoluene.
Colorless,
crystalline
tablets. CH3C,H3(NH2)2' mw: 122.17, mp: 64, bp:
274'.
Acute tox dala: Oral LDLo (mammal) = 3600 mgl
kg. [3, lOB] A mutagen being studied for cara
[ 108] properties.
THR = MOD via oral route. An Irr. This malerlal
has a toxic action upon the liver and can cause
fatty degenerallon of that organ. Its total effect
upon the body seems to lake place 3 different
ways. It Is toxic to the CNS. It produces [aundice by action on the liver and spleen, and It
produces anemia by destruction
of the red
blood cells. In this action It Is quite similar to
aniline, although by no means Identical with It.
lis high bp and the fact that the material Is solid
at room temp. makes It somewhat
less
hazardous than aniline, particularly al ordinary
working temp. The IIlerature contains a reference to a parmanent lnlury 10 an eye due 10 the
use of this material as an eyelash dye. II Is
ccnst-oered to be an Irr dye malerlal. II can
cause Irr and blisters
on the fingers
of
Individuals whose skins are sensitive to II.
Dlsasler Hazard: Mod dangerous; when healed,
emits toxic fumes,
1.3.1
See 2,4-tolylene
een ondergeschikte
1979)
of industrial materials,
het zwavelzuurfabricageproces
dan de reactievergelijkingen
S + 02
4
802 + 1/2 2 4
803 + H20 4
en van proces- en
slechts
is technologisch
gezien
aangeven:
802
803
H2804
'reactievergelijking'
hoofdstuk 1.5.2.
zou als voigt te schrijven zijn:
proces
------>
energie,
temperatuur,
druk
P + B + N + G + M + A + W
Hierin is:
G1 - dure grondstof die zoveel mogelijk moet worden omgezet
bijvoorbeeld
katalysator,
oplosmiddel,
pH-buffer;
_ bijproduct,
(bijvoorbeeld:
_ nevenproducten,
bereiding
ontstaan
bij de omzetling
kan dit
van lnS
balans);
volgreacties
(bijvoorbeeld:
bij de
Veiligheidsgegevens
rol. Voorbeeld:
For Countermeasure Information and Abbreviation see the Directory at the Beginning of this Section.
Figuur 1.10
productvelligheid
dtlso-
TOLUENE
SUBSTITUTE.
Composed
largely of
octanes. bp: 100, flash p: 30F, d: 0.743.
TH R = See oclane.
Fire Hazard: Dangerous, when exposed to heat or
flame.
Explosion Hazard: U.
Het proces
2,5- TOLUENEDIAMINE-2.
TOLUENE DIISOCYANATE.
cyanale.
Deell
Inleiding milieutechnologie
thermische verontreiniging,
straling, risico's;
ontmantelde
procesapparatuur,
PVC-Ieidingen
onbruikbaar
gewor-
en dergelijke;
of exotherme reactie.
1- 25
1-24
oeell
Inleiding milieutechnologie
Normaal verkeert het proces in steady state. Het proces kan daarbij batch, continu of een
combinatie van beide zijn. De procesvariabelen
de grenzen (specificaties).
Deell
Inleiding milieutechnologie
Apparaten
Besturing
'Utilities'
Operators
Onderhoud
Zorgsysteem
Maar ook:
optreden van een ongewenste gebeurtenis ten gevolge van het falen van apparatuur,
bedieningsfouten, brand, blikseminslag, aardbeving, vorst, inzet van verkeerde grond- en
hulpstoffen, uitval van elektriciteit etc.
'Steadystate' (normaal)
buiten de geaccepteerde
grenzen komen,
Opgave 1.13
In hoeverre is het raadzaam procesinstallaties volledig te automatiseren
Figuur I. 11
en de menselijke
1.3.2
Processchema's
Bij het ontwerpen van een proces (bijvoorbeeld een productie-installatie of een milieuvoorziening) zijn vele technische disciplines betrokken: chemisch-technologische,
werk-
Utilities zijn de algemene diensten op de locatie, zoals elektriciteit, aardgas, stoom, demiwater, proceswater, koelwater, verwarmingsolie, koelmedium, bluswater, vloeibare stikstof,
perslucht, instrumentenlucht,
vacuum en dergelijke.
Operators zijn de mensen ('direct' personeel) die het proces bewaken en bijsturen, al of
niet vanuit een centrale controlekamer (,remote control').
Onderhoud is nodig om de procesinstailatie in goede conditie te houden. De voorkeur gaat
uit naar preventief boven curatief onderhoud.
Bij het proces behoort ook het aanvoeren en lossen van grond- en hulpstoffen in opslagtanks, vaten en silo's, en het laden en afvoeren van de producten. Het proces op een productielocatie loopt feitelijk 'van poort tot poort'.
1-26
1- 27
oeell
Inleiding milieulechnologie
Deell
Inleiding milieulechnologie
Aigemeen
10
grondstoHen -_:__
01 halHabrikaat
11
hulpstoHen --_
12
bewerking
11 < 1000/0
(tussen)producten
13
._.
levering
stortgas
koeling +
waterafscheiding
milieubelasting
(lucht-, water-, bodemverontreiniging en alval)
0 0 0 0
- - - -.-.--
0
r-'
NaCIoplossing
--
-,
1
1
L..
kristalliseren
door
verdampen
- - --
HKW
verwijdering
------l
3
centrllugeren
12
verwarming
CO2
verwijderlng
13
buffervaten
cornpressie
+ koeling
levering
aan het
gasnet
14
11
odeur
.J
10
394
394
394
394
766
766
30
30
11
12
13
14
394
394
394
30
30
30
87,5
87,5
87,5
2,1
2,1
2,1
30
30
10
10
10
10
HKW Ig/h] 2)
45
45
45
45
45
45
H2Olkg/h]
44,6
36,6
Tamp. 1C]
35
60
60
50
15
25
25
25
25
25
25
25
308
280
280
333
333
323
258
298
298
298
298
298
298
298
CH. [kg/hi
394
394
CO2 [kglh]
766
766
N2 ]kg/h]
87,5
87,5
2Ikglh]
2,1
2,1
S-anorg.
Stroom
766
87,5
2,1
87,5
87,5
2,1
2,1
766
736
87,5
2,1
Ig/h]
S-merc. 1)
van de stromen.
Er zijn verschillende
1.12
gelden onder andere de kg-balansen voor NaCI en veer water, naast de kmol-balansen
voor Na en CI. Bij chemische reacties zijn kmol-balansen van de elementen handig. Voorbeelden van massabalansen in figuur 1.12 (zie de gestippelde
over de kristallisator geldt: 1 + 4 = 2 + 3;
over het geheel geldt: 1 = 3 + 5 + 6.
kaders):
[K]
Druk [bar]
Ikmol/h]')
[m3/h]5)
[g/h]
Flow [kglh] 3)
1,114
1.013
1294
1258
47,7
1206
45,7
954
1,114
37
2,0
1268
45,7
181
6,6
6,6
6,6
6,4
6,4
0,04 1258
8,0 1250
0,05 1250
0,4
45,7
188
45,2
170
45,2
175
736
16,7
6,2
514
28,5
114
6,2
514
28,5
114
8
514
28,5
B8
1) s-msrcaptanen
Beide balansen gelden voor: kg/s NaCI, kg/s H20, kmol/s Na, kmel/s CI.
Naast een massabalans
opstellen.
SpUI
moederloog
massabalansen
.....
L._._._._._._._._._._._._._.~
Figuur 1.12
H2Sverwijdering
vochtig
vast NaCI
10
waterdamp
compressie
diepkoeling
+ waterafscheiding +
2) Halogeenkoolwaterstoffen
of proces
3) Totale flow
4) Totale flow
5) Gasflow
Van een PFD leert men het proces in grote trekken kennen.
ces, zie figuur 1.13.
pro-
Figuur 1.13
Opgave 1.15
Teken een PFD en stel massabalansen
luchttot 802'
op van de verbranding
van vloeibare
zwavel met
1 - 28
1-29
Inleiding milieuteehnologie
Deel I
Deel I
Inleiding milieuteehnologie
Naast het PFO van het proces kent men ook een Utility Flow Diagram van de 'utilities'; dit
zijn de algemene diensten ten behoeve van de diverse productieprocessen op de productielocatie. UFO's zijn van belang om na te gaan of er ongewenste
------,
setpoint
regelgrenzen
alarmgrenzen
meet- en regelinstrumenten,
monsterpunten
etc.
reactor
Zie hiervoor de Nederlandse Normen 2195, 3048 en 3157 en de Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 2196 van het Nederlands Normalisatie Instituut.
Figuur 1.14
meet- en regelinstrument
leidingen, appendages,
I
I
I
Eerste letter
F = flow (debiet, massa- of volumestroom);
P = pressure (druk);
leidingfilter
T = temperature (temperatuur);
L - level (niveau);;
Q = kwaliteitsgrootheid,
keerklep
gepakte kolom
Volgende letters
propellerroerder
= waarde
te hoog, L
gesloten vat
pomp
= waarde
warmtewisselaar
Opgave 1.16
Wat betekent
veiligheid
FIRCA
-?
Opgave 1.17
Figuur 1.15
1-30
Dee!
In/eiding milieuteehnologie
oeell
Inleiding milieutechnologie
Opgave 1.18
-
Stel een PIO op van een warmtewisselaar die met behulp van stoom een destillatiestroom
op 90C houdt, waarbij deze waarde niet onder 85C en niet boven 950C mag komen.
r~::=1.///
"."
...-
-"\
c:\ .s;;r---.:.:J
g
...~
te beoordelen.
g
'"
van de procesapparatuur,
leidingen en dergelijke,
verdient
het de
lie normen NEN 999 en NEN 1000 voor het Sl-stelsal. In het SI-stelsel zijn de
logenaamde
'verboden'
paardenkracht.
eenheden
eenheden
calorie,
micron, Angstrom,
atrn,
In de milieutechnologie
gaat het veela! am zeer kleine en zeer grate hoeveelheden
voorbeeld picogram dioxine en exajoule Nederlands energieverbruik).
Voorvoegsels
Voorvoegsel
exa
peta
tera
glga
mega
kilo
van SI-eenheden
Symbool
E
P
T
G
M
k
...
- - --
-----
zijn:
Factor
1018
1015
1012
109
106
103
Voorvoegsel
atto
femto
PICO
nanD
Symbool
a
1(}-I'
10-15
1(}-I:!
1(}-'
/.l
m
1O-C
micro
milli
:::l
>
('-'Ifl
,
, .
,\61 oo ,
I,
,'>Q., ,.l.f'..j
jl!'
{:-If
__(.j,
\__-. _. -~ :_'I
!:::___ .; - .~
1(}-3
Opgave 1.19
Schrijf de grootheden
"_'-_
._-
in grondeenheden.
Ga via dimensieanalyse
teken aan elkaar gelijk zijn.
Opgave 1.20
Teken een PFO en een PIO van een gaswasser die ammoniakhoUdende
met behulp van slootwater uitwast tot een bepaalde
.....
ontreinigde water biologisch wordt gezuiverd.
1- 32
III
_".
het
stal
ver-
Figuur 1.16
reservoir)
1- 33
Deel l
Inleiding milieutechnologie
1.3.3
Dee/I
In/eiding milieutechn%gie
Procesontwerp
Idee of eis
Het procesontwerp is een belangrijk dee I van het project tot realisatie van een procesinstallatie. Fouten in het ontwerp kunnen later tot calamiteiten leiden.
t
t
t
Research
Proeffabriek
Process engineering
Ontwikkeling
Projectfasen
massa- en energiebalans
materlaalkeuze
De fasen van een project als geheel zijn in het algemeen zoals in liguur 1.17 is weergegeven.
Detailed engineering
meet- en regel-
Uitgangspunten
Economische evaluatie
Bij het maken van het procesontwerp moeten uitgangspunten worden vastgelegd. Er dienen vele beslissingen te worden genomen.
t
t
t
t
t
t
t
Bouw
volcontinu?
Test droog
tijd, dus 800/0 draaitijd.) Wordt de installatie in twee straten gebouwd, zocat er bij storing nog een beschikbaar is?
Is er een opgestelde reservepomp of ligt er een extra in het magazljn?
Wat is de gewenste 'turn down ratio' (tot welk minimum
problemen worden teruggeregeld)?
Welke capaciteit krijgt een opslagtank? Neemt men een grote of drte kleine tanks? Ondergronds of bovengronds? Staal of kunststof?
Capaciteitsrun
Instailatie optimaliseren
Go/no go
Opbouw volgens afgesproken specificaties, training person eel
Is alles er zeals afgesproken?
Werkt ailes, lekkages?
Werkt het?
Productie
Dit blijft gebeuren gedurende de gehele 'Ieeftijd' van de instailatie,
omstandigheden wijzigen zich regelmatig
Neemt men een gepakte kolom of een schotelkolom? Welk type paJddng wordt gebruikt?
Komt er een noodstopvoorziening?
automatisch
subsidies, opbrengst
Aanbrengen wijzigingen
Kiest men een nieuw of een beproefd proces ('proven technology)? (Bij een nleuw proces heeft men grotere kans op kinderziekten.) Wordt het een batch- of contlnuproces?
Welke mate van automatisering wil men?
Moet de voedingspomp
wordt?
Projectfasen
1-34
1-35
Deell
In/eiding milieutechnologie
Inleiding milieutechnologie
Deell
Het risico van de activiteit als geheel is dan de som van de deelrisico's:
Eisenlwensen
Rtotaal
L (Kj s, )
is:
Door preventieve
Bij 'wensen', wat is de prioriteit? Hoe zwaar tell deze wens ten opzichte van andere wen-
sen?
Wat zijn de alternatieven?
Bij brandpreventie verkleinl men de kans K op het onstaan van brand door ontstekingsbronnen en brandbaar rnaterlaal weg te houden; daarnaast verkleint men de schade
maatregelen
1_3_4
1.3.4.1
gebeurtenissen
Procesveiligheid, risicobeheersing
Risicobeoordeling
Bij het ontwerpen van een proces dient men zich steeds at te vragen:
Wat zijn de gevolgen van dit ontwerp voor de werknemers, de omgeving, het milieu, de
apparatuur en het product?
Wat kan er gebeuren als er een 'ongewenste gebeurtenis' optreedt?
Probeer gegevens te vinden betreffende de betrouwbaarheid van apparatuur (uitvalfrequentie). Welk onderdeel moet na hoeveel uren draaitijd preventief vervangen worden? (Een benzinepomp in een auto maakt zo'n 500 draaiuren per jaar, een pomp in
een volcontinubedrijf zo'n 8 700 uren).
Verzamel gegevens van eerdere soortgelijke ongevallen (casulstiek). Aile grote chemische ongevallen en hun gevolgen zijn geregistreerd, bijvoorbeeld Tsjernobyl, Bhopal, Seveso etc. De casuistiek zegt: 'Wat is er gebeurd?' De theorie zegt: 'Wat kan er theore-
RisicoanaJyse
Apparaten kunnen falen, mensen kunnen falen en externe gebeurtenissen
brandmelders
van de
EnkeJe opmerkingen
gelijke, ongewenste
Een wens kan meer of minder belangrijk zljn, bijvoorbeeld (in volgorde van belangrijkheid):
kunnen invloed
I - 37
1-36
Deell
Inleiding milieutechnologie
Gebeurtenissenschema
4 Sehoonmaken
Deell
Inleiding milieutechnologie
Tabel b
Installaties, betrokken bij
ongevallen tijdens normale
bedrijfsvoering
Tabel a
Onderdelen van installaties,
betrokken bij ongevallen tijdens
notmele bedrijfsvoering
r-
10 Chemisehe reaeties
--t--
3 Vullen
3 Legen
'--
52 Verkeerde proees-
14 Menselijk handelen
condities
r4
--t--
Bedieningsfouten
4 Overige
8 Teehniseh
r-
rfalen
2
----t--
Verstoppen
2 Overige
'--
20 Onbekend
~~~~----------~~ ---~
150 Brand
58 Menselljk handelen
Explosle
9 Verkeerd handelen
Bouten, moeren
Atvoer/drainage
Filters
Fittingen
Flenzen
Siangen
Leidingen
Pakkingen
Pompen
Kleppen, afsluiters
Meet- en regelapparatuur
Warmtewisselaars
Compressoren
Vaten, zakken etc.
Cilinders
7 Brekenibarsten
r-
~-------
40 Technlseh falen
0/0
Gashouders
Reactoren
Reservoirs/tanks
Transportmiddelen
Destillatie-units
Branders
Fornuizen
Separatoren
Mengers
<
1
15
46
25
3
1
3
2
4
7 Elektnsch falen
r-
r-
17 Onbekend
(de cijfers
s/aan op retetleve
elektriciteit
----r-
L._
Gebeur1enissenschema
Tabel c
Installaties, betrokken bij
ongevallen tijdens reparatie
en onderhoud
0/0
Installaties
0/0
-----r--
3 Statische
bijdragen)
4 Overiqe
Bouten, moeren
Atvoer/drainage
Filters
Fittingen
Flenzen
Siangen
Leidingen
Pakkingen
Pompen
Kleppen, afsluiters
Meet- en regelapparatuur
Warmtewisselaars
Compressoren
Vaten, zakken etc.
Cilinders
Fiquur
1- 38
1
2
3
1
12
10
2
6
22
3
2
1
21
12
Tabel d
Onderdelen van installaties,
betrokken bij ongevallen tijdens
reparatie en onderhoud
r-
1.18
Installaties
12 Onbekend
2 Lostrillen
Figuur
0/0
1.19
Ongevallenfrequentie
5
3
1
3
6
17
15
2
7
24
2
5
2
Gashouders
Reactoren
Reservoirs/tanks
Transportmiddelen
Destillatie-units
Branders
Fornuizen
Separatoren
Mengers
11
52
26
1
2
2
2
<1
bij installaties
1- 39
..
Deell
Inleiding milieutechnologie
Goede arbeidsomstandigheden,
uitgevoerde
goede
bedieningsorganen
bedieningsfouten
verkleinen.
opleiding,
goede voorschritten
in de fabriek en in de controlekamer
Men behoort persoonlijke
en ergonomisch
te dragen
te worden, vluchtroutes
gebeurtenis?
1.3.4.2
Wanneer
in
ongewenste
aanis die
Stroomstoringen
kunnen een aantal keren per jaar voorkomen. Zelfs bij kortstondige
stroomuitval valt de fabriek volledig uit, waarna via 'reset' het proces weer moet worden
Stel prioriteiten.
Wordt
in de omgeving
van de
in perso-
slachtotfers
(do.
d .....
I
,i
of druksluitend.
verpompt,
is essentieel.
Uitval
van trictuoortenol en waarbij geen direct aantoonbare menselijke doden vielen, leidde in
Europa tot de zogenaamde post-Seveso-richtlijnen
om de veiligheid in productieprocessen te verhogen.
Sij de ~rote industrialisatie
bij
betekent emissie. In dit geval dient een reservepomp te worden opgesteld. Deze reservepomp wordt meestal 'met de hand' opgestart, omdat men eerst ter plaatse moet na-
nen per jaar): voor grote ongevallen, milieugevaarlijke stoffen en straling 1 : 33 000, voor
autorijden 1 : 5 700, voor 1 pakje sigaretten roken per dag 1 : 200.
Chemische rampen spreken de media vee I meer aan dan de dagelijkse
den en gewonden) in hel verkeer.
bijvoorbeeld
worden,
Men gebruikt oak de term intrinsieke, inherente of ingebouwde veiligheid. Het proces
schakelt zich vanzelf (zander hulpenergie) in een veilige stand als er een storing is.
opgevangen
Het ontwerp dient zoveel mogelijk 'fail-safe' te zijn, dat wil zeggen het proces valt bij sto-
van tabaksrook
niat aanslaat?
de bovengrens
worden.
Wat gebeurt er als .... het noodstroomaggregaat
10-8 per jaar is dan een verwaarloosbaar risico. Om een chemische fabriek kan men dan 10-5, 10-s, 10-7, 10-8 per jaar lsorisicocontouren trekken. Er mogen zich geen woningen bevinden In de 10-s of zelfs 10-8
zone. Het gaat hierbij om een risicobe/eving.
Noodstroomaggregaten
worden aileen ingezet voor vitale delen van het proces, bijvoorbeeld voor koelmachines of koelmediumpompen
en moeten dan automatisch gestar!
De overheid stelt wei dat de kans op een dodelijk ongeval ten gevolge van een bedrijfscalamiteit van 1 op 106 of 108 omwonenden per jaar aanvaardbaar is.
De ondergrens 10-6 per jaar komt overeen met de kans op overlijden door een neerstor-
De sterftekans
van
opgestart.
gebeurtenis
gebeurtenis?
Deell
zullen de kans op
veiligheidsmiddelen
Inleiding milieutechnologie
lekt?
Een lekkende pijp kan worden vastgesteld met behulp van een drukverschilmeting over
de warmtewisselaar 01 door na te gaan 01 het te koelen medium voorkomt in het koelmedium
(respectievelijk
het koelmedium
(380 inwoners
warmtewisselaar
te kiezen (bijvoorbeeld
een regenkoeler)
e .....
Opgave 1.22
,,
,,,
,,
apparatuur
(bijvaorbeeld
blokkeren.
stoom-
ot
elektrische
'tracing')
in de winter
stand-by staan.
1-40
!
1-41
oeell
Inleiding milieutechnologie
.... de grondstof
f.
is verontreinigd
wordt inge-
voerd?
Er dient een ingangscontrole te zijn op grond- en hulpstoffen en met de leverancier dienen goede afspraken te zijn gemaakt (kwaliteitscertificering
Inleiding milieutechnologie
Deel l
Een noodstopprocedure
dient aanwezig te zijn voor net snel veilig stellen van het pro-
ces, bijvoorbeeld in het geval dat het bedienend personeel moet vluchten voor een
brand.
Het productietempo (capaciteit) teveel verlagen kan betekenen dat de optimale procescondities niet meer worden bereikt, met gevolgen voor het product en eventueel milieu.
Zie ook het voorbeeld in hoofdstuk 1.5.2.6.
Andere aandachtspunten
h .....
bedieningsfouten
worden gemaakt?
Automatisering dient niet aileen tot arbeidsbesparing, maar ook tot betere procesbesturing en veiligheid. Echter, apparatuur kan ook falen. Bovendien worden in de praktijk bij
storingen en bij opstarten regelkringen wei 'overbrugd'.
Apparaten en leidingen dienen goed gecodeerd te zijn, de lay-out overzichtelijk en de
bedieningspanelen ergonomisch verantwoord.
I.
.. ..
er /ekkage optreedt?
(flenzen) en pak-
Door een gasinstallatie onder onderdruk te zetten, kan men zorgen dat er bij lekkage In
ieder geval geen gas naar buiten komt. Wat echter zijn de risico's van de ingezogen
lucht bij het gas?
j.
is aangebracht.
(N2' CO2),
Breng testvoorzieningen en inspectiemogelijkheden aan.
Vloeistofsnelheid in leidingen is 1 - 4 rn/s. Neem 1 mls bij sterk statisch oplaadbare vloeistoffen. Gassnelheid in leidingen is 10 - 20 m/s bij schoon gas en 40 - 50 m/s voor gas
met zwevend stot (om stofafzetting te voorkomen).
Ontwerp leidingen en apparaten zodanig dat ze een 'hold-up' niet groter dan noodzakelijk hebben.
N.B.
Men heeft bij het ontwerpen en in gebruik stellen van een procesinstallatie
te maken met
Dit kan gebeuren door zwevend vuil, maar ook door aangroei (kristallisatie) of polymeriserende stoffen.
Opgave 1.23
Wat gebeurt er in een gekoelde polymerisatiereactor als het roerwerk van de roeras vall?
Opgave 1.24
nadeel is dat fijnfilters een te grote drukval verBenzeen bevriest bij + 6C.
k .....
rekening houden?
Van belang is dat men (eventueel via een kijkglas) in de reactor kan kljken.
Roeren is onder andere essentieel bij warmteoverdracht in reactoren.
I. .... de fabriek moet opstarten, stoppen, een noodstop moet maken respectievelijk het
productietempo moet veranderen?
Economische aspecten
Opstarten en stoppen van een continufabriek zijn een complex gebeuren. Bij opstarten
zijn de optimale procescondities nog niet bereikt, regelkringen moeten worden over-
Het schoonhouden
teiten kost geld.
brugd, een katalysatorbed dat optimaal werkt bij 400C is nog niet op temperatuur.
een verhoogde kans op emissies en op onveilige situaties.
Het is van belang in een vroeg stadium van een project al een schatting te kunnen maken
van de eenmalige investeringskosten en van de jaarlijkse exploitatiekosten.
1-42
1.3.5
Er is
van het milieu en het beperken van risico's bij het bedrijven van activi-
1-43
Inleiding milieutechnologie
Deell
na offertebeoordeling.
Een zeer grove investeringsschatting
Inleiding milieutechnologie
dus
Een economische evaluatie moet uitmaken of de te bouwen activiteit (nog) lonend is.
Milieu-investeringen
rendement op.
Er geldt globaal:
investering
Deell
= kale apparatuurprijs
* lang-factor
Men rekent wei met de terugverdientijd (pay back period) = totale investeringskosten 9 edeeld door de jaarlijkse nettobesparingen, met of zonder renteverlies op het investerings-
De lang-factor is 4 voor de gemiddelde chemische industrie, 3 bij vee I civie~.werk (beton, bijvoorbeeld in de waterzuivering) en kan oplopen tot 8 voor een zwaar gelnstrumenteerde
en beveiligde fabriek (peroxidefabriek).
Probleem is vrijwel altijd dat een project in werkelijkheid:
Bij milieusaneringen zullen prioriteiten moeten worden gesteld (ecologie versus economie),
zowel bij besteding van particuliere als van overheidsgelden.
meer kost;
langer duurt;
kinderziekten vertoont na opstarten.
Bij investeringsramingen begint men meestal de koste.n te tellen v~naf ~e process engineering. Research- en developmentkosten tell en dus niet mee. Englneerlngskosten (voornamelijk mensuren) worden veelal geraamd op 15 - 25% van de investering.
Tot de investeringskosten behoren ook grondkosten, verzekeringen, opstartkosten
20% onvoorzien.
Op investeringen in innovatieve technologie, in energiebesparing
kapitaal.
Een pay back period groter dan drie tot vijl jaar geldt als onrendabel.
en 10-
(best beschikbare techniek, ongeacht de kosten). In andere gevallen wordt gesaneerd volgens de best practicable means (best uitvoerbare techniek, de kosten en het effect worden
tegen elkaar afgewogen).
research
Opmerking
Bij een lagere verkoop en dus lagere productie zijn de variabele kosten per ton product navenant lager, maar biijven de vaste kosten constant. Men gebruikt wei het beg rip 'breakevenpoint': vanaf welke minimumverkoop zijn de vaste kosten gedekt?
Om een volcontinudienst te bemensen zijn er vijf ploegen nodig, die gemiddeld 33,6 werkuren per week maken. In zo'n vijfploegendienst
uit zes
I .- 45
/n/siding mi/isutschnologis
Deell
In/eiding milieuteobnotoqle
Deell
Bijzonder onderwerp:
1.5.1
.fo.
1.5.1.1
Technische microbiologie
Microbiologie
is de wetenschap
de levensverrichtingen
CP
van micro-organismen.
SK
Bij de technische
microbiologie
micro-organismen
Micro-organismen
in de bioprocestechnologie.
worden toegepast bij de sanering van verontreinigde
toepassing
van
penicilline en alcohol).
Micro-organismen
Micro-organismen
"
van de bouw en
CM
zijn microscopisch
klein; de oppervlakte/inhoud-verhouding
is groot, met
CM
CP
CW
F
FL
=
=
=
=
=
celmembraan/cytoplasmamembraan
cytoplasma
celwand
fostaten
flagel
N
R
S
SK
= nucleus (DNA)
ribosomen
= suikers
= slijmkapsel
=
micro-organismen
ontstaan
uit een
Prokaryote eel
Eukaryoten zijn meer gedifferentieerd dan prokaryoten. Eukaryoten zijn grofweg te verdelen in planten en dieren. Aile eukaryoten hebben, net als de prokaryoten,
een eelmembraan met daarin het cytoplasma. Zie figuur 1.22.
Micro-organismen
Figuur /.21
Prokaryoten zijn wat opbouw betreft de eenvoudigste levensvormen. Ze zijn opgebouwd uit
een membraan waarbinnen zich het cytoplasma bevindt waarin de verschillende 'bestanddelen' van het organisme rondzweven. Zie figuur 1.21.
In het cytoplasma
bevinden
en organellen.
Organellen
De belangrijkste
organellen
die beschouwd
kunnen
wordt chemische
energie
belangrijkste onderdelen in het cytoplasma zijn het circulair DNA met de erfelijke informatie
van het organisme en de ribosomen die betrokken zijn bij de eiwitsynthese.
opgeslagen/omgezet
door middel van ATP (adenosinetrifosfaat).
In het cytoplasma zijn
nog membraansystemen
aanwezig die betrokken zijn bij transport van voedings- en atvalstoffen.
De eiwitsynthese
Om het membraan
bevindt
Plantencellen
is belangrijk vanwege
matische eigenschappen
reservestoffen
om het celmembraan
de functie
is hetzelfde.
In het cytoplasma
hebben
is dan
plantencellen
een vacuole. Dit organel zorgt voor de 'turgor' of celdruk (= osmotische druk).
hebben
een of
chloroplasten
die betrokken
waarbij
I-53
I-52
Deell
Inleiding milieutechnologie
Inleiding milieulechnologie
vormd. De acetylgroep
Deell
(01 Krebs-eyelus)
afgebroken tot CO2, waarbij weer energie vrijkomt in de vorm van ATP en de protonen ook
hier overgedragen worden op NAD. Een molecule suiker (een Cs-verbinding) is hierbij 0 mgeze! in zes moleculen CO2, een hoeveelheid ATP en een hoeveelheid
NADH2.
Het geredueeerde
NU
NO
dienen.
Bij het overdragen van de protonen komt weer een hoeveelheid energie vrij in de vorm van
ATP. Onder aerobe omstandigheden
komt bij de verbranding van 1 mol glucose zoveel
CP
GER
tor zijn. Dit heelt tot gevolg dat uit de glucose organische zuren 01 aleoholen gevormd worden. Dit zijn niet volledig geoxideerde organisehe stolfen die vaak het eindproduet zijn bij
CW
CH
= chloroplast
G
= Golgi-complex
GER = glad endoplasmatisch reticulum
KM
M
NO
NU
RER
V
= kernmembraan
= mitochondrion
vergisting (= fermentatie) van organisch materiaal. De vorming van biogas (een mengsel
van CO2 en CH4) is een voorbeeld waarbij de koolstof uit het organisch materiaal gedeelte-
= nucleolus (DNA)
= nucleus (eiwitmantel)
(CH4).
Figuur 1.22
Eukaryote eel
Iijk voorbehouden
biochemische
processen
gelokaliseerd
in de ver-
en
uit-
aan de planten.
In de chloroplast
kan de plantencel
Iichtenergie
omzet-
door micro-organismen
noemt
Voedingsstoffen en energie
dissi-
van
omgezet
worden
betrokken
een koolstofbron
in py-
rodruivenzuur, waarbij een hoeveelheid energie vrijkomt onder vorming van ATP en er protonen overgedragen
worden op NAD (= nicotinamide-adenine-difoslaat),
waarbij het
NADH2 wordt gevormd.
kunnen de benodigde
dit micro-organisme
micro-organismen
te onderscheiverbindingen
op te bouwen;
heterotroof
(= andersvoedend):
als koolstofbron
dienen organische
verbindingen
(meest-
al suikers).
I-54
I-55
Deel I
Inleiding milieulechnologie
voedingsstoffen
of
(nutrienten)
voor micro-organismen
te gereduceerde
de
zijn nodig de
Deel I
stikstofverbindingen
en dieren 'chemoheterotroof'.
elementen
In/eiding milieulechnologie
wordt weergegeven
De koo/stofverbindingen
worden onder aerobe omstandigheden
omgezet in CO2 en onder
anaerobe omstandigheden
eerst in organisehe zuren of alcohol en waarna deze stoffen
door andere anaerobe organismen worden omgezet in CO2 en CH4 (biogas). Wanneer het
gehalte aan oxideerbare koolstofverbindingen
tot een bepaalde waarde is afgenomen,
worden onder aerobe
omstandigheden
de gereduceerde
stikstofverbindingen
geoxideerd. De oxidatie van stikstofverbindingen
levert minder energie
op; daarom worden eerst de koolstofverbindingen
geoxideerd en daarna pas de stikstof-
Temperatuur
Een micro-organisme
reacties verlo-
pen. Voor ehemisehe reacties geldt als vuistregel dat de reactiesnelheid een factor twee
hoger wordt bij elke tien graden temperatuurverhoging.
Dit geldt ook voor biochemische reaeties.
Biochemische reacties worden meestal door enzymen gekatalyseerd. Enzymen zijn eiwitten die niet tegen hoge temperaturen
bestand zijn. Boven een bepaalde temperatuur
verbindingen.
Nitrificatie
De N-verbindingen in gereduceerde
aerobe omstandigheden geoxideerd
onder
treedt denaturatie van het eiwit op. De struetuur is irreverslbel veranderd. Micro-organismen
hebben als gevolg hiervan een optima Ie leeftemperatuur; meestal tussen 5 en 20C, maar
er zijn ook micro-organismen
tione ren.
die bij 50C en zelfs boven 95C (in natuurlijke geisers) fune-
Denitrificatie
Denitrificatie is een anasrooo
pH
Voor de pH geldt ook dat er een optimale
het liefst
leeft. Bij extreem hoge of lage pH wordt het organisch materiaal van het organisme
aange-
is tus-
Zuurstof
Voor strikt aerobe organismen
gensteiling
is zuurstof in opgeloste
micro-organismen
vorm absoluut
noodzakelljk,
in te-
van zuurstof
of facultatief-anaerobe
orga-
Verwijdering N-verbindingen
uit atva/water
is afvalwaterzuivering
'indus-
resultaat te verkrijgen.
deerde stikstofverbindingen
in Delft in samenwerking
omstandigheden
geredueeerde
geoxldeerde
I-56
bevinden
9 e-
noemd:
om de orWanneer
als gereduceerde
stikstofverbindingen
aanwezig
zouden die in een stap verwijderd kunnen worden. Of dit in de praktijk toepasbaar
materiaal
en geoxi-
micro-organisme
Naast de voedingsmiddelenindustrie
I
I
Om stikstotverbindingen
uit afvalwater te verwijderen moet eerst het oxideerbare koolstofgehalte verlaagd worden, vervolgens moeten de gereduceerde stikstofverbindingen
geoxi-
functioneren
vaak stikstofverbindingen
in
zijn,
is wordt
Inleiding milieutechnologie
Deell
InleidiTlg milieutechnologie
Deell
gebruiken
de aangeboden
voedingsstoffen
voorziening, maar natuurlijk ook als bron voor bouwstoffen voor hun eigen 'biomassa'. Een
deel van de koolstof en stikstof zal dus door het micro-organisme worden opgenomen.
De
samenstelling
van micro-organismen
wordt
meestal
gegeven
als CH1.aOo.sNo.2S0.0Sof
Monod-vergelijking
De groei van micro-organismen
ordeproces:
Sommige
Bioprocestechnologie
Micro-organismen
1.5.1.2
rx --
zich door deling. Oat wi! zeggen dat het aantal zich na
organismen
doen,
zou de
biomassa
bijna
met:
Ii
(kg/m3s)
(kg/m3)
= specifieke groeisnelheid
factoren zijn:
Ii = limax K
(S-l).
gebruikt:
Cs
+
(1.2)
met:
Cs
eerste-
(I. 1)
rx = biomassavormingssnelheid
te beschrijven
dCx _
Ii Cx
dt
Cx = biomassaconcentratie
t
= tijd (s)
Opgave 1.47
Ga dit na, als aangenomen
is kinetisch
levensfasen
substraatconcentratie
(kg/m3)
(S-l)
Ks en limax zijn grootheden die behoren bij het micro-organisme en het systeem.
Cs wordt bepaald door de substraatomzettingssnelheid
rs (kg/m3.s).
r = dCs
s
dt
log N
(1.3)
stationalre lase
lag-lase
alstervlngslase
(1.4)
log-lase
per kg substraatafname).
substraat
van biomassa.
Figuur 1.23
I-58
oeell
Inleiding milieulechnologie
oeell
Inleiding milieutechnologie
kL
- zuurstotcverdrachtscoeftlcient
COL H
R-
s
./
C~
"
C-N
(kg/m )
''3
"CK.J
,f'
in de bulkvloeistof
C~CNH
zuurstofconcentratie
= concentratie
(m-2S-1)
C L*-- evenwichtsconcentratie
I
-C-C
uitwisselingsoppervlak
aan de vloeistofkant
--C
H
"
OUA (= oxy-
,f
I
OH
(1.18)
met:
Figuur 1.28
Structuurformu/e
van penici//ine
gemaakt
De peniciliineproductie
op grote schaal is een batchproces dat begint in een reageerbuis met een vaste voedingsbodem waarop de schimmel zich ontwikkelt. Vervolgens wordt overgegaan op een vloeiba-
superflclsle
gassnelheid
de gassnelheid
betrokken
op het doorstroomde
pervlak (m/s)
K, a, ~ = constanten, afhankelijk van het systeem, experimenteel
te bepalen.
re voedingsbodem
waarin de schimmel gesuspendeerd wordt. Via wat groter laboratorlurnglaswerk wordt de schimmelkweek overgebracht in een entvat van waaruit de reactor een
Opscha/en
Bij het opschalen van opsteliingen wordt gebruik gemaakt van een aantal vuistregels.
De afmetingen van de fermentor worden uitgedrukt in de diameter/hoogte-verhouding
de tankreactor
tH
schudden.
In de reactor kan de temperatuur
ren en beluchten
plaatsvinden.
(Dr)' Aigemeen
van
wordt aangehouden,
De schimmel is een aercob organisme, dus de reactor en het entvat moeten belucht en
geroerd worden. In het laboratoriumglaswerk
vindt beluchting en menging plaats door
oplopen als gevolg van de ingevoerde
0 p-
1HI
Beluchting
ongeveer 1/30t
hoogte van de bodem geplaatst.
('spar-
nootd-
blokkeert
prokaryoten.
Hierdoor
de enzymen
Figuur 1.29
Schema
productieproces
lucht
pot.
De mens is een eukaryoot
lucht
die betrokken
van de celwand
van
en gaan ze gemakkelijk
ka-
penicilline
1-65
1-66
Deel!
In/eiding milieutechnologie
69 uur de schimmelconcentratie
opgebouwd
door.
Het proces neamt per batch meer dan een week in beslag en een foutje in de procesvoering betekent dat de hale batch waardeloos
regelen genomen om touten te voorkcmen, De hele procesgang moet steriel blijven (afgezien van de schimmel). Oit houdt in dat de ingaande stromen met voedingsstoffen
en
chemlcallen voor de regeling van de pH sterlel moeten zijn en dat de lucht die gebruikt
wordt steriel moet zijn. Een infectie van de reactor kan grote gevolgen hebben.
De temperatuur
moet constant 25C zijn en mag niet te hoog oplopen omdat de schimmel
schoongemaakt
te visceus
i
.!
worden en geste-
riliseerd.
Kleine voorwerpen steriliseren kan met aen autoclaat bij circa 120C onder druk gedurende
5
10 minuten, maar aen reactor van tientallen kubieke meters wordt steriel gemaakt met
stoom.
Procesvoering
met micro-organismen
is te vergelijken
met de chemische
procesvoering
op het gebied
/