Professional Documents
Culture Documents
George Murdock
H1
Howard Becker
H1
Jrgen Habermas
H1
Niklas Luhmann
H1
H9
Georg Simmel
H1
Antropoloog
Amerikaans socioloog
Boek: Outsiders
lOMoARcPSD
H5
H9
F. A. Hayek
H1
Max Weber
H1
1918
Max Weber
H2
H6
Grondlegger moderne
conflictsociologie
Philosophie des Geldes
(1900)
Oostenrijkse econoom
Liberale denker
Duitse socioloog
lOMoARcPSD
H7
H 12
H 14
lOMoARcPSD
August Comte
H1
Fransman
Cours de philosophie
positive = positieve of
positivistische benadering
van de sociale werkelijkheid
systme de politique
positive (trait de
sociologie)= het menselijke
handelen wordt niet alleen
geleid door de rede, maar
ook door impulsen,
gevoelens en emoties.
lOMoARcPSD
Karl Marx
H1
H2
H5
H9
lOMoARcPSD
H 12
Pascal Blaise
H1
1956
Lewis Coser
H1
H5
Jean-Jacques
Rousseau
H1
1978
Ekman en Friesen
H1
Filosoof
Wiskundige
The Functions of Social
Conflict
Franse denker
4de boek: Contract sociale
lOMoARcPSD
1995
Jeffrey Alexander
H1
H2
H7
Amerikaans socioloog
lOMoARcPSD
1971
Norbert Elias
H2
2002
H2
1998
Kury en Ferdinand
H2
1991
Anthony Giddens
(Brit) - Ulrich Beck
(Duitser)
H2
H3
Vlaamse sociologen
lOMoARcPSD
H 14
1856 1939
Sigmund Freud
H2
1883 1945
Friedrich Nietzsche
H2
Claude Javeau
H2
Michel Maffesoli
H2
Oostenrijkse psychiater
Duitse filosoof
Der Wanderen und sein
Schatten: de gewone
mensen niet de boeien van
religie en moraal mag
afnemen
Franstalige Belgische
socioloog
Franse socioloog
lOMoARcPSD
1872 - 1951
1858 1917
Marcel Mauss
Emile Durkheim
H2
H2
H4
Frans socioloog
grondlegger etnologie
Essay de gift
lOMoARcPSD
H7
1743 1794
Condorcet
H3
1711 1776
Hume
H3
Voor hen is het alsof individuele atomen zijn die elke een eigenzinnige
baan volgen en steeds maar pijnlijk tegen elkaar opbotsen. Het sociale
is dan, volgens hen, het onaangename gevolg van die botsingen. De
aanhangers van de rationele keuzetheorie kunnen in de maatschappij
blijkbaar niets anders zien dan een oorlogstuig dat tegen het individuele
werd ingezet. Het individu kan zijn preferenties, zijn kennis en
opvattingen, zijn gedragsvoorkeuren slechts halen uit de samenleving.
Hij probeerde die idee van individu-maatschappij te verduidelijken door
te stellen dat het geheel (de samenleving) altijd meer is dan de som van
de samenstellende delen (de individuen). Het sociale als een onbedoeld
(pervers) gevolg van individueel-handelen-in-het-meervoud sluit veel
beter aan bij onze gewone manier van denken en bij het gezonde
verstand dan de werkelijkheid die Durkheim ons wil laten ontdekken.
Durkheim stelde dat afwijkend en zelfs crimineel gedrag normaal is,
onvermijdelijk en, zo voegde hij daar enigszins provocerend aan toe,
ook onmisbaar. Precies omdat we kunnen optreden tegen afwijkend en
crimineel gedrag, precies omdat in zon geval publieke excuses worden
aangeboden of straffen uitgedeeld, kunnen we de normen bevestigen.
Daarom zijn afwijkend gedrag en de reactie erop volgens hem even
onmisbaar.
De vrije markt paste de vrije markt beter bij de menselijke rede en de
natuur dan andere economische regimes. In 1775 al schreef hij dat de
vrije concurrentie tot gelijkheid zou leiden, de vermogens gelijk zou
maken, de ongelijkheid binnen eenzelfde land zou opheffen, maar ook
de ongelijkheid tussen verschillende landen zou drukken.
Het doel van de mens is nut of utiliteit maximaliseren en nut kan
worden gedefinieerd als plezier minus pijn. Heel wat utilitaristen
meenden dat de mens zowel gedreven werd door passies als door de
rede. Zij oordeelden dat de passies, het streven naar plezier en het
vermijden van pijn, het haalden en dat de rede ten dienste stond van de
passies. Vandaar hun opvatting dat mensen hun eigenbelang nastreven
en hun rede vooral daartoe gebruiken.
utilitarist
lOMoARcPSD
1806 1882
Frederic Le Play
H3
1796 1874
Adolphe Quetelet
H3
1840 1916
1821 1880
1840 1902
Charles Booth
Flaubert
Emile Zola
H3
H3
H3
H 10
1667 1745
Swift
H3
1835 1902
Samuel Butler
H3
Voorloper van de
empirische sociologie
boek: Les Ouvriers
Europens
Belg; wiskundige;
astronoom; statistiek
Brit
Madame Bovary
Franse schrijver
boek: LAssommoir
Naturalitische
romanschrijver
lOMoARcPSD
1910 2003
Robert Merton
1938
H3
H 10
1979
Boudon
H3
1902 1994
Karl Popper
H3
Amerikaanse socioloog
Herman Deleeck heeft het
toegepast in Belgi en
toegepast op de sociale
zekerheid.
lOMoARcPSD
1932 1998
Mancur Olsen
H3
H5
Economisch en socioloog
lOMoARcPSD
H7
1910 1989
Homans
H3
1926 1995
James Coleman
H3
1926 1984
Michel Foucault
H4
Foundations of Social
Theory
Histoire de la sexualit
lOMoARcPSD
H8
1902 1979
Talcott Parsons
H4
Kan men in die ontwikkeling een verandering van het strafobject zien;
men sanctioneert niet langer het lichaam met tang, brandijzer of bijl,
doch probeert in te werken op de al genternaliseerde waarden.
Vrijheidsberoving en sterke discipline moesten waardegetrouwheid
activeren. Nu wordt dit aangevuld met psychiaters,
reclasseringsagenten en sociaal werkers.
Het uitoefenen van sociale controle of macht zoals Foucault het
doorgaans noemt, is volgens hem dan ook in grote mate een kwestie
van het verspreiden van opvattingen, van voorstellingen van de
werkelijkheid en het wenselijke.
Ziekterol:
1)als de ziekterol aan iemand wordt toegekend, wordt meteen
aangenomen dat die persoon niet meer normaal kan functioneren; bij
de erkende artsen; een absoluut monopolie op het laatste woord over
de ziekterol
2)de zieke niet gestraft wordt voor zijn onbekwaamheid
Daarmee is de Parsoniaanse beschrijving van de ziekterol nog niet
volledig, maar we beschikken al over voldoende elementen om beter te
begrijpen wat Durkheim onder sociale werkelijkheid verstaat.
ziekterol: een toestand of rol die kan worden toegekend die de persoon
ontslaat van een aantal verplichtingen en waarbij de schuld van die
onbekwaamheid niet bij de zieke zelf wordt gelegd.
Reductionistisch perspectief = de fysieke toestand van het organisme
bepalend; het is die toestand zoals hij door de medische wetenschap
wordt beschreven, die objectief bepaalt wat de zieke kan en niet kan
doen; vertaling van die objectieve condities
Sociaal perspectief = de ziekterol daarentegen is het fundamentele
gegeven; zij bepaalt hoe men in een bepaalde cultuur de ziekte
benadert en oefent dus ook invloed uit op de specifieke manier waarop
de kunst van het genezen en de medische wetenschap zich daar
ontwikkelen.
Surveiller et punir
lOMoARcPSD
H5
H6
H7
H8
lOMoARcPSD
H9
1724 1804
Emmanuel Kant
H5
1988
Herrnstein-Smith
H5
1884 1942
H5
1881 - 1955
Bronislaw
Malinowski en
Radcliffe Brown
1989
Wolgang Vogt
H5
Duitse filosoof
antropologen
lOMoARcPSD
1838 1909
Ludwig Gumplowicz
H5
1932
Carl Schmitt
H5
1961
John Rex
H5
1959
Ralf Dahrendorf
H5
1923 2006
Clifford Geertz
H5
H6
Grondlegger
conflictsociologie
Britse socioloog
Antropoloog
socioloog
lOMoARcPSD
1978
Richard Sennett
H5
1922 1982
Erving Goffmann
H5
H7
Tijdens de 17de en 18de eeuw voltrok zich volgens hem echter een grote,
revolutionaire verandering van het gevoelsleven en de
omgangsvormen. De val van het publieke personage dat gespeeld wordt
om een rol te vervullen in het sociale leven. In de plaats van dat
personage, waarmee mensen elkaar vroeger tegemoet traden, kwam
het authentieke individu dat zich voorstelt als een reflectie van zijn
innerlijke gevoelens en emoties.
Dramaturgische theorie, symbolisch interactionisme
We behouden het verschil en de spanning tussen persoon en
personage, acteur en rol, maar zien in het eerste lid van elk van die
paren de inhoud, het echte en de substantie, in het tweede lid de vorm,
het gekunstelde en het oppervlakkige.
1)Volgens hem spelen mensen een rol. Ze proberen zich door anderen
in een bepaalde rol te doen erkennen en doen dat via de manipulatie
van kleding, houding, uitspraken en andere symbolen. Ze doen m.a.w.
wat hij noemt impression management
2) achter dat alles schuilen in zijn visie de echte personen die de
indrukken managen en van maskers wisselen. Ze zetten de maskers
ook wel eens af en dit kan omdat zij een onderscheid maken tussen
frontstage = de plaats of het moment waarop men optreedt, een
masker draagt, indrukken manipuleert
backstage = men is op zijn gemak, daar kan men de maskers afleggen
en uit de rollen treden.
3)Jezelf kunnen zijn = roldistantie
Beschreven hoe mensen in wachtkamers, op het strand, in liften of het
openbare vervoer, rond hun persoon een territorium proberen af te
bakenen. personal space = de ruimte aan te duiden die en individu
mentaal rond zichzelf afbakent en waarvan het binnendringen wordt
beleefd als een intrusie of een onbeschoftheid; The stall = een individu
voor een langere tijd aanspraak maakt op een bepaald territorium
Hij onderzoekt ook hoe mensen zich in de ruimte bewegen en bvb de
voorrangsregels regelen; beschrijft regels voor toenadering tussen
personen, die gehanteerd worden om iemand aan te spreken;
Amerikaans socioloog
The presentation of self in
everyday life
lOMoARcPSD
1809 1849
H5
1863 1931
George Herbert
Mead
H5
1897 1990
Norbert Elias
H5
1588 1679
Thomas Hobbes
H5
1984
Theodor Caplow
H5
Het civilisatieproces
lOMoARcPSD
1917
Harold Garfinkel
H5
H7
1857 1924
Joseph Conrad
H6
1805 1859
Alexis de Tocqueville
H6
LAncien Rgime et la
Rvolution
lOMoARcPSD
H 14
1833 1911
Wilhelm Dilthey
H6
1966
Berger en Luckmann
H6
1994
Boden en Molotch
H7
Men moet er kunnen inkomen dat mensen hun geld liever stoppen in
het aankopen van zon ambt dan in handel of landbouw. De
ontwikkeling van deze laatste activiteiten zal dan, ten gevolge van een
gebrek aan investeringen, worden afgeremd.
Verdedigt dat de Franse Revolutie op het vlak van de staatshervorming
het werk van de Franse koningen in feite afrondt en bekroont.
Kenmerkend voor die moderne staat is zijn capaciteit effectief een
territorium te controleren, evenals zijn monopolie op rechtspraak,
bestraffing, belastingen, politie en leger of militie in grote mate te doen
eerbiedigen. Die staat kan, in groeiende mate, via beschermende,
verzorgende en verbiedende maatregelen, doordringen tot in het
dagelijkse leven v/d burger.
Reageerde tegen het individualistische denken; Kritiek op de
verstehende methode; methode is immers sterk individualistisch omdat
zij aanneemt dat alle individuen op dezelfde manier reageren op
toestanden. Dilthey verwierp die idee en stelde dat de reacties van
individuen bepaald worden door de cultuur waaruit zij komen en de
tradities waarin zij leven.
Hecht veel belang aan het hermeneutische moment van de
sociologische verklaring. Mensen handelen obv de wijze waarop zij zich
de anderen, hun motieven en reacties voorstellen. De sociale
werkelijkheid is geconstrueerd via de opvattingen die men over die
werkelijkheid heeft = sociaal constructivisme. De sociologie zich vooral
toespitsen op de processen via welke mensen tot een bepaalde
voorstelling van de werkelijkheid komen: ertoe komen een bepaalde
voorstelling voor echt, waar of overtuigend te beschouwen.
Uit hun onderzoek besluiten ze dat face-to-face interactie op vele
vlakken superieur is aan door technologie bemiddelde interactie. Zij
draagt veel meer informatie, geeft beter inzicht in de intenties waarmee
iets wordt gezegd, laat sneller feedback en correctie toe, schept beter
mogelijkheden om storingen in de communicatie op te vangen en te
neutraliseren.
lOMoARcPSD
1900 1987
Herbert Blumer
H7
1969
Kai Erikson
H7
1748 1832
Jeremy Bentham
H8
1898 1956
Berthold Brecht
H8
Amerikaans socioloog
An introduction to the
principles of morales and
legislation
Duitse dramaturg
Erst kommt das fressen dan
kommt die Moral
lOMoARcPSD
1979
Michel Crozier
H8
1996
Zygmunt Bauman
H8
Epikoeros
H8
1911 1998
Louis Dumont
H8
H 11
1893 1950
Edwin Sutherland
H 10
Frans socioloog
Men verandert de mpij niet
bij decreet
Homo hierarchicus
lOMoARcPSD
1788 1858
George Combe
H 10
1836 1909
Cesare Lombroso
H 10
1850 1935
Charles Richet
H 10
1913
Raphael Simons
H 10
1957
Sykes en Matza
H 10
Zij zijn doorgaans beter opgeleid, behoren dikwijls tot dezelfde sociale
klasse als de rechters en kunnen zich ervaren en talentrijke advocaten
veroorloven, die alle mogelijkheden van de procedure uitputten.
Hij wijst ook op het belang van de wijze waarop de werkelijkheid wordt
voorgesteld. In een bepaalde omgeving worden bepaalde gedragingen
(bvb. belastingontduiking) niet voorgesteld als afwijkend gedrag maar
als een kwestie van verstand en handigheid.
Volgens de frenologie was de neiging of voorbestemming tot misdaad al
in het hersenweefsel ingeschreven. De hersendelen die misdaad
waarschijnlijk maken, zijn volgens die theorie bij misdadigers sterker
ontwikkeld dan bij andere mensen. Zij duwen tegen de schedel en
vormen zo de ongelijkheden en knobbels waaraan de bedreven hand
het echte criminele type herkent.
Meende de potentile misdadiger te kunnen herkennen aan zijn
fysionomie: man met lage voorhoofd, dikke wenkbrauwen, lange armen
en deze had aanleg voor gewelddadige misdaden. De oplichter =
loucher, grote gelijkenis tussen de wilde en de laagopgeleide volksmens
Hij zag een slechte biologische constitutie als oorzaak van sociale
problemen leidde tot eugenetica; en pleitte in 1919 voor een verbod
op huwelijk en voortplanting van tbc-patinten, mensen met venerische
ziekten en vrijgestelden van militaire dienst. Sterilisatie van criminelen
en krankzinnigen gebeurde tijdens het interbellum trouwens in
verschillende landen.
Vroeg of de doodstraf op een veel ruimere schaal zou kunnen worden
toegepast, niet ter wille van het afschrikkingeffect, maar om via de
eliminatie van criminele types de biologische kwaliteit van de Franse
bevolking te veredelen.
De normatieve neutralisering van afwijkend gedrag. Bepaalde, strafbare
handelingen worden voorgesteld als normaal en natuurlijk via
neutralisatietechnieken, ipv afwijkend: zaken zijn zaken en hier geldt
de wet van de jungle, dit is geen baan voor doetjes zeggen de
witteboordencriminelen.
Italiaanse criminoloog
Franse arts
lOMoARcPSD
1931
Shaw en McKay
H 10
1969
Hirshi
H 10
1982
Wilson en Kelling
H 10
1988
Katz
H 10
1994
Nico Wilterdink
H 11
1798 1863
Eugne Delacroix
H 11
1903 1950
George Orwell
Willis
H 11
H 11
Seduction of Crime
Sardanapalos
Animal Farm
lOMoARcPSD
1857 1929
Thornstein Veblen
H 11
1930 2002
Pierre Bourdieu
H 11
Franse socioloog
La Distinction
lOMoARcPSD
1988
Dennis Wrong
H 12
1947 -
H 12
lOMoARcPSD
1918 2002
H 12
1992
Paul de Graaf en
Ruud Luijkx
H 12
1998
Koen Pelleriaux
H 12
1915 2002
Michael Young
H 12
lOMoARcPSD
1991
Robert Reich
H 12
1994
Herrnstein en
Murray
H 12
1898 1979
Herbert Marcuse
H 13
1916 1962
C. Wright Mills
H 13
lOMoARcPSD
1993
William Domhoff
H 13
384 - 322
Aristoteles
H 13
1977
T.H.Marshall
H 13
2002
Harold Wilensky
H 13
lOMoARcPSD
1990
Esping-Andersen
H 13
lOMoARcPSD
1967
Lipset en Rokkan
H 13
1766 1834
Thomas Robert
Maltus
H 14
1919 1999
Lawrence Stone
H 14
Britse historicus
lOMoARcPSD
1974
Immanuel
Wallerstein
H 14
1902 1985
Fernand Braudel
H 14
2005
Friedman
H 14
1967
Reinhard Bendix
H 15
1913 2005
Barrington Moore
H 15
Hij is van oordeel dat men de gang van zaken in de wereld niet kan
begrijpen door naar staten of natiestaten te kijken dat een begrip als
samenleving te ongrijpbaar is kapitalistisch wereldsysteem
In het economische leven kan men volgens Braudel drie niveaus
onderscheiden.
o Eerste niveau (kelderniveau) Productie voor eigen
gebruik, dat vanaf 1600 een afnemend belang kende.
o Tweede niveau (gelijkvloers) Lokale ruilhandel, die
vanaf 1600 enkel nog plaatsvond voor groenten en fruit
(markten)
o Derde niveau (bel-etage) Wereldhandel, die vanaf
1600 het grootste deel van de consumptiegoederen
oplevert.
We krijgen dus vanaf 1600 een omschakeling van eigen productie en
lokale ruilhandel naar wereldhandel, die voorheen enkel tot
luxegoederen beperkt bleef.
Verder onderscheidt Friedman (2005) in de modernisering en
globalisering drie fasen, die elk door technologie zijn bepaald.
- 1500-1800 Zeevaart en ruiters
- 1800-2000 Stoomkracht, spoorweg en multinationale
ondernemingen
Vanaf 2000 Informatie- en communicatietechnologie
Verdedigt de stelling dat enkel de landen die heel vroeg konden
ontwikkelen en moderniseren die heel snel de nieuwe staatsvorm
konden laten samenspelen met de nieuwe technologische en
economische krachten een eigen pad van ontwikkeling konden
volgen.
Volgens B. Moore mondt de transformatie in de eerste fasen, waarbij
het initiatief in handen is van de burgerij, uit in parlementaire
democratien. Zodra de burgerij economisch en politiek zwak is en het
initiatief wordt genomen door de traditionele elites, vergroot volgens
Moore de kans op het ontstaan van totalitaire regimes.
Franse historicus
La dynamique du
capitalisme
lOMoARcPSD
1929 2005
H 15
1985
Nemeth en Smith
H 15
2000
Lawrence Harrison
en Samuel
Huntington
H 15
lOMoARcPSD
1991
Goldstone
H 15
1992
James Hollifield
H 15
1864 1929
Charles H. Cooley
H 16
Amerikaanse socioloog
een van de grondleggers
van het symbolisch
interactionisme
lOMoARcPSD
1973
Mark Granovetter
H 16
1988
James Coleman
H 16
als men niet langer wil schitteren, wil boeien, als dat allemaal
niet meer nodig is, dan kan de stilte het woord vervangen. (F.
Mitterrand)
- De communicatie heeft een intiem karakter. Met betrekking tot
wat kan worden verwacht zijn primaire relaties eerder diffuus
dan specifiek.
- De primaire relaties hebben ook dikwijls een affectief karakter.
Men staat niet neutraal tegenover elkaar. De gevoelens kunnen
positief of negatief zijn.
- Primaire relaties zijn persoonlijk.
- Als een interactiekader bestaat uit mensen die onderling door
primaire relaties met elkaar verbonden zijn, kan men spreken
van een primaire groep.
introduceerde een ander belangrijk verschil. Hij maakt als het ware een
onderscheid tussen soorten primaire relaties. Hij verdedigt de stelling
dat persoonlijke relaties en netwerken veel belangrijker zijn voor het
functioneren van de hedendaagse samenleving, organisaties en
bedrijven dan doorgaans wordt aangenomen. Die persoonlijke relaties
lijken op primaire relaties, maar ze kunnen uiteraard variren naar
intensiteit. Zij kunnen de kenmerken van primaire relaties tot op
verschillende hoogte hebben. Granovetter spreekt in dat verband van
strong en weak ties. De sterke en de zwakke banden vervullen
volgens Granovetter heel verschillende functies. Sterke banden zijn
belangrijk voor onder meer emotionele steun en groepsbinding. Zwakke
banden kunnen daarentegen een grotere schaal bereiken en meer
mensen met elkaar in contact brengen. Zij zijn daarom belangrijker bij
onder meer het opzetten van ondernemingen en sociale bewegingen.
Die ideen passen perfect in de ontdekking van de relevantie van
sociaal kapitaal.
Spreken van sociaal kapitaal als niet alleen een kenmerk van individuen,
maar ook als een eigenschap van collectiviteiten.
lOMoARcPSD
1977
Christopher Lasch
H 16
1977
Edward Shorter
H 16
1985
Vivana Zelizer
H 16
Gellner
H 16
Christopher Lasch is het daar niet mee eens. Volgens hem kan het
moderne gezin, omdat het zoveel functies verloren heeft, die
bescherming niet meer bieden. We bekijken tot slot twee specifieke
gevolgen van het differentiatieproces, namelijk de verandering van de
liefde en van de betekenis van kinderen.
Waren de Europese huwelijken voor de 18de eeuw trouwens helemaal
niet zo liefdevol. De meeste echtelijke relaties werden gekenmerkt door
een afwezigheid van affectie.
Viviana Zelizer spreekt van de sacralisering van het kind. Zij bedoelt
daarmee dat men kinderen niet langer een economische waarde wil
aanmeten, hen daarentegen beschouwt als iets waarvan men de
essentie krenkt als men het in geldwaarde uitdrukt.
Coup de foudre