Lineaire Schakelingen Q1

Belangrijke informatie:
-

Voortgangstoetsen elke woensdag avond voor 22:00 inleveren!

Als je 3000 wilt zeggen is het 3,000 en 3,0 = 3.0
Bij berekeningen altijd je hele berekening opschrijven met gegevens.

Theorie:
De basis:
-

Een elektrisch circuit is een aaneenschakeling van elektrische componenten -> component word
gepresenteerd door wiskundig model.
Lading: een elektrische eigenschap van atoomdeeltjes waaruit materie is opgebouwd gemeten in (C)
coulomb.

dq
dt

Elektrische stroom: mate van verandering van de lading in de tijd. i =

Pijltje in circuit, stroom richting (positief) elektronen gaan de andere kant op.

De potentiaal is de hoeveelheid potentiele energie Uab=

dw
dq

1e situatie: A hogere spanning

2e situatie: B hogere spanning

P=v*i
t

v ( t ) i (t ) dt

W(t)=

Potentiaal hoger in A dan B, dn stroom A->B(passieve componenten)

Passieve componenten absorberen vermogen

Geleverd vermogen=negatief geabsorbeerd vermogen
W.v.b.v.E geldt voor elektrische circuits.
Relatie: Energie<>vermogen
De som van de geabsorbeerde vermogens van alle netwerkelementen + het geleverde vermogen is
0
DC: stroom wisselt niet van polariteit (positief naar negatief of vice versa). De stroom kan wel van
grootte veranderen. AC wisselt wel van polariteit.

t (0 )

Een passieve component (resistor) kan alleen maar een positieve waarde voor de weerstand
hebben.
Grotere resistors kunnen meer vermogen aan -> gekozen grootte van een resistor hangt af van de
warmte die geproduceerd wordt.
De grootte van een capacitor hangt af van het voltage dat het element aan moet kunnen.
Short circuit: R=0, G=oneindig.
Open circuit: R=oneindig, G=0

Stroom als functie van spanning: i=

eenheid van geleiding = siemens (s)

1
R

* V = G* V

Stroomwet van kirchoff:

i j ( 1 )=0
j=0

Spanningswet van kirchoff:

V j ( 1 )=0
j=0

Methodes om circuits op te lossen:

Methode 1: inspectie

Equivalente weerstanden (serie/parallel)

Stroom- en spanningsdeling
Ster-driehoek transformatie (geen stof)
Werkt niet bij alle circuits/ moeilijk te implementeren in computers.

Methode 2: knooppuntmethode: (nodal analysis)

Stap 1: Boekhouden
-

Bepaal het aantal knooppunten(N)

Definieer de referentie (aarde)
Teken de stromen in elke tak van het circuit

Stap 2: vergelijkingen opstellen

-

Stel de kirchoff vergelijkingen op voor alle knooppunten behalve aarde (n-1)

Schrijf de Stromen in termen van spanningen

Stap 3: vergelijkingen oplossen:

-

Los het stelsel op, evt. matlab

Spanningsbron: ongeaard
-

Supernode aanpak, zie boek

Laat stroom staan, introduceer vergelijking.

Methode 3: maasmethode

Gebruik van spanningswet

Werkt alleen voor planaire circuits( geen kruiswegen)
B-N+1 vergelijkingen (N knooppunten, B takken)

Stap 1: boekhouden
-

Identificeer B-N+1 onafhankelijke mazen en teken de maasstromen

Stap 2: vergelijkingen opstellen

Kirchoff vergelijkingen alle mazen

Schrijf de spanningen in termen van maasstromen

Stap 3: vergelijkingen oplossen:

-

Los het stelsel op, evt. matlab

Zet de maasstromen om in werkelijke stromen

Stroombron(meerdere mazen):
A)
B)

Supermesh aanpak
Laat spanning staan, extra vergelijking