met de stem aangenaam en het woord jou behagend eens was de liefde groots en blind en de wereld een lied en het lied klonkt uitdagend maar op een dag ging alles mis Mijn droom, 't is lang geleden nou De hemel blauw, vol hoop en leven Een liefde die nooit sterven zou Een God die alles zou vergeven toen was ik jong en onbevreesd nog niet van werkelijkheid doordrongen het leven was een zorgloos feest de wijn geproefd het lied gezongen Maar de tijger in de nacht, gromt als ingehouden donder Als hij hoop aan stukken scheurt En mijn droom tot schande maakt een zomer lang bleef hij me trouw hij sliep naast mij 't was als een wonder ik was een kind en werd een vrouw 't werd herfst, ik ben alleen ontwaakt En in mijn droom, haalt hij zijn bruid Nog steeds wil ik hem alles geven Niet alle dromen komen uit Niet elke storm kun je overleven Mijn droom zo anders dan de hel Waarin ik ben gedoemd te leven Waarin geen enkele hoop meer gloort Het leven heeft mijn droom vemoord