Professional Documents
Culture Documents
Eindopdracht
Eindopdracht
Bajrami Klas: 3B
Lector: Pascal
Roskam
EINDOPDRACHT:
INDIVIDUELE
PROJECTPAPER
Opleidingsonderdeel personeelsmanagement
Semester 1
Inhoudsopgave
1. Individuele opdrachten 2
2. Groepsopdrachten
3. Boeken 6
4. Werkteksten 18
5. Eventuele sprekers(en andere evenementen)
Bijlagen
24
19
1. INDIVIDUELE OPDRACHTEN
1.
2.
3.
4.
Zie bijlage
2. GROEPSOPDRACHTEN1
1. Pitch
Opdracht: het houden van een pitch over de redenen waarom een organisatie
aan duurzaam HR zou moeten doen.
LEERREFLECTIE
Als korte feedback heb ik het volgende gekregen : Je kunt het wel . Als
ik meer zelfzeker was en meer vertrouwen in mijn eigen had tijdens de
pitch, dan zou dit invloed gehad hebben op het resultaat van de
groepsopdracht. Als groep hadden we ook de feedback gekregen dat de
inhoud van onze pitch heel erg goed was, dus daaromtrent zou ik niets
aanpassen.
Mocht ik mijn opdracht opnieuw kunnen doen, dan zou ik meer duidelijk e
afspraken gehad willen hebben. Het is niet dat we geen afspraken hadden,
maar ze waren vaag en veranderden steeds.. Zo was er bijvoorbeeld de
afspraak dat ik een bepaalde slide zou doen, maar op het laatste moment
werd dit slide overgenomen door mijn teamgenoten. Of was er
onduidelijkheid over welke informatie ik zou moeten opzoeken en welke
mijn teamgenoot.
Als toekomstige personeelswerker heb ik uit de opdracht geleerd dat
afspraken van belang zijn. Afspraken hebben een grote invloed op het
resultaat . Als de afspraken met betrekking tot de inhoud bijvoorbeeld
vaag waren, dan zou de inhoud ook vaag zijn..
Ook heb ik als toekomstige personeels werker geleerd dat je
zelfvertrouwen een grote rol speelt wanneer je iets naar voren brengt. Ik
heb de indruk dat wat je tijdens het spreken voelt , dat het automatisch
overgebracht wordt naar het publiek.. Wanneer je bijvoorbeeld niet zeker
ben van wat je aan het zeggen bent, zal dit ervoor zorgen dat het publiek
over de inhoud zal beginnen twijfelen.
Wat ik meeneem voor mijn latere beroepsfunctioneren is het gebruik van
de pitch zelf. Ik had vroeger nooit geweten wat een pitch was, en nu dat ik
weet wat het is lijkt het me zeer nuttig. Het is een goed middel om een
boodschap kort en bondig te laten openbaren aan anderen. Het gebruik is
ook handig wanneer je niet oveel tijd hebt, want een pitch duurt immers
niet zo lang(ongeveer 10 minuten).
2. Visual harvesting
Opdracht: visual harvestond rond de concurrerende waarden'-model van Quinn.
LEERREFLECTIE
In het algemeen was ik niet 100 procent tevreden met het resultaat van de
groepopdracht. Mocht ik het bijsturen, dan zou ik het dan ook op
verscheidene plekken aanpassen. Ik zou de delen willen aanpassen die te
algemeen en te vaag waren. Ik zou het meer concreter willen maken. We
hadden imers als feedback gekregen dat sommige delen wat vaag waren.
Zo zou ik het resultaat voornamelijk bijsturen rond het HR-gedeelte. Dat
hield het HR-beleid in: HR-visie, HR-strategie en HR-doelstellingen. Het
gedeelte omtrent de missie, visie en de bedrijfsstrategie zou ik enkel hier
en daar wat aanpassen- zoals het aanpassen, vervangen of toevoegen,
van een paar zinnen en /of woorden om het duidelijker te maken
De onzekerheid heeft voornamelijk met het feit te maken dat we niet
concreet wisten hoe we de elementen van de inhoud (zoals de hrstrategie) concreet vorm moesten geven. Natuurlijk wisten we wel wat we
daarin moesten vermelden, maar het probleem was dat het te vaag
ingevuld werd. Wat eigelijk best wel begrijpbaar is aangezien we nooit als
studenten personeelswerkers een HR-beleid hebben opgesteld.
Hoe we de groepsopdracht aangepakt hebben zou ik ook graag
veranderen. Dit als ik de opdracht opnieuw kon doen. Ik zou meer met
elkaar afgesproken hebben om samen aan de opdracht te werken. Ook zou
ik, op het moment dat de opdracht dient ingediend te worden, ervoor
zorgen dat we dit samen konden doet. Dat bijvoorbeeld de ene groepslid
niet thuis/ op kot zit te wachten op de andere groepslid vooralleer de
opdracht ingediend word. Dit zorgt immers voor veel stress. Door het
samen in te dienen krijg je de zekerheid dat alles al in orde is.
5
Over burn-out
He hoofdstuk begint door uit te leggen wat een burn-out is. Dit wordt
gedaan aan de hand van de definitie van Schaufeli en Enzmann. De
symptomen van een burn-out zijn gegroepeerd in 3 dimensies: je voelt je
uitgeput, je behandelt anderen onpersoonlijk en je voelt je niet langer
bekwaam. In kader daarvan wordt er een tabel weergegeven van de
uitingen van een burn-out. Deze zijn in 3 delen opgesplits: de fysieke
uitingen, de cognitieve en affectieve uitingen en het gedragsmatige
aspect van de uitingen.
Daarna wordt er over de factoren gesproken die de kans
verhogen(1)/verlagen(2) op een burn-out. De eerste houdt het volgende
in: job= centrale rol in je leven, job= enige bron van bevrediging in je
leven, resultaten werk= gevolg eigen presentaties, resultaten =/ jouw
beeld, job en werk= wreken op kritieke vroegere ervaringen, idee= alleen
geliefd wegens je prestaties. Daarbij horen ook de volgende 2 elementen:
tendens in de maatschappij= werk als een bron voor zelrealisatie, tendens
in de organisatie= beheersen en bepalen van werkomgeving (efficintie
en kwaliteit). De tweede houdt dan het volgende in: sociale steun op het
werk, mogelijkheid om over last van het werk te kunnen praten met
andere mensen, scheiding werk en privleven, het kanaliseren van je
woede en agressie, mogelijkheid tot parttime werken.
6
Het individuele perspectief: een relationele kijk op het proces van krachtig
werken tot aan een BO
In dit hoofdstuk wordt over de relationele dynamiek van het proces
gesproken dat tot een burn-out kan leiden. Dit wordt gedaan vanuit een
individueel perspectief.
De kern van deze dynamiek houdt het gegeven in dat je in je hoofd steeds
bezig bent met een bepaalde persoon, zoals het voeren van dialogen en
het afspelen van gesprekken. Hiervan leiden we af dat een burn-out
relationeel is. De kern is negatief van aard: er werd je onrecht
aangedaan(eigen gevoel). Het is iets dan ook waartegen je gaat vechten.
Omdat je het gevoel krijgt dat je onrecht werd gedaan, brengt het zo
negatieve gevoelens teweeg, zoals boosheid, onnmacht, verdriet en een
sterk gevoel van verzet. Het is dit proces dat uiteindelijk leidt tot een burnout. Het is namelijk allemaal heel erg vermoeiend. Maar, er is een
oplossing, namelijk het stoppen van het gevecht. Hierbij is het belangrijk
dat je keuzes maakt en dat je afstand neemt van de desbetreffende
persoon en je werkomgeving. Contact met mensen die voor jou belangrijk
zijn en hiermee gesprekken voeren omtrent je persoonlijkheid, je talent en
je toekomsdromen is ook belangrijk.
De dynamiek wordt gekendmerkt door 7 fasen. Deze komen voor in het
ontstaan van de dynamiek.
Fase 1: geen vuiltje in de lucht2, fase 2: verwarring door onverwachte
reacties, fase 3: onhandig reageren van twee 2 kanten, fase 4: het
ontstaan van beelden in het hoofd, fase 5: het verdwijnen van echt
contact, fase 6: dialogen en gedachten die je niet meer kunt stilzetten en
fase 7:de fase van de waarheid, het kan alle kanten uit. Het start wanneer
er niets aan de hand is, daarna gebeurt er iets onverwacht, wat je in de
war maakt. Een persoon is hierbij betrokken. Er is sprake van een
verschillend verwachtingspatroon. Je reageert hierop onhandig. De
energiebelans wordt verstoord, de situatie waarin je bent terechtgekomen
houdt je intens bezig. Je begint gedachten te krijgen en dialogen te
creren/af te spelen. Je vormt beelden van de ander, het bepaalt je
gedrag. De situatie(s) met de ander geeft aanleiding tot spanning. Je gaat
je onpersoonlijk gedragen, je reageert steeds minder authentiek. Je
omgeving kan moeilijk met jou contact maken, maar jij zelf kan ook
moeilijk comtact met die omgeving maken. Je behoefte aan erkenning
begint te stijgen. Je hebt geen capaciteit meer om te kunnen
communiceren en te luisteren. De kans tot (hevige)conflicten stijgt en je
twijfelt over je eigen professsionele toekomst. Je krijgt het moeilijk om het
los te laten: je wilt dat de situatie wordt rechtgezet. Je begint controle te
verliezen over je gedachten. Je kunt de dialogen in je hoofd niet uitzetten.
2 Vatbare mensen hierbij: hoge intrinsieke motivatie, werk= belangrijke rol in je
leven, zelfrealisatie => koppeling realisatie werkgerelateerde doelen, waardering
en erkenning resultaten w = belangrijke drijfveren
9
veel nieuwe kennis gaf. Ook vond ik dat de inhoud eigenlijk best wel
logisch was. Dit maakte het minder spannend om te lezen.
Wat ik goed aan het boek vond was de overzichtelijkheid. Er werd gebruik
gemaakt van kleuren, tabellen, afbeeldingen(schemas), opsommingen,
tussentitels enzovoort. Een andere positieve punt van het boek was het
feit dat de inhoud heel erg gespreid was. Het ging over meerdere
aspecten, het beperkte zich niet tot 1 domein. Zoals bijvoorbeeld het
gegeven dat er niet enkel over de burn-out werd geproken, maar ook over
talenten, competenties en de maatschappij. Uiteraard gelinkt met de burnout. Verder werd er in het boek bepaalde delen van de inhoud duidelijker
gemaakt aan de hand van korte casussen. Deze waren heel erg nuttig voor
mij, ik kreeg zo een duidelijker beeld en kon de inhoud(de theorie) linken
met de realiteit.
In een bepaalde hoofdstuk werd een overzicht weergegeven over alle
talenten dat iemand kan beschikken. Dit hoofdstuk vond ik heel erg leuk
en interessant om te lezen, omdat ik zo meer inzicht kreeg over mijn eigen
(kunnen) en er mee verder weg kan in de toekomst.
Of ik het boek aan alle medestudenten zou aanraden betwijfel ik. Ik zou
het enkel aan bepaalde medestudenten aanraden. Namelijk de
medestudenten die weinig kennis hebben van een burn-out. Als ik het zou
aanraden aan de medestudenten die veel kennis hebben van een burnout, zou het lezen van dit boek saai zijn voor hun.
13
steeds enkel de ouder in zich ontplooit- het individue uit enkel de ouder in
zich- kan dit leiden tot unipolair handelen. Er ontstaan een disbalans, er is
geen evenwicht. Wat uiteindelijke resulteert in een burn-out. Het is
belangrijk dat de 2 tegengestelde eigenschappen in gelijke mate
ontplooitd te worden. Ouder en kind wisselen elkaar af: iemand is de ene
keer ouder en de andere keer kind, de ene keer actief dan weer passief,
verstandig dan weer gevoelig. Wanneer de 2 tegengestelde
eigenschappen in evenwicht met elkaar zijn, is er sprake van een bipolaire
leven.
Wanneer er een evenwicht is tussen de ouder(actief) en het
kind(passief) in het individue, is er leven. De 2 tegengestelde
eigenschappen creren beweging. Leven is bewegen: bewegen van actief
naar passief, van ouder naar kind hoort bij het leven. Het is eigen aan het
leven.
De diagnose burn-out
De oorzaken van burn-out kan gezocht worden in een jarenlange
overbelasting. Factoren die stress geven op het werk, zoals tijdsdruk en
grote verantwoordelijkheid, kunnen hieraan een bijdrage geven. Daarbij
horen ook huwelijksproblemen en langdurige spanning in de persoonlijke
levenssfeer. Deze factoren worden echter in een bipolaire perspectief niet
gezien als oorzaken maar als aanleidingen. Een burn-out ontstaat dan van
hieruit. Volgens de bipolaire benadering ligt de oorzaak in de mens zelf:
het individue heeft gedurende een langere tijd een disbalans opgebouwd,
waardoor het natuurlijk evenwicht verstoord werd. Of een burn-out
daadwerkelijk ontstaat, is van het individue afhankelijk. Niet van de
omstandigheden. Wanneer 2 individuen zich indezelfde omstandigheden
bevinden, zeg maar, lijkt de ene persoon er meer moeite mee te hebben
dan de andere persoon. De ene kan de tegenslagen verdragen, de andere
raakt erdoor uitgeput. Heeft allemaal met de balans te maken. De
oorzaken moeten dus niet gezocht worden in de omstandigheden, maar in
de persoon zelf.
Wanneer iemand een burn-out heeft, mag de desbetreffende
persoon niet geactiveerd worden. Het activeren kan bijvoorbeeld
gebeuren door te zeggen dat de desbetreffende moet genieten, dat hij zijn
eigen moet verwennen of dat hij maar eens moet uitgaan. Dit
handelswijze is niet goed omdat het tegendraads werkt. Wat wel werkt is
de persoon tot inzicht brengen dat hij unipolair(disbalans) heeft geleefd en
vanaf nu bipolair(balans) moet leven. De persoon moet dit kunnen
realiseren: er moet een balans zijn tussen actief zijn en passief zijn.
Ieder mens heeft een ouder in zich. Deze heeft een functie, het zorgt
ervoor dat we bijvoorbeeld gezond eten en dat we vroeg opstaan voor het
werk ookal hebben we daar soms geen zin in. De innerlijke ouder is dus
nodig. Soms kan het echter voorkomen dat de innerlijke ouder te streng is.
In het geval van gezond eten, kan het bijvoorbeeld ervoor zorgen dat er
16
altijd gezond wordt gegeten en dat er nooit gesnoept wordt. Zo begint het
individue een unipolair leven te leiden. Het individue heeft de oudereigenschappen te zeer benadrukt en de kind-eigenschappen
verwaarloosd. Het kind in zich werd geblokkeerd. Er is sprake van een
blokkade. De blokkade dient echter opgehefd te word. Dit is nodige om de
natuurlijke innerlijke stroom toe te laten: een dam werd gelegd in de
stroom naar de tegengestelde ervaring.
De blokkade is gelinkt met de eigenschappen/gevoelens van de
mens. De blokkade kan zo sterk zijn dat de persoon zich ervoor afsluit. Het
kan zelfs voorkomen dat ze die eigenschappen/gevoelens niet meer in
zichzelf voelen. Zo kan bijvoorbeeld de eigenschap lui zijn zo onderdrukt
zijn dat deze helemaal geblokkeerd geraakt.
De blokkades kunnen teruggebracht worden tot 3 domeinen: passief
zijjn (tegenover actief zijn), uitademen (tegenover inademen) en voelen
(tegenover denken). Voor alle 3 domeinen bestaat er een afkeer ervoor. De
afkeer verandert op den duur in angst. Ze zijn bijvoorbeeld in paniek als ze
niets doen.
De samenleving zelf heeft ook een belangrijke rol bij het onstaan van een
burn-out. We hebben het hier concreet over de waarden en de normen van
de maatschappij: een unipolaire visie op werk en presentatie. Zo moet
men bijvoorbeeld altijd bereikbaar zijn en is overwerken iets
vanzelfsprekend. Er wordt dus beroep gedaan op de ouder in het individue.
Het kind in het individue wordt niet gebruikt. In die context werkt het
individue in een bedrijfscultuur dat gebruik maakt van het Angelsaksisch
model. Het tegengestelde van dit model is het Rijnlandsmodel. Om een
burn-out zo veel mogelijk te vermijden dient men hiervan gebruik te
maken.
In het algemeen is het dus belangrijk dat de bedrijven bipolair
werken. De werknemers moeten ruimte hebben om zowel actief als
passief te zijn, om zowel in te ademen als uit te ademen en om zowel te
denken als te voelen. Bedrijven moeten een beroep doen op zowel de
ouder als het kind in de mens. De werksituatie dient afgestemd te zijn op
de bipolaire houding.
Bovendien is er ook nog de Wet Verbetering Poortwachter. Dit houdt
in dat de (zieke) werknemer, met betrekking tot de terugkeer naar het
werk, zich actief moet opstellen en ook zelf activiteiten moet ontplooien.
Er wordt vanuit gegaan dat de werknemer snel aan de slag moet gaan.
Aangezien de (zieke) werknemer vooral passiviteit en rust nodig heeft, is
dit heel erg problematisch.
De bipolaire behandeling: de weg naar herstel
De bipolaire behandeling(therapie) bestaat uit 2 delen. De eerste deel
omvat 3 fasen: fase 1 de ouder relativeren en opzoek gaan naar het
kind, fase 2 je overgeven aan het kind in jezelf en fase 3 evenwicht
tussen ouder en kind. De 2de deel omvat ook 3 fasen, gevolgd door de
17
Wanneer de clint zijn werk wilt hervatten, moet hij direct volledig mee
kunnen draaien en niet maar gedeeltelijk aan zijn werk bezig zijn. Dit kan
hij enkel doen als hij helemaal genezen is.
20
4. WERKTEKSTEN
NIET VAN TOEPASSING
21
2.
Jarno Broodcorens
Jobcoach bij SBS Skillbuilders
Informatie geven over zijn job en het postgraduaat HRM
Tips geven omtrent CVs en motivatiebrieven
je in het algemeen veel moet doen daarvoor (clean desk, interne verhuis,
investeringen) en dat er misschien sprake zal zijn van weerstand van de
medewerkers.
Uiteindelijk is het de resultaat die telt, en vanuitgaande de infosessie
, kan ik toch wel zeggen dat het de moeite waard is. Het biedt zo veel
voordelen. Het maakt de medewerkers gelukkig, zorgt voor een betere
presenteren(goede resultaten)... Bovendien leidt het ook tot een grotere
flexibiliteit. Wat zowel voor de medewerkers als de organisatie geldt.
Wat ik meeneem voor mijn latere beroepsfunctioneren:
De flexibiliteit en de transparantie(de openheid) die voor het nieuwe
werken gelden, wil ik graag later meenemen voor mijn
beroepsfunctioneren. Het zorgt namelijk voor een aangename
werkomgeving, iets waar ik veel belang aan hecht.
Tijdens de infosessie werd er verteld dat je, in de context van het nieuwe
werken, niet minder kans zal maken op promotie, gewoon omdat je minder
aanwezig bent. Dit is iets wat ik later in mijn achterhoofd zal houden dat
gunstig zal zijn voor mijn latere beroepsfunctioneren.
Verder werd er verteld dat de verloning niet steeds aan de hand van de
diploma gebeurt. De verloning kan ook bijvoorbeeld gebeuren vanuit de
graad je inneemt in de organisatie. Dit gegeven zal tevens door mij
onthouden worden in functie van mijn latere beroepsfunctioneren.
Gelinkt met de verloning, is het gegeven dat de verloning ook niet
financieel kan zijn. Voorbeelden zijn: een reis, een smartphone.. Een feit
dat praktisch zal zijn voor mijn beroepsfunctioneren.
Mijn beoordeling van de sprekers:
De sprekers hadden tijdens de infosessie geen powerpoint gebruikt.
Wanneer ik even afgeleid was, of in gedachte verzonken was, was het
daardoor moeilijk om de draad weer terug op te pikken. Dit zorgde ervoor
dat ik op bepaalde momenten gewoon naar een stel zinnen zat te
luisteren, terwijl ik de kern ervan niet wist. Maar in het algemeen, heeft
het eigenlijk wel ervoor gezorgd dat ik me steeds focuste op wat er gezegd
werd. Want als ik dat niet deed, kon ik niet meevolgen met wat er gezegd
werd tijdens de infosessie.
Soms kwam het voor dat de twee sprekers tergelijkertijd aan het spreken
waren. Dit maakte het voor mij moeilijk om hun te kunnen begrijpen. Wat
soms ook gebeurde was dat wanneer een spreker aan het spreken was,
dat de andere spreker direct daarop aanvullingen deed, terwijl de andere
nog niet gedaan was met spreken. Tijdens bepaalde momenten was het
iets dat echt storend was voor mij. In beide gevallen ligt de oplossing in
het hebben van geduld: de sprekers zouden moeten wachten wanneer elk
uitgesproken is.
Verder vond ik dat de wijze waarop de infosessie werd gegeven, heel erg
laagdrempelig was. Dit had voornamelijk te maken met de taal. De
27
Bijlagen
1. Pitch duurzaam hr
28
2. Visual harvesting
R: he didnt want any help. That was clear. I didnt mind it. I have other,
serious responsibilities
L Ronald Do you have a minute
R Laura.. is there a something going on ?
L The platform for the education(training) went live a month ago. Why
didnt you pass on a education that you want to follow
R Oh, I didnt have time for that But I will look at it.
L So it isnt because you didnt want it or something like that ?
R No. Off course not. This week I will find the time.
L The situation is that you arent the only one.
R Ah?
L Honestly, especially the young people use it. And that is of course not
the intention.. So I thought that you.. maybe had some good advice ?
R Can I be honest?
L Gladly!
R I find it to complex.. You already need an education just to work with it.
R: That she had the courage to come forward with it to me.. I found it
great.
L: He made direct time, I showed him everything.
R: She was well put together
L: He gave much feedback. What he didnt find clear. But also which things
in my explanation that caused him to understand.
R: I was surprised how fast she my comment could transform in concrete
adjustments
L: Of its going to work? I hope so..
R: Actually, I have all my trust in it.
30
4. SWOT-anaylyse CAW
5.
31
6.
32
12.
13.
Op een laagdrempelige en emanciperende manier hulp bieden
aan iedereen met welzijnsvragen en -problemen.
14.
15.
b. I: De belangrijkste waarden voor het CAW omtrent de
missie:
16.
- Gelijkwaardigheid: iedereen kan er terecht en wordt gelijkwaardig
behandelt.
- Betrouwbaarheid: bij het CAW bevindt u zich in een veilige, open,
transparante en eerlijke omgeving.
- Krachtgericht: er wordt gekeken naar de kracht van de klanten zelf.
- Samen: de opdracht wordt samen volbracht.
- Creativiteit: er wordt gezocht naar creatieve oplossingen op maat.
- Vriendelijkheid: de klant wordt vriendelijk te woord gestaan.
17.
18.
b. II: De belangrijkste (bijkomende) waarden voor het CAW omtrent
de nieuwe visie:
19.
- Systematische compositie: het CAW volgt een systematische
33
2. voor de personeelsafdeling.
30.
Deel 1: de HR-visie
31.
De personeelsleden worden gezien als individuen die de motor
vormen van de organisatie. Zij vormen de basis van het geheel.
Zonder de personeelsleden kan men niet aan hulpverlening doen.
Wat uiteindelijk toch wel belangrijk is, aangezien CAW voornamelijk
aan hulpverlening doet.
32.
Het is dan ook logisch dat er aan de personeelsleden veel
aandacht wordt gegeven. Er wordt erop toegezien dat ze in hun werk
goed voelen. Want wat de personeelsleden binnenin voelen, heeft
indirect invloed op de wijze waarop de hulpverlening gebeurt.
33. Een aangename werkomgeving speelt dan ook zo in op
de gevoelens van de personeelsleden. Maar ook erkenning krijgen
en beloond worden voor wat je doet als personeelslid
-hulpverlening- zijn zaken die hierbij een rol spelen.
34. Wanneer de personeelsleden zich juist niet goed voelen
in hun vel, moeten de personeelsleden hierbij de mogelijkheid
hebben om zich te uiten. Zo kunnen ze bijvoorbeeld in de organisatie
hun klachten uiten. Klachten die uiteraard met het werk te maken
hebben.
35.
36.
Maar ook aan wat de personeelsleden kunnen, hun krachten
en hun competenties, wordt er aandacht besteed. Er wordt erop
gelet dat de personeelsleden hun krachten kunnen inzetten, hun
competenties kunnen uitvoeren. Hierbij wordt er gekeken of de
personeelsleden zich kunnen ontwikkelen, of ze door kunnen
groeien.
37.
Gelinkt hiermee wordt er ook op de gunstige kenmerken
van de personeelsleden gelet. Gunstige kenmerken die voordelig zijn
voor de organisatie. Zoals bijvoorbeeld flexibel zijn, innovatief zijn en
gestructureerd werken. De personeelsleden worden hierbij
gestimuleerd en gesteund.
38.
36
39.
Natuurlijk komen de personeelsleden ook in contact met
andere individuen tijdens het werkgebeuren. Hierbij is het belangrijk
dat er sprake is van een goede omgang, een goede samenwerking.
Conflicten zijn niet welkom, maar als er conflicten ontstaan of
bestaan, moet er de mogelijkheid bestaan om deze conflicten
(samen) op te kunnen lossen.
40.
Verder wordt ook gefocust op de proces van het werken: bij de
start, tijdens en einde. Zo krijgen de personeelsleden begeleiding en
worden ze gevalueerd. Instroom, doorstroom en uitstroom zijn
hierbij belangrijke begrippen.
41.
Buiten de functie-uitoefening, zijn er nog een aantal zaken/
activiteiten waarin de personeelsleden betrokken bij zijn. Zo wordt
er aan de personeelsleden informatie gegeven over de organisatie
zelf - over de visie, de misie, etc - door bijvoorbeeld een brochure of
een informatieboek..
42.
Ook kunnen de personeelsleden bepaalde vormingen/
opleidingen volgen. Het krijgen van een training kan ook. De
personeelsleden nemen uiteraard ook deel aan de vergaderingen.
Daarnaast worden er bijenkomsten georganiseerd, waar de
personeelsleden aanwezig (kunnen) zijn.
43.
44.
Waarden mbt de personeelsleden:
-
45.
46.
Extra:
47.
Werken met
generaties: Generaties
steunen(helpen) elkaar en
werken samen
48.
Tips geven bij de
uitvoering van bepaalde
taken.
49.
Samen werken tijdens
het werk
37
50.
Leeftijdsbewust
personeelsbeleid:
51.
stimuleren van de
inzetbaarheid en het behoud
van ouderen werknemers
52.
Levensfase bewust
personeelsbeleid: vertrekken
vanuit de verschillende
behoeften van de
personeelsleden gekoppeld
aan de levensfase waarin
men zich bevindt.
53.
Accomadatieve
strategie/ maintenance
strategie
/ontwikkelingsstrategie /
utilisatie strategie
54.
Personeelsleden
veranderen van taak of
functie wegens
mogelijkheden die beter bij
hun passen
55.
56.
Gebruik maken van de
sterke kanten van
personeelsleden in
verschillende levensfasen en
hun beperkingen zoveel
mogelijk respecteren
58.
Work ability index
59.
Work ability house
57.
Het werkvermogen:
evenwicht tussen de
vereisten van het werk en de
fysieke en de mentale
mogelijkheden van het werk.
60.
Jobcrafting: de
personeelsleden doen
aanpassingen aan hun
taakinhoud en uitvoering,
zodat het werk beter
aansluit bij de veranderende
behoeftes, krachten of
vermogen
62.
Het nieuwe werken:
plaats- en tijdonafhankelijk
werken
63.
65.
Duurzaam hr:
belangen van de werkgever,
de werknemers en de
maatschappelijke belangen
zijn in evenwicht met elkaar
61.
Taak/ relationeel/
contextueel / cognitief
craften
64.
Thuiswerken/ mobiel
werken/ werken in
telewerkkantoren
67.
ROC: Respect,
omgeving en continuit
68.
MVO: People, planet,
profit
69.
70.
(Sociale economie, soc
ondernemerschap, etc..)
72.
Competentiemanagem
ent (vb deficienteanalyse) +
talentmanagement ( vb
Appreciative inquiry)
66.
71.
Paarse HRM: rood HRM
+ blauw HRM
73.
38
74.
75.
76.
77.
78.
De organisatie bevindt zich in een gealigneerd niveau niveau:
de strategie is niet duidelijk voor alle werknemers van de organisatie
79.
91.
92.
93.
94. Pecha Kucha
95.
96.
97.
98.
99.
40
100.
41