Typering van de groep - versie 1

Ik loop stage in groep 1/2. De klas bestond tijdens mijn eerste twee stagedagen
uit 24 kinderen. Inmiddels zijn hier alweer 3 kinderen bij gekomen, wat dus 27
maakt. Er zitten 9 jongens en 18 meisjes in de klas. De leeftijden liggen tussen de
4 en 6 jaar. Een aantal kinderen uit groep 2 heeft al bij elkaar gezeten in groep 1,
maar het grootste deel is aan het begin van dit schooljaar bij elkaar gekomen.
Groep 1/2 krijgt les van twee verschillende juffen. Op dinsdag en woensdag is
juffrouw V (mijn mentor) in de klas. Op maandag, donderdag en vrijdag is
juffrouw L er. Op maandag en dinsdag is er een stagiaire van de opleiding
onderwijsassistent in de klas. Op dinsdag, wanneer ik er ook ben, zijn er dus drie
juffen in de klas.
Om de klas in beeld te brengen heb ik een sociogram afgenomen. Dit heb ik op
mijn tweede stagedag afgenomen. De drie nieuwe kinderen die op mijn derde
stagedag er waren hebben dit dus niet ingevuld. Ik ga ze dit op korte termijn ook
nog niet in laten vullen, omdat ze de klas zelf nog niet kennen. Ik heb ook
gekeken naar KIJK, een observatieprogramma dat mijn mentor en de andere juf
hebben ingevuld begin februari van dit jaar.
Op mijn eerste stagedag dacht ik vrij snel dat ik met een rustige klas te maken
had. De stagiaire van onderwijsassistent zei dat de sfeer in de klas ook best goed
is. Dit beeld heb ik even vastgehouden, maar door het invullen van de sociogram
en het observeren is mijn beeld wat veranderd. Veel kinderen kunnen goed met
elkaar overweg. Wanneer het moet zullen alle kinderen goed met elkaar kunnen
opschieten, maar veel kinderen hebben een voorkeur voor bepaalde kinderen uit
de klas. Vooral op sociaal gebied zijn er al bepaalde (kleine) groepjes te zien. Het
is niet zo dat de klas kan worden verdeeld in bepaalde groepen, maar er zijn wel
vrienden-/vriendinnengroepjes die elkaar opzoeken in de klas.
De meeste kinderen in de klas zitten op een gemiddeld sociaal niveau. Er zijn
natuurlijk wel een paar uitzonderingen. Er zit n meisje in de klas (kind 23) dat
door haar gedrag geen aansluiting vindt bij andere kinderen. Uit de sociogram is
gebleken dat 16 kinderen haar negatief gekozen hebben op sociaal gebied en 9
kinderen op samenwerkingsgebied. Geen enkel kind heeft haar positief gekozen.
In KIJK heb ik gezien dat ze laag scoort op de gebieden: relaties met andere
kinderen, relatie met zichzelf en relaties met volwassenen. Dit kan hier een
verklaring voor zijn. Het is een meisje dat vaak de rust verstoord en graag de
leiding neemt. Zij neemt vaak de rol aan van leider. De andere kinderen gaan hier
niet echt op in, ze laten het gewoon gebeuren. Twee andere kinderen worden
(kind 2 en 22) ook vaak negatief gekozen. Kind 22 is vergelijkbaar met kind 23,
hij verstoort ook vaak de rust en wil graag aandacht hebben. Kind 2 is een
speciaal meisje dat wat extra aandacht nodig heeft. Ze kan zich nog niet goed
aansluiten bij de rest.
Er zitten ook kinderen in de klas die vaak positief worden gekozen. Dit zijn
kinderen die sociaal al wat verder zijn dan de andere kinderen in de klas. Dit heb
ik gezien in KIJK. Verder valt het me op dat de kinderen die de groepjes vormen
inderdaad voor elkaar kiezen in de sociogram.
De kinderen in de klas letten heel erg op elkaar. Ze willen graag elkaars mening
weten en ze klikken veel. Dit is typisch kleuters. Het zorgt er wel voor dat er
ruzies kunnen ontstaan. Ik heb nog geen duidelijke normen gezien. Dit komt
misschien nog, de groep verandert namelijk veel doordat er vaak kinderen
bijkomen. Vlak voordat ik in de klas kwam zijn er drie kinderen bijgekomen en nu
zijn er weer drie kinderen bijgekomen. Dit zorgt ervoor dat ze steeds opnieuw aan
elkaar moeten wennen en dat er steeds nieuwe vriendschappen ontstaan.