Laura: Goedemorgen

Aaron: Goedemorgen
(Aaron naar keuken en komt terug met eten in zijn handen)

Laura: Goed geslapen? Ja hoor lieve mama. En jij? Oh ja, lekker, bedankt schat.

Aaron: Binnen een halfuur ben ik weg, ma.

Laura: Waar ga je heen?

Aaron: Naar Tomas.

Laura: Vragen we dat niet meer?

Aaron: Ik ben 17 jaar, moet ik echt voor alles nog verantwoording afleggen?

Laura: Let op uw toon, Aaron. Wat zijn de plannen?

Aaron: Ma, ik ga daar gewoon studeren.

Laura: Hmm. Ok dan.

Ik ben bijna klaar, ik zal je wel afzetten.

Aaron: Nee dat hoeft niet, ik ga wel met de fiets.

Laura: Nee nee, het is geen probleem, ik zet je wel af. Ik passeer daar toch.

Aaron: Maar mama, je hebt nog superveel werk. Ik ga wel met de fiets.

Laura: Nee nee ik ben bijna klaar.

Aaron: Ma, ik ga met de fiets.