You are on page 1of 6

V:\Werkruimtes\Mediatheek\10 lab\machines en technieken p.st., incl.

toebehoren\3D-printers\ultimaker 2
ams.rtd\instructies.lessen\3D-printlessen (marina)\eindweek lessen\handreiking cura.docx

Handreiking Cura: onderdeel van de 3D-printinstructie

A. Basisorintatie op de interface

File laden in File opslaan als


Cura G-code

Tijd en de
hoeveelheid
filament
worden
weergegeven

Andere manier van


bekijken van het
model: View mode
Full settings-
instellingen

Model aanpassen:
Roteren (draaien): veranderen van orintatie van
het object verschalen: vergroten, verkleinen of
spiegelen

1. Schermafbeelding uit Cura

Op de interface van Cura zie je de weergave van de 3D-printer, in dit geval de Ultimaker 2. Het
gele voorwerp in het midden is voorwerp dat je in 3D gaat printen.
Bij een rechtermuisklik op het voorwerp komt er een pop-upvenster met verschillende opties
zoals Delete object, Multiply object (meerdere van dezelfde objecten) etc.
Op bovenstaande schermafbeelding zijn we in de full settings-instellingen. Hier kom je door
boven in de menubalk Expert > Switch to full settings te klikken.
De no-gozones zijn de grijze blokjes op de hoeken van het printbed (blokjes-vloer). Deze
komen overeen met de klemmetjes van de glazen plaat van de Ultimaker 2. Verplaats je object
maar eens naar de rand van de plaat. Wat gebeurt er dan?

Pagina 1 van 6
V:\Werkruimtes\Mediatheek\10 lab\machines en technieken p.st., incl.toebehoren\3D-printers\ultimaker 2
ams.rtd\instructies.lessen\3D-printlessen (marina)\eindweek lessen\handreiking cura.docx

2. Schermafbeelding uit Cura: roteren 3. Schermafbeelding uit Cura: verschalen

Rotate: roteren.
Het is belangrijk dat je je object(en) zo efficint mogelijk plaatst. Dan heb je weinig
ondersteuningsmateriaal nodig.

Scale: verschalen.
Met deze functie kun je op twee manieren verschalen: verhoudingsgewijs of metrisch. Als het
slotje op slot is, veranderen bij aanpassing de getallen in de overige invulvakjes naar
verhouding mee. Als het slotje open is, vervorm je het model.
Je kunt ook de maat van het object veranderen door de assen te verschuiven.

Pagina 2 van 6
V:\Werkruimtes\Mediatheek\10 lab\machines en technieken p.st., incl.toebehoren\3D-printers\ultimaker 2
ams.rtd\instructies.lessen\3D-printlessen (marina)\eindweek lessen\handreiking cura.docx
B. Expertinstellingen
Als je in Cura met je muis op het
invulvenster gaat staan dan verschijnt
er mouse-over. In het Engels staat er
geschreven waarvoor de betreffende
functie dient.

4a. Schermafbeelding uit Cura: full settings 4b. Schermafbeelding uit Cura: Layers

C. Kwaliteit
Layer height
Dit is de hoogte van de laag in mm
1. 0,25mm = lage kwaliteit; snel klaar
2. 0.1mm= medium kwaliteit; doet er iets langer over
3. 0.06mm= hoge kwaliteit; doet er nog langer over
4. 0.02mm= ultra dunne laag

Shell thickness
Dit is de dikte van de schil en is gemakkelijk te zien in de Layers View mode.
De buitenste schil is altijd rood in Layers. De binnenste schil(len) is (zijn) groen. Zie
schermafbeelding 4b. De dikte van n schil is 0.4 mm. Dat is logisch, want de diameter van
de opening van de nozzle is ook 0.4 mm.
Experimenteer met het aantal schillen en kijk naar de printduur. Wat zou sterker zijn in je
uiteindelijke 3D-geprinte product? En schil of meerdere? Waarom wordt het vakje geel, als je
0.6 invult?

Enable retraction
Er komt even geen filament uit de nozzle.
Dit gebeurt wanneer de nozzle overspringt van het ene punt naar het andere punt. De
steppenmotor aan de achterkant van de printer kun je dan ook terug zien draaien.

Pagina 3 van 6
V:\Werkruimtes\Mediatheek\10 lab\machines en technieken p.st., incl.toebehoren\3D-printers\ultimaker 2
ams.rtd\instructies.lessen\3D-printlessen (marina)\eindweek lessen\handreiking cura.docx

D. Fill
Bottom/ Top thickness
De dikte in mm van de bodem (de eerste paar lagen) en de dikte van de toplaag (bovenste
paar lagen).

Fill Density
Dit betreft de dichtheid van de rasters.
Dit is van belang voor de sterkte van het object. Hoe dichter het raster hoe sterker het object.
Daarnaast is het goed om te weten dat het raster een bepaalde richting heeft. Als je het object
draait, verandert het raster van richting en dat is van invloed op de sterkte.

E. Speed and Temperature


Print speed (mm/s)
Dit is de printsnelheid.
Bij 50 beweegt de printkop 2.0 mm ^3 per sec. Een andere notatie is: 23 mm: 2x2x2 mm per
seconde. Dus, de printkop beweegt 8 mm per seconde. Over het algemeen geldt, hoe
langzamer de printsnelheid, des te beter het resultaat.

5. Schermafbeelding in Cura: mouse over informatie over Print speed

F. Support
Support type
Hier kies je de soort ondersteuning. Het filament dat uit de nozzle komt is door de hitte
vloeibaar geworden en moet dus altijd ergens op steunen. Met het steunmateriaal wordt
voorkomen dat het object in elkaar zakt.
a) optie 1 touching buildplate: alleen ondersteuning van de glazen plaat naar het object
b) optie 2 everywhere: ook ondersteuning binnen de onderdelen van het object
c) optie 3 none: geen ondersteuningsmateriaal

Probeer bij het positioneren van je model er rekening mee te houden dat je zo weinig mogelijk
ondersteuning wilt, omdat je later het ondersteuningsmateriaal weg zult moeten halen.

Pagina 4 van 6
V:\Werkruimtes\Mediatheek\10 lab\machines en technieken p.st., incl.toebehoren\3D-printers\ultimaker 2
ams.rtd\instructies.lessen\3D-printlessen (marina)\eindweek lessen\handreiking cura.docx

6. Schermafbeelding in Cura: Support, Brim, door lagen scrollen m.b.v. verticale balk in
Layers.

Platform adhesion type


Dit gaat over de hechting aan het printbed.
Tijdens het 3D-printen kan je voorwerp van de glasplaat loskomen. Deze functie helpt de
voorwerp om zich beter aan het printbed vast te hechten.
a) optie 1 Brim: rand
Deze functie legt een rand van n laag dik rondom het printbed. Hierdoor vergroot je het
raakvlak van het voorwerp met de printbed, waardoor de hechting beter wordt.
b) optie 2 Raft: vlot.
Onder het object wordt een structuur geprint, die lijkt op een vlot.

Pagina 5 van 6
V:\Werkruimtes\Mediatheek\10 lab\machines en technieken p.st., incl.toebehoren\3D-printers\ultimaker 2
ams.rtd\instructies.lessen\3D-printlessen (marina)\eindweek lessen\handreiking cura.docx

G. Iconen rechts bovenin

Overhang
Deze functie laat in rood zien waar het object ondersteuning nodig
heeft.

X-ray
Deze functie spoort fouten op in de file. Als je file een fout heeft,
geeft Cura dat aan als rood. Als alles paars is, dan is de file goed.

Layers
In deze mode wordt veel gevisualiseerd, zoals:
o het raster van de vulling (gele lijnen)
o de dikte van de wand (rode en groene lijnen)
o het ondersteuningsmateriaal, Brim en Raft (blauw)
o de hoeveelheid lagen
o de weg die de printkop aflegt (donkerblauwe lijn)

Je kunt ook door de lagen heen scrollen met de verticale balk, die
links in het scherm staat. Zie schermafbeelding 6. Gebruik deze
View mode veel!

7. Schermafbeelding in Cura:
iconen rechter bovenhoek

H. Het principe van koelen


Over het algemeen geldt: hoe langzamer je print, des te beter het resultaat.
Soms is het beter om twee voorwerpen op de printplaat te zetten en ze tegelijkertijd printen. Zet
dan wel Print all at once aan in het tool menu. Dan hebben de voorwerpen meer tijd om af te
koelen. Het gaat hierbij om voorwerpen die heel fragiel zijn of bij voorwerpen waarbij je geen
supportmateriaal wilt, terwijl het programma dat wel aangeeft.

Pagina 6 van 6

You might also like