GRASMACHIEN

Jasper Provijn
 FADE IN:

1 INT. - TAFEL - DAG.

BEN zit aan tafel boterhammen te eten. Achter hem, door het
raam zien we FLOR een grasmachine voortduwen.

2 EXT. - TUIN - DAG.

Door een ander raam zien we nu Flor het gras afrijden. De

camera beweegt traag naar het raam toe. De motor sputtert.
Flor kijkt eens aan de rand van de grasmachine en steekt zijn
hand eronder. Zijn vingers vliegen door de lucht.

3 INT. - LIVING - DAG.

Flor staat nu binnen en zijn hand bloedt. Hij zegt enkel

AWAWAW, op een vrij absurde, ingetogen manier. Ben zit nog
steeds aan tafel en kijkt hem aan met zijn boterham in de
hand, waar een ronde hap uit gebeten is, net als in de
strips. BENJAMIN zit op de grond de druppels bloed op te
kuisen met keukenpapier. Iedereen blijft vrij statisch.
EDUARD (de buurman) komt toe en hij kijkt door een raamke.
Hij houdt zijn hand boven zijn ogen om beter binnen te kunnen
kijken. Dan klopt hij even. Benjamin en Ben kijken in zijn
richting. Dan kijken ze even naar elkaar. Benjamin staat op
en opent de deur. Eduard komt binnen met twee zakken van de
LIDL.

EDUARD:
Ja ik hoorde u roepen tot bij mij.
Mijn raam stond open want ik had
net mijn koteletten laten
aanbranden.
(wijzend naar Flor zijn
hand)
Ik zou trouwens opletten want ik
heb gelezen dat ge daar kanker van
kunt krijgen als ge daar te lang
mee in de zon loopt.

4 INT. - AUTO - DAG.

Flor zit op de achterbank. Eduard zit (ongevraagd) naast hem.
Ben bestuurt de auto. Flor is nog steeds aan het wenen,
grotesk en theatraal. Eduard opent zijn zakken van de LIDL en
legt ze op zijn schoot.
 2.

EDUARD:
Amai de bananen waren weeral in
afslag. Twee voor de prijs van n.
Maar ze zijn mij vergeten zegelkes
te geven aan de kassa. Da's al de
tweede keer. Ik ben nochtans aan
het sparen voor een Tefalpan. Dat
bakt minder snel aan.
Stilte.
EDUARD: (CONTD)
Is dat eigenlijk een diesel? Want
hij klinkt gelijk een benzine.
BEN:
Een benzine.
EDUARD:
Ah dacht ik al.
Ja mijn vader heeft er ook zo n.
Allez wij hebben zo nog een raamke
vanachter dat ge kunt opendoen en
ge hebt nog een extra zitje en we
gebruiken dat voor - allez ik heb
een gehandicapt broerke en we
steken die altijd vanachter. Met
die ruit toe.

5 INT. - DOKTER - DAG.

Een zeer vreemd dokterskabinet. Zwarte doeken en een tafel.
Enkel een stoel voor de dokter. Flor moet rechtstaan. De
DOKTER (Jasper) draagt een iets te zware bril. Ben heeft een
doosje vast. Ook Eduard staat daar nog met zijn zakken van de
LIDL. De dokter gaat door zijn papieren, een voor een.
JASPER/DOKTER:
Voila. Eduard Peeters.
EDUARD:
Neenee, 't is voor hem deze keer.
(wijst met zijn gestrekte
arm naar Flor)

DOKTER:
(zet zijn bril af)
Aha, Flor.
(kijkt nu naar zijn hand)
Oeieoei. Jaja. Goh. Dat ziet er
niet goed uit.
 3.

Ben geeft het dooske met Flor zijn vingers in. De dokter
kijkt er eens in en rammelt er mee.
DOKTER: (CONTD)
Ja daar ga ik niet veel meer aan
kunnen doen. Maar we zullen er een
verband op leggen.

Ge hebt er trouwens toch niet te

lang mee in de zon gelopen hoop ik
want ge krijgt daar kanker van.
EDUARD:
Ah ziet ge wel!

6 INT. - BADKAMER - DAG.

Benjamin probeert Flor zijn trui uit te doen maar het gaat
niet want het doet te veel zeer aan zijn hand.
FLOR:
(klagend)
Dat gaat niet! Dat gaat niet!
Flor kruipt in bad met zijn kleren aan. Ook Eduard staat hier
nog steeds te lummelen. Hij kijkt naar de wasproducten.
EDUARD:
Ah, Nivea. Die ruikt goed he.

7 INT. - KEUKEN - DAG.

Ben maakt eten klaar. Hij legt worsten in een pan en likt dan
eens aan zijn vingers.

8 INT. - BADKAMER - DAG

Flor staat met zijn natte kleren naast het bad, nog steeds
heel triest. Benjamin droogt zijn kleren met een haardroger.

9 INT. - LIVING/TAFEL - DAG.

Er staan drie borden klaar. Ben staat nog in de keuken.
Benjamin, Flor en Eduard zitten aan tafel. Eduard zit op een
plek waar er geen bestek ligt. Hij is er nog steeds
ongevraagd. Benjamin komt af met de pan. Er liggen allemaal
kleine worstjes in, alsof het vingers zijn.
 4.

EDUARD:
Ah jullie hebben al zo'n Tefalpan.
Goed he.
FADE OUT.