OPGAVEN BIJ BASISWISKUNDE 2016, COLLEGE 1

Opgaven voor het tutoraat en werkcollege

Opgave 1. Laat zien dat (P Q) logisch equivalent is P Q. Wat betekent
deze uitspraak in woorden?
Opgave 2. Welke van de volgende beweringen zijn logisch equivalent? Vind de
paren.
(a) P (Q R)
(b) P (Q R)
(c) (P Q) (P R)
(d) (P Q) (P R)
(e) (P Q) R
(f) P (Q R)
Opgave 3. Bepaal de waarheidstabel van (P Q). Geef een equivalente logische
formule waar het symbool niet in voorkomt.
Opgave 4. Zij x en y gehele getallen.
(a) Stel dat x en y oneven zijn. Bewijs dat x y oneven is.
(b) Stel dat x y even is. Bewijs dat x of y even moet zijn.
(c) Bekijk de bewering als x y oneven is, dan zijn x en y oneven. Geef de
contrapositief en bewijs deze.
Opgave 5.
(a) Zij n een geheel getal. Bewijs dat als n2 deelbaar is door 3, dat n dan ook
deelbaar is
door 3.
(b) Bewijs dat 3 geen
rationaal getal is.
(c) Bewijs dat 2 + 3 geen rationaal getal is.

Huiswerk (inleveren maandag 12 september)

Opgave 6. Zij x en y gehele getallen. Bewijs dat als x + y oneven is, dat dan x of
y oneven is.

Extra
Opgave 7. De standaard logische connectieven zijn , , , en . Je hebt
echter eigenlijk minder symbolen nodig:
(a) Bewijs dat elke logische formule equivalent is met een formule waar alleen de
connectieven en in voorkomen.
(b) Definieer het logische symbool (niet of) door P Q (P Q). Be-
wijs dat elke logische formule equivalent is met een formule waar alleen het
connectief in voorkomt.