Professional Documents
Culture Documents
Nederland voert al meer dan twee eeuwen oorlog in de Indonesische Archipel en nog bestaat
er geen studie over dit onderwerp, schreef de officier van het Nederlands Oost-Indisch Leger,
majoor P.F. Vermeulen Krieger in 1829. In dat jaar publiceerde hij een boek over de
inheemse wijze van oorlogvoeren in de Archipel. Zoals in die jaren gebruikelijk, droeg het
boek een wijdse en uitputtende titel:
Krieger vond het gemis aan literatuur over deze oorlogen verbazingwekkend, en hij had
gelijk. Hoewel Nederland al een respectabele militaire ervaring had opgedaan tijdens de
periode van de Verenigde Oostindische Compagnie (1602-1800) en na het herstel van het
gezag in 1814, had geen officier (of andere auteur) het de moeite waard gevonden deze
koloniale oorlogen tot voorwerp van studie te maken. Kriegers boek is het eerste over dit
onderwerp en het neemt daarom een unieke plaats in de geschiedenis van de militaire
literatuur in Nederland. Waarom er zo weinig over de 'Indische Oorlogen' gepubliceerd was,
kon Krieger niet verklaren; hij hield het er op dat militairen, zoals hij zelf in zijn 27 jarige
militaire loopbaan, 'meer in de gelegenheid (zijn) geweest, met de sabel dan wel met de pen
werkzaam te zijn'. [2]
In 1822 was hij uit Nederlands-Indi teruggekeerd; in 1824 was hij gepensioneerd en in Etten-
Leur gaan wonen. Het jaar daarop brak de Java-Oorlog uit. Krieger volgde het nieuws over
het verloop van de oorlog met spanning. Tot voor kort immers had hij zelf nog aan
krijgsverrichtingen op Java deelgenomen. Onder invloed van het, zeker in de eerste jaren,
desastreuze verloop van de oorlog besloot hij zijn ervaringen als koloniaal militair te boek te
stellen om, voor zo ver het in zijn vermogen lag, het koloniale leger van dienst te zijn. Hij had
nu eenmaal het gevoel, schrijft hij in het voorwoord tot het boek, 'wanneer men, door de
ondervinding geleerd, van eenig nut voor zijne krijgsmakkers kan zijn, zulks te moeten doen'.
[3] In de toekomst zou dat er wellicht toe kunnen leiden, zo voegde hij er nog aan toe, dat de
oorlog beter en kundiger gevoerd zou worden en dat het uiteindelijk ook zou leiden tot
'besparing van menschenbloed'. [4] Met zijn boek stelde hij zich daarom vooral een praktisch
doel, nl. 'om zowel de domme als de listige wijze van oorlogen dezer volkeren aan de, nieuw
in die gewesten aankomende, Europesche krijgslieden schriftelijk mede te deelen'. [5] Vooral
die 'domme wijze van oorlogen' is natuurlijk intrigerend! Het boek verscheen overigens te laat
om nog van nut te kunnen zijn tijdens de Java-Oorlog (die in 1830 eindigde), maar het is meer
dan dertig jaar lang de enige handleiding voor de koloniale officier en onder-officier
gebleven.
Slot
Kriegers boek neemt een bijzondere plaats in de militair-historische literatuur in. Het is een
boek waarin de auteur zich rekenschap gaf van het eigen, specifieke karakter van de oorlogen
in Nederlands-Indi. Krieger onderschatte de 'kleine oorlog' niet, zoals velen voor en na hem
wel deden. Integendeel, hij beschouwde de inheemse vijand juist hierom als extra gevaarlijk.
Het is duidelijk dat de lessen die Krieger formuleerde in de Nederlands-Indische
krijgsgeschiedenis meermalen verloren zijn geraakt en even zo vele malen weer - op pijnlijke
wijze - herontdekt moesten worden. Dat geldt voor de Atjeh Oorlog en eigenlijk ook nog in
even sterke mate voor de periode na 1945. Hoewel toen de omstandigheden radicaal
gewijzigd waren en het Indonesisch verzet tegen het Nederlands gezag een enorme
schaalvergroting had ondergaan, bleef de essentie van Kriegers boek onverminderd overeind.
De Nederlandse legerleiding leek echter van de gevaren en de kracht van de Indonesische
guerrilla aanzienlijk minder onder de indruk dan Krieger destijds was geweest. In dit opzicht
had men van Krieger kunnen leren.
Ook de herinvoering van het voor-oorlogse VPTL (Voorschrift voor de Politiek Politionele
Taak van het Leger), waarin de Indische tactiek werd samengevat in een nieuwe met plaatjes
en foto's geillustreerde uitgave, kon onvoldoende bijdragen tot het herstel van dat besef.
Wanneer men het VPTL in deze nieuwe vorm doorbladert, wordt men soms ineens verrast
door een verre echo van Krieger. Dat de legerleiding in het Nederlands-Indi van na 1945
even bang was als Krieger anderhalve eeuw eerder voor de zich vriendelijk voordoende, maar
o zo gevaarlijke 'inheemsche vrouwlieden' mag uit de volgende illustratie voldoende blijken
[23].
NOTEN
1. Het boek telt 81 pagina's. Het is aanwezig in de bibliotheek van het Legermuseum
onder signatuur 1A 925.
2. Krieger, Indische Oorlogen, IV.
3. Idem, III.
4. Ibidem.
5. Ibidem.
6. Idem, 13.
7. Idem, 51.
8. Idem, 41.
9. Idem, 61.
10. Idem, 48.
11. Idem, 27.
12. Idem, 36-38.
13. Deze gegevens worden bevestigd door modern onderzoek; zie hiervoor bijv. Dobbin,
C. - Islamic Revivalism in a Changing Peasant Economy. Central Sumatra 1784-1840.
Copenhagen, 1983, 28-29.
14. Krieger, Indische Oorlogen, IV.
15. Algemeen Rijksarchief Den Haag (ARA), collectie Vermeulen Krieger, no's 1-5.
16. ARA, collectie Vermeulen Krieger, 5
17. VerHuell, Q.R.M. - Herinneringen van eene reis naar de Oost-Indin. 2 dln. Haarlem,
1835-1836,
18. De gegevens over het onderwijs aan de KMA werden bijeen gezocht in Steijn, G. van -
Koninklijke Militaire Academie. Gedenkboek 1828 - 24 november 1928. Breda, 1928,
passim. Zie ook: Terlette, 'Breda en Indi'. Indisch Militair Tijdschrift 15 (1884) I, 74-
79.
19. De eerste druk van Van Mulkens Handleiding tot de Kennis der Krijgskunst verscheen
in Breda, 1858; de tweede in Breda, 1860. In de eerste twee drukken ontbrak het
Aanhangsel betreffende de Indische tactiek.
20. Rees, W.A. van - Vermeulen Krieger. Tafereelen uit het Indische krijgsleven. Arnhem,
1870. Bij het schrijven van deze biografie beschikte Van Rees over de documenten die
tegenwoordig de collectie Vermeulen Krieger vormen in het Algemeen Rijksarchief.
21. Rees, W.A. van - Handleiding tot de kennis der velddienst en vechtwijze van het
Nederlandsch Oost-Indische leger. Arnhem, 1859. Idem, Handboek voor
Postkommandanten op Java en Buitenbezittingen. Arnhem, 1862. Gordt Dilli, P.M. la
- Bijdrage tot de kennis der oorlogswering in de Nederlandsch Oost-Indische
gewesten. Semarang, 1863. Schrder, Th.W. en C.L. - Leidraad voor jonge officieren
van het Oost-Indische leger te velde. Breda, 1863.
22. Maaten, K. van der De Indische oorlogen. Een boek ten dienste van den jongen officier
en het militair onderwijs. 2 dln. Haarlem, 1896.
23. Kennis van het VPTL. Een kwestie van leven of dood, z.j., z.p., 16.